cel ontsnapt
Inlijving lichting 1940
Geknoei met
le vensmiddelenbons
Het geheim van de
Al te mooi
Bewaker neergeslagen
[^Het Meisje
uit den
exprestrein
Twee dieveggen gesnapt
door: A. PANDOR
NACHTELIJKE VLUCHT UIT HET
HUIS VAN BEWARING TE HAAR
LEM.
In den vorigen nacht hebben vijf
Dnitschars. die in het Huis van Be
waring te Haarlem waren opgesloten,
kans gezien te ontvluchten. Zij sloe
gen den bewaker neer, ontnamen
hem zijn sleutels, en wisten met be
hulp daarvan op een binnenplaats
te komen.
Een trapje, dat in een kolenbergplaats
stond, maakte het voor hen al zeer een
voudig om over den muur van het gebouw
te klimmen.
De ontvluchting is eerst gistermorgen ont
dekt door den tweeden bewaker. Deze wordt
s nachts door zijn collega om de twee uur
gewekt en doet dan op zijn beurt de ronde
door het gebouw.
Niet gewekt.
Gistermorgen werd deze bewaker echter
pas omstreeks zes u,ur wakker en uit de
omstandigheid, dat zijn collega hem niet
gewekt had, leidde hij af, dat er iets on
gewoons gebeurd moest zijn.
De man stelde direct een onderzoek
in en vond tot zijn ontsteltenis zijn
collega, stevig gebonden en met een
prop in den mónd op den vloer van
de cel liggen, waarin de vier Duit-
schers opgesloten waren geweest.
Een vijfde Duitscher, die in een
andere cel gevangen had gezeten,
was eveneens verdwenen.
De overval.
Nadat de bewaker zijn collega had be
vrijd, verklaarde deze, dat hij den vorigen
avond omstreeks twaalf uur naar de cel
van de vier Duitschers was gegaan, omdat
dezen gebeld hadden. Op het oogenblik, dat
hij de celdeur opende, kreeg hij een hevi-
gen stomp in het gelaat, waardoor hij even
versuft raakt en op den grond viel. Hiervan
maakten zijn vier belagers gebruik om
hem vast te binden en hem een prop in
den mond te duwen, zoodat liet den bewa
ker onmogelijk was om hulp te roepen. Ver
volgens droegen zij hem in de cel en na
men hem zijn sleutels af. Hun eerste
werk was vervolgens een landgenoot te be
vrijden, die in een nabijgelegen cel was
opgesloten.
Dan maar door de kolenberg
plaats.
Met behulp van de sleutels wisten zij in
den gang te komen, welke naar den hoofd
ingang van het gebouw leidt. Daar de be
waker de sleutels van deze deur echter
nooit bij zich draagt, zagen de mannen zich
dezen weg versperd. Zij gingen daarom
weer terug, forceerden de deur van een
kolenbergplaats en wisten vandaar uit op
de binnenplaats te komen, nadat zij eerst
door verbuiging van de spijlen een ope
ning hadden gemaakt in een ijzeren hek.
Met een trapje, dat zij in de kolenberg
plaats vonden, was het tenslotte zeer ge
makkelijk over een schutting en den bui
tenmuur van het gebouw te klimmen en
in den nacht te verdwijnen.
FEUILLETON.
Naar het Engelsch
bewerkt dooi
J, van der Sluys
24.
De activiteit golfde als met een electrischen
schok ir. hem terug. Hij krabbelde overeind
en keerde zich toen om, om het lichaam,
waarop hij gelegen had, te bekijken.
Het was dat van den werkman. Hij was
dood. Freddy knielde bij de verstijfde gestalte
neer. Een donker litteeken op het gezicht,
dat hij thans zag, was daar eerder niet ge
weest. De man moest dus een nieuwe wond
hebben opgeloopenja, en het lichaam lag
ook op een andere plaats. Freddy realiseerde
zich bliksemsnel wat er gebeurd moest zijn:
een plotselinge aanval op deze kamer tijdens
zijn tijdelijke afwezigheid; het meisje over
meesterd en weggevoerd, en de reeds gewonde
werkman, die het meisje te hulp kwam, neer
geslagen. Daarna had Freddy zelf den slag
ontvangen, die hem buiten gevecht stelde; het
kind was hem ontrukt, de boosdoener was
gevlucht
Ja, hij was gelucht, maar d boosdoener
kon nog niet ver zijn. En zelfs als hij ver
weg was, moest hij gevonden worden. Freddy
staarde naar het onbeweeglijke lichaam van
den werkman en zelfverwijt en wroeging ver
vulden hem. „Daar heb ik je toe gebracht,
arme- kerel," dacht hij beschaamd.
