Kijf Ouitschers uit cel ontsnapt Inlijving lichting 1940 IVOREN SCHAT Geknoei met le vensmiddelenbons Al te mooi Het geheim van de Bewaker neergeslagen ■^Het Meisje uit den exprestrein Twee dieveggen gesnapt door: A. PANDOR 128 NACHTELIJKE VLUCHT UIT HET HUIS VAN BEWARING TE HAAR LEM. In den vorigen nacht hebben vijl Dnitschers, die in het Huis van Be waring te Haarlem waren opgesloten, kans gezien te ontvluchten. Zij sloe gen den bewaker neer, ontnamen hem zijn sleutels, en wisten met be hulp daarvan op een binnenplaats te komen. Een trapje, dat in een kolenbergplaats stond, maakte het voor hen al zeer een voudig om over den muur van het gebouw te klimmen. De ontvluchting is eerst gistermorgen ont dekt door den tweeden bewaker. Deze wordt s nachts door zijn collega om de twee uur gewekt en doet dan op zijn beurt de ronde door het gebouw. Niet gewekt. Gistermorgen werd deze bewaker echter pas omstreeks zes u,ur wakker en uit de omstandigheid, dat zijn collega hem niet gewekt had, leidde hij af, dat er iets on gewoons gebeurd moest zijn. De man stelde direct een onderzoek in en vond tot zijn ontsteltenis zijn collega, stevig gebonden en met een prop in den mónd op den vloer van de cel liggen, waarin de vier Duit- schers opgesloten waren geweest. Een vijfde Duit'scher, die in een andere cel gevangen had gezeten, was eveneens verdwenen. De overval. Nadat de bewaker zijn collega had be vrijd, verklaarde deze, dat hij den vorigen avond omstreeks twaalf uur naar de cel van de vier Duitschers was gegaan, omdat dezen gebeld hadden. Op het oogenblik, dat hij de celdeur opende, kreeg hij een hevi- gen stomp in het gelaat, waardoor hij even versuft raakt en op den grond viel. Hiervan maakten zijn vier belagers gebruik om hem vast te binden en hem een prop in den mond te duwen, zoodat fiet den bewa ker onmogelijk was om hulp te roepen. Ver volgens droegen zij hem in de cel en na men hem zijn sleutels af. Hun eerste werk was vervolgens een landgenoot te be vrijden, die in een nabijgelegen cel was opgesloten. Dan maar door de kolenberg- plaats. Met behulp van de sleutels wisten zij in den gang te komen, welke naar den hoofd ingang van het gebouw leidt. Daar de be waker de sleutels van deze deur echter nooit bij zich draagt, zagen de mannen zich dezen weg versperd. Zij gingen daarom weer terug, forceerden de deur van een kolenbergplaats en wisten vandaar uit op de binnenplaats te komen, nadat zij eerst door verbuiging van de spijlen een ope ning hadden gemaakt in een ijzeren hek. Met een trapje, dat zij in de kolenberg plaats vonden, was het tenslotte zeer ge makkelijk over een schutting en den bui tenmuur van het gebouw te klimmen en in den nacht te verdwijnen. FEUILLETON. Naar het Engelsch bewerkt doot J. van der Sluys 24. De activiteit golfde als met een electrischen schok in hem terug. Hij krabbelde overeind en keerde zich toen om, om het lichaam, waarop hij gelegen had, te bekijken. Het was dat van den werkman. Hij was dood. Freddy knielde bij de verstijfde gestalte neer. Een donker litteeken op het gezicht, dat hij thans zag, was daar eerder niet ge weest. De man moest dus een nieuwe wond hebben opgeloopenja, en het lichaam lag ook op een andere plaats. Freddy realiseerde zich bliksemsnel wat er gebeurd moest zijn: een plotselinge aanval op deze kamer tijdens zijn tijdelijke afwezigheid; het meisje over meesterd en weggevoerd, en de reeds gewonde werkman, die het meisje te hulp kwam, neer geslagen. Daarna had Freddy zelf den slag ontvangen, die hem buiten gevecht stelde; het kind was hem ontrukt, de boosdoener was gevlucht Ja, hij was gelucht, maar d boosdoener kon nog niet ver zijn. En zelfs als hij ver weg was, moest hij gevonden