IVOREN SCHAT
ggl£
I
-ui
mms
iIpjIMU
rw'
KAREL EN
DE APPELBOOM
HET GEHEIM VAN DE
Eeiie fangznó en meUjel!
KituUïi/Aiend
Oplossing raadsel vorige week
Nieuw- - Raadsel
xxxxx
xxxxxxx
xxxxxxxxx
xxxxxxx
xxxxx
door A. Pander
Thuis is het nu gezellig, vinen jullie niet?
't Is nu heus gedaan met de zomer, de
bomen zijn van de week al voor een groot
deel kaalgeplukt, de heesters stonden bij me
in de tuin met hun pruiken te zwieren,
alsof ze het er helemaal niet mee eens
waren, dat Jan de Wind ze van hun groene
kleedje ging beroven, om ze de hele winter
ongekleed in de kou te laten staan, 't Is
ook niet vriendelijk, juist nu wij dichter bij
de kachel kruipen, worden de bomen en
planten van hun warme pakje beroofd.
Je begint inderdaad naar Sinterklaar te ver
langen. „Hoor de wind waait door de bo
men," kan je al zingen. Om ons huis, dat
erg open staat, gaat hij extra hard te keer,
maar het kan ons niet schelen en mijn vijf
tal kruipt 's avonds met zoveel meer ple
zier in bed. Een fijn idee, als veertig centi
meter van je af, daar aan den anderen kant
van den muur de kou en de regen is en je
ligt zelf zo heerlijk in een beschut holletje,
waar geen windje door kan waaien, waar de
kou niet komen kan. Ja, de winter is toch
echt gezellig. Als we vroeg zijn, doen we
nu een spelletje met de kinderen of lezen ze
wat voor of vertellen ze, dat vinden ze alle
maal even fijn. Kleine Frans zit altijd met
zo'n vreselijk ernstig gezicht te luisteren,
dat het wel eens moeite kost om bij een
spannend verhaal niet te lachen.
Ik heb vandaag ook heel wat meer brief
je op m'n bureau liggen dan de vorige we
ken. Dat komt ook al door het herfstweer.
Weet jullie wie de prijs gewonnen heeft?
Ik zal het je zeggen:
COR VAN BÏJNEN.
BaU, Annie en Cor v. Bijnen. Dat is
zeker jammer, drietal, dat jullie vader nu
niet terugkomt uit Indië. Daar hadden jul
lie natuurlijk zo vast op gerekend en al met
zoveel spanning naar uitgezien. Misschien
valt het mee en is hij toch nog voor de
grote feestdagen thuis. Dan is het feest
dubbel fijn. Leuk, dat er vijf jonge vogeltjes
bij zijn. Ik zie jullie niet zoveel als jullie
mij, hoor, dat komt zeker omdat ik groot
en jullie nog zo klein zijn. Ik zal eens beter
opletten.
Mary Jurg. Ja, het is vroeg donker in
huis, Mary, maar als de lamp dan aangaat,
wordt alles oz gezellig warm èn als'je dan
bovendien nog een mooi boek hebt, dan ver
lang je bijna niet terug naar de zomer. Zie
maar een fijn leesboek te krijgen, wie weet
win je er niet gauw eens. Ik hoop het voor je.
Kika Koningstem, Daar snap ik niets
van Rika, een brief van 4 kantjes, die onbe
antwoord is gebleven. Ik heb geen brief van
je ontvangen, dus moet hij of in de verkeerde
bus terecht zijn gekomen of de jongeman,
die de raadsels nakijkt, moet hem zoek ge
maakt hebben. Het is nu niet meer uit te
zoeken, maar het spijt me, want ik ontvang
je brieven graag, omdat je zo gezellig weet
te vertellen. Je bent dus van de zomer ook
in het Mesdagh-panorama geweest. Vond je
het niet prachtig? ook in de Sunlight
fabriek. Interessant, hè? Je moet er alleen
niet op een heten dag heengaan, want dan
bezwijk je van de onaangename en benauwde
geurtjes. Nu heb je toch een extra groote
brief gehad en ik hoop, dat je niet meer zo'n
onaangename ervaring meemaakt.
