Geen oorlog
Nederlands voedselvoorziening
om een landkaart
Postvlucbten op Indië
ss h—22
Schotsche plaatsen
worden ontruimd
Kruiserbouw wacht op
Iadisch advies
Bommenwerpers
voor Soesterberg
Engeland bood ons
geen convooi aan
Vrijgezellenbelasting
Oud en arm
Waarom winstbelasting?
Boerderijbouw in
dc Wieringermeer
Duitsch wachtschip
op mijn geloopen
Graanvoorraad in
één jaar ingeteerd?
Luchtaanval op
Britsch convooi
Werkloosbeidssubsidiefonds
Verklaring van den Engelschen
minister van Oorlog.
DE TIJD AAN DE ZIJDE
DER GEALLIEERDEN.
De Engelsche minister van Oorlog, Hore
Belisha, heeft in een radiotoespraak een
overzicht gegeven over de zeven weken oor
log, welke achter ons liggen. Hij vroeg zich
af, wat het nationaal-socialisme de wereld
hrengt en herinnerde aan Alexander den
Groote, Ceasar en Napoleon als menschen
die het zwaard hebben gehanteerd, doch
toch eerbied verdienen. Hij voegde hieraan
toe: „Welke weldaden brengt evenwel de
leider van het nationaal-socialistfisiche
Duitschland? Welk kleine beetje geluk
heeft hij gebracht aan het Duitsch spre
kende volk van Oostenrijk? Voor zijn kwel
lingen, voor zijn concentratiekampen, voor
zijn geheime politie, voor zijn onwaardige
pogingen Europa te verstrikken in een net
van rassenhaat en godsdienstvervolging.
Alleen de nederlaag van Nazi-Duitschland
kan licht brengen in de duisternis, welke
thans over onze steden licht en de horizon
ophelderen van Europa en de geheele we
reld.
Het is onvoordeelig, zeide de minister ver
der, dat zeven weken voorbij zijn gegaan
zonder de noodzaak het doel van onze veel
omvattende voorbereidingen uit te voeren.
Ondanks de schijnbare inactiviteit zijn in
feite beslissende ontwikkelingen voorgeko
men.
Hore Belisha wees er op, dat Duitschland
geen invloed meer in het Oosten kan uit
oefenen, dat de graanvelden in de Oekraïne
door Rusland zijn opgeëischt, en dat Turkije
vastberaden in den weg staat van Duitsch
land naar Bagdad. De Duitsche handel is,
volgens den Britschen staatsman wn do
zeeën verdwenen. Met ongerustheid, aldus
vervolgde Hore Belisha, moet het nationaal
socialistische Duitschland deze toenemende
stuwkracht gadeslaan en zich er van be
wust worden, dat de tijd aan de zijde is van
Frankrijk en Groot Brittannie."
Geen oorlog om een landkaart.
Sprekende over mogelijke vredesvoorstel
len zeide de minister: „Er kunnen geen vre
desvoorstellen in overweging worden geno
men, welke steunen op een sanctionneering
van het gebroken woord. Alleen waarborg
voor de vestiging van een nieuwe orde, waar
in de bedreiging met een nationaal socialis
tische onderdrukking is weggenomen, kan
ons rechtvaardigen onze wapenen neer te
leggen.
Dit is geen oorlog om een landkaart, doch
een oorlog om de voorwaarden te herstellen,
waarin naties en individuen, met inbegrip
van de Duitsche natfe en de Duitschers, kun
nen leven of weer kunnen leven.
Er kan geen sprake van zijn, dat wij ook
maar in eenige mate zouden weifelen. Deze
tyrannie welker uitdaging wij aanvaard heb
ben, moét en zal worden neergeslagen.
71 opvarenden omgekomen.
Zaterdagmiddag is een Duitsch wacht
schip in de Oostzee, tusschen Falsterbo en
Moen op een mijn geloopen en vernield. Een
en zeventig opvarenden zijn volgens de laat
ste berichten omgekomen, reeds zijn vijftig
lijken geborgen. Een der opvarenden bereikte
zwemmend het Deensche eiland Moen. Vijf
anderen trachtten zich op een vlot in veilig
heid te stellen. Terwijl een Deensch water
vliegtuig pogingen deed de drenkelingen op
te nemen, viel een hunner nog van het vlot
en verdronk.