worden. Freddy staarde naar het onbeweeglijke lichaam van den werkman en zelfverwijt en wroeging ver vulden hem. „Daar heb ik je toe gebracht, arme' kerel," dacht hij beschaamd. Toen schudde hij zijn bitter gepeins van zich af en keek naar de deur. Die was dicht. Hij rende er heen om haar te openen. De deur was afgesloten. Dat had hij warempel niet hoeven te probeeren Van de deur wendde hij zich naar het raam en daar wachtte hem een veel grootere teleurstelling. Langs de gootpijp omhoog klimmen was al moeilijk genoeg geweest, er langs omlaag te gaan zou onmogelijk zijn. De wingerd, die 'n zwakken verbindings schakel tusschen den bovenkant van de pijp en het raam gevormd ïad, was afgescheurd en hing nu tergend buiten zijn bereik. Freddy was opgesloten met 'n doode en zag geen mogelijkheden om te ontsnappen! Hij probeerde de deur open te rammen. Het geluid van zjjn machteloos bonzen Een spoor. Slechts van één hunner meent de politic een spoor gevonden te hebben. Het was bekend, dat deze man, voor hij gedetineerd was, omgang heeft gehad met een meisje uit Veisen. Uit het feit, dat in die ge meente in den nacht vah Dinsdag op Woensdag een fiets gestolen is, leidt de politie af, dat de man in deze richting is gevlucht. Nadat de ontvluchting ontdekt was, heeft de politie direct een uitgebreid onderzoek ingesteld en het signalement der ontvluch ten per radio doen verspreiden. Drie man nen hadden communistische sympathieën, de twee anderen waren nationaal-socialist. Het vermoeden ligt voor de hand, dat zij na hun ontvluchting niet bij elkaar zijn gebleven. De bewaker, die door de mannen was overvallen, heeft geen nadeelige gevolgen van dezen sensationeelen overval ondervon den. Hij heeft een wonde aan het hoofd, die niet van ernstigen aard is. Signalement. Het signalement van de ontvluchten luidt: H. C., 21 jaar, lang 1.65 M., slank pos tuur, donkerblond haar en wenkbrauwen, ovaal gelaat, gele teint, lichtblauwe oogen. F. P., 19 jaar, lang 1.67 M., flink pos tuur, rechte houding, blond haar en wenk brauwen, ovaal gelaat, gezond uiterlijk, breed voorhoofd, lichtblauwe oogen, littee- kenen onder het rechteroog. C. S., 33 jaar, lang 1.80 M., gewoon pos tuur, blond haar met een verkleurde lok. blonde wenkbrauwen, ovaal gelaat, gezond uiterlijk, blauwe oogen. H. K. E., 31 jaar, lang 1.82 M., breed pos tuur, flinke houding, blond haar, hoog voorhoofd, blauwe oogen, dikke lippen, ga ve tanden, groote ooren en voeten. W. D., 38 jaar, lang 1.64 M., slank, ronde rug, donkerblond haar, rond gelaat met gele teint, blauwe oogen, litteekens in den rech termondhoek en op den linkerwang. Twee Amsterdamsche gemeente ambtenaren voor de rechtbank. Een 34-jarige ambtenaar bij de gem. ar beidsbeurs te Amsterdam, had zich gisteren voor de vierde kamer der rechtbank, gepre sideerd door mr. J. Boon te verantwoorden wegens verduistering van levensmiddelen- bons, die bestemd waren voor werkloozen of tewerkgestelden bij de werkverschaffing. De man, die reeds jarenlang in dienst der gemeente is en die bekend staat als een uit stekend ambtenaar, had geruimen tijd bons voor zichzelf gehouden en gebruikte ze deels voor zijn eigen gezin en deels gaf hij ze weg. Tenslotte kreeg een winkelier argwaan, hjj ging naar de politie, die een onderzoek instelde, met het gevolg, dat te gen verdachte en een van diens collega's, die bons ten geschenke had aangenomen, een vervolging werd ingesteld. Uit het getuigenverhoor bleek, dat er vrij wel geen controle was op de bons, die aan verdachte waren uitgegeven. Verdachte legde een volledige bekentenis af, hij had nooit de bedoeling gehad om de gemeente te benadeelen. Het reclasseeringsrapport over verdachte, uitgebracht, luidde zeer