in Duitschland fl
OORLOGSWINSTEN
Wij lazen voor U
Het verkoopeo van
oude voorraden
in Engeland
Radioprogramma
pieper
„Democratie heeft een leider noodig''
Trouwe Nederlandsche
De stemming
(Van onzen Berlijnschen correspondent).
Hoop op vrede, maar de inge-
ijden gelooven in een voort
zetting van den strijd met aan
't einde een Duitsche zege
BERLIJN, October 1989.
De Duitsche hoofdstad legt haar
vlaggentooi weer af. Na een week
lang op gezette tijden gebeierd te
hebben, zwijgen thans ook de kerk
klokken. De bezetting van War
schau is wel op heel simpele wijze
gevierd. Groot georganiseerd vreug
debetoon, waarop men hier anders
zoo verzot is, is bij deze gelegen
heid bijna geheel achterwege ge
bleven. Men wenscht geen herha
ling van wat men hier noemt het
patriottisme.
Ondanks de- snelle militaire bezetting
van Polen is er geen spoor van werkelijke
geestdrift voor dezen oorlog waar te ne
men. Men weet, dat Engeland en Frankrijk
geen Polen zijn en dat er, wanneer er
werkelijk een strijd op leven en dood met
deze landen geleverd moet worden, een tijd
van groote verschrikkingen zal aanbreken;
en instinctief voelt men, dat er uit dezen
oorlog nauwelijks een overwinnaar, maar
slechts overwonnenen te voorschijn kunnen
komen. Derhalve is de hoop van den man
in de straat geheel op een spoedig herstel
van den vrede gericht; en tot op het
oogenblik gelooft hij daar ook aan. Het
kan wel niet anders of de gewone kran
tenlezer moet den indruk krijgen, dat
zoowat de geheele neutrale wereld vrede
wil en niets liever zou zien, dan een aan
vaarding van Hitler's voorstellen. Men
meent, dat de Franschen slechts vechten,
omdat zij nu eenmaal hun woord gegeven
hebben, maar het liefst bij de eerste de
beste gelegenheid de wapens zouden
neerleggen.
WACHT DUITSCHLAND VREDE
OF DE GROOTE KRACHTPROEF?
Van een echte anti-Engelsche gezindheid
kan niet bepaald gesproken worden; even
als de Engelsche pers een verschil tracht
te maken tusschen het Duitsche volk en
zijn leiders, trekt de Duitsche pers een
scheidingslijn tusschen Churchill's
en het Engelsche volk en de doorsnel iXa't-
scher weet dan ook niet anders, of het
Engelsche volk is den oorlog ingejaagd
door een klein aantal „kapitalisten en jo
den".
Heeft dus de „man in de straat" zijn
geheele hoop gevestigd op een spoedig
herstel van den vrede door beter inge
lichte kringen wordt dit vertrouwen niet
gedeeld. Daar kent men de commentaren
van de Engelschen en Franschen op de
rede van Hitier te goed om zich veel il
lusies te kunnen maken. Zij weten, dat het
tot een groote krachtproef zal kunnen ko
men en de overgroote meerderheid ver
trouwt er op, dat deze in het voordeel van
Duitschland zal worden beslist. Anderzijds
ontbreekt het echter ook niet aan voor
zichtige lieden, die inzien, dat deze kracht
proef wel eens wat al te veel van de
krachten van vriend, zoowel als van vijand
zou kunnen vergen, met alle noodlottige
gevolgen van dien voor de toekomst van
de Westersche beschaving. Zij bouwen hun
hoop op het denkbeeld, dat men nog tijdig
over en weer zal inzien, dat Europa te
gronde zal worden gericht indien deze
krachtproef tot het bittere einde wordt
voortgezet. Aan een onmiddellijken vrede
gelooven zij dus niet, maar zij verwachten
dien na eenige maanden oorlog. De enorme
verwoestingen, die de moderne oorlog aan
richt, moet er de menschheid van over
tuigen, aldus meenen zij, dat het misdadi
ge dwaasheid zou zijn, den strijd voort te
zetten. Deze lieden vormen echter, zooals
reeds gezegd, een minderheid; en een meer
derheid der .ingewijden" gelooft in een
voortzetting van den strijd, met aan het
einde een groot Duitsch succes.