Kinderen naar andere plaatsen.
In verband met het gevaar voor luchtaan
vallen heeft de Engelsche regeering besloten
de plaatsen North Queens-Ferry, Invernei-
thing en South Queensferry in NoordSchot-
land te ontruimen. Reeds zijn 1500 school
kinderen vertrokken. Het is niet de bedoe
ling ook de volwassenen te laten vertrek
ken.
VERWACHT, DAT DE AANVOER VAN
BROODGRANEN EN LANDBOUWGROND
STOFFEN MET EEN DERDE ZAL TERUG-
LOOPEN.
Op het Nederlandsch Landhuishoudkundig
congres te 's Gravenhage heeft dr. W. K.
H. Feuilletau de Bruyn een belangwekken
de rede gehouden over de voedselvoorzie
ning van Nederland in oorlogstijd.
Hoewel in de toekomst misschien
eenige bespoediging van het onder
zoek in Engelsche havens kan wor
den verwacht, zal men toch met
een vermindering van den import
van broodgranen en grondstoffen
van den landbouw van ten minste
33 pet. in het eerste oorlogsjaar re
kening moeten houden, aldus spr.
Spr. geeft aan de hand van uitvoerig cij
fermateriaal als zijn meening te kennen,
dat de kansen om Duitschland, dat thans
aan de spits staat van de wetenschap der
autarkische voedselvoorziening, uit te hon
geren wel zeer gering zijn. Wel is het
voedselrantsoen sober en ontdaan van
luxe. Maar uit een oogpunt van voedsel-
hygiëne moet het voldoende worden ge
acht.
Hoe de landbouwproducten op
peil te houden?
Spreker betoogt, dat in verband met trans
portmoeilijkheden in de toekomst te ver
wachten is, dat onze thomasmeel en kali
voorziening uit Duitschland op den duur
veel beter verzekerd zal zijn, dan die uit
Frankrijk. Omgekeerd zal Duitschland in
de komende oorlogsjaren de beste afnemer
van onze bodemproducten zijn. Spreker be
val als beginsel van onze oeconomische neu-
traliteitshandhaving een politiek aan, waar
bij een surplus van onze bodemproducten,
naar reden van den uitvoer van de drie
laatste jaren tusschen Engeland en Duitsch
land wordt verdeeld. Kan men op deze ba
sis niet met Engeland tot overeenstemming
komen, dan zullen wij naarmate onze toe
voer en onze export over zee meer en meer
worden afgesloten, wel verplicht zijn om
door compensatietransacties van groenten
en veeteeltproducten tegen meststoffen te
trachten onze landbouwproductie op peil te
houden om op deze wijze zoo goed mogelijk
in ons levensonderhoud te voorzien.
Een vastomlijnd plan noodig.
De voedselvoorziening van Neder
land moet naar een vast plan wor
den opgezet.
Als eerste maatregel beveelt spr.
het afslachten van alle varkens bo
ven de 100 kg. aan met uitzondering
van de fokdieren. Ook de pluimvee
stapel zal geleidelijk aan tot de
helft moeten worden verminderd,
daar het eiwit der eieren de duurste
eiwitsoort is en de kippen ongeveer
evenveel graan verbruiken als wij
voor münschelijke voeding noodig
hebben.
Voorts moet het vee gevoederd worden
met voederbieten, sojagroen, gestoomde
aardappelen, gedroogd gas, maisgraan, stop
pelknollen, mergkoo, snij rogge enz. Uitvoe
rig wordt op de productie van deze voeder
middelen ingegaan.
Melkproductie zal terugloopen.