Toen schudde hij zijn bitter gepeins van
zich af en keek naar de deur. Die was dicht.
Hij rende er heen om haar te openen. De
deur was afgesloten. Dat had hij warempel
niet hoeven te probeeren
Van de deur wendde hij zich naar het raam
en daar wachtte hem een veel grootere
teleurstelling. Langs de gootpijp omhoog
klimmen was al moeilijk genoeg geweest, er
langs omlaag te gaan zou onmogelijk zijn.
De wingerd, die 'n zwakken verbindings
schakel tusschen den bovenkant van de pijp
en het raam gevormd ïad, was afgescheurd
en hing nu tergend buiten zijn bereik. Freddy
was opgesloten met 'n doode en zag geen
mogelijkheden om te ontsnappen!
Hij probeerde de deur open te rammen.
Het geluid van zijn machteloos bonzen
Een spoor.
Slechts van één hunner meent de politie
een spoor gevonden te hebben. Het was
bekend, dat deze man, voor hij gedetineerd
was, omgang heeft gehad met een meisje
uit Velsen. Uit het feit, dat in die ge
meente in den nacht vah Dinsdag op
Woensdag een fiets gestolen is, leidt de
politie af, dat de man in deze richting is
gevlucht
Nadat de ontvluchting ontdekt was, heeft
de politie direct een uitgebreid onderzoek
ingesteld en het signalement der ontvluch
ten per radio doen verspreiden. Drie man
nen hadden communistische sympathieën,
de twee anderen waren nationaal-socialist.
Het vermoeden ligt voor de hand, dat zij
na hun ontvluchting niet bij elkaar zijn
gebleven.
De bewaker, die door de mannen was
overvallen, heeft geen nadeelige gevolgen
van dezen senisationeelen overval ondervon
den. Hij heeft een wonde aan het hoofd,
die niet van ernstigen aard is.
Signalement.
Het signalement van de ontvluchten luidt;
H. C., 21 jaar, lang 1.65 M., slank pos
tuur, donkerblond haar en wenkbrauwen,
ovaal gelaat, gele teint, lichtblauwe oogen.
F. P„ 19 jaar, lang 1.67 M., flink pos
tuur, rechte houding, blond haar en wenk
brauwen, ovaal gelaat, gezond uiterlijk,
breed voorhoofd, lichtblauwe oogen, littee-
kenen onder het rechteroog.
C. S., 33 jaar, lang 1.80 M., gewoon pos
tuur, blond haar met een verkleurde lok.
blonde wenkbrauwen, ovaal gelaat, gezond
uiterlijk, blauwe oogen.
H. K. E., 31 jaar, lang 1.82 M., breed pos
tuur, flinke houding, blond haar, hoog
voorhoofd, blauwe oogen, dikke lippen, ga
ve tanden, groote ooren en voeten.
W. D., 38 jaar, lang 1.64 M., slank, ronde
rug, donkerblond haar, rond gelaat met gele
teint, blauwe oogen, litteekens in den rech
termondhoek en op den linkerwang.
Twee Amsterdamsche gemeente
ambtenaren voor de rechtbank.
Een 34-jarige ambtenaar bij de gem. ar
beidsbeurs te Amsterdam, had zich gisteren
voor de vierde kamer der rechtbank, gepre
sideerd door mr. J. Boon te verantwoorden
wegens verduistering van levensmiddelen
bons, die bestemd waren voor werkloozen of
tewerkgestelden bij de werkverschaffing.
De man, die reeds jarenlang in dienst der
gemeente is en die bekend staat als een uit
stekend ambtenaar, had geruimen tijd bons
voor zichzelf gehouden en gebruikte ze
deels voor zijn eigen gezin en deels gaf
hij ze weg. Tenslotte kreeg een winkelier
argwaan, hjj ging naar de politie, die een
onderzoek instelde, met het gevolg, dat te
gen verdachte en een van diens collega's,
clie bons ten geschenke had aangenomen,
een vervolging werd ingesteld.
Uit het getuigenverhoor bleek, dat er vrij
wel geen controle was op de bons, die aan
verdachte waren uitgegeven.
Verdachte legde een volledige bekentenis
af, hij had nooit de bedoeling gehad om de
gemeente te benadeelen.