HITLER ZWEEG OVER MILITAIRE
HULP VAN RUSLAND.
Het zou verkeerd zijn te meenen, dat
men daarbij in hoofdzaak rekent op den
steun van derden. In Hitler's rede viel het
op, dat hij niet uitdrukkelijk gewaagde
van een eventueele militaire hulp van Rus
land in het geval van voortzetting van het
conflict
Neen, de overtuigde na'tionaal-socialisten
schijnen de kracht tot overwinning te
kunnen putten uit eigen revolutionnaire
denkbeelden. Hoe men daarover in Duitsch
land's almachtige kringen denkt, wordt
misschien wel het best geïllustreerd door
een artikel van het Rijksdaglid, Dr. Me-
gerle, in de Berliner Börsenzeitung.
In dit artikel wordt de strijd welke
op het oogenblik tusschen West-
wall en Maginotlinie gestreden
wordt, vergeleken bij het wonder
van Valnv, waar zich de samen
geraapte hoop gewapenden, waar
uit, het Fransche leger destijds be
stond, bezield door het vuur der
revolutionnaire denkbeelden, zoo
danig weerde, dat de legers van
het feodale en reactionnaire rechts
georiënteerde Europa er het onder
spit moesten delven. Aan de
Duitschers kent Megerle nu het
zelfde revolutionnaire élan toe, dat
de Franschen aan het einde van de
18e eeuw bezielde, terwijl de En
gelschen en Franschen worden
voorgesteld als de hopelooze verde
digers van denkbeelden, die. inwen
dig vermolmd en eigenlijk reeds
tot het verleden behooren.
Het ontbreekt in dit artikel van Megerle
niet aan eenige juiste voorstellingen. Zoo
is het inderdaad wel waarschijnlijk, dat
aan het einde van den oorlog, ook indien
de democratieën mochten zegevieren, de
maatschappelijke en economische vormen
verloren zouden zijn, waarvoor zij thans
beweren te strijden. Maar Overigens komt
het ons voor, dat de vergelijking tusschen
de kanonnade van Valny en den strijd
van heden nogal mank gaat. De Franschen
waren in vuur en vlam gebracht door de
ideeën van Vrijheid, Gelijkheid en Broeder
schap, die ver buiten de grenzen van
Frankrijk hun werking deden gevoelen.
En in de nog feodaal geregeerde staten van
Europa leefden talloozen, die de nederlaag
van de hen overheerschcnde kliek met
vreugde zagen. Toen dan ook de liberale
principes van Frankrijk uit hun zegetocht
over de geheele wereld begonnen, stietten
zij op betrekkelijk weinig hindernissen.
De vTaag dringt zich nu op, of de
Duitschers thans bezield zijn door
dezelfde kracht van hun idealen
als de Franschen van 150 jaar gele
den. Het zon moeilijk zijn bewijzen
te vinden, die dit zouden kunnen
bevestigen.
ONDER WELKE LEUZE?
Welke zijn de Duitsche leuzen, die de
instemming van een groot deel der
menschheid zouden moeten hebben? „Ver
breking van de ketenen van Versailles"
was natuurlijk een leuze, die de goedkeu
ring van het geheele Duitsche volk weg
droeg, maar in het buitenland in zijn vol
len omvang al met minder enthousiasme
begroet werd. Overigens, Duitschland heeft
deze ketenen reeds verbrokeil en heeft
afgezien van de koloniën, reeds meer ge
kregen dan het vóór Versailles bezat. Daar
mede moet deze leuze haar invloed ook
op het Duitsche volk verliezen. Bon tijd
lang schermde Berlijn met de leuze
„Strijd tegen het communistische wereld
gevaar". Deze leuze moge negatief ge
weest zijn, erkent dient te worden, dat zij
ook in het buitenland een niet geringen
aanhang vond, vooral in bepaalde Engel
sche kringen en ook wel in Frankrijk,
waar het communistische gevaar een tijd
lang vlak voor de deur scheen te staan.
