Thans staken 1500 man
KJ)(
Dr. C. K. van Aalst
overleden
Huwelijksdrama
voor de rechtbank
Een modern vliegveld
in Suriname
Het geheim van de
Stempelaar speculeert
Zeer veel snoekbaars
gevangen
doorA. PANDOR
Veel deed hij voor Nederlands
economische belangen.
In zijn woning te Hoevelaken is
gistermorgen op 73-jarigen leeftijd
overleden dr. C. J. K. van Aalst,
oud-president der Nederlandsche
Handel Maatschappij.
Cornelis Johannes Karei van Aalst werd
op 7 Mei 1866 te Hoorn geboren.
Hij bezocht de openbare handelsschool te
Amsterdam en trad in 1889 in dienst bij de
factorij van de Nederlandsche Handelmaat
schappij te Batavia. In 1902 volgde zijn be
noeming tot directeur, en met ingang van
1 Januari 1913 werd hij als opvolger van
wijlen den heer J. T. Cremer, president
der Nederlandsche Handel Maatschappij.
In handel en scheepvaart was de heer
van Aalst, die in 1920 aan de Universiteit te
Berlijn honoris causa tot doctor in de eco
nomie promoveerde, een zeer groote figuur.
Op zijn initiatief werd de Koninklijke Hol-
landsche Lloyd in het leven geroepen en
door zijn medewerking kwam de Nederland
sche Scheepvaart Unie tot stand en kwam
het later tot de fusie tuschen de K.N.S.M.
nen de K.W.Ï.M.
Bij het uitbreken van den wereldoorlog in
1914 heeft de heer van Aalst te zamen met
mr, Treub en mr. Vissering gewerkt tot
behoud van de financieele en economische
positie van Nederland. Uit de door hem in
1914 ingestelde commissie voor den Neder-
landschen handel, ontstond de Nederlansche
Overzee Trust Maatschappij (N.O.T.M.) die
voor den geheelen handel van Nederland,
tijdens den wereldoorlog van de grootste be-
teekenis is geweest.
Door de Indische belangen van de Neder
landsche Maatschappij heeft de heer van
Aalst ook grooten invloed gehad op de eco-
pomischen toestand in de koloniën.
Hij bekleedde .m. functies bij de stoom
vaart Mij. „Nederland" de Kon. Pakketvaart
Mij. de Kon. Ned. Mij. tot Exploitatie van
Pctroleumbronnen in Nederlandsch Indië,
de Bataafsche Petroleum Mij.
Zijn geboortestad Hoorn gaf hij het per-
eeel Groote Oost 55, als kantoorgebouw voor
de Kamer van Koophandel en Fabrieken
van West Friesland ten geschenke.
De hoogste onderscheidingen zijn dr. van
'Aalst ten deel gevallen.
Leening van 11.400.000. De
mogelijkheid van een Trans
atlantische verbinding.
Naar wij vernemen, heeft de re
geering zich in beginsel bereid ver
klaard om aan het gouvernement
van Suriname een leening toe te
staan van f 1.400.000, bestemd voor
den aanleg van een modern geoutil
leerd vliegveld bij Paramaribo.
Dit feit is van buitengewoon groot be
lang vopr Suriname, daar eindelijk een
vaste basis zal bestaan voor de reeds jaren
bestaande plannen van de K.L.M. om onze
Zuid-Amerikaansche gebiedsdeelen door
middel van een Trans-Atlantische luchtlijn
met het moederland te verbinden. Naar be
kend is, lag het in de bedoeling om Neder
land via Lissabon een verbinding te geven
met de Kaap Verdische eilanden. De heer
Steensma, die thans nog in Lissabon ver
toeft, heeft onderzoekingen op die eilanden
gedaan, waarbij hij tot de conclusie kwam,
FEUILLETON
Naar't Engelschvan A. W. Marchmont
10.