gunstig. Bij een voorwaardelijke veroordeeling, aldus het rapport, zou verdachte kans hebben om ge handhaafd te worden in zijn gemeentebe trekking. Thans is hij met inhouding van salaris geschorst. Naar aanleiding hiervan merkte de pre sident op: „Waar moet dat heen, wanneer gemeenteambtenaren, die fraude plegen, ge handhaafd blijven?" De officier van Justitie voerde aan, dat het weer in dienst nemen van verd. iets is wat alleen de gemeente aangaat. Spr. vor derde een voorwaardelijke gevangenisstraf voor den tijd van negen maanden met een proeftijd van drie jaar. De verdediger zeide, dat verd. doodeerlijk is en niet besefte dat hij fraudeerde. Spr. drong op een voorwaardelijke straf aan. Eisch tegen den heler. Tegen den ambtenaar, die van den vorigen verdachte een aantal bons ten geschenke had aangenomen, vor derde de officier een gevangenisstraf van zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar. De verdediger drong ook hier aan op een geheel voorwaardelijke veroordeeling. De rechtbank zal 18 October vonnis wij zen. echode spottend door het huis. Hij' ging weer naar het raam en stelde opnieuw de onmoge lijkheid vast om langs dezen weg te ont komen. Plotseling hoorde hij boven hem 'n gebonk. Het geluid kwam niet van vlak boven hem Ja, natuurlijk. De man met den paardenkop! „Mijn kop eraf, als ze den sleutel krijgen!" mompelde hij. Hij trok- den sleutel uit zijn zak, en gooide hem uit het venster. Het ding zeilde door de duisternis, zooals dien nacht reeds eerder een flesch gezeild had en ein digde zijn tocht in den afgrond. Maar Freddy's voldoening was geen lang leven beschoren. Nauwelijks was hij den sleu tel kwijt of een gekraak boven bewees dat het bewuste voorwerp niet meer noodig was. De deur was opengebroken. Stilte volgde. Er kropen drie minuten om. Toen sloeg een deur en een paar seconden later begon een auto te snorren. Freddy rekte zijn hals uit, maar hij was aan den verkeer den kant van fiet huis om wat te kunnen zien en hij kon zich de inzittenden slechts in zijn verbeelding afschilderen: met inzittenden, waarvan er twee gebonden of verdoofd waren. De minuten gleden traag voorbij. Freddy vocht tegen een hopelooze apathie, die zich van hem meester begon te maken. Hij vernieuwde zijn poging om de deur te openen, hij klom, zoover hij kon. uit het raam en klom toen weer terug, omdat niemand met een gebroken nek gebaat is; hij riep. Maar er gebeurde niets. Maar opeens hoorde Freddy zwakke gelui den. Dat zachte stap-stap werd veroorzaakt door een voet. Dat zonderlinge geschuur. was het schouder tegen een muur? Zijn instinct vertelde hem, dat binnen enkele seconden de deurknop geprobeerd zou worden, de sleutel omgedraaid en de deur langzaam geopend... OP 23 OCTOBER A.S. De Regeeringspersdienst meldt; Van de lichting 1940 zullen op 23 October a.s. worden ingelijfd de ge wone dienstplichtigen, toegewezen aan de eerste ploeg van T regiment grenadiers, het regiment jagers of één der genummerde regimenten in fanterie, alsmede alle dienstplichti gen, toegewezen aan het le regiment wielrijders. Onder deze dienstplichtigen zijn niet begrepen zij, die bestemd zijn voor officiersopleiding, voor oplei- dinq tot onderofficier-administrateur of die bestemd zijn voor het oefe- nings-detachement voor de school voor reserve-officieren der infanterie AANVRAGEN OM VRIJSTELLING. Indien dienstplichtigen, die 23 October moeten opkomen, vrijstelling wegens kost winnerschap of wegens persoonlijke onmis baarheid of uitstel van eerste oefening ver langen, behoort daartoe met den meesten spoed aanvraag te worden gedaan. Geldt het vrijstelling, dan moet de aan vraag door of vanwege den dienstplichtige worden gedaan bij den burgemeester. Geldt