Maar intusschen heeft Berlijn, door de po
litieke noodzaak gedwongen, al weer een
halven slag om moeten maken. Nu men
met Moskou dikke vrienden is, kan er van
een strijd tegen het communisme geen spra
ke meer zijn. Daarom is men met een
nieuwe leuze voor den dag moeten komen
en van den „man in de straat" kan men
nu hooren, dat de strijd tegen „kapitalis
me en Joden" gaat..
STALIN'S
JOOD.
SCHOONVADER EEN
Onwillekeurig vraagt men zich
daarbij af, wanneer de toevoe
ging „en Joden" zal verdwijnen.
Stalin's schoonvader Kaganovitsj
is in de Sovjet-Unie niet slechts
een machtig man, maar ook Jood.
En onder de andere vooraanstaan
de Sovjets schuilen vele Joden, al
thans tot voor kort was dit het
geval.
Het zijn de Duitschers zelf, die daar sinds
jaar en dag de aandacht op gevestigd heb
ben. Het is dan ook geenszins uitgesloten
dat, terwille van Rusland, Duitschland een
vriendelijker houding tegenover de Joden
zal gaan aannemen. Wijst Hitler's belofte,
dat hij in Oost-Europa naar een oplossing
van het Jodenvraagstuk zal streven niet
in deze richting?
OUDE OF NIEUWE PRIJZEN?
Dr. O. Bakker behandelt in „De Vrijz. De
mocraat" het vraagstuk van de prijsopdrij
ving. Het actueele vraagstuk is, aldus de
schr., dit:
moet de producent handelaar zijn voor
raad tegen de oude prijzen verkoopen of
mag hij reeds thans hoogere prijzen eischen
omdat hij met voldoende zekerheid kan
aantoonen, dat hij straks duurder moet
inkoopen.
De economische theorie (de bedrijfshoud-
kunde) heeft zich de laatste jaren op het
tweede standpunt gesteld. De vroegere re
deneering was aldus:
als een koopman een artikel gekocht
heeft voor 50 cent per stuk en het ver
koopt voor 00 cent, dan maakt hij een
winst van 10 cent per stuk. Neen, zegt de
nieuwe theorie, zoo eenvoudig is dat niet.
Want neem eens aan, dat op het oogenblik
van verkoop de koopman zelf dat artikel
voor 55 cent moet inkoopen, dan is zijn
winst niet 10 cent (60—50), maar slechts
5 cent. (6055). Want als hij een exemplaar
verkoopt (voor 60 cenitl en opnieuw een
nieuw exemplaar inkoopt (voor 55 cent),
dan is er maar een overschot van 5 cent,
dat hij verteeren mag en niet 10 cent.
Want zou hij 10 cent verteren, dan was hij
niet in staat om zijn voorraad weer aan te
vullen, m.a.w. dan ging hij eigenlijk zijn
kapitaal opeten.
De conclusie is dus: c»m de winst (het
inkomen) te bepalen moet men de opbrengst
niet verminderen met de inkoopsprijs (his
torische kostprijs) van het goed, maar wel
de vervangingswaarde (kostprijs op het
oogenblik, dat een exemplaar verkocht
wordt). Wanneer dus 'n redelijke winst.mar
ge van den kooman b.v. 20 proc. is, dan
moet de verkoopprijs op ieder oogenblik be
paald worden door de vervangingswaarde
met 20% te verhoogen.
Aangezien het nu vrijwel vaststaat, dat
van de aanwezige voorraden de vervan
gingswaarde gestegen is, zou dit, volgens
de hier voorgedragen theorie, automatisch
een stijging van de verkoopprijzen tenge
volge hebben, m.a.w. ook de oude voorra
den zouden tegen verhoogde prijzen ver
kocht moeten worden.
Het is bekend, dat de uitvoering van de
prijsopdrijvingswet. dit principe van de ver
vangingswaarde niet zonder reden huldigt.
Langzame ondergang.
Ik meen, aldus dr. Bakker, dat er goede
gronden zijn aan te voeren, om, in de te
genwoordige omstandigheden, die theorie
(een theorie, die ik overigens onderschrijf)
van de vervangingswaarde niet op de
oude voorraden toe te passen.