Als hij maar in de stad was geweest van
ochtend, dan zou ze naar hem toe zijn gegaan
en hem alles zonder eenige terughouding ver
teld hebben.
Uit deze gedachte werd een impuls geboren.
Zoodra ze uit het station South Kensington
kwam, stuurde ze hem een telegram met het
dringend verzoek direct over te komen, al was
het maar voor een paar uur, omdat er iets
ernstigs gebeurd was.
De overtuiging, dat dit telegram hem binnen
korten tijd bij haar zou brengen, deed haar
agitatie een beetje afnemen, hoewel de brief
van Edmund Landale toch wel de slechtst
denkbare voorbereiding voor de ontmoeting
wet de Montalt was. Doodzenuwachtig en met
een slap gevoel in de knieën liep ze Cromwell
Road door en toen ze het korte stukje straat,
dat naar het plein voerde naderde, zag ze
direct de rijzige, krachtige gestalte, die op
haar wachtte.
„U ziet er niet al te best uit, miss Merrion,"
klonk zijn begroeting, terwijl hij haar scherp
in het gezicht keek. Hij had niet de moeite
genomen haar de hand toe te steken.
„Ik ben niet hierheen gekomen om uw
oordeel over mijn uiterlijk te vernemen, maar
°m te hooren wat u mij te zeggen had," ant
woordde Dessie uit de hoogte. ,,U hebt mij
beloofd, dat u vanochtend de bewijzen kon
toonen, waaruit blijkt, dat u inderdaad mon
sieur Godefroi de Montalt bent en niet Rolande
Lespard, de moordenaar van den ouden Paul
Duvivier."
„U vergeet iets, miss Merrion," was het
Wet een snijdende kalmte gegeven bescheid;
S,als u zich goed herinnert, heb ik nog iets
dat het eiland Sal zeer geschikt is als uit
gangspunt voor die Trans-Atlantische lijn.
Het andere eindpunt zal dan Paramaribo
worden, waar de verbinding aansluit op het
belangrijke, 3300 km. lange luchtnet van
de K.L.M. aan de noordkust van Zuid-
Amerika.
De vloot van dit net bestaat uit vier
Lockheed Super Electra's en twee F 18. Het
net verbindt Columbia, Venezuela, Surina
me, de Engelsche bezittingen Barbados en
Trinidad en de Nederlandsche eilanden
Aruba, Bonaire en CuraQao.
Thans kan het traject van Paramaribo
naar Curaqao, waar men met de boot zeven
dag over vaart, in evenveel uren worden
afgelegd.
Het belang voor Suriname.
De zekerheid, dat bij Paramaribo binnen
enkele jaren een centrum van luchtverkeer
zal komen, beteekent Voor Suriname in de
eerste plaats, dat het de beschikking zal
krijgen over zeer snelle en goede verbin
dingen met het buitenland.
Doch ook het belang voor het binnenland
van Suriname is niet te onderschatten.
Immers dit land is vijf maal zoo groot als
Nederland en slechts een zeer klein ge
deelte ervan is bekend gebied. Er bestaat
geen enkele behoorlijke kaart van dit bin
nenland. Voor de ontsluiting en de explo
ratie van Suriname nu is het luchtverkeer
van zeer groot belang.
Conflict in de Amsterdamsche
haven breidt zich uit.
De wilde staking, die Dinsdag in
de Amsterdamsche Houthaven is
uitgebroken, heeft zich gisteren uit
gebreid tot het geheele personeel
van de havenarbeidsreserve (H.A.R.)
zoodat gistermorgen vijftienhonderd
man bij het conflict betrokken wa
ren.
De havenarbeidsreserve is de centrale
van losse havenarbeiders, die staan inge
schreven om gedirigeerd te worden op die
plaatsen, waar op éen bepaald oogenblik
schepen gelost moeten worden.