het uitstel van eerste oefening, dan moet de dienstplichtige een schriftelijk verzoek richten aan den minister van De fensie, bij voorkeur door tusschenkomst van den burgemeester. Is de reden van het verzoek gelegen in studiebelangen, dan moet een verklaring worden bijgevoegd, af gegeven door het hoofd van de onderwijs inrichting. Er moet op worden gerekend, dat uitstel van eerste oefening slechts op uiterst beperkte schaal zal worden ver leend. Groningsch meisje heeft tal van diefstallen op haar geweten. In een textielfabriek te Groningen werd een 19-jarig meisje betrapt, toen zij nieuwe kleedingstukken wegnam. Bij een huiszoeking heeft de recherche zeer veel goederen in beslag genomen. Bij dit onderzoek kwam voorts aan het licht, dat het meisje een paar maanden geleden een portemonnaie met geld ten nadeele van een vriendin had gestolen. Bovendien pleeg de zij diefstal op de weekmarkt, in samen werking met een ander meisje, dat eveneens aangehouden werd. Ook werden diefstallen gepleegd in de Hema, bij C. en en in Pa- terswoïde, waar een ander meisje het slacht offer werd. De dieveggen zijn ter beschikking van den officier van Justie gesteld. Onbetrouwbaar colporteur voor den Haagschen rechter. De 66-jarige G. F. M., die zich gisteren voor de strafkamer van het Haagsche Ge rechtshof wegens oplichting te verantwoor den heeft gehad, heeft zich bij verschillen de personen voorgedaan als colporteur van het weekblad „Het Leven" en hen op listi ge wijze bepraat een abonnement op dat blad te nerpen. Hij spiegelde namelijk voor, dat iemand, die een abonnement op ge noemd weekblad nam, gedurende een half jaar gratis kon adverteeren. Het was geen wonder, dat verschillende menschen op deze aanlokkelijke voorwaar den ingingen, doch anderen vertrouwden de zaak niet en weigerden het abonnements geld aan den colporteur te voldoen. De laatsten bleken het bij het rechte eind te hebben gehad. M. was in het geheel niet aan het weekblad verbonden. Wegens oplichting was hij door de Haag sche rechtbank tot anderhalf jaar gevan genisstraf veroordeeld van welk vonnis hij hooger beroep aanteekende. Getuigen omgekocht." Voor het gerechtshof ontkende hij alles, wat hem ten laste was gelegd. Hij verklaar de, dat de politie een „complot" tegen hem Ha! Hij had zich niet vergist. De knop be woog en draaide terug. De deur was nu ver genoeg geopend om den onbekende binnen te laten. Het werd weer muisstil. De bezoeker keek naar binnen. Achter de deur wachtte Freddy. Hij wachtte een eeuwigheid: toen kon hij niet langer wachten. Met een vluggen zwaai gooide hij de deur wijd open. Vóór hem stond de man met het donkerbruine pak! XXVIII. De man in het bruin. „Handen omhoog", beval de man in het bruine pak. „Neen, maar", riep Freddy verbaasd, „ik dacht, dat ze u in een tunnel uit den trein ge schoven hadden!" „O, dus daar weet u van?" informeerde de man in het bruine pak, „vertelt u me eens wat u nog meer weet". Freddy overwoog de vraag ernstig. Waar om zou hij het niet doen. Deze man werd vol gens den grooten mijnheer, verondersteld een detective te zijn. „Ik zou toch werkelijk wel willen weten, waarom u niet dood bent, mijnheed Biddock?" De man fronste het voorhoofd. „Dat weet u dus ook?" „Ja. En ik weet dat men u voor een vriend van Miss Leveridge houdt". „Miss Leveridge?" herhaalde de ander en thans keek hij Freddy heel doordringend aan. „En u? Wordt u verondersteld een vriend van Miss Leveridge te zijn?" „Neen, niet verondersteld. Ik ben het!" „Kom", vervolgde Freddy, zullen we aan dit misselijk spelletje een eind maken Ik sta aan uw zijde, aan die van Miss Leveridge „En aan zijn kant?" informeerde de man in het bruin, naar het lichaam op den vloer Een avontuurlijke reis naar de ontoegan kelijke oerwouden van Afrika, op zoek naar de plaats, waar de olifanten hun laatste le vensdagen slijten. 