1. Het verkoopen van de oude voorraden
tegen de oude prijzen is van zeer groote
psychologische beteekCnis. Het brengt rust
in dagen van spanning en maakt een lang
zame vergang naar hoogere prijzen moge
lijk.
2. Als argument vóór dé toepassing wordt
aangevoerd, dat de handelaar, die tegen de
oude prijzen moet verkoopen, uit dien ver
koop eventueel na aftrek van hetgeen hij
als inkomen mag verteren niet voldoende
ontvangt, om zijn voorraad tot dezelfde hoe
veelheden aan te vullen.
Hierop is het antwoord: aangezien in het
algemeen de beschikbare hoeveelheden zul
len verminderen, zal de opbrengst nog wel
toereikend zijn, om de aanvulling te finan
cieren.
3. Die hoogere prijzen zouden door den
consument betaald moeten worden, terwijl
diens inkomen niet grooter is geworden.
Zelfs zijn en vele landgenoote, die door de
tegenwoordige omstandigheden zeer in hun
inkomen beknot zijn.
Het is daarom zeer redelijk, zoo besluit de
schr., dat de volle last van de hoogére ver
vangingswaarde niet ten laste van het. pu
bliek gebracht wordt; de stijgende prijzen,
die in de toekomst onvermijdelijk zijn zullen
toch al in het algemeen den ondernemer tot
voordeel, den consument tot nadeel strek
ken.
VRIJDAG 13 OCTOBER 1939
Hilversum L 1875 en 414,4 m.
Algemeen Programma, verzorgd door de
KRO.
8.00 Berichten ANP.
8.059.15 en 10.00 Gramofoonmuziek,
11.30 Bijbelsche causerie.
12.00 Berichten.
12.15 KRO-Melodisten en solist.
12.45 Berichten ANP, gramofoonmuziek.
I.10 KRO-orkest.
2.00 Orgelconcert.
3.00 Verkorte opera „De barbier van Sevilla"
(gr. pl.).
3.40 Gramofoonmuziek.
4.15 KRO-orkest.
5.00 Gromofoonmuziek.
5.15 KRO-Melodisten en solist.
6.20 KRO-Melodist en solist.
7.00 Berichten.
7.15 Causerie „Het KRO-Luchtnet".
7,35 Gramofoonmuziek.
8.00 Berichten ANP.
8.15 Rococo-octet.
8.35 Gramofoonmuziek.
8.45 Radiotooneel.
9.15 Gramofoonmuziek.
9.25 Rococo-octet.
9.45 KRO-orkest en solisten.
10.30 Berichten ANP.
10.40 Gramofoonmuziek.
II.00 Lajos Veres en zijn Hongaarsch orkest
11.2512.00 Gramofoonmuziek.
Hilversum II. 301.5 m.
8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.20 VARA. 12.00
AVRO. 4.00 VARA. 7.30 VPRO. 9.00 VARA.
10.40 VPRO. 11.00—12.00 VARA.
8.00 Eventueel Berichten ANP, hierna: Gra
mofoonmuziek.
10.00 Morgenwijding.
10.20 Declamatie.
10.40 Pianovoordracht.
11.10 Gramofoonmuziek.
11.20 Orgelspel.
12.00 De Palladians.
12.45 Berichten ANP, gramofoonmuziek.
1.20 AVRO-Amusementsorkest.
2.05Pianovoordracht.
2.35 Het Lyra-Trio.
3.20 Gramofoonmuziek.
3.304.00 AVRO-Dansorkest.
4.05 Gramofoonmuziek met toelichting.
4.30 Zang en orgelspel (In de pauze: Gramo
foonmuziek).
5.00 Voor de kinderen.
5.30 De Ramblers.
6.00 Teun Klomp en zijn makkers (opn.).
6.30 Letterkundig overzicht.
6.50 Gramofoonmuziek.
7.00 VARA-Kalender.
7.05 Cyclus „Het Beginselprogramma der
S.D.A.P. (II)".