Bij aankomst van meerdere schepen of
ingeval van bijzondere drukte, moet elke
scheepvaartonderneming van deze reserve
gebruik maken, doch daarnaast beschikken
de meeste scheepvaartmaatschappijen over
een kern van eigen, in vasten dienst zijnd,
havenpersoneel. Deze vaste personeelen zijn
niet bij het conflict betrokken.
Bij de tegenwoordige stilte in de Am
sterdamsche haven bestond reeds gedurende
eenige weken onder de bij de H.A.R. inge
schreven arbeiders groote ontevredenheid
over het feit, dat zij, indien zij geen werk
hadden, onder de gewone steunregeling van
maatschappelijk Hulpbetoon vielen met al
le beperkende bepalingen van wachtdagen,
enz. alvorens zij weer aan het werk kon
den gaan. Ook de organisaties hebben reeds
eenige weken geleden getracht hierin te
voorzien en bij de scheepvaartvereeniging
Noord aandrongen op een soort wachtgeldre
geling, welke bij de reeders echter op finan
cieele bezwaren stuitten. De bestaande col
lectieve overeenkomst tusschen de arbeiders
organisaties en do reedersvereeniging loopt
tot Juli 1940, zoodat de organisaties van
transportarbeiders aan de hierin opgenomen
arbeidsvoorwaarden gebonden zijn.
Ook ongeorganiseerde arbeiders
staken.
De ontevredenheid onder de arbeiders der
havenarbeidsreserve leidde er Dinsdag toe
dat alle arbeiders in de haven het werk
neerlegden, zoowel georganiseerden als on
georganiseerden, en dat de .stakers van
Dinsdag wisten te bereiken dat de losse ar
beiders in de andere deelen van de haven
eveneens het werk neerlegden, niet alleen
ter verkrijging van een garantieregeling,
maar tevens terwilLe van den eisch, dat de
tarieven met 20 procent verhoogd zullen
worden.
Bij de maatschappij Oceaan, bij de K.N.S.M.
en bij verschillende stuwadoorskantoren
ligt het werk thans stil, terwijl bij enkeie
andere maatschappijen het vaste personeel
dat aan het werk is gebleven, de weinige
schepen, die op het oogenblik gelost of ge
laden moeten worden, in langzamer tempo
kan behandelen.
Voor den Rotterdamschcn politierechter,
stond terecht de 41-jarige gedetineerde 1'.
J. D. wegens steunfraude. Hij had geduren
de de jaren 19351939 als werklooze iederen
dag gestempeld en regelmatig steun in ont
vangst genomen, terwijl hij in dienst was
bij een garagehouder. Op deze wijze had
hij f 3200 onrechtmatig aan steungelden
ontvangen.
Van dit geld had hij een spaarpotje ge
maakt en Amerikaansche effecten gekocht.
Ten slotte was deze fraude aan den dag
gekomen.
De effecten waren in beslag genomen en
verkocht en met een bedrag van f 400 dat
D. nog had, heeft de dienst voor Maatschap
pelijk Hulpbetoon f 2.000 teruggekregen.
De man verdedigde de door hem gemaak
te fraude met de opmerking, dat hij van
plan was om met het gespaarde geld een
eigen zaak te beginnen.
De politierechter laakte ten zeerste de
handeling van verd. Hij heeft vier jaar dief
stal gepleegd van de belastinggelden, die
ook door minbedeelden worden opgebracht.
De officier eischte tegen D. vier maanden
gevangenisstraf. Conform den eisch werd
verdachte veroordeeld.
Het maandoverzicht van de afd. vissche-
rijen van het Dep. van Econ. Zaken ver
meldt over de visscherij in September 1939
o.a.:
In de Waddenzee en het niet afgesloten
gedeelte van de Zuiderzee werd de vissche
rij minder druk uitgeoefend dan in Septem
ber 1938.