Het reclasseeringsrapport over verdachte,
uitgebracht, luidde zeer gunstig. Bij een
Voorwaardelijke veroordeeling, aldus het
rapport, zou verdachte kans hebben om ge
handhaafd te worden in zijn gemeentebe
trekking. Thans is hij met inhouding van
salaris geschorst.
Naar aanleiding hiervan merkte de pre
sident op: „Waar moet dat heen, wanneer
gemeenteambtenaren, die fraude plegen, ge
handhaafd blijven?"
De officier van Justitie voerde aan, dat
het weer in dienst nemen van verd. iets is
wat alleen de gemeente aangaat. Spr. vor
derde een voorwaardelijke gevangenisstraf
voor den tijd van negen maanden met een
proeftijd van drie jaar.
De verdediger zeide, dat verd. doodeerlijk
is en niet besefte dat hij fraudeerde. Spr.
drong op een voorwaardelijke straf aan.
Eisch tegen den heler.
Tegen den ambtenaar, die van den
vorigen verdachte een aantal bons
ten geschenke had aangenomen, vor
derde de officier een gevangenisstraf
van zes maanden voorwaardelijk met
een proeftijd van drie jaar.
De verdediger drong ook hier aan op een
geheel voorwaardelijke veroordeeling.
De rechtbank zal 18 October vonnis wij
zen.
OP 23 OCTOBER A.S.
De Regeeringspersdienst meldt:
Van de lichting 1940 zullen op 23
October a.s. worden ingelijfd de ge
wone dienstplichtigen, toegewezen
aan de eerste ploeg van T regiment
grenadiers, het regiment jagers of
één der genummerde regimenten in
fanterie, alsmede alle dienstplichti
gen, toegewezen aan het le regiment
wielrijders.
Onder deze dienstplichtigen zijn
niet begrepen zij, die bestemd zijn
voor officiersopleiding, voor oplei-
dinn tot onderofficier-administrateur
of die bestemd zijn voor bet oefe-
nings-detachement voor de school
voor reserve-oflioieren der infanterie
AANVRAGEN OM VRIJSTELLING.
Indien dienstplichtigen, die 23 October
moeten opkomen, vrijstelling wegens kost
winnerschap of wegens persoonlijke onmis
baarheid of uitstel van eerste oefening ver
langen, behoort daartoe met den meesten
spoed aanvraag te worden gedaan.
Geldt het vrijstelling, dan moet de aan
vraag door of vanwege den dienstplichtige
worden gedaan bij den burgemeester.
Geldt het uitstel van eerste oefening, dan
moet de dienstplichtige een schriftelijk
verzoek richten aan den minister van De
fensie, bij voorkeur door tusschenkomst
van den burgemeester. Is de reden van het
verzoek gelegen in studiebelangen, dan
moet een verklaring worden bijgevoegd, af
gegeven door het hoofd van de onderwijs
inrichting. Er moet op worden gerekend,
dat uitstel van eerste oefening slechts op
uiterst beperkte schaal zal worden ver
leend.
Groningsch meisje heeft tal van
diefstallen op haar geweten.
In een textielfabriek te Groningen werd
een 19-jarig meisje betrapt, toen zij nieuwe
kleedingstukken wegnam.
Bij een huiszoeking heeft de recherche
zeer veel goederen in beslag genomen. Bij
dit onderzoek kwam voorts aan het licht,
dat het meisje een paar maanden geleden
een portemonnaie met geld ten nadeele van
een vriendin had gestolen. Bovendien pleeg
de zij diefstal op de weekmarkt, in samen
werking met een ander meisje, dat eveneens
aangehouden werd. Ook werden diefstallen
gepleegd in de Hema, bij C. en en in Pa-
terswolde, waar een ander meisje het slacht
offer werd.
De dieveggen zijn ter beschikking van
den officier van Justie gesteld.
Onbetrouwbaar colporteur voor
den Haagschen rechter.
De 66-jarige G. F. M., die zich gisteren
voor de strafkamer van het Haagsche Ge
rechtshof wegens oplichting te verantwoor
den heeft gehad, heeft zich bij verschillen
de personen voorgedaan als colporteur van
het weekblad „Het Leven" en hen op listi
ge wijze bepraat een abonnement op dat
blad te nerpen. Hij spiegelde namelijk voor,
dat iemand, die een abonnement op ge
noemd weekblad nam, gedurende een halt
jaar gratis kon adverteeren.