7.23 Berichten ANP.
7.30 Causerie „De dijk". Hierna: Berichten
7.35 Cyclus „De boeken van de Bijbel (V)»
8.00 Pianovoordracht.
8.30 Cyclus „De boodschap van het Vriizim,-
Protestantisme (IV)". «-«Wig
9.00 Vraag en antwoord.
9.15 Esmeralda en solist.
10.00 Puzzle-uitzending.
10.15 Verkorte oprette „Zur goldene Liebe"
10.40 Avondwijding.
11.00 Berichten ANP.
11.10 Jazzmuziek (gr. pl.).
11.4012.00 Gramofoonmuziek.
Trouwe Nederlandsche pieper.
Van het zand en van de klei,
Ga vooral den nood der tijden
Thans niet achteloos voorbij.
Daar is naar Uw goede gaven
Weer alom een ruime vraag,
Want de lijn van sterken weerstand
Gaat nog altijd door de maag!
Wees niet waterig of glazig,
Wat er ook verwaat'ren moog,
Kijk terdege uit Uw oogen,
Houdt Uw kwaliteiten hoog!
Gij doet oefeningen slagen.
Zelfs een heele wapenschouw,
Door Uw onvolprezen deugden:
Goede smaak en goede trouw!
Dien de rats van 't waakzaam legeT
Steun de stamppot van 't gezin,
Ken Uw nationale plichten.
Ga getroost den kelder in.
Laat U schillen, laat U pitten,
Sier den militairen disch.
Ook Uw puike vitaminen
Schrijven thans geschiedenis!
Want, hoe lang de strijd mag duren,
Door 't moderne oorlogswerk,
Eén ding moeten we erkennen:
„Wie de pieper heeft is sterk!"
Keulsche balion, Zeeuwsche blauwen,
Roode Star en wat al niet.
Openen langs alle linies
Een merkwaardig ruim verschiet!
Trouwe Nederlandsche pieper.
Die geschild wordt en „gejast",
Die in wijde waterkuipen.
En in huishoudpannen plast, S
Blijf vooral in deze tijden
Allen tot een voedselbron,
Dun geschild en vastberaden.
En... kom nimmer op den bon!!
October 1939.
(Nadruk verboden.)
KROES,
TAL VAN HANDELAREN SLAAN
HUN SLAG.
Engeland wordt bedreigd door een
groot en schijnbaar onafwendbaar
kwaad; en het ergste is, dat dit het
Engelsche volk niet wordt aange
daan door den vijand, maar door de
eigen landgenooten. Onze correspon
dent vestigt namelijk de aandacht
op de overdreven, vaak door niets
gerechtvaardigde prijsverhooging
van tal van artikelen. Vele fabrikan
ten, handelaars en winkeliers ma
ken zich schuldig aan schandelijke
prijsopdrijving.
Legt Engeland het er op aan, den scheld
naam van „nation of shopkeepers" (volk
van winkeliers) te verdienen? Men zou het
gaan gelooven, wanneer men, zooals uw cor
respondent, eens poolshoogte gaat nemen en
het oor te luisteren legt in verschillende la
gen der bevolking. De meeste schoenwinkels
hebben hun prijzen verhoogd met niet min
der dan een derde, hoewel zij over het alge
meen nog over vooroorlogsche voorraden be
schikken. Dameskousen deelen in dit lot; de
prijzen zijn over het algemeen gestegen met
1 shilling per paar. Voor een blikje zalm,
MODERNE DEMOCRATIE
In „De Vrijzinnig Demo
craat" zet de heer A. Plate
de beteekenis der moderne
democratie uiteen. Schr.
komt dan tot de volgent'
conclusie:
Ook de democratieën heb
ben in deze tijden, uit zelf
behoud, dringend behoefte
aan „leiders". Maar dan van
ander karakter dan wat men
in de totalitaire staten daar
onder verstaat, Een Neder
landsche „leider" zal in te
genstelling met den buiten-
landschen dictator de rech
ten van het volk handhaven
en niet beknotten; daarmede
blijft het parlementaire
stelsel kaarsrecht overeind.
Maar het volk zal hem zien
als den sterken man, die het
door moeilijkheden heen
helpt. Hij zal een zekere po
pulariteit bezitten, ook bij po
litieke tegenstanders. Origi
naliteit in uitlatingen, rust in
moeilijke oogenblikken. stem
geluid voor de radio, omgang
met den „man in the
street". humor, het zijn ver
schillende eigenschappen,
welk een bepaalde figuur
tot leider onzer democratie
kunnen maken.