Spreker wijst er op, dat men er op zal
moeten rekenen, dat door het gebrek aan
veekoeken en krachtvoeder, de melkproduc
tie met 2/3 zal terugloopen en dat het. melk
vetgehalte ten minste met 20 pet. en zooals
de oorlogservaring in Duitschland heeft ge
leerd, bij sterke vermagering en een slech
ten voedingstoestand der dieren zelfs met
30 a 33 pet. zal dalen.
Voorts wijst spreker op de verminderde
oogstopbrengst, die kan ontstaan door den
onzekeren aanvoer van meststoffen.
Broodgranen.
Mede in verband met den niet gewaarborg-
den aanvoer van broodgranen over zee, acht
spr. uitmalen van graan tot 80 pet. h&t
aanhouden van een buffervoorraad van 3 a
4 maanden, rantsoeneering van 't meelver-
bruik thans reeds geboden. Want het moet
thans wel als zeker worden beschouwd, dat
onze tarwevoorziening over zee van 450.000
ton met 1/3 zal terugloopen, zoodat de in
de dagbladen vermelde voorraad van
140.000 ton tarwe na een jaar zal zijn inge
teerd. Ieder verspilling van meel en brood
dient dus te worden tegengegaan.
Mogelijkheden van magere melk.
Uitvoerig staat spreker stil bij de moeelijk-
heden, die de magere melk voor onze voed
selvoorziening biedt. De beteekenis van
onzen geitenstapel, onze visscherijproduc
ten, mosselen, slachtafvallen, vischafvallen,
enz. voor de voeding werd besproken. Uit
voerig behandelde spr. de vele ersatz-voed-
selsoorten en ersatzveevoedermiddelen.
Ons aardappelen-areaal.
Het uitbreiden van het aardappelen
areaal met als gevolg een beter rendement
van dên graanoogst, door een beteren wis
selbouw, het ontsmetten van zaden ter ver
krijging van een hooger rendement, het
zorgvuldig dorschen waardoor aanzienlijke
verliezen kunnen worden voorkomen, wer
den in beschouwing genomen. Uitvoerig be
handelde spr. het benutten van keukenaf
val en zijn beteekenis voor de veeteelt.
Ingedroogde groenten.
Spr. vestigde de aandacht op de aanzien
lijke vorderingen die de techniek van het
drogen heeft gemaak-t sedert den oorlog.
Nederland staat door de droogmethode van
het secpreserve-concern thans vermoedelijk
aan de spits van de droog-techniek. Smaak
en voedingswaarde van de ingedroogde
groenten blijven daarbij behouden.
Centraal drogen beteekent aldus centraal
verzamelen van groentenafval, dat tot 50 pet.
kan stijgen en als vee- en varkensvoeder
kan worden gebruikt.
Dr. Feuilletau de Bruyn concludeert ten
slotte, dat er in het belang van onze voed
selvoorziening nog heel wat kan worden
gedaan.
DE BESTEDING DER f 15 MILLIOEN.
De regeering deelt in haar memorie
van antwoord op het Voorloopig Ver
slag over hoofdstuk I der rijksbegroo-
ting mede,
Het rapport der commissie inzake de
versterking der maritieme defensie
van Ned.-Indië is ongeveer half Sep
tember bij de regeering ingekomen.
Het is onmiddellijk in handen gesteld
van den gouverneur-generaal, wiens
advies nog wordt ingewacht. Bij het
in de Millioenennota genoemde be
drag van f 15 millioen is gedacht aan
de jaarlijksche kosten van rente en
aflossing bij aanbouw van drie slag
kruisers van een bepaald type.
Er was reden dit bedrag aan te hou
den ook voor het geval de beslissing
mocht vallen in de richting van aan
schaffing van kleiner materieel.
Volledig afgeslagen, melden
Engelschen.
de
Zaterdag is een Britsch convooi in de
Noordzee aangevallen door Duitsche vlieg
tuigen, volgens het Britsche ministerie van
voorlichting, twaalf in getal. Engelsche ge
vechtsvliegtuigen werden uitgezonden. Gis
teren maakte het Engelsche ministerie van
luchtvaart bekend, dat sedert den aanval op
het convooi in de Noordzee (op Zaterdag),
waarbij vier vijandelijke vliegtuigen werden
neefgehaald, vijf Duitsche vliegers werden
opgepikt en door treilers te Grimsby aan
land gezet. Twee vliegers werden ernstig ge
wond aan land gebracht. Drie anderen wer
den in een rubberboot aangetroffen, een de
ze was gewond. Sinds Zaterdagmiddag had
den zij rondgedobberd.