Het was geen wonder, dat verschillende
menschen op deze aanlokkelijke voorwaar
den ingingen, doch anderen vertrouwden de
zaak niet en weigerden het abonnements
geld aan den colporteur te voldoen. De
laatsten bleken het bij het rechte eind te
hebben gehad. M. was in het geheel niet
aan het weekblad verbonden.
Wegens oplichting was hij door de Haag
sche rechtbank tot anderhalf jaar gevan
genisstraf veroordeeld van welk vonnis hij
hooger beroep aanteekende.
Getuigen omgekocht."
Voor het gerechtshof ontkende hij alles,
wat hem ten laste was gelegd. Hij verklaar
de, dat de politie een „complot" tegen hem
IVOREN SCHAT
Een avontuurlijke reis naar de ontoegan
kelijke oerwouden van Afrikaop zoek naar
de plaats, waar de olifanten hun laatste le
vensdagen slijten.
125.
Kazimoto begon in zijn eigen taal een ge
sprek met een groten gespierden kaffer, die
de aanvoerder van de wilde bende scheen te
zijn. Toen begreep René waar het over ging.
Te midden van de kaffers, met een duivel-
schen grijnslach om zijn mond, stond daar
Alonzo Lopez! „Het zijn goede mensen",
vertelde Kazimoto na het gesprek. „Lopez
heeft hun slechte, leugenachtige dingen ver
teld".
„Waarom hebben ze ons tegengehouden?"
vroeg mijnheer Hendriks. „Willen ze niet heb
ben, dat we door hun land reizen?"
126.
Mijnheer Hendriks was uit zijn auto gestapt
en voegde zich bij René en Kazimoto. Toen
zag hij Lopez. De Braziliaan maakte spottend
een buiging.
„Bwano Roho!" René keerde zich om en
zag, dat Boo-Loo-la vlak bij hem stond. De
bronzen reus sprak zacht enkele woorden te
gen den jongeman. „Wat zegt hij?" vroeg
Bep opgewonden, terwijl ze de twee gadesloeg.
Hef gezicht van René klaarde zichtbaar op,
terwijl hij naar den olifantsman luisterde.
127.
„Boo-loo-la zegt, dat wij het vertrouwen
van deze inboorlingen moeten zien te win
nen", zei hij tegen de anderen. „De zoon van
hun opperhoofd is kampioen-worstelaar. Een
van ons moet hem uitdagen en hem verslaan".
„Een onderzoek door middel van een ge
vecht", riep Bep uit.
„Ja, zoiets," vervolgde René. „In ieder
geval ik zal het proberen. Kazimoto, zeg te
gen het opperhoofd, dat ik zijn zoon uitdaag.
Als ik win, krijgen we toestemming om, waar
we willen door hun land te trekken, als ik
verlies moeten we terugkeren".
128.
„Geen slecht idee", zei mijnheer Hendriks
glimlachend. „Veel geluk René, ga en over
win!"
Kazimoto was zo opgewonden door de
boodschap, die hij over moest brengen, dat hij
zich haast niet verstaanbaar kon maken bij
de vreemde kaffers, maar eindelijk begrepen
zij hem en de uitdaging werd aangenomen op
de voorwaarden, die René gesteld had.
De zoon van het opperhoofd trad naar vo
ren een geweldige zwarte gestalte met een
brede borst, lang aapachtige armen en ge
spierde benen. Hij kwam in trotsche houding
naar René toe. Achter hem vogden zich de
kaffers van zijn stam en trappelden van op
gewondenheid. Terwijl hij zijn overhemd uit
trok, bukte René zich net als den kaffer en
kwam naar voren. Met een snelle sprong naar
zijn tegenstander viel de kaffer aan. René
kon nog juist op zij gaan. De zwarte kampioen
draaide zich om, greep René's arm en wilde
deze omdraaien. Het leek of René zou vallen.
gesmeed had, omdat zij hem in de gevange
nis wilde hebben.
De getuigen waren volgens hem allen om
gekocht.
Deze lezing vond weinig geloof bij den ad
vocaat-generaal, mr. L. B. J. Vermeulen, die
bevestiging van het door de rechtbank gewe
zen vonnis vorderde. Het is altijd weer de
zelfde geschiedenis met deze verdachten al
dus het O.M., hij komt altijd met dezelfde
praatjes bij de menschen en staat in geen
enkele relatie met het „Het Leven".
Wegens oplichting is hij reeds 19 maal
veroordeeld. Aan de betrouwbaarheid van de
gehoorde getuigen twijfelde de advocaat-ge
neraal geen oogenblik.