125, Kazimoto begon in zijn eigen taal een ge sprek met een groten gespierden kaffer, die de aanvoerder van de wilde bende scheen te zijn. Toen begreep René waar het over ging. Te midden van de kaffers, met een duivel- schen grijnslach om zijn mond, stond daar Alonzo Lopez! „Het zijn goede mensen", vertelde Kazimoto na het gesprek. „Lopez heeft hun slechte, leugenachtige dingen ver teld". „Waarom hebben ze ons tegengehouden?" vroeg mijnheer Hendriks. „Willen ze niet heb ben, dat we door hun land reizen?" 127. „Boo-loo-la zegt, dat wjj bet vertrouwen van deze inboorlingen moeten zien te win nen", zei hij tegen de anderen. „De zoon van hun opperhoofd is kampioen-worstelaar. Een van ons moet hem uitdagen en hem verslaan". „Een onderzoek door middel van een ge vecht", riep Bep uit. „Ja, zoiets," vervolgde René. „In ieder geval ik zal het proberen. Kazimoto, zeg te gen het opperhoofd, dat ik zijn zoon uitdaag. Als ik win, krijgen we toestemming om, waar we willen door hun land te trekken, als ik verlies moeten we terugkeren". 128. „Geen slecht idee", zei mijnheer Hendriks glimlachend. „Veel geluk René, ga en over win!" 126. Mijnheer Hendriks was uit zijn auto gestapt en voegde zich bjj René en Kazimoto. Toen zag hij Lopez. De Braziliaan maakte spottend een buiging. „Bwano Roho!" René keerde zich om en zag, dat Boo-Loo-la vlak bij hem stond. De bronzen reus sprak zacht enkele woorden te gen den jongeman. „Wat zegt hij?" vroeg Bep opgewonden, terwijl ze de twee gadesloeg. Hef gezicht van René klaarde zichtbaar op, terwijl hij naar den olifantsman luisterde. Kazimoto was zo opgewonden door de boodschap, die hg over moest brengen, dat hij zich haast niet verstaanbaar kon maken bij de vreemde kaffers, maar eindelijk begrepen zij hem en de uitdaging werd aangenomen op de voorwaarden, die René gesteld had. De zoon van het opperhoofd trad naar vo ren een geweldige zwarte gestalte met een brede borst, lang aapachtige armen en ge spierde benen. Hij kwam in trotsche houding naar René toe. Achter hem vogden zich de kaffers van zijn stam en trappelden van op gewondenheid. Terwijl hij zijn overhemd uit trok, bukte René zich net als den kaffer en kwam naar voren. Met een snelle sprong naar zijn tegenstander viel de kaffer aan. René kon nog juist op zij gaan. De zwarte kampioen draaide zich om, greep René's arm en wilde deze omdraaien. Het leek of René zou vallen. gesmeed had, omdat zij hem in de gevange nis wilde hebben. De getuigen waren volgens hem allen om gekocht. Deze lezing vond weinig geloof bij den ad vocaat-generaal, mr. L. B. J. Vermeulen, die bevestiging van het door de rechtbank gewe zen vonnis vorderde. Het is altijd weer de zelfde geschiedenis met deze verdachten al dus het O.M.,' hij komt altijd met dezelfde praatjes bij de menschen en staat in geen enkele relatie met het „Het Leven". Wegens oplichting is hij reeds 19 maal veroordeeld. Aan de betrouwbaarheid van de gehoorde getuigen twijfelde de advocaat-ge neraal geen oogenblik. De verdediger, mej. mr. E. Raming, pleit te clementie. Verdachte is niet volkomen toerekenbaar, zoodat men zijn daden en be weringen niet te zwaar moet laten wegen. Uitspraak 17 October. wijzen. Voor een oogenblik gaf Freddy geen ant woord. Even had hij den dooden werkman ver geten, en de plotselinge herinnering aan hem voelde hij als een scherpen, pijnlijken prik. Hij keerde zich opi en zijn blik rustte op de stille gestalte. Toen keek hij zijn ondervrager weer aan. „Ja, en aan zijn kant", bevestigde hij rustig. De man in het bruine pak scheen geïmpo neerd door Freddy's