Thans staken 1500 man KJ)( Dr. C. K. van Aalst overleden Huwelijksdrama voor de rechtbank Een modern vliegveld in Suriname Het geheim van de Stempelaar speculeert Zeer veel snoekbaars gevangen doorA. PANDOR Veel deed hij voor Nederlands economische belangen. In zijn woning te Hoevelaken is gistermorgen op 73-jarigen leeftijd overleden dr. C. J. K. van Aalst, oud-president der Nederlandsche Handel Maatschappij. Cornelis Johannes Karei van Aalst werd op 7 Mei 1866 te Hoorn geboren. Hij bezocht de openbare handelsschool te Amsterdam en trad in 1889 in dienst bij de factorij van de Nederlandsche Handelmaat schappij te Batavia. In 1902 volgde zijn be noeming tot directeur, en met ingang van 1 Januari 1913 werd hij als opvolger van wijlen den heer J. T. Cremer, president der Nederlandsche Handel Maatschappij. In handel en scheepvaart was de heer van Aalst, die in 1920 aan de Universiteit te Berlijn honoris causa tot doctor in de eco nomie promoveerde, een zeer groote figuur. Op zijn initiatief werd de Koninklijke Hol- landsche Lloyd in het leven geroepen en door zijn medewerking kwam de Nederland sche Scheepvaart Unie tot stand en kwam het later tot de fusie tuschen de K.N.S.M. nen de K.W.Ï.M. Bij het uitbreken van den wereldoorlog in 1914 heeft de heer van Aalst te zamen met mr, Treub en mr. Vissering gewerkt tot behoud van de financieele en economische positie van Nederland. Uit de door hem in 1914 ingestelde commissie voor den Neder- landschen handel, ontstond de Nederlansche Overzee Trust Maatschappij (N.O.T.M.) die voor den geheelen handel van Nederland, tijdens den wereldoorlog van de grootste be- teekenis is geweest. Door de Indische belangen van de Neder landsche Maatschappij heeft de heer van Aalst ook grooten invloed gehad op de eco- pomischen toestand in de koloniën. Hij bekleedde .m. functies bij de stoom vaart Mij. „Nederland" de Kon. Pakketvaart Mij. de Kon. Ned. Mij. tot Exploitatie van Pctroleumbronnen in Nederlandsch Indië, de Bataafsche Petroleum Mij. Zijn geboortestad Hoorn gaf hij het per- eeel Groote Oost 55, als kantoorgebouw voor de Kamer van Koophandel en Fabrieken van West Friesland ten geschenke. De hoogste onderscheidingen zijn dr. van 'Aalst ten deel gevallen. Leening van 11.400.000. De mogelijkheid van een Trans atlantische verbinding. Naar wij vernemen, heeft de re geering zich in beginsel bereid ver klaard om aan het gouvernement van Suriname een leening toe te staan van f 1.400.000, bestemd voor den aanleg van een modern geoutil leerd vliegveld bij Paramaribo. Dit feit is van buitengewoon groot be lang vopr Suriname, daar eindelijk een vaste basis zal bestaan voor de reeds jaren bestaande plannen van de K.L.M. om onze Zuid-Amerikaansche gebiedsdeelen door middel van een Trans-Atlantische luchtlijn met het moederland te verbinden. Naar be kend is, lag het in de bedoeling om Neder land via Lissabon een verbinding te geven met de Kaap Verdische eilanden. De heer Steensma, die thans nog in Lissabon ver toeft, heeft onderzoekingen op die eilanden gedaan, waarbij hij tot de conclusie kwam, FEUILLETON Naar't Engelschvan A. W. Marchmont 10. Als hij maar in de stad was geweest van ochtend, dan zou ze naar hem toe zijn gegaan en hem alles zonder eenige terughouding ver teld hebben. Uit deze gedachte werd een impuls geboren. Zoodra ze uit het station South Kensington kwam, stuurde ze hem een telegram met het dringend verzoek direct over te komen, al was het maar voor een paar uur, omdat er iets ernstigs gebeurd was. De overtuiging, dat dit telegram hem binnen korten tijd bij haar zou brengen, deed haar agitatie een beetje afnemen, hoewel de brief van Edmund Landale toch wel de slechtst denkbare voorbereiding voor de ontmoeting wet de Montalt was. Doodzenuwachtig en met een slap gevoel in de knieën liep ze Cromwell Road door en toen ze het korte stukje straat, dat naar het plein voerde naderde, zag ze direct de rijzige, krachtige gestalte, die op haar wachtte. „U ziet er niet al te best uit, miss Merrion," klonk zijn begroeting, terwijl hij haar scherp in het gezicht keek. Hij had niet de moeite genomen haar de hand toe te steken. „Ik