Alle rapporten der Britsche vliegers zijn
thans binnen. Aan de gisteren gegeven cij
fers is niets toe te voegen.
Drie exemplaren aangekomen.
Er komen er nóg vijftien.
Te Rotterdam zijn dezer dagen, naar de
N. R. Ct. verneemt, met het stoomschip Zaan
dam van de HollandAmerika Lijn de eerste
drie Douglas 8 A-bommenwerpers uit Ameri
ka gearriveerd, welke bestemd zijn voor de
luchtvaartbrigade te Soesterberg.
„Kisten" in kisten.
Vrijdagnacht zijn deze vliegtuigen, welke
in groote kisten zijn verpakt, per speciale
goederentrein naar Soesterberg vervoerd,
waar zij Zaterdag zijn aangekomen. Daar de
kisten breeder zijn dan de grootste oplegger
van de Ned. Spoorwegen, moesten voor het
vervoer naar Soesterberg speciale maatrege
len worden getroffen.
Van dit type vliegtuigen zijn er nog vijf
onderweg naar Rotterdam. Binnenkort zullen
nog tien stuks worden verscheept.
Vleugels afzonderlijk verpakt.
De vliegtuigen zijn enkele maanden gele
den besteld bij de Douglas Aircraft Company.
Ze worden geheel gemonteerd verzonden,
alleen de vleugels zijn in afzonderlijke
kisten verpakt.
Het zijn zoowel bommenwerpers als aan-
valsvliegtuigen. Het zijn metalen laagdekkers
met twee zitplaatsen achter elkaar, waarin
een Pratt en Whitney-motor, type „Twin
Wasp" van 1000 pk. De wielen zijn intrek
baar Volledig beladen met bommen kunnen
deze vliegtuige een snelheid bereiken van
400 km. per uur. Behalve een beweegbare
mitrailleur bij den waarnemer, zijn in den
vleugel nog vaste mitrailleurs ingebouwd,
welke door den bestuurder worden bediend.
Nederland bestudeert de Duit
sche nota.
Zooals gemeld, heeft de Duitsche Regee
ring Vrijdag ook aan het Nederlandsche Mi
nisterie van Buitenlandsche Zaken een nota
doen overhandigen, waarin wordt gewaar
schuwd tegen het doen convoyeeren van on
ze schepen door Engelsche oorlogsbodems.
Wij vernemen, dat deze nota, die in vriend
schappelijke termen is gesteld, in studie is
genomen, en dat het nog wel eenige tijd zal
duren alvorens er door de Nederlandsche
regeering op zal worden geantwoord.
Voorts vernamen wij, dat van Engelsche
zijde geen enkel aanbod ontvangen is aan
onze schepen convooi te verleenen.
Naar wij Zaterdag uitvoerig gemeld heb
ben, beschikken wij zelf over oorlogssche
pen, die onze koopvaardijvloot eventueel zou
den kunnen convoyeeren. Onze Koninkijke
Marine is daartoe zeer zeker in staat.
Het voornemen bestaat, bij de aan
staande herziening van de rijksin
komstenbelasting nader rekening te
houden met de gezinsbelangen, zoo
wel door in de heffing onderscheid
te maken tusschen gehuwden en on-
gehuwden als door aandacht te wij
den aan een versterking van den
kinderaftrek.
Een blijvertje...
De regeering hoopt binnenkort een wets
voorstel tot verlenging van den geldigheids
duur van de wet betreffende het werkloos-
heidssubsidiefonds te kunnen indienen,
waarna een ontwerp-begrooting voor 1940
zal worden aangeboden.
DRAISItlA-vflN-VALKENBURQ
C A A LEVER!