Bali v. Bijnen. Nu vind ik tussen de
briefjes van deze week,- jullie briefje van de
vorige week. 't Is een puzzle, die ik moeilijk
op kan lossen. Ik zal er een beetje scherper
toezicht op houden. Zo zou het niet goed
gaan.
George Veer. Ja, dat moet een leuk ge
zicht geweest zijn, die egel daar in dat bla
dernest. 't Zijn grappige beesten, wel een
beetje griezelig. Een broer van me had er
een paar en als je dan 's avonds in het don
ker op de plaats kwam, dan zag je ze daar
rondscharrelen, net grote ratten. Maar nut
tig zijn ze wel.
Aan het vriendje, dat graag mee
wil doen, maar de eerste de beste keer zyn
naam vergeet. Wie is dat?
Anton Rebel. Natuurlijk, Anton, jij mag
meedoen. Welkom en ik hoop, dat je veel
taarten en boeken wint. Jij zeker ook? Wat
had je keurig geschreven.
Loeki en Leon v. d. Wal. Ja, dat is vre
selijk droevig met dien onderwijzer van jou,
Loeki. Je kon op de foto wel zien, dat het
een gezellige en prettige onderwijzer was.
Hij had zo'n leuk, vrolijk gezicht, 't Is voor
jullie heel naar, maar voor z'n moeder is het
verschrikkelijk, 't Was ook wel een beetje
onvoorzichtig. Ik denk niet, dat hij wist,
hoe gevaarlijk de zee kan zijn.
Tini v. Brederode. Je hebt gelijk, Tini,
zoals jij het had, was het raadsel goed. In
derdaad stonden er zes puntjes en had je dus
zes letters in te vullen. Het raadsel van deze
week heeft niet zoveel voetangels en klem
men gehad.
Teuntje Kloosterman. Zie je wel, Teun-
tje, dat de angst voor den tandarts groter
was dan de pijn bij den tandarts. Een hele
massa mensen maken zich zorgen en pyn
voor den tijd. Zorg jy maar, dat je niet tot
die groep behoort, anders krijg je alle narig
heid tweemaal.
Bep Wulffele. In December zal je het
Sinterklaasfeest thuis moeten vieren, Bep,
nu het gemeenschappelijke feest niet door
gaat 't Is wel jammer, want dat grote
feest was wat leuk, ik heb het ook een paar
maal meegemaakt, maar thuis zal het ook
wel fijn zijn.
Rika v. d. Pluyn. Het gaat best met
jouw fouten, als al m'n vriendjes zo netjes
schreven en met zo weinig fouten, zat ik
iedere Donderdagmiddag te glunderen van
genoegen. Maar nu... laat ik er niet over
praten. Je schrijft over emmers water, die
van de hemel stromen, nu, over emmers wa
ter gesproken. Onze kleine Frans is 3 jaar
en die tuimelde vanmorgen achterover in een
emmer water. Een grote emmer. Nu je be
grijpt het huis was te klein en als een ver
dronken katje holde hij naar de keuken, toen
z'n Mams hem eruit gehaald had. Zo'n koud
bad in deze tijd van het jaar is ook geen
grapje.
Mary Jurg. Ook aan jou komt een
tweede briefje, Mary, en ik begrijp nu
meteen hoe het komt, dat verschillende
vriendjes en vriendinnetjes de vorige week
niet beantwoord zijn. Ik was Donderdag de
stad uit en toen is vergeten de raadselbus
leeg te halen.
Corrie Brouwer. Die vis kan zowel
een schol als een schar zijn, hoor, Corrie,
maak je maar niet bezorgd.
Coen Coster. Kom je me ook een
standje brengen, Coen, omdat er de vorige
week een fout in de oplossing stond? Gelyk
heb je. Als je een uur lang hebt zitten
zwoegen om zo'n raadsel op te lossen en
het wordt dan verkeerd in de krant gezet,
dan is het toch ook heus om een hoofd als
een kalkoen van razernij te krijgen. Nu, ik
beloof beterschap, hoor.