ben niet hierheen gekomen om uw oordeel over mijn uiterlijk te vernemen, maar °m te hooren wat u mij te zeggen had," ant woordde Dessie uit de hoogte. ,,U hebt mij beloofd, dat u vanochtend de bewijzen kon toonen, waaruit blijkt, dat u inderdaad mon sieur Godefroi de Montalt bent en niet Rolande Lespard, de moordenaar van den ouden Paul Duvivier." „U vergeet iets, miss Merrion," was het Wet een snijdende kalmte gegeven bescheid; S,als u zich goed herinnert, heb ik nog iets dat het eiland Sal zeer geschikt is als uit gangspunt voor die Trans-Atlantische lijn. Het andere eindpunt zal dan Paramaribo worden, waar de verbinding aansluit op het belangrijke, 3300 km. lange luchtnet van de K.L.M. aan de noordkust van Zuid- Amerika. De vloot van dit net bestaat uit vier Lockheed Super Electra's en twee F 18. Het net verbindt Columbia, Venezuela, Surina me, de Engelsche bezittingen Barbados en Trinidad en de Nederlandsche eilanden Aruba, Bonaire en CuraQao. Thans kan het traject van Paramaribo naar Curaqao, waar men met de boot zeven dag over vaart, in evenveel uren worden afgelegd. Het belang voor Suriname. De zekerheid, dat bij Paramaribo binnen enkele jaren een centrum van luchtverkeer zal komen, beteekent Voor Suriname in de eerste plaats, dat het de beschikking zal krijgen over zeer snelle en goede verbin dingen met het buitenland. Doch ook het belang voor het binnenland van Suriname is niet te onderschatten. Immers dit land is vijf maal zoo groot als Nederland en slechts een zeer klein ge deelte ervan is bekend gebied. Er bestaat geen enkele behoorlijke kaart van dit bin nenland. Voor de ontsluiting en de explo ratie van Suriname nu is het luchtverkeer van zeer groot belang. Conflict in de Amsterdamsche haven breidt zich uit. De wilde staking, die Dinsdag in de Amsterdamsche Houthaven is uitgebroken, heeft zich gisteren uit gebreid tot het geheele personeel van de havenarbeidsreserve (H.A.R.) zoodat gistermorgen vijftienhonderd man bij het conflict betrokken wa ren. De havenarbeidsreserve is de centrale van losse havenarbeiders, die staan inge schreven om gedirigeerd te worden op die plaatsen, waar op éen bepaald oogenblik schepen gelost moeten worden. Bij aankomst van meerdere schepen of ingeval van bijzondere drukte, moet elke scheepvaartonderneming van deze reserve gebruik maken, doch daarnaast beschikken de meeste scheepvaartmaatschappijen over een kern van eigen, in vasten dienst zijnd, havenpersoneel. Deze vaste personeelen zijn niet bij het conflict betrokken. Bij de tegenwoordige stilte in de Am sterdamsche haven bestond reeds gedurende eenige weken onder de bij de H.A.R. inge schreven arbeiders groote ontevredenheid over het feit, dat zij, indien zij geen werk hadden, onder de gewone steunregeling van maatschappelijk Hulpbetoon vielen met al le beperkende bepalingen van wachtdagen, enz. alvorens zij weer aan het werk kon den gaan. Ook de organisaties hebben reeds eenige weken geleden getracht hierin te voorzien en bij de scheepvaartvereeniging Noord aandrongen op een soort wachtgeldre geling, welke bij de reeders echter op finan cieele bezwaren stuitten. De bestaande col lectieve overeenkomst tusschen de arbeiders organisaties en do reedersvereeniging loopt tot Juli 1940, zoodat de organisaties van transportarbeiders aan de hierin opgenomen arbeidsvoorwaarden gebonden zijn. Ook ongeorganiseerde arbeiders staken. De ontevredenheid onder de arbeiders der havenarbeidsreserve leidde er Dinsdag toe dat alle arbeiders in de haven het werk neerlegden, zoowel georganiseerden als on georganiseerden, en dat de .stakers van Dinsdag wisten te bereiken dat de losse ar beiders in de andere deelen van de haven eveneens het werk neerlegden, niet alleen ter verkrijging van een garantieregeling, maar tevens terwilLe van den eisch, dat de tarieven met 20 procent verhoogd zullen worden. Bij de maatschappij Oceaan, bij de K.N.S.M. en bij verschillende stuwadoorskantoren ligt het werk thans stil, terwijl bij enkeie andere maatschappijen het vaste personeel dat aan het werk is gebleven, de weinige schepen, die op het oogenblik gelost of ge laden moeten worden, in