De verdediger, mej. mr. E. Raming, pleit
te clementie. Verdachte is niet volkomen
toerekenbaar, zoodat men zijn daden en be
weringen niet te zwaar moet laten wegen.
Uitspraak 17 October.
echode spottend door het huis. Hij' ging weer
naar het raam en stelde opnieuw de onmoge
lijkheid vast om langs dezen weg te ont
komen.
Plotseling hoorde hij boven hem 'n gebonk.
Het geluid kwam niet van vlak boven hem
Ja, natuurlijk. De man met den paardenkop!
„Mijn kop eraf, als ze den sleutel krijgen!"
mompelde hij. Hij trok., den sleutel uit zijn
zak, en gooide hem uit het venster. Het ding
zeilde door de duisternis, zooals dien nacht
reeds eerder een flesch gezeild had en ein
digde zijn tocht in den afgrond.
Maar Freddy's voldoening was geen lang
leven beschoren. Nauwelijks was hij den sleu
tel kwijt of een gekraak boven bewees dat
het bewuste voorwerp niet meer noodig was.
De deur was opengebroken.
Stilte volgde. Er kropen drie minuten om.
Toen sloeg een deur en een paar seconden
later begon een auto te snorren. Freddy rekte
zijn hals uit, maar hij was aan den verkeer
den kant van fiet huis om wat te kunnen zien
en hij kon zich de inzittenden slechts in zijn
verbeelding afschilderen: met inzittenden,
waarvan er twee gebonden of verdoofd waren.
De minuten gleden traag voorbij. Freddy
vocht tegen een hopelooze apathie, die zich
van hem meester begon te maken.
Hij vernieuwde zijn poging om de deur te
openen, hij klom, zoover hij kon, uit het raam
en klom toen weer terug, omdat niemand met
een gebroken nek gebaat is; hij riep. Maar
er gebeurde niets.
Maar opeens hoorde Freddy zwakke gelui
den. Dat zachte stap-stap werd veroorzaakt
door een voet. Dat zonderlinge geschuur. was
het schouder tegen een muur? Zijn instinct
vertelde hem, dat binnen enkele seconden de
deurknop geprobeerd zou worden, de sleutel
omgedraaid en de deur langzaam geopend...
Ha! Hij had zich niet vergist. De knop be
woog' en draaide terug. De deur was nu ver
genoeg geopend om den onbekende binnen te
laten. Het werd weer muisstil. De bezoeker
keek naar binnen. Achter de deur wachtte
Freddy.
Hij wachtte een eeuwigheid: toen kon hij
niet langer wachten. Met een vluggen zwaai
gooide hjj de deur wijd open. Vóór hem stond
de man met het donkerbruine pak!
XXVIII. De man in het bruin.
„Handen omhoog", beval de man in het
bruine pak.
„Neen, maar", riep Freddy verbaasd, „ik
dacht, dat ze u in een tunnel uit den trein ge
schoven hadden!"
„O, dus daar weet u van?" informeerde de
man in het bruine pak, „vertelt u me eens wat
u nog meer weet".
Freddy overwoog de vraag ernstig. Waar
om zou hij het niet doen. Deze man werd vol
gens den grooten mijnheer, verondersteld een
detective te 'zijn.
„Ik zou toch werkelijk wel willen weten,
waarom u niet dood bent, mijnheed Biddock?"
De man fronste het voorhoofd.
„Dat weet u dus ook?"
„Ja. En ik weet dat men u voor een vriend
van Miss Leveridge houdt".
„Miss Leveridge?" herhaalde de ander en
thans keek hij Freddy heel doordringend aan.
„En u? Wordt u verondersteld een vriend van
Miss Leveridge te zijn?"
„Neen, niet verondersteld. Ik ben het!"
„Kom", vervolgde Freddy, zullen we aan dit
misselijk spelletje een eind maken? Ik sta aan
uw zijde, aan die van Miss Leveridge
„En aan zijn- kant?" informeerde de man in
het bruin, naar het lichaam op den vloer
wijzen.
Voor een oogenblik gaf Freddy geen ant
woord. Even had hij den dooden werkman ver
geten, en de plotselinge herinnering aan hem
voelde hij als een scherpen, pijnlijken prik. Hij
keerde zich opi en zijn blik rustte op de stille
gestalte. Toen keek hij zijn ondervrager weer
aan.
„Ja, en aan zijn kant", bevestigde hij rustig.
De man in het bruine pak scheen geimpo-
neerd door Freddy's toon. Heel plotseling stopte
hij zijn revolver weer in zijn zak.