De geldelijke uitkomsten der visscherij in
het IJsselmeer waren beter dan in Septem
ber van het vorige jaar. De hoeveelheid en
opbrengst bedroeg volgens voorloopige op
gave 972.985 492.083) kg. en f 230.150
(199.439) waaronder 537.559 (12.107) kg.
snoekbaars ter waarde van f 85.325 (3142.-)
en 395.086 (468.100) kg. aal ter waarde van
f 140.675 (194.554).
Tegen het einde der maand kwam in het
binnenland wat meer vraag naar zoetwater-
visch als gevolg van den geringen aanvoer
van zeevisch. Dit gold wel voornamelijk de
snoekbaars, doch ook voor de andere visch-
soorten was meer afzet te vindon. Dp prij
zen bleven echter laag.
Tenger vrouwtje door haar man
neergestoken.
Twee en een half jaar geëischt.
Het was een treurig verhaal over een
volkomen mislukt huwelijk, dat een 20-jari-
ge vrouw deed, die in Juli j.1. in haar wo
ning in de Derde Egelantiersdwarsstraat te
Amsterdam door haar man werd neerge
stoken.
Gisteren stond haar man, een 21-jarige
houtboorder, terecht voor de vierde kamer
der rechtbank, verdacht van poging tot
doodslag op zijn vrouw.
In 1937, vertelde de vrouw, was zij met
den houtbewerker getrouwd. Van den
eersten dag af liet het zich aanzien, dat het
huwelijk volkomen zou mislukken.
De verhouding tusschen man en vrouw
werd met den dag slechter. Zij verweet
hem, dat hij niet genoeg geld afgaf. Hij van
zijn kant klaagde over de wijze, waarop zij
haar huishoudelijke plichten vervulde.
Herhaaldelijk sloeg de verdachte het ten
gere vrouwtje...
Op 16 Juli aldus vertelde de vrouw
kwam mijn man 's avonds vrij laat thuis.
Hij wilde weer uitgaan en vroeg me geld.
Maar ik had nauwelijks de huur in huis. Ik
rende naar beneden om bij buurman hulp
te halen. Die ging mee naar boven, maar
mijn man begon direct te schelden. Hij
greep een hamer, ik pakte een bijl om me
te verdedigen. Hij greep me en ontrukte
me den bijl. op dat oogenblik trok hij het
dolkmes, dat ik hem indertijd zelf gegeven
had. Direct viel hij op me aan en stak me
in den buik. Wat er toen gebeurd is, besloot
zij haar treurig verhaal, weet ik niet, want
ik viel flauw.
Verdachte gaf toe, dat hij zijn vrouw ge
stoken had, maar dat was omdat zij hem
met een bijl te lijf wilde.
President: „En u had haar dien bijl toch
afgenomen.
Verdachte: „Dat liegt ze."
President (tot de vrouw): „En waarom
bent u niet bij uw man vandaan gegaan?"
IVOREN
Een avontuurlijke reis naar de ontoegan
kelijke oerwouden van Afrika, op zoek naar
de plaatswaar de olifanten hun laatste le
vensdaden slijten.
SCHAT
185.
„De Wanderobo's, die bij me waren, zijn
allen gedood" ging Lopez voort. „Jij hebt
gewonnen, René Marcelles maar wees ge
waarschuwd voor Boo-loo-la!" De Braziliaan
verloor het bewustzijn. René en Koen, gehol
pen door mijnheer Hendriks, hadden hem
eindelijk bevrijd, maar het mocht niet meer
baten en tegen de morgen sierf de zwaar ge
wonde man. In somber» stemming brachten
de overigen de nacht op het olifantenkerkhof
door.
186.
Bij het krieken van de dag viel er een scha
duw op de mensen. René werd wakker en zag
Boo-loo-la voor zich staan. Hij wekte nu de
anderen ook. „Bwana Roho", zei de olifants
man, „slechte plaats voor U, waar u bent!"
„Je hebt ons bijna gedood", beschuldigde
René hem. „Boo-loo-la wist niet, dat U hier
was", zei Boo-loo-la. „Doodde Lopez, doodde
de Wanderobo's."
„Dat lijkt me nogal onwaarschijnlijk," zei
hardop.
wc-"88
/jSJl'j
Jp
1 1
187.
„Neen, ik geloof hem," zei mijnheer Hen
driks. „Als hij de wacht hield op Lopez, kon
hij waarschijnlijk niet zien, dat wij door die
nauwe opening kwamen." „Wil je ons helpen
hier vandaan te komen?" vroeg René aan
den olifantsman.
„Als Bwana Roho belooft hier nooit meer
terug te komen," zei Boo-loo-la.
„Dat kan ik niet be oven," wierp René
tegen. „Je moet begrijpen" „Bwana kan
doen wat hij wil", zei een andere stem.
188.
René draaide zich om. „Kazimoto!" riep
hjj, hoe kom je hier?"
„Ben olifantsman gevolg", was het ant
woord, maar Kazimoto vermeed zorgvuldig
naar Boo-loo-la te kijken.
„Hem niet volgen", verzocht Boo-loo-la hen.
„Kunt hem niet volgen, Boo-loo-la weet het".
Kazimoto gaf René enkele tekens, waaruit
deze begreep, dat hij hem alleen wilde spre
ken. Buiten het gehoor van Boo-loo-la geko
men, luisterde René naar ".et relaas van Ka
zimoto, waarbij deze vertelde, hoe gedurende
de nacht na de aardbeving, Boo-loo-la ver
scheen.
Getuige: „omdat ik bang was, dat ik geen
steun zou krijgen".
De man beriep er zich op, dat de vrouw
het huis en haar kind verwaarloosde. Hij
kreeg zijn eten niet op tijd, het was in huis
geen uithouden meer.
President: „Daarom liep u maar steeds
naar uw moeder en ging u uit. En wanneer
u thuis was, mishandelde u haar maar.
Verdachte: „Daar was reden toe".
President: „Maar toch zeker niet
om een hondenzweep te gebrui
ken! En toen u haar stak had u
blijkbaar de bedoeling haar te
dooden. want u droeg het scherp
geslepen mes open in uw zak.
Verdachte: „Dat was toeval. Toen
ik stak wist ik niet meer, wat ik
deed.
Reeds als jongen...
Het reclassecringsrapport schetste ver
dachte als een onbeheerschte en driftige
persoonlijkheid. Als jongen wierp hij zijn
onderwijzer een inktpot naar het hoofd, la
ter ging hij een medearbeider met een ijze
ren staaf te lijf.
De officier van Justitie achtte de poging
méér beloofd dan de bewijzen die u wenschte."
Hij hield even op en keek haar aan met een
duivelschen glimlach. „Weet u het nog?"
Het meisje haalde de schouders op alsof ze
het niet de moeite waard vond zijn vraag te
beantwoorden.
„Neen, het is niet onbelangrijk," reageerde
hij op haar gebaar. „Het is integendeel van
het allergrootste belang. Het beteekent niet
meer of niet minder dan dat dit gesprek zou
kunnen eindigen met uw arrestatie, miss
Merrion; uw arrestatie op grond van een
hoogst ernstige verdenking. U wenscht te
weten wie ik ben en wilt niet gelooven, dit
ik ben die ik zeg te zijn. Ik wil ook weten wie
bent en waarom u vijf jaar geleden om
precies te zijn op 14 Maart 1930 in een
wachtkamer van het groote station in Bir-
mingham voor een waarde van duizenden
ponden aan juweelen hebt gestolen en geen
poging hebt gedaan ze terug te geven?"
Ondanks zijn avontuurlijke carrière, ver
stond Dessie de kunst van tooneelspelen aan
merkelijk beter dan hij, en ofschoon volkomen
overrompeld en van haar stuk gebracht,
slaagde zij er op wonderbaarlijke manier in de
emoties die in haar woelden te verbergen. Op
den langzamen, nadenkenden toon van iemand
die langgeleden feiten in zijn geheugen terug
roept, antwoordde zjj:
„De veertiende Maartde veertiende
Maartwel, het verbaast me niet, dat u
dien datum zoo goed kunt onthouden. Dat
was immers de dag waarop u gearresteerd
werd voor den moord op Paul Duvivier juist
op de plaats die u daarnet noemde: het station
in Birmingham."
Toen ze ophield met spreken, had Dessie
haar zelfbeheersching geheel teruggekregen;
het gevaar van de naderende crisis spande en
scherpte haar geestelgke vermogens. En ze
keek hem koud aan, uitdagend haast, toen ze
aan haar woorden toevoegde:
„Waarom vertelt u mij dit eigenlijk? Ik zie
er volstrekt geen bewijs in, dat u de moor
denaar van den ouden Duvivier niet bent.
Integendeel, het bewijst alleen, dat ik het bij
het rechte eind heb wat u betreft."
HOOFDSTUK VIII.
Een ontmoeting, die niet veel goeds
voorspelt.
Nooit eerder in haar leven had Dessie Mer
rion al haar moed en scherpzinnigheid meer
noodig gehad dan op dit oogenblik, terwijl ze,
tegenover de Montalt staande, koortsachtig
nadacht welken weg zij moest inslaan, en in
het bijzonder of ze het bezit van de juweelen
moest toegeven of ontkennen.
Als zij het ontkende, dan verloor haar kennis
van zijn identiteit alle grond; gaf zij toe, dan
hij vermoedelijk een even groote macht over
haar krijgen, als zij over hem bezat. Ze had
geen idee of ze er verkeerd aan had gedaan de
robijnen onder haar berusting te houden. Ze
was er vrijwel zeker van, dat de twee brieven,
die ze van het onbekende meisje gekregen had,
haar van de blaam van diefstal zouden zuive
ren, maar in hoeverre ze gerechtigd was ze zoo
lang te houden en of ze daarvoor strafbaar
was, dat wist ze niet.
Ze moest nu echter haar houding bepalen,
wat daarvan ook de gevolgen mochten zijn, en
de moeilijkheid van de keuze verwarde en ver
bijsterde haar. En al dit overwegen, al dit pijl
snelle en gespannen, noodlotzware afwegen
voor voor en tegen, flitste door haar brein, ter
wijl ze haar tegenstander aankeek en deze zijn
scherpe donkere oogen strak op haar gevestigd
hield als om haar gedachten van haar gelaat te
kunnen aflezen.
„Dit belooft een zeer interessant onderhoud
te worden", zei hij na een korte stilte. „Buiten
gewoon interessant. Zullen we verder wande
len? Het is wel een beetje melodramatisch om
elkaar op straat zoo te staan aankijken, vindt
u niet?".
Ze liepen voort en even later voegde hij er bij
„Ik heb oprechte bewondering voor uw quali-
teiten, miss Merrion, hoewel ik iemand, die zich
aan juweelendiefstal schuldig heeft gemaakt,
geen geschikte vriendin voor mijn aanstaande
vrouw vind; maar daarover zullen we het later
wel eens hebben. Ik wil eerst weten wat u van
plan bent. Noodzaakt u mij om mrs. Markham
op de hoogte te brengen van wat mij bekend is
of zullen we ons houden alsof ik deze ontdek
king niet heb gedaan? Ik ben niet zoo hard
vochtig tegen u als u tegen mij was en niet
ongeneigd u de hand boven het hoofd te hou
den".
„Ik ben niet van plan u te vragen wat u be
doelt met die ontdekking, die u zoogenaamd
gedaan hebt", was het rustige wederwoord. „Ik
ben hier gekomen om bewijzen van u te krij
gen, dat u Rolande Lespard niet bent en in-
plaats hiervan komt u met dit verhard aandra
gen".
„Dan zal ik tot mijn spijt genoopt zijn mrs.
Markham of de politie, of allebei, in te lichten
dat u een jongedame bent met zeer twijfelach
tige antecedenten, en betrokken bent geweest
in den diefstal van waardevolle juweelen, die
vijf jaar geleden heeft plaats gehad".
Dessie glimlachte bij zijn antwoord.
„Ik ben heelemaal niet overtuigd, dat u zich
erg gerust voelt in de nabijheid van een politie
agent! Maar gaat uw gang. Ik heb mijn plan
gemaakt. Ik heb vanmorgen een telegram aan
mr. Cheriton gestuurd of hij direct naar Lon
den kan komen; ik zal hem alle feiten voorleg
gen. Tot zoolang wacht ik. Meer heb ik niet te
lot doodslag bewezen. De vrouw, waaraan
misschien ook het een en ander ontbreekt,
had bij dezen bruut een afschuwelijk leven.
Noch de man, noch de vrouw waren rijp
voor het huwelijk, daar beiden maatschap
pelijk onvolwaardige menschen zijn.
Spreker vorderde een gevangenisstraf vara
twee en een half jaar.
De verdediger pleitte clementie.
Vonnis 8 November.
zeggen en daar u niet gedaan heeft wat u be
loofde, nl. uw identiteit te bewijzen, wensch ik
dit onderhoud niet voort te zetten".
Hierop keerde ze zich eensklaps om en liet
hem staan, zonder hem den tijd te geven nog
iets te zeggen. Haar eenige gedachte, haar
eenig verlangen en doel was Tom te spreken en
hem alles te vertellen.
De Montalt stond haar in woede en verbazing
na te staren. Na een oogenblik deed hij eerst
een paar stappen als om haar te volgen, maar
hij liet dit voornemen varen en keerde zich om,
snel nadenkend.
„Als die twee samenkomen voor ik heelemaal
sterk tegenover haar sta, dan ben ik verloren",
hield hij zichzelf voor. „Tot nog toe is alles
prachtig gegaan maar dit bjjdehande katje
staat op het punt alles te bederven. Het is nu
zoo langzamerhand tijd geworden om mijn plan
een onderzoek op haar kamers in te stellen, ten
uitvoer te brengen; dan zal ik wel vinden wat
ik noodig heb".
Hij riep een taxi aan en gaf den chauffeur
het adres van het pension waar Dessie woonde.
Tegen de hospita zei hij, dat hij een afspraak
met miss Merrion had en dat deze wel spoedig
thuis zou komen. Hij liet een kaartje van haar
zien dat hij, met het oog op dit plan, uit haar
tasch had genomen op een oogenblik, dat zij
die onbeheerd op een stoel had laten liggen en
waarop hij in haar nagebootst handschrift het
verzoek had geschreven brenger dezes in haar
kamer te laten. Dergelijke vrijmoedigheden ef
fectueerde de Montalt spelenderwijs hij had
in zijn veelbewogen leven voor heetere vuren
gestaan. En het kaartje werkte gelijk hii
open und"rS Verwacht had als een „Sesam
Hij wachtte even tot de voetstappen van de
hospita, die hem naar Dessie's flat had ge-
i w®£Sestorven waren, opende toen heel
zacht de deur weer, stak zijn hoofd naar bui
ten en luisterde aandachtig. Hij hoorde de oude
juffrouw beneden bezig, deed toen de deur op
sleldehad Z1Ch aan de taak' die hij zich ge-
Na een vlug, doch systematisch onderzoek
van een half uur, kwam hij tot de overtuiging
dat hij zijn verdere aandacht beter tot de kleine
brandkast kon bepalen en één deskundige blik
openbaarde hem, dat hij met deze bewaarplaats
niet veel moeite zou hebben. Het was een goed
koop ding, keurig geschilderd en volgens de
verzekering van den fabrikant braakvrij maar
de wanden waren dun en de kwetsbare plekken
h aristocratische monsieur de Montalt
had dan ook in deze branche eenige ervaring...
(Wordt vervolgd.)