In de huidige omstandig
heden, waarbij de invloed
van de groote partijen in ons
land soms bedenkelijke symp
tomen van vervlakking en
zelfs van verwording vertoo-
nen, is als tegenwicht voor
de vernietiging van het indi-
vidueele door het massale in
de politiek, dringpnd noodig
de mogelijkheid van optreden
1 van een centrale figuur, die
als regeeringsleider het par
lement voortdurend tot een
heid weet te bezielen, maar
die bovendien de kunst ver
staat om in het 'volk het be
sef van zijn eenheid wakker
te houden.
Het volk heeft, om zich één
te blijven voelen en om niet
in onderlingen strijd het ge
vaar van den politieken chaos
over zich te zien komen,
dringend behoefte aan een
centrale politieke riguur. Eén
naar wien men gaarne luis
tert, ook al is men van ande
re politieke kleur.
De erkenning van deze be
hoefte is een levenskwestie
voor het behoud en de ver
steviging van gezonde demo
cratie.
JEUGD EN HERFST.
Dr, E. van Hinte behandelt
in de Nieuwe Rotterdamsche
Crt. het onderwerp „herfst-
vacantie". Schr. vindt, dat er
meer na- dan voordeelen aan
deze instelling verhonden
zijn. De voorstanders van
herfstvacantie voeren als ar
gument aan, dat de jeugd
de gelegenheid moet hebben
de schoonheid van het najaar
te ondergaan.
Als men echter meent, dat
op grond van schoonheids-
overwegingen vacantie in
den herfst gegeven moet wor
den, dan komt men, aldus
dr. van Hinte, in conflict
met de opvatting van psycho
logen, dat de beste periode
om te arbeiden, althans voor
de meesten, de herfst is.
Voorts hoe reageert in hot
algemeen de jeugd en dan,
vooral de stadsjeugd (om haar
gaat het in de eerste plaals)
op den herfst? Denk! men,
dat zij van den herfst zal
gaan genieten, zooals een
oudere dat zou kunnen doen?
Wij meenen, dat deze
vraag ontkennend beant
woord moet worden. De jeugd
reageert minder sterk op de
schoonheid der natuur, dan
men geneigd is aan te nemen.
Groote-stadskinderen zullen
den herfst niet ondergaan; zij
zullen in de groote stad blij
ven, meer niet.
SOLDATEN EN BIDDEN.
„De Zuid-Limburger" (r.k.)
schrijft:
-Aan het slot van een arti
kel over bidden-vóór-en-na-ta-
fel door de soldaten reikt het
antirevolutionaire dagblad „do
Rotterdammer" bet volgende
pluimpje aan de R.K. soldaten
uit:
„Laat ons hopen, dat alle
protestantsche Christenen
even trouw hun gebed zullen
doen, als we dat van Roomsch.
Katholieken gedurig opmer
ken. Bij de laatsten is vaak
veel minder valsche schaam
te dan in onze kringen.
Wij weten te weinig van
het soldatenleven af, al
dus „De Zuid-Limburger",
om te durven uitmaken
of onze Roomsche soldaten dat
pluimpje ten volle verdienen.
Heetemaal zeker zijn we
daar intusschen niet van, of
de katholieke militairen moe
ten zich ten deze gunstig
van de katholieke burgers
onderscheiden.
In katholieke kringen
wordt er althans herhaalde
lijk over geklaagd, dat vele
geloofsgenooten soms wel wat
erg bang zijn om in het open
baar kleur te bekennen en
ronduit voor hun katholieke
overtuiging en practijken uit
te komen.
F,n daarbij krijgen we dan
heel vaak te hooren, dat wij
onder dat opzicht gerust een
lesje kunnen gaan nomen hij
geloovigo Protestanten in
wier woordenboek, naar een
geliefde uitdrukking van
Dr. Ariëns, de woordkoppe
ling „menschelijk opzicht"
niet zou voorkomen.
Niet onmogelijk, dat. ook
hij dit verschil van meening
de waarheid, als zoo dikwijls,
in het midden ligt.
dat nog slechts enkele weken geleden
pence kostte, moet men nu 11 pence neer
tellen 50 meer. Wie kan zich de En
gelsche ontbijttafel voorstellen zonder jam?
De op winst beluste winkelstand profiteert
van de tegenwoordige omstandigheden, om
18 pence voor een potje van 2 Eng. ponden te
lafen betalen, terwijl het verleden week nog
te krijgen was voor 13Vfe pence. Men ziet, dat
er met een ruw bijltje wordt gehakt en
het is natuurlijk vooral de mindere man, die
er door wordt getroffen. In acht dagen tijds
steeg de prijs van de bekende dunne Engel
sche worstjes van 1 shilling op 1 shilling 3
pence. Ook dit is een der meest geliefkoosde
volksvoedingsmiddelen. Dekens, waarnaar
thans natuurlijk eveneens veel vraag is, zijn
in prijs gestegen van 25 shillings op 30 shil
lings.
Kerstfeest goede gelegenheid om
overdreven winsten te maken.
Ieder, die weet wat „Christmas shopping",
het doen van inkoopen voor het Kerstfeest, in
de Engelsch sprekende landen beteekent, zal
begrijpen dat onder de tegenwoordige om
standigheden de op onredelijke winst beluste
handel zich dit buitenkansje niet wenscht te
laten ontgaan. Men heeft hier veelal de prij
zenswaardige gewoonte, om deze inkoopen
niet uit te stellen tot het laatste oogenblik.
En vooral nu, nu de bedachtzamen in den
lande rekening houden met een eventueele
prijsstijging, hebben velen hun inkoopen nog
vervroegd. Doch zij hebben buiten den waard,
in dit geval buiten den hebzuchtigen winke
lier gerekend, die den kooper nog te vlug
is afgeweest. Om een enkel voorbeeld te noe
men: er is tegen Kersttijd altijd veel vraag
naar rookartikelen, als pijpen, tabakszakken,
aanstekers, enz. In den prijs van deze arti
kelen is plotseling een door niets gewettigd®
hausse ingetreden, natuurlijk vooral' ten I
koste van de vaders, moeders, verloofden,
zusters en andere bloedverwanten en kennis
sen van de mannen, die te land, ter zee of
de lucht hun plicht tegenover het vaderland
vervullen; want dezen weten, dat den ge'
mobiliseerden niets liever is dan een 8*
schenk van dien aard. Welnu over het ar
gemeen zijn de prijzen daarvan met 1510
25 percent gestegen.
Het eenige motief is: winst b®1
iag.
De prijzen van tabak en sigaretten
tot op het oogenblik nog niet verhoogd, h°
wel Sir John Simon ook deze wil trenep
door een oorlogshelasting. Mei de pijPen e
andere rookgereedschappen is het ecm
zooals wij zeiden, een ander geval. Waa-
om? Eenvoudig omdat fabrikanten en wi
keiiers „er een slaatje uit willen slaa"'
De prijs van de grondstoffen is gelijk gen
ven; en bovendien heeft elke winkel'
reeds in den loop van den zomer zijn vo
raad ingeslagen, zoodat hij onogeoorlooi
winst maakt op artikelen, waarop de eve
tucel later verhoogde of te verhoogen Pr
drukt. Niet zoodra was do oorlog n' g
broken of deze oorlogswinstmakers
digden aan, dat de prijzen van de goedk
pere pijpen, waarnaar liet meeste vraag
met 15 tot 25 zouden worden verhoog
Tabakszakken deelen in dit lot.
zijn de prijzen omhoog gegaan niet 0- 8
veer 20 De goedkoope soorten sigarfL rj
kokers, van gewoon metaal, zijn 15
duurder geworden. De winkelier schui
schuld op de fabrikanten cn dezen tie
ren op hun beurt, dat het metaal riu"
is geworden. Oit laatste moge waar
doch dat neemt niet weg, dat 'ie
winst voor verreweg het grootste
wordt gemaakt op kokers, die reeds rn,
den lang in voorraad waren Aan .„„en.
dito; deze zijn 15 tot 20 in prijs geste* e,.
Neen, alles bijeen genomen laat de r-
sche handel zich in dezen tijd niet van
besten kant kennen!