toon. Heel plotseling stopte hij zijn revolver weer in zijn zak. „Kunt u mij vertellen hoe de situatie hier is?" „Ze hebben haar weer meegenomen", deelde Freddy mede. „Wat?" riep de detective uit. „Is ze dan hier geweest?" „Zeker. Wist u dat niet?" „Hoe zou ik? Ik volgde een spoor, maar het vvas maar een kans. Net voordat ik uit den trein gewipt werd, heb ik een stukje papier uit dien schurk zijn zak gehaald. Daar stond een adres op gekrabbeld. Dus dat is de plaats werkelijk?" „Ja, maar nu zullen we ergens anders moe ten zoeken. Die arme kerel hier op den grond heeft me geholpen de ontvoerders op te sporen en werd in de verwarring gedood. Zooals ik zei, ze zijn weer weg „Niet alleen Miss Leveridge, maar een kind „Een kind!" riep de man uit". Deksels, was het kind hier ook?" Freddy knikte, en er welde hem iets naar de keel. Hij had het kind in zijn armen gehouden „Toe, laten we gaan", drong hij. „Waar zullen we heengaan?" informeerde de man in het bruine pak. Maar Freddy was niet in staat een redelijk voorstel te doen. Hij besteedde de volgende minuten met aan zijn nieuwen bondgenoot een kort en haastig verslag te geven van alles wat er gebeurd was. De detective luisterde aandachtig en aan het einde van het verhaal bleef hij eenigen tijd in gepeins verzonken. Toen zei hij: „De voornaamste punten, waarmee we reke ning moeten houden, zijn de volgende: Eerst die arme kerel hier". Hij keek naar den werkman. „Ongelukkigerwijze kunnen we hem niet meer helpen. Maar natuurlijk, die nieuwe misdaad geeft ons een reden te meer om in deze zaak met groote voortvarendheid te werk te gaan. Ten tweede is er Barlow". „Wie is Bariow?" vroeg Teddy. „De man, dien u gedood hebt en die dat lot ten volle heeft verdiend. En wettelijk gesproken handelde u in zelfverdediging. Maarhij hield even op, toen hem 'n gedachte inviel. „Als hij dood is?" „Groote goedheid daar heb ik nooit aan gedacht!" hijgde Freddy. „Maar hij moet wel dood zijn!" „Nu, we zullen er ons van overtuigen. Ten derde, Riggs. Dat is de beul dien u in het huisje hebt achtergelaten. Tenminste, dat maak ik uit uw beschrijving op. Het was verstandig van u om dat briefje achter te laten. Het zou wel eens van buitengewoon nut kunnen zijn. „Als iemand het vindt", opperde Freddy. „Het komt me voor, dat iemand het wel zal moeten vinden", antwoordde de detective. „Ik kan me nauwelijks voorstellen, dat die reverè'nd van u niet naar 't huisje zou terugkeeren, na bij de politie te zijn geweest, of dat hij in elk geval iemand gestuurd zou hebben. Tusschen twee haakjes", eindigde de detective. Mijn naam is Trent. En de uwe?" „Reeve", stelde Freddy zich op zijn beiilB on geduldig voor. „Verliezen we geen tijd?" „We hebben nog geen seconde verspild", klonk het beslist. „De menschen die tijd ver morsen zijn die, welke beginnen hard te loo- pen, voordat ze weten waarheen ze loopen". „U hebt volkomen gelijk!" moest Freddy toe geven. „Maar dat theoretiseeren werkt op miin zenuwen". J „Wordt alsjeblieft niet sentimenteel", advi seerde de detective. „Toen ik uit den trein ge wipt werd, werd ik ook niet sentimenteel. Mijn hoofd zat weliswaar vol flikkerende, stekende vlammetjes, maar ik hield me voor: Houd ie alm en gebruik het beetje hersens dat je nog over hebt. Ik ben zelfs niet naar het politie bureau gegaan. Ik kon mijn verstand niet ver trouwen één verkeerde zet en ons plan lag duigen! Waarachtig, mijn hoofd draaide ond. En nog Weer hield hij een oogenblik flLmv SPI®^en en Freddy keel< hem bezorgd aan. Voor het eerst realiseerde hij zich, wat de detectwe doorstaan had en wat een ijzeren zelf- beheersching hij aan den dag had gelegd. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1939 | | pagina 15