Vertrek van
Buizerd
(terugreis)
Wielewaal
(heenreis)
Jodhp. 22 Oct.
Aankomst ts
Band. 22 Oct.
Basra 22 Oct,
Basra 22 Oct. Jodhp. 22 Oct.
'"Zacht van smaak - prijs 70 ct
De regeerinq denkt er aan.
Het vraagstuk van de verzorging van de
ouden van dagen, die tot dusver ten onrecht
te van de wettelijke regeling zijn uitgeslc*
ten, heeft de aandacht der regeering, zoo
deelt jhr. de Geer in een nota aan de Twee*
de Kamer mede.
Het voorlaatste kabinet heeft opdracht ge*
geven tot het instellen van een onderzoek;
naar den feitelijken toestand. Zoodra de ge*
gevens daaromtrent zijn ingekomen, zal da
regecring zich over een oplossing nader be*
raden.
Verklaring van den minister*
Dat de regeering aan een winstbelasting
de voorkeur geeft boven 'n wijziging van
de dividend- en tantièmebelasting kan, zoc*
lezen wij in de Antwoordmemorie aan de,
Tweede Kamer inzake de Millioenennota,
als volgt worden verklaard.
De regeering is van oordeel, dat het wen*
schelijk is, een gedeelte van de benoodigdei
middelen te vinden door zwaardere belasting
van de naamlooze vennootschappen en de in
de wet op de dividend- en tantièmebelasting
daarmede op één lijn gestelde commanditai*
re vennootschappen op aandeelen, coöpera*
tieve en andere vereenigingen en onderlin*
ge verzekeringsmaatschappijen. Die verzwa*
ring kan echter bezwaarlijk worden verkre*
gen door verdere opvoering van het reeds
eenige malen door opcenten verhoogde tarief
der dividend- en tantièmebelasting, daar
hierdoor bij een bepaald soort vennootschap
pen de drang om winsten, die redelijkerwij*
ze voor uitdeeling in aanmerking komen,
niet uit te keeren, en toch de winsten dep
vennootschap op indirecte wijze aan de aan*
deelhouders ten goede te doen komen, nog
zou worden versterkt. Die drang is door eenl
wijziging van de wet op de richtige heffing
nauwelijks afdoende te keeren, althans in*
dien men niet bepalingen wil maken, die ooki
normaal-handelende vennootschappen op on*
redelijke wijze zouden treffen.
GEEN ZEKERHEID, DAT DE THANS
IN AANBOUW ZIJNDE BOERDE*
RIJEN PER 1 MEI 1940 KLAAR ZUL»
LEN ZIJN.
In de thans verschenen Memorie van Ant
woord aan de Tweede Kamer betreffende!
de Algemeene Beschouwingen over de Rijks*
begrooting 1940 lezen wij:
De verstoring van de internationale be*
trekkingen en de daaruit voort Luiende ge*
volgen voor de bouwnijverhf brtoej
geleid dat in September j.1. niet aanstonds
uitvoering kon worden gegeven aan het
voornemen om den bouw van een aantal
boerderijen in de Wieringermeer en in de
Noordelijke provinciën aan te besteden. Ten
aanzien van een aantal bij het intreden
van den tegenwoordigen toestand reeds in;
aanbouw zijnde boerderijen in de Wierin*
germeer, bestaat thans zelfs nog niet de
zekerheid, dat deze tijdig d.w.z. tegen li
Mei 1940, het tijdstip waarop de toekomstige
pachters de boederijen zullen moeten be*
trekken voltooid zullen zijn.
Het werd daarom raadzaam geacht dö
aanbesteding van boerderijen eenigen tij dl
op te schorten.
FEUILLETON
„Kijk, als u mijn raad wilt opvolgen, en
onzen korten verlovingstijd niet verstoort, dan
krijgt u na ons huwelijk een mooi cadeau,
laten we zeggen een belangrijke gift, die u...
eh... voor een of ander liefdadig doel zoudt
wenschen te gebruiken; 25.000 bijvoorbeeld".