langzamer tempo kan behandelen. Voor den Rotterdamschcn politierechter, stond terecht de 41-jarige gedetineerde 1'. J. D. wegens steunfraude. Hij had geduren de de jaren 19351939 als werklooze iederen dag gestempeld en regelmatig steun in ont vangst genomen, terwijl hij in dienst was bij een garagehouder. Op deze wijze had hij f 3200 onrechtmatig aan steungelden ontvangen. Van dit geld had hij een spaarpotje ge maakt en Amerikaansche effecten gekocht. Ten slotte was deze fraude aan den dag gekomen. De effecten waren in beslag genomen en verkocht en met een bedrag van f 400 dat D. nog had, heeft de dienst voor Maatschap pelijk Hulpbetoon f 2.000 teruggekregen. De man verdedigde de door hem gemaak te fraude met de opmerking, dat hij van plan was om met het gespaarde geld een eigen zaak te beginnen. De politierechter laakte ten zeerste de handeling van verd. Hij heeft vier jaar dief stal gepleegd van de belastinggelden, die ook door minbedeelden worden opgebracht. De officier eischte tegen D. vier maanden gevangenisstraf. Conform den eisch werd verdachte veroordeeld. Het maandoverzicht van de afd. vissche- rijen van het Dep. van Econ. Zaken ver meldt over de visscherij in September 1939 o.a.: In de Waddenzee en het niet afgesloten gedeelte van de Zuiderzee werd de vissche rij minder druk uitgeoefend dan in Septem ber 1938. De geldelijke uitkomsten der visscherij in het IJsselmeer waren beter dan in Septem ber van het vorige jaar. De hoeveelheid en opbrengst bedroeg volgens voorloopige op gave 972.985 492.083) kg. en f 230.150 (199.439) waaronder 537.559 (12.107) kg. snoekbaars ter waarde van f 85.325 (3142.-) en 395.086 (468.100) kg. aal ter waarde van f 140.675 (194.554). Tegen het einde der maand kwam in het binnenland wat meer vraag naar zoetwater- visch als gevolg van den geringen aanvoer van zeevisch. Dit gold wel voornamelijk de snoekbaars, doch ook voor de andere visch- soorten was meer afzet te vindon. Dp prij zen bleven echter laag. Tenger vrouwtje door haar man neergestoken. Twee en een half jaar geëischt. Het was een treurig verhaal over een volkomen mislukt huwelijk, dat een 20-jari- ge vrouw deed, die in Juli j.1. in haar wo ning in de Derde Egelantiersdwarsstraat te Amsterdam door haar man werd neerge stoken. Gisteren stond haar man, een 21-jarige houtboorder, terecht voor de vierde kamer der rechtbank, verdacht van poging tot doodslag op zijn vrouw. In 1937, vertelde de vrouw, was zij met den houtbewerker getrouwd. Van den eersten dag af liet het zich aanzien, dat het huwelijk volkomen zou mislukken. De verhouding tusschen man en vrouw werd met den dag slechter. Zij verweet hem, dat hij niet genoeg geld afgaf. Hij van zijn kant klaagde over de wijze, waarop zij haar huishoudelijke plichten vervulde. Herhaaldelijk sloeg de verdachte het ten gere vrouwtje... Op 16 Juli aldus vertelde de vrouw kwam mijn man 's avonds vrij laat thuis. Hij wilde weer uitgaan en vroeg me geld. Maar ik had nauwelijks de huur in huis. Ik rende naar beneden om bij buurman hulp te halen. Die ging mee naar boven, maar mijn man begon direct te schelden. Hij greep een hamer, ik pakte een bijl om me te verdedigen. Hij greep me en ontrukte me den bijl. op dat oogenblik trok hij het dolkmes, dat ik hem indertijd zelf gegeven had. Direct viel hij op me aan en stak me in den buik. Wat er toen gebeurd is, besloot zij haar treurig verhaal, weet ik niet, want ik viel flauw. Verdachte gaf toe, dat hij zijn vrouw ge stoken had, maar dat was omdat zij hem met een bijl te lijf wilde. President: „En u had haar dien bijl toch afgenomen. Verdachte: „Dat liegt ze." President (tot de vrouw): „En waarom bent u niet bij uw man vandaan gegaan?" IVOREN Een avontuurlijke reis naar de ontoegan kelijke oerwouden van Afrika, op zoek naar de plaatswaar de olifanten hun laatste le vensdaden slijten. SCHAT 185. „De Wanderobo's, die bij me waren, zijn allen gedood" ging Lopez voort. „Jij hebt gewonnen, René Marcelles maar wees ge waarschuwd voor Boo-loo-la!" De Braziliaan verloor het bewustzijn. René en Koen, gehol pen door mijnheer Hendriks, hadden hem eindelijk bevrijd, maar het mocht