Joop v. Dyk. Waarom zou ik het niet
goed vinden, dat jij meedoet, Joop Natuur
lijk vind ik dat goed, reuze goed zelfs. Is
't nu goed? Wat een goed goed, hè, je zou
er niet goed van worden, als je over al dat
goede leset. Nu, dag haar, tot volgende
week.
Marietje Verbeek. Nu je weer naar
school mag, zal je me volgende week wel
weer een massa te schrijven hebben, Ma-
rietje, want in en buiten de school beleef
je natuurlijk heel wat, waar je me een brief
vol over pennen kan.
Nu, weer een vriendinnetje zon
der naam, maar dat komt zeker omdat ze
al vier dagen last van hoofdpijn heeft. Ik
hoop, dat je volgende weer zelf je oplossin
gen naar kantoor kan brengen, want dat
beteekent, dat je weer beter bent.
Annie en Jantje zonder achternaam.
Die moest ik zeker maar raden, maar dat
kan ik niet hoor, vergeet dus volgende week
weer die naam niet. Had je Kantjil, het
Dwerghertje, gekozen. Een fijn boek is dat.
Nu, jongens en meisjes, het laatste
briefje is beantwoord en het electrische
licht flapt juist uit, dus ik moet in het
donker op m'n toetsen slaan. Nu kan ik de
letters wel zonder licht vinden, maar ik zal
toch maar stoppen. Tof volgende week dus.
Goede oplossingen ontvangen vant
Beppie Vink; Annie en Jantje ter Brug
gen; Nellie de Langen; Ellie en Tillie Bis
schop; Jan Koomen; Marietje K.; Greetje
Westra; Janje Westra; Loek en Leon v. d.
Wal; Bali, Annie en Cor v. Bijnen; Ida K.,
Den Hoorn, Texel; Henk Westra; Wijnand
Kerstens; Cor de Jong; Nelly Rotgans; Ma-
rie Hooiveld; Sientje Hooiveld; Jan Wever;
Loeki, en Annie Jansen; Jan Bek; Annie
van Hou,ten; Marinus Daniels; Hanni Da
niels; Marie v. d. Burg; Henkie, Sientje en
Beppie Korbo; Jan Brouwer; Corrie Crij-
nus; Jeanne Crijnus; Eduard en Johan v.
d. Pol; Leny v. d. Hart; Corrie Doorn; Rie
Cramer; Jan Lobrink; Tiny, Neeltje en
Firtsje Coster; Marietje Verbeek; Joop v.
Dyk; Coen Coster; Corrie Brouwer; Mary
Jurg; Johan Dekker; Rika van de Plaij; Bep
Wulffele; Teuntje Kloosterman; Tini v.
Brederode; Antoon Rebel; George Veer;
Rika Koningstein.
KAATSLIEDJE.
Kaatsebal,
Ik vang je al.
Daar ga je weer
En nog een keer
Eerst in mijn hand,
Dan tegen de wand,
Nu op de grond,
Dan draai ik me rond!
Van éne-twee
Kom, doe toch ook mee!
sc H ol
kr A nt
si M on
la S so
wa T er
be E st
ko R en
wo E st
ko N pn
De middelste letters vormen het woord
HAMSTEREN
INVULRAADSEL.
X
XXX
XXX
X
Vul de kruisjes in:
1. Een medeklinker.
2. Een vlaktemaat.
3. Sterke wind.
4. Deursluiting, schuifslot.
5. Hoofdstad van provincie.
6. Fraai insect.
7. Voertuig.
8. Rustplaats.
9. Een medeklinker.
De middelste ry, van boven naar beneden
gelezen vormt dezelfde plaatsnaam als
nr. 5.
door Jan van Leeuwen.
„Moeder, vader heeft vergeten de ladder
bij de appelboom te zetten!" zei Karei en
hij wees naar buiten, waar de grote appel
boom stond.
„Nee jongens, dat heeft vader niet verge
ten, maar hij heeft het met opzet niet ge
daan. Hij wil niet, dat je in de boom gaat
als hij er niet bij is, dat vindt hij veel te
gevaarlijk! Je moet wachten tot vanmid
dag, dan kan vader je helpen."
„Maar mam, ik ben toch al zo dikwijls in
de boom geweest? Dat weet vader toch
ook!"
„Ik kan er niets aan doen, Karei, vader
wil het niet hebben!"
Karei mopperde wat en liep toen de tuin
in. Flauw van vader! Hij was toch allang
groot genoeg om alleen in een appelboom te
klimmen! Waarom vond vader dat nu niet
goed? Kinderachtig was het. Zijn vriendjes
zouden hem allemaal uitlachen, als ze wis
ten, dat hij niet alleen in de boom mocht
klimmen. En als hij in de grote eik klom,
in de hoek van de tuin, zei vader er niets
van! Die was heus niet gevaarlijker.
Hij liep wat heen en weer en bleef tel
kens onder de appelboom staan. Nu ja, de
ze takken waren misschien niet zo dik en
de eikeboom was een echte klimboom, maar
toch! En toen bedacht Karei zich opeens,
dat vader het misschien niet wilde, omdat
hij de lange ladder te gevaarlijk vond. Mis
schien was hij bang, dat die ladder zou om
vallen, als hij erop stond. Maar dan kon
hij de kleine ladder toch nemen
Meteen holde Karei weer naar binnen en
riep: „Moeder, ik zal de kleine ladder wel
nemen! Dat zal vader niet erg vinden!"
Moeder was boven, maar ze kwam nu
naar beneden en zei: „Karei, ik verbied je
niet meer! Vader wil niet hebben, dat jij in
de appelboom klimt en daarmee afgelopen.
Ga nu wat lezen of wat spelen. Je moet
die plank van je boekenkast nog in orde
maken. Dat is een mooi werkje voor van
morgen!"
Maar Karei had er helemaal geen zin in.
Hij had zich er zo op verheugd, dat hij ap
pels mocht plukken. Weer drentelde hij de
tuin in en bleef voor de boom staan. Zou
hij tochMaar neè, moeder had het nu
duidelijk genoeg gezegd, dat hij niet mocht.
Dan maar niet, dan moest hij in vredesnaam
maar eens aan die boekenkast beginnen en
langzaam ging hij naar binnen, naar zijn
kamertje.
i Toen vader thuiskwam, riep hij Karei
meteen en zei: „Kom, nu zullen wij eens
even voor die appelboom gaan zorgen. Help
me maar eens mee!" en toen vergat Karei
helemaal, dat hij die morgen zo boos was
geweest, omdat hij er niet alleen in mocht.
Het was erg gezellig met vader samen. Ka-
rel klom in de boom en gooide de appels
naar beneden. Daar raapte vader ze op en
.deed ze in de mand. Maar soms duurde het
lang voor er appels beneden kwamen en
dat kwam, omdat Karei dan een erg lekke
re ontdekt had, die hij rustig zelf opat!.
Moeder kwam er ook eens bij kijken. Ze
moest keuren of de appels goed waren. Nu,
ze waren schitterend. Moeder zei, dat de
boom nog nooit zoveel vruchten had gedra
gen als dit jaar. Ze hielp vader mee om de
appels te sorteren en boven in de boom zat
Karei en zong het hoogste lied.
Jammer genoeg kon hij niet de hele mid
dag in de boom blijven zitten. Hij had alle
rijpe appels nu naar beneden gegooid en
vader moest direct weer weg. Karei moest
daarom weer beneden komen.
Heel voorzichtig klom hij van de ene tak
op de andere en liet zich zo naar beneden
glijden. Vader stond ernaar te kijken en
riep: „Nu jong, ik moet zeggen, je kunt
goed klimmen! Je lijkt wel een eekhoorn!"
Karei lachte. Hij was trots, dat vader nu
eens kon zien, hoe goed hij klom. Toen hij
ongeveer op de hoogte van de ladder geko
men was, wilde hij zich omdraaien om de
bovenste sport te bereiken.
En toen greep hij plotseling mis en viel
achterover naar beneden'. Wat een ge
luk, dat vader daar stond, en dat hij op
hem gelet had. Want met één sprong was
hij nu onder de boom en ving Karei op.
Deze was zo zwaar, dat vader hem niét hfl -
lemaal kon tegenhouden, maar hij kon ziin
val toch stuiten, zodat Karei niet al te wü
op de grond viel. 11
Trillend en bleek van schrik bleef s.
klimmer even zitten. Het huilen stond hern
nader dan het lachen, maar hij vond het
zo kinderachtig om te huilen, dat hij gauJ
overeind krabbelde en overmoedig zei' 7^
dat ging vlugger!"
Vader lachte maar wat. Hij had heel goed
gemerkt, hoe Karei geschrokken was, maar
hij zei er niets over. Toen vader die mid
dag was weggegaan, zei Karei tegen moe'
der: „Het was toch maar goed, dat ik od
vader gewacht heb en dat hij er bij stond
want anders.." 'jj
„Anders, mijn lieve zoon," zei moeder
glimlachend, „anders had jij je armen en
benen en misschien nog wel veel meer ge.
broken!" en Karei durfde er bijna niet aan
te denken, hoe erg dat was geweestl
ZOEK^tENTJE,
Waar is de tweede jager?
•uaaq s[p>t>id
jaq J3A0 jooig paq nageC uapaaM; uap uba
duior ap ua pjooq ;aq óf aiz uap 'jmqte
jaqutt ap dovatpaeid ;aq ieb-iq iguissojdo'
Een avontuurlijke reis naar de ontoegankelijke
oerwouden van Afrika, op zoek naar de plaats
waar de olifanten hun laatste levensdagen slijten
4
Jjg
173.
Terwijl ze den sheik hielpen opstaan,, aan
vaardden zij de terugtocht uit de spelonk. Het
was een verademing om weer in de zonne
schijn te komen. „Daar zijn nog meer oude
olifanten," zei Bep.
In het ravijn beneden hen liepen nog drie
grote olifanten langzaam voort. „Ze zoeken
naar het dal der Olifanten!" gaf Koen als
zijn mening te kennen.
1.74.
„Als we hen volgen, zullen we het z^er
vinden,"
„Slecht," mompelde Kazimoto, „niet gaan".
Maar toen mijnheer Hendriks en zyn met
gezellen besloten den raad van Koen op te
volgen, toen wilde de trouwe Kazimoto niet
achterblijven. Zelfs zo bang als hij was voor
de gevolgen, ging hij toch met hen mee. Meer
dan een uur volgden ze de langzaam voort
lopende dikhuiden.
175.
Gelukkig kwamen de grote dieren niet heel
snel vooruit, want de mensen konden slechts
angzaamachter hen aankomen, omdat het
noodzakelijk was den sheik te helpen, die
zyn krachten nog niet geheel had terugge-
~mHet reeds Iaat in middag
olifant^'!de ZOn Onderoaan- Maar de
voW« r met Stil en ook hun aehter-
v lgers hepen door. Juist toen de duisternis
na,LT 26 d® dHe gr0te dieren door een
Terwhl hif vog u ,de rotswand verdwijnen.
opeiSg °P' keek René d00r de
176. ggi
„Laten we hopen, dat dit de plek 13. v
hy. „Het is te donker om hen te volgen,
hielden stil om te r-sten en aten hun
sel. De volle maan verrees en in het zi
licht durfden ze wel verder te gaan.
keek René door de opening in de rotswa
„Het is de plek," riep hij opgewonde
Achter hem staande, zagen hun vr
iets, waardoor ze hun ogen nauW y .veren
den geloven. De maan goot haar zi
stralen over een ongelooflijke hoev
ivoren slagtanden, temidden van de g
ten van taüp&e olifanten,