„Kunt u mij vertellen hoe de situatie hier
is?"
„Ze hebben haar weer meegenomen", deelde
Freddy mede.
„Wat?" riep de detective uit. „Is ze dan hier
geweest?"
„Zeker. Wist u dat niet?"
„Hoe zou ik? Ik volgde een spoor, maar het
was maar een kans.
Net voordat ik uit den trein gewipt werd, heb
ik een stukje papier uit dien schurk zijn zak
gehaald. Daar stond een adres op gekrabbeld.
Dus dat is de plaats werkelijk?"
„Ja, maar nu zullen we ergens anders moe
ten zoeken. Die arme kerel hier op den grond
heeft me geholpen de ontvoerders op te sporen
en werd in de verwarring gedood. Zooals ik zei,
ze zijn weer weg
„Niet alleen Miss Leveridge, maar een
kind
„Een kind!" riep de man uit". Deksels, was
het kind hier ook?" Freddy knikte, en er welde
hem iets naar de keel. Hij had het kind in zijn
armen gehouden
„Toe, laten we gaan", drong hij,
„Waar zullen we heengaan?" informeerde de
man in het bruine pak.
Maar Freddy was niet in. staat een redelijk
voorstel te doen. Hg besteedde de volgende
minuten met aan zijn nieuwen bondgenoot een
kort en haastig verslag te geven van alles wat
er gebeurd was.
De detective luisterde aandachtig en aan het
einde van het verhaal bleef hij eenigen tijd in
gepeins verzonken. Toen zei hij:
„De voornaamste punten, waarmee we reke
ning moeten houden, zijn de volgende: Eerst die
arme kerel hier". Hij keek naar den werkman.
„Ongelukkigerwijze kunnen we hem niet meer
helpen. Maar natuurlijk, die nieuwe misdaad
geeft ons een i-eden te meer om in deze zaak
met groote voortvarendheid te werk te gaan.
Ten tweede is er Barlow".
„Wie is Baiiow?" vroeg Teddy.
„De man, dien u gedood hebt en die dat lot
ten volle heeft verdiend. En wettelijk gesproken
handelde u in zelfverdediging. Maarhij
hield even op, toen hem 'n gedachte inviel. „Als
hij dood is?"
„Groote goedheid daar heb ik nooit aan
gedacht!" hijgde Freddy. „Maar hij moet wel
dood zijn!"
„Nu, we zullen er ons van overtuigen. Ten
derde, Riggs. Dat is de beul dien u in het huisje
hebt achtergelaten. Tenminste, dat maak ik uit
uw beschrijving op. Het was verstandig van u
om dat briefje achter te laten. Het zou wel eens
van buitengewoon nut kunnen zijn.
„Als iemand het vindt", opperde Freddy.
„Het komt me voor, dat iemand het wel zal
moeten vinden", antwoordde de detective. „Ik
kan me nauwelijks voorstellen, dat die reverend
van u niet naar 't huisje zou terugkeeren, na
bij de politie te zijn geweest, of dat hij in elk
geval iemand gestuurd zou hebben. Tusschen
twee haakjes", eindigde de detective. „Mijn
naam is Trent. En de uwe?"
„Reeve", stelde Freddy zich op zijn beii^ on
geduldig voor. „Verliezen we geen tijd?"
„We hebben nog geen seconde verspild",
klonk het beslist. „De menschen die tijd ver
morsen zijn die, welke beginnen hard te loo-
pen, voordat ze weten waarheen ze loopen".
„U hebt volkomen gelijk!" moest Freddy toe
geven. „Maar dat theoretiseeren werkt op mijn
zenuwen".
„Wordt alsjeblieft niet sentimenteel", advi
seerde de detective. „Toen ik uit den trein ge
wipt werd, werd ik ook niet sentimenteel. Mijn
hoofd zat weliswaar vol flikkerende, stekende
vlammetjes, maar ik hield me voor: Houd je
kalm en gebruik het beetje hersens dat je nog
over hebt. Ik ben zelfs niet naar het politie"
bureau gegaan. Ik kon mijn verstand niet ver
trouwen één verkeerde zet en ons plan lag
in duigenWaarachtig, mijn hoofd draaide
rond. En nog". Weer hield hij een oogenblik
op met spreken en Freddy keek hem bezorgd
aan. Voor het eerst realiseerde hij zich, wat de
detective doorstaan had en wat een ijzeren zelf-
beheersching hij aan den dag had gelegd.
(Wordt vervolgd.)