niet meer baten en tegen de morgen sierf de zwaar ge wonde man. In somber» stemming brachten de overigen de nacht op het olifantenkerkhof door. 186. Bij het krieken van de dag viel er een scha duw op de mensen. René werd wakker en zag Boo-loo-la voor zich staan. Hij wekte nu de anderen ook. „Bwana Roho", zei de olifants man, „slechte plaats voor U, waar u bent!" „Je hebt ons bijna gedood", beschuldigde René hem. „Boo-loo-la wist niet, dat U hier was", zei Boo-loo-la. „Doodde Lopez, doodde de Wanderobo's." „Dat lijkt me nogal onwaarschijnlijk," zei hardop. wc-"88 /jSJl'j Jp 1 1 187. „Neen, ik geloof hem," zei mijnheer Hen driks. „Als hij de wacht hield op Lopez, kon hij waarschijnlijk niet zien, dat wij door die nauwe opening kwamen." „Wil je ons helpen hier vandaan te komen?" vroeg René aan den olifantsman. „Als Bwana Roho belooft hier nooit meer terug te komen," zei Boo-loo-la. „Dat kan ik niet be oven," wierp René tegen. „Je moet begrijpen" „Bwana kan doen wat hij wil", zei een andere stem. 188. René draaide zich om. „Kazimoto!" riep hjj, hoe kom je hier?" „Ben olifantsman gevolg", was het ant woord, maar Kazimoto vermeed zorgvuldig naar Boo-loo-la te kijken. „Hem niet volgen", verzocht Boo-loo-la hen. „Kunt hem niet volgen, Boo-loo-la weet het". Kazimoto gaf René enkele tekens, waaruit deze begreep, dat hij hem alleen wilde spre ken. Buiten het gehoor van Boo-loo-la geko men, luisterde René naar ".et relaas van Ka zimoto, waarbij deze vertelde, hoe gedurende de nacht na de aardbeving, Boo-loo-la ver scheen. Getuige: „omdat ik bang was, dat ik geen steun zou krijgen". De man beriep er zich op, dat de vrouw het huis en haar kind verwaarloosde. Hij kreeg zijn eten niet op tijd, het was in huis geen uithouden meer. President: „Daarom liep u maar steeds naar uw moeder en ging u uit. En wanneer u thuis was, mishandelde u haar maar. Verdachte: „Daar was reden toe". President: „Maar toch zeker niet om een hondenzweep te gebrui ken! En toen u haar stak had u blijkbaar de bedoeling haar te dooden. want u droeg het scherp geslepen mes open in uw zak. Verdachte: „Dat was toeval. Toen ik stak wist ik niet meer, wat ik deed. Reeds als jongen... Het reclassecringsrapport schetste ver dachte als een onbeheerschte en driftige persoonlijkheid. Als jongen wierp hij zijn onderwijzer een inktpot naar het hoofd, la ter ging hij een medearbeider met een ijze ren staaf te lijf. De officier van Justitie achtte de poging méér beloofd dan de bewijzen die u wenschte." Hij hield even op en keek haar aan met een duivelschen glimlach. „Weet u het nog?" Het meisje haalde de schouders op alsof ze het niet de moeite waard vond zijn vraag te beantwoorden. „Neen, het is niet onbelangrijk," reageerde hij op haar gebaar. „Het is integendeel van het allergrootste belang. Het beteekent niet meer of niet minder dan dat dit gesprek zou kunnen eindigen met uw arrestatie, miss Merrion; uw arrestatie op grond van een hoogst ernstige verdenking. U wenscht te weten wie ik ben en wilt niet gelooven, dit ik ben die ik zeg te zijn. Ik wil ook weten wie bent en waarom u vijf jaar geleden om precies te zijn op 14 Maart 1930 in een wachtkamer van het groote station in Bir- mingham voor een waarde van duizenden ponden aan juweelen hebt gestolen en geen poging hebt gedaan ze terug te geven?" Ondanks zijn avontuurlijke carrière, ver stond Dessie de kunst van tooneelspelen aan merkelijk beter dan hij, en ofschoon volkomen overrompeld en van haar stuk gebracht, slaagde zij er op wonderbaarlijke manier in de emoties die in haar woelden te verbergen. Op den langzamen, nadenkenden toon van iemand die langgeleden feiten in zijn geheugen terug roept, antwoordde zjj: „De veertiende Maartde veertiende Maartwel, het verbaast me niet, dat u dien datum zoo goed kunt onthouden. Dat was immers de dag waarop u gearresteerd werd voor den moord op Paul Duvivier juist op de plaats die u daarnet noemde: het station in Birmingham." Toen ze ophield met spreken, had Dessie haar zelfbeheersching geheel teruggekregen; het gevaar van de naderende crisis spande en scherpte haar geestelgke vermogens. En ze keek hem koud aan, