Regeling zaken-
verlof afgekomen
IVOREN
SCHAT
Invoercentrale
opgericht
De groote
en de kleine boef
Radioprogramma
Het geheim van de
geen recht op periodiek
het indienen der verzoeken.
geen soldij of kost
winnersvergoeding.
Konioklijke belangstelling
voor slachtoffers Jan v. Gelder
Het bankschandaal
te Roswinkel
Kamermeisje bekent
haar zonden
Godsdienstwaanzin
feuilleton.
Het Meisje
uit tien
exprestreiis
doorA. PANDOh
WTE PER MAAND ACHT DAGEN
ZAKENVERLOF KRIJGT, HEEFT
VERDOF.
Bij legerorder is den militairen
commandanten mededeeling ge.
daan van een ministeHeele beschik
king betrefiende de regeUng van
het klein (zaken) verlof.
Aan deze beschikking ontleenen
wij:
Met uitzondering van personeel,
dat nog geen eerste oefening heeft
volbracht gedurende een tijdvak,
als genoemd in art 30, lid 1, van de
Dienstplichtwet kan zoolang de om
standigheden zulks gedoogen. naar
onderstaande regelen klein (zaken)
verlof worden verleend aan verlofs-
personeel van de Koninklijke
Landmacht naar rede van ten
hoogste 5 pet van de sterkte.
Studieverloven, verloven in verband met
scheepvaart- en visscherijverloven, verlo
ven wegens het aanvaarden of vervullen
van een betrekking buiten Europa, vallen
buiten deze regeling.
Verzoeken om toekenning van verlof, moe
ten zijn gericht tot den minister van De
fensie, doch mogen behoudens het hier
onder bepaalde uitsluitend worden
ingediend bij den commandant van het
oorlogsonderdeel (compagnie, eskadron,
batterij en overeenkomstig oorlogsonder
deel), waarbij betrokkene in werkelijken
dienst is.
Verzoeken van compagnies-, eskadrons-,
batterij- en overeenkomstige commandan
ten enz. moeten worden ingediend bij den
naast hoogeren chef.
Alleen de verzoeken ©m verlof, welke
na het verschijnen van deze leger
order zijn ingediend, worden in be
handeling genomen. Reeds vóór dat
tijdstip ingediende verzoeken zijn
derhalve waardeloos.
Het personeel, dat ingevolge deze
legerorder per kalendermaand acht
of meer dagen klein (zaken) verlof
geniet, heeft in die kalendermaand
geen recht op periodiek verlof.
De commandanten van de oorlogsonder-
deelen verstrekken aan degenen, die met
klein (zaken) verlof vertrekken een verlof
pas.
Degene, die in het genot van klein (za
ken) verlof wordt gesteld, geniet over de
dagen van dat verlof geen jaarwedde, soldij,
toelage, levensmiddelen-, kostwinnersvergoe
ding, enz., alles voor zoover toepasselijk.
Zoowel voor de heen- al voor de terug
reis geschiedt het vervoer van en naar de
woonplaats van den betrokkene voor rijks
rekening.
Een fraaie mand fruit ten ge
schenke.
De in het marine-hospitaal te Den Helder
verpleegd wordende leden van de beman-
ning van den onlangs door een mijn getrof-
len mijnenveger „Jan van Gelder kwar
tiermeester L. van Eyck en de aspirant
kwartiermeester F. Haarens, mochten dezer
dagen een hartelijk blijk van belangstel
ling ontvangen van H. M. de Koningin. Zij
ontvingen namelijk bezoek van den adjudant
van den marine-commandant, luitenant ter
zee eerste klasse B. J. Veldernian, wiens
echtgenoote aan de beide verpleegden een
fraaie mand met fruit aanbood namens H.
M. de koningin. Deze vriendelijke attentie
van de Koningin werd door de beide ver
pleegden op hoogen prijs gesteld.
Vertegenwoordigers van het be
drijfsleven zullen gehoord wor
den.
Bij beschikking van den minister van Eco
nomische Zaken van 12 October is de Alge-
meene Nederlandsche Invoer Centrale opge
richt. Zij is gevestigd te 's-Gravenihage,
Laan van Meerdervoort 82.
Deze centrale, welke door den minister
zal worden belast met het afgeven van in
voervergunningen, als bedoeld in de invoer
noodwet, zal haar werkzaamheden eerst be
ginnen nadat de Kroon heeft be
paald voor den invoer van welke goederen
of soorten van goederen in het vervolg een
vergunning krachtens de Invoernoodwet
zal worden vereischt.
Ingevolge art. 7 van de Invoernoodwet
is de benoeming te verwachten van een
commissie, bestaande uit vertegenwoordi
gers van het bedrijfsleven, welke commis
sie tot taak zal krijgen de Algemeene Neder
landsche Invoer Centrale te adviseeren in
zake het verleenen van vergunningen. Daar
naast zal genoemde centrale terzijde wor
den gestaan door een interdepartementale
commissie, waarin vertegenwoordigers van
de ministers van Economische Zaken, van
BuitenJandsche Zaken, van Financiën, en
van Koloniën zitting zullen hebben.
Kassier van Boerenleenbank krijgt
drie jaar.
Het Gerechtshof te Leeuwarden heeft gis
teren den 54-jarigen landbouwer K. G. te
Boswinkel, voorheen kassier van de Boeren
leenbank aldaar, die door de rechtbank te
Assen veroordeeld werd tot één jaar gevan
genisstraf, met aftrek van de voorloopige
hechtenis, wegens verduistering van onge
veer 250.000 gulden, veroordeeld tot drie
jaar gevangenisstraf, met aftrek van voor
arrest.
De procureur-generaal had drie jaar en
zes maanden gevorderd, met aftrek van de
voorloopige hechtenis.
Hotelgasten gedupeerd.
Het 20-jarige Duitsche kamermeisje A. R
F. had bij haar werkzaamheden in een
groot hotel te Noordwijk eenige sieraden
van hotelgasten weggenomen, welken dief
stal zij gisterochtend voor de Haagsche
rechtbank volmondig erkende.
Nadat de officier van Justitie drie maan
den gevangenisstraf met aftrek van de pre
ventieve hechtenis tegen haar had geëischt,
bepleitte de verdedigster, mevr. mr. Mesritz
Trommel, een zoo kort mogelijke straf, op
dat het meisje zoo spoedig mogelijk naar
Duitschland kon vertrekken.
Uitspraak 26 October.
Die vlieger ging niet op!
Gisternacht zag een nachtwaker te Am
sterdam dat een man op de Prinsengracht
van een. handkar e enitrapleer wegnam. Hij
wees den man aan de politie aan, die hem
naar het bureau overbracht. Men bleek te
doen te hebben met een, goeden bekende,
een 42-jarigen recidivist, die aan den tand
gevoeld, bekende, dat hij deze trapleer had
weggenomen om in perceel 1019 aan de
Prinsengracht, waar hij een raam op de
eerste verdieping had zien openstaan, binnen
te klimmen.
Kind van negen jaar steelt.
Een negenjarige jongen uit de Dapper-
buurt heeft den laatsten tijd hier en daar
een fiets, welke niet op slot stond, van de
straat weggenomen. Hij ging eenvoudig op
de fiets zitten en reed er mee weg. Zoo
heeft hij vijf fietsen gestolen, waarvan hij
eenige aan zijn vriendjes weggaf.
De politie van het bureau Linnaeusstras^
heeft het boefje aangehouden.
De jongen zal ter beschikking van den
kinderrechter worden gesteld.
Vrouw verdronk haar beide
kleinkinderen.
Voor de rechtbank te Groningen heeft
gistermorgen bij verstek terecht gestaan de
wed. J. M. geb. F. te Schildwolde, thans
verpleegd in een inrichting voor geesteszie
ken, beschuldigd van het door verdrinking
om het leven brengen van haar resp. vier
en twee jaar oude kleinzoontjes.
In den middag van 26 Juli heeft de vrouw
die aan waandenkl>eelden en hallicunaties
lijdt, de beide kinderen, die zij een eindje
mee uit wandelen had genomen, in het wa
ter van het Sïochterdiep geworpen, om daar
mede, naar zij later voor den rechtercom
missaris verklaarde een offer te brengen en
haar familie voor verdoemenis te bewa
ren. Beide kleinen zijn jammerlijk verdron
ken.
De officier van Justitie vroeg verdachtes
plaatsing in een krankzinnigengesticht, be
nevens haar ter beschikkingstelling van de
regeering.
Uitspraak Donderdag 19 October.
Naar het Engelsch
bewerkt door
J. van der Sluys
31.
XXXIV. De worsteling op den rand.
V(jf minuten! En vier revolvers op hem ge
richt! Chrisholme, de afperser, keek uit zijn
Zwart hol omhoog en ondervond voor het
eerst de gevoelens van de menschen, die hij
zelf zoo vaak tot wanhoop gedreven. Nu was
hij de enkeling tegen velen. Tot nu toe was
het juist andersom geweest en was hij met
Velen tegen één geweest!
Hij keek naar boven, maar al wat hij zag
Waren gestalten der verbeelding. Hij richtte
Zijn revolver omhoog en vuurde in het wilde
weg naar boven. Dat was zijn antwoord.
Toen trok hij naar den zijwand van het ra
vijn, en telde de seconden.
Die seconden vergleden. Werden tot minu
ten. De spanning was bijrs ondragelijk voor
den man boven aan het ravijn, zoowel als
Voor den man beneden.
Een idee kwam in Chrisholme op, geboren
Uit een natuurlijken drang tot zelfbehoud en
een volmaakte afwezigheid van medelijden of
f(jn besnaard gevoel.
Hij stak een sigaret op, deed een vluggen
haal en hield hem toen op ermslengte van
zich af. De schaduw noudend, liep hij lang
zaam op het lijk van Barlow toe, stopte de
sigaret in den mond van den oode en be
vestigde hem daar.
Toen sloop hij weg. De gemeene, hartelooze
krijgslist was gebaseerd op een ouden truc
en zou waarschijnlijk niet me"r dan één ko
gel aantrekken.
Er vervlogen meer minuten. De sigaret
brandde op en viel den doode uit den mond.
Er was nog steeds geen kogel gekomen en
er kwam ook geen.
„Dit is méér dan vijf minuten!" was de
PETROLEUM ALS BRANDSTOF.
Naar aanleiding van een vroeger bericht
inzake het gebruik van petroleum voor het
doen rijden van motorrijtuigen deelt de K.N.
A.C. nader mede, dat het niet algemeen ver
boden is petroleum te benutten als brand
stof voor voertuigmotoren, doch dat het in
gevolge de Benzinewet 1931 niet is toege
staan daarvoor petroleum te gebruiken, die
met benzine is gemengd, zooals dat in dc
practijk veelal gebeurt. De K.N.A.C. vestigt
er nogmaals de aandacht op. dat bij het ge
bruik van andere brandstof dan benzine
voor het voortbewegen van motorrijtuigen
een met 25 pet. verhoogde motorrijtuigen
belasting verschuldigd is.
ZATERDAG 14 OCTOBER 1939.
Hilversum I, 1875 en 414,4 m.
IvRO-Uitzending.
8.00 Berichten ANP.
8.059.15 en 10.00 Gramofoonplaten.
11.30 Godsdienstig halfuurtje.
12.00 Berichten.
12.15 KRO-orkest (12.45—1.10 Berichten AN
P, gramofoonplaten).
2.00 Voor de rijpere jeugd.
2.30 Gramofoonplaten.
2.45 Kinderuurtje.
4.00 Gramofoonplaten.
4.15 KRO-orkest.
5.00 Gramofoonplaten.
5.15 Filmpraatje.
5.30 Gramofoonplaten.
5.45 KRO-Nachtegaaltjes.
6.15 Gramofoonplaten.
6.20 Journalistiek weekoverzicht.
6.45 Gramofoonplaten.
7.00 Berichten.
7.15 Causerie „Ouders en kinderen de op
voeding".
7.35 Actueele aetherflitsen.
8.00 Berichten ANP, mededeelingen.
8.15 Meditatie en muzikale omlijsting.
8.35 Gramofoonplaten.
8.45 Gevarieerd programma.
10.30 Berichten ANP.
10.40 Gauserie „et onvergankelijke rijk" (met
muzikale omlijsting).
11.1012.00 Gramofoonplaten.
Een avontuurlijke reis naar de ontoegan
kelijke oerwouden van Afrika, op zoek naar
de plaats, waar de olifanten hun laatste le
vensdagen slijten.
149.
De Sheik haalde de kaart uit een rood-
lederen portefeuille te voorschijn. Het was
een klein stuk perkament, waarop met aller
lei lijnen duidelijk de richting aangegeven
stond.
„Deze kaart is veel beter dan de grote kaart
die wij in de doos met de lichtende ogen heb
ben gevonden," zei René tenslotte.
De sheik fronste zijn wenkbrouwen en mijn
heer Hendriks vertelde de geschiedenis.
„Boo-loo-ia", herhaalde de sheik, zacht voor
zichzelf. „Ik ken hem. Hij meent, dat blanke
mensen alleen medogenloos de rijkdom na
jagen en dat ze allemaal grote egoïsten zijn."
150.
„Hij wenst ongetwijfeld te voorkomen, da'
U het dal der Olifanten vindt, uit angst, da,
U de olifanten kwaad zult doen".
„Misschien zouden wij verstandig doen
hem het werkelijke doel van onze reis mede
te delen," zei René.
De sheik lachte wijsgerig. „Er over spre
ken alleen zou niet voldoende zijn," legde hi;
uit. „De blanken hebben al zo veel leugens
tegen Boo-loo-la verteld, dat hij alleen in da
den gelooft."
151.
„Als hij U goed kent ~n als hij U vertrou
wen gaat, da zal hij geloven, dat Uw motie
ven eerlijk en onzelfzuchtig zijn. Er werd nu
besloten om morgen naar „Het Kasteel dat
roept" te gaan zoeken en het gezelschap be
ga? zich naar het kamp van den sheik om
daar de naeht door te brengen. De sheik ex
cuseerde zich, hij wilde het kamp nog inspec
teren om te zien, of de uitkijkposten op hun
plaats stonden. Koen en Bep, die voor den
groten Arabischen heerser 'n grote sympatie
hadden opgevat, vergezelden hem op zijn ver
zoek met graagte.
152.
Ze waren nauwelijks een kwartier weg, toen
mijnheer Hendriks en René werden opge
schrikt door een angstkreet het gegil van
een meisje.
„Dat i- Bep!", zei René, „kom vader!" Ter
wijl zij in de richting renden, waar de kreet
vandaan kwam, hoorden de beide mannen de
angstroep nog eens en nog eens Einde
lijk bereikten zij Bep, die over een bewusteloze
gestalte gebogen stond.
Hilversum n. 301.5 m.
VARA-uitzending. 10.0010.20 v.m. en 7.30
—8.00 n.m. VPRO.
8.00 Eventueel berichten ANP, hierna: Gramo
foonplaten.
10.00 Morgenwijding.
10.20 Voor arbeiders in de continubedrijven.
12.00 Gramofoonplaten. (Om 12.45 Ber. ANP)
2.00 Filmpraatje.
2.15 Orgelspel en zang.
3.00 Reportage.
3.30 De Ramblers.
4.00 Gramofoonplaten.
4.30 Esperanto-uitzending.
5,30 Filmland.
5.50 Orgelspel.
6.15 Uit de roode jeugdbeweging.
6.45 Kinderleesclub.
7.00 VARA-Kalender.
7.05 Felicitaties.
7.10 Politiek radiojournaal.
7.30 Cyclus: „Hoe werkt de kerk?" (I).
8.00 Herhaling SOS-Berichten.
8.05 Berichten ANP en VARA-Varia.
8.15 Vraag en antwoord.
afschuwelijke gedachte, die fel en martelend
door Chrisholme's angst hamerde. Chrishol-
me's voorhoofd was geheel klam. Dat was
erger dan het zenuwsloopende wachten op
het voltrekken van het doodvonnis door den
beul. Meer tijd verstreek. Vijf minuten? Ver
draaid het leken eerder tien of twin
tig!
„Duivel!" snikte Chrisholme, half waan
zinnig.
Maar 'n nieuwe gedachte brak door den
nevel, die zijn geest insloot; een gedachte,
die een sprankje hoop gaf. Wéren er wel vier
revolvers op hem gericht? Had hij dit alles
voor niets uitgestaan V Dat briefje het kon
een uur geleden geschreven zijn! Ze wisten
immers niet zeker, dat hij zou terugkomen...
dat vas toch maar een speculatie geweest.
Verslagen was hij? Nog lang niet' Het le
ven behoorde hem nog altijd; het spel was
nog steeds aan hem! En hij zou wel eens
kijken, of de tienduizend pond, die de politie
van Ba-bw's lijk weggenomen had, niet ook
nog in zijn zak konden terechtkomen! Hij
zou ze óp den prijs van de twee gevangenen
daar in den kelder leggen!
Nu was hij halverwege het pad. Niet één
van de vier revolvers probeerde zijn ontsnap
ping te ve-hinderen!
Als ze op hem gericht waren geweest, zou
den ze dan zijn blijven zwijgen? Hij lachte
grimmig. Wat een dwaas was hij geweest!
Maar na den nacht, dien hij had doorgemaakt,
kon hem wel vergeven wrden; dat hij er even
ingeloopen was!
Drie kwa't boven! Nog maar een paar se
conden... nu even een spurt... en dan over
den rand...
Twee armen wonden zich om hem heen.
Een oogenblik was hij slap en hulpeloos.
Hij had zich meester gewaand en nu die
octopus! Maar een seconde later, toen hij
merkte, dat hij achteruit gedrongen werd,
herstelde zijn instinct van zelfbehoud zich en
probeerde hij zich met alle kracht uit deze
onverhoedsche en fatale omhelzing los te
rukken. Eerst speelde zijn kracht maar een
negatief spel. Het onbekend, dat hem aan
gevallen haa. had het x.apen der overrompe
ling gebruikt en hij was in een hachelijke
positie. Maar dra werd het duidelijk, dat ver
rassing hei eenige wapen van den aanvaller
was ->n hij geen mes of revolver tot steun
bezat, noch zelfs physieke kracht van betee-
kenis. De aanvaller kon wringen en trappen,
maar niet vasthouden.
Chrisholme schoof, toen hij deze opluch
tende ontdekking deed, zijn machtig lichaam
naar voren en omhoog, draaide zich rond en
toen, met een plotselingen duik rolde zijn
aanvaller onder hem.
„Nou heb ik je, hè?" hijgde de man met
den paardenkop, een oogenblik ophoudend,
maar met zijn grove, plompe hand om de
keel van den ander.
Trant leeek naar hem op. De wereld om
hem heen verbleekte.
„Dus jij bent het voor den duivel, jij kleine
rat, jij?" ging Chrisholme smalend voort.
„Nu, dit zal de laatste keer geweest zijn dat
je me dwars hebt gezeten!"
Trant's wereld won weer iets aan duide
lijkheid.
„Chrisholme", kwam het moeilijk over de
lippen van den detectieve. „Ik... ik vermoedde
dat jij het was".
„Heusch? Welnu, nu wéét je het! En je
weet ook, wat er nu het eerst gebeurt?"
Trant vocht haast tegen 'n onweerstaan
baar verlangen om zijn oogen te sluiten en
zich te laten gaan, zonder verder verzet.
„Ja, dat xan ik ook raden", mompelde hij.
„Ik plof naar beneden in den afgrond. En jij
wordt opgehangen".
„Hei!" brulde Chrisholme het volgende
oogenblik.
Want de man onder hem had, in die uiter
ste minuut geïnspireerd door de gehechtheid
aan het leven, die in elk schepsel huist, aan
Chrisholme een ruk gegeven die hem deed
spartelen. Eén moment vond de man met het
paardengezicht zijn hoofd boven den afgrond
geduwd. Nog een moment en het einde zou
naderen. Maar zoo plotseling als ze terugge
keerd was, verdween de kracht van de de
tectieve en verslapte de greep. Trant viel
slap terzijde.