Nu was geen vergissing meer mogelijk. Des-
sie's eerlijk hart sloeg fel van verontwaardi
ging en een donkere blos kleurde haar wangen
In de pauze die volgde, waarin het meisje al
haar geestkracht inspande om zich te beheer-
schen, zoodat ze een kalm en waardig ant
woord zou kunnen geven, ging de deur snel
open en mrs. Markham kwam plotseling de
kamer binnen.
„Ik wou je verrassen, Godefroi", riep ze
lachend. „Ik zou haast jaloersch op je worden.
Dessie, dat je zoolang beslag op hem hebt ge
legd. Konden jullie het goed samen vinden?"
Fn ze keek een beetje onzeker naar Dessie's
gloeiend gezicht, dat onmiskenbaar getuigde
van haar opwinding.
„Miss Merrion en ik hebben een heel prettig
gesprek gehad", kwam de Montalt tussehen-
beide, terwijl hij Dora's handen in de zijne nam
en ze beide kuste. „Ik geloof dat miss Merrion
en ik dikke vrienden zullen worden Dora. Maar
je ziet er stralend uit; ik was al bang dat je
ziek was".
Dessie zag hoe de oogen van haar vriendin
schitterden bij dit compliment. Ze verlangde er
naar zich te kunnen uitspreken en alles te ver
tellen wat ze wist, maar op dit oogenblik dorst
ze geen crisis te forceeren zonder eerst voor
zichzelf nauwkeurig haar gedragslijn te hebben
vastgesteld.
Terwijl ze bleef zwijgen, ving ze een blik op
uit de donkere oogen van den man, die met een
uitdrukking van triomf op haar gevestigd
waren.
HOOFDSTUK VI.
V oorpostengevecht.
Dessie Merrion wilde de Montalt niet langer
dan noodzakelijk was in den waan laten, dat
ze er ook maar een oogenblik aan dacht de
verachtelijke omkooping aan te nemen, die hij
haar als prijs voor haar stilzwijgen voorstelde.
Het was evenwel niet gemakkelijk een ge
legenheid te vinden om alleen met hem te
praten. Hij bleef dien morgen niet lang en
zoodra hij vertrokken was, overstroomde
mrs. Markham haar met vragen over hetgeen
zij en haar verloofde gedurende hun vrij lange
conversatie besproken hadden. Het was een
heele toer voor Dessie om haar vriendin met
eenigszins plausibele antwoorden tevreden te
stellen.
„Ik ben blij dat je hem aardiger vindt," zei
mrs. Markham, nadat ze samen naar boven
gegaan waren. „Ik wist wel dat dat zou ge
beuren, wanneer je hem beter had leeren
kennen. Hij is de liefste en beste man dien je
je kunt voorstellen. Vindt je nu ook niet?"
„Ik ken hem nog niet goed genoeg. Over
een week zal ik je wel eens precies vertellen
wat ik van hem vind."
„Tusschen twee haakjes," wilde de gast
vrouw plotseling weten, „wat was je van plan
met je hoed op? Je wilde toch niet uitgaan?"
Ze keek Dessie scherp aan terwijl ze het
vroeg.
„Ja, ik dacht er over om uit te gaan," ant
woordde Dessie op onverschilligen toon.
„Wat? Met Godefroi? Waar wilde je in
vredesnaam met hem heen?"
„Ik zei toch niet dat ik met hèm uitging,"
klonk het ontwijkend. „Er steekt toch niets
bijzonders in dat ik even mijn hoed opzet om
een brief naar de bus te brengen. En nu wat
anders, Dora. Ik moet naar huis. Ik heb een
hoop werk, dat op me ligt te wachten."
Er kwam een pruilerige uitdrukking op het
popperige gezichtje.
„Jakkes, wat vervelend! Ik had gedacht, dat
je een paar weken bij me zou blijven logeeren.
Ik kan Godefroi toch niet telkens ontvangen,
terwijl ik hier moederziel alleen woon. Je mag
me werkelijk niet in den steek laten, Dessie.
Ik zal een werkkamer voor je in orde laten
maken waar je wilt. Toe nu! .Tom Cheriton
kan komen en je net zoo geregeld bezoeken
als anders. Ik zou zoo graag hebben, dat hij
en Godefroi goede vrienden werden. Doe het,
Dessie. Blijf tot we getrouwd zijn. Kom! Ik
zal iemand sturen om te halen wat je noodig
hebt."
Er was zooiets dringends, haast smeekends,
in Dora's toon, dat Dessie wel inzag, dat ze
haar niet met een botte weigering kon af
schepen. Bovendien, het flitste door haar
geest, dat het voor de uitvoering van haar
plannen eerder een voor- dan een nadeel was,
als ze de invitatie aannam.
„Goed," zei ze, „laat ik dan maar blijven
in ieder geval voor een paar dagen. Ik kam
met het oog op mijn werk niet precies beloven
hoe lang. Maar dan moet ik nu meteen gaan,
want ik moet zelf voor alles zorgen."
Op haar kamers wachtte haar een groote
teleurstelling. Een brief van Tom Cheriton,
haastig den vorigen avond geschreven, deelde
haar mee, dat hij onverwacht de stad had
moeten verlaten.
„L. D. Ik kreeg juist een telegram, dat
mijn oom ziek is en me dadelijk bij zich wil
hebben in „het rookgat" je weet waar ik
bedoel, en hoe ik van de plaats houd! Er
zit wel niets anders op dan te gaan. Het
lijkt me overigens niet ernstig; ik hoop het
tenminste niet. Maar de brave oude man is
zoo goed voor me geweest, dat ik hem in
geen geval wil teleurstellen. Ik zal je morgen
schrijven. Veel liefs,
Tom."
Toms afwezigheid was Dessie nu wel bij
zonder onwelkom. De kwestie van Godefroi de
Montalt of Rolande Lespard, of wie hij in
werkelijkheid zijn mocht, deed haar dringend
behoefte hebben aan dien sterken, practischen
raad, dien ze wist, dat Tom Cheriton haar
geven kon.
Na haar gesprek van vanmorgen met den
man had ze minder vertrouwen in haar eigen
kracht en energie om te vechten dan ze eerst
had bezeten. Als ze gelijk had, beschikte ze
over heel wat sterker wapens dan hij en toch
had hij haar verslagen. Zelfs toen hij niet meer
voor haar was dan een naam en een dreigende
schaduw, had ze al een onbestemd gevoel van,
angst gehad voor hem en voor de wanhopige
dingen waartoe ze hem in staat achtte, en het
was deze angst, die haar er tegen deed opzien
om zonder hulp den strijd met hem aan te
binden.
Ze was van plan geweest Tom direct heel
openhartig te vertellen, wat ze vond, dat hij
hoorde te weten over haar verleden, zoodat zo
samen den man aan de kaak zouden kunnen
stellen en Dora redden. Tom zou wel geweten
hebben hoe ze dat moesten doen, meende ze.
Maar die afschuwelijke dingen die ze hem
moest bekennen, schrijven dat kon ze niet..*
Ze had geen andere keus dan te wachten
en uitstel beteekende, dat ze öf den man iit
den waan moest laten, dat ze net zoo gemeen
was als hg dat ze bereid was haar bestei
vriendin voor een Judasloon te verkoopen
öf alleen het heele risico op zich nemen van
de ontmaskering.
Na een slechts heel korte aarzeling besloot
ze tot het laatste. Ze zou, zoodra ze hem onder
vier oogen sprak, hem aan het verstand
brengen, dat hij zich in haar vergiste en hem
waarschuwen zich op een afstand van Dora
te houden. Verder zou ze er bij Tom op aan*
dringen zoo spoedig mogelijk terug te keeren
en te South Kensington te blijven tot de crisis
voorbij was. Dus maakte ze de noodige toe
bereidselen en pakte de kleeren, boeken en
papier die ze dacht noodig te hebben of bij de
hand willen houden, in een koffer. De rest van
haar papieren sloot ze in een kleine brandkast,
die op haar kamer stond.
(Wordt vervolgd