Hij lag als een vormelooze hoop op den
grond en zijn oogen vielen dicht. Chrisholme
keek naar hem. Nog een klein duwtje en de
overwinning zou aan hem zijn.
Hij legde zijn hand op het lichaam. Wat
een gek was die kerel geweest, om hem zoo
op de hielen te zitten. Nu hij er aan toe was
den dwaas te dooden, ontdekte Chrisholme
de onverklaarbare noodzakelijkheid zijn hart
te verharden voor die taak.
rdorie", sputterde hij.„Ik kan hier
waarachtig niet blijven treuzelen".
Hij omvatte Trant's machtelooze gestalte.
Toen trof hem iets achter op het hoofd. Eii
het lichaam van Chrisholme werd nog slap
per dan dat van Trant.
XXXV. De Cirkel van den Tijd.
Trant opende de oogen. Het eerste wat hij
zag was Freddy Reeve, met een revolver in
zijn hand, die hem stond aam te staren. De
wereld was vol wonderen.
8.30 Het Souvenir-orkest en solist.
9.00 Toespraak.
9.05 RadiotooneeL
9.30 „Les Amies des Chansons".
9.40 Vragenbus.
10.00 En nu... Oké!
11.00 Berichten ANP.
11.10 Radiotooneel.
11.3012.00 De Ramblers.
„Ik ben bang dat het met hem gedaan is",
klonk Freddy's stem "acht.
Trant antwoordde niet. Na wat hij doorge
maakt had, kun je niet zoo opeens spraak
zaam zijn. Maar hij probeerde zijn houding te
veranderen, zoodat hij wat verder van den
rand van den afgrond was, om toen lang
zaam overeind te komen.
„U voelt u zeker erg beroerd?" informeer
de Freddy.
Treint knikte. Hij voelde zich allerellen
digst.
„Nu, ik ben ook niet wat je noemt", licht
te Freddy in. „Dooden ligt niet in mijn lijn".
„Het was hij of ik", bracht Trant er met
moeite uit.
„Dat weet ik", hernam Freddy. „Ik geloof
niet, dat ik hem ander" in koelen bloede had
kunnen neerschieten".
„Misschien is het zoo wél zoo goed" ver
volgde Trant. „Maar ik had graag gehad,
dat hij gesproken had -oor hij stierf".
„Wat wilde U van hem weten?"
„Ik probeerde uit hem te krijgen waar
„Miss Leveridge is?" onderbrak Freddv
hem.
Trant knikte nogmaals.
„Nu daarover zou ik me maar niet be
zorgd maken".
denr,at?" hiJède Trant' "Hebt U 26 gevM1"
„Ik weet, waar ze zijn, en zal ze met een
mmuut gevonden hebben. Ze zijn hier"
„Hier?" Trant's geest leefde op, geslin
gerd tusschen vreugde en spijt. Vreugde,
omdat het succes nu voor het grijpen lag
spijt, omdat hij niet zelf de oplossing had
gevonden. „Hoe weet U het?" vroeg hij.
„Die geschiedenis is te lang om nu heele-
maal te vertellen," antwoordde Freddy or
zijn knieen vallend naast de onbeweeglijke
gestalte van Chrisholme," maar in het kort
komt het hierop neer, dat we een paar van
de bende in het nauw gedreven hebben, en
met de pistool op de borst de waarheid uit
hen geperst hebben. De ge-angenen zijn hier
dThp f- Zij" a! dien "J'd hi« geweest! En
de hemel zij dank, dat deze kerel terugge-
omen is, zooals U verwachtte, want hii
heeft den sleutel! Ellendig karwei, de zak
ken van een doode na te zoeken, maar het
za- wel moeten. Overigens, ik heb erger dir
gen gedaan dan dit, om Miss Leveridge tr
redden en als het noodig is, ben ik nor
tot veel meer bereid." f
(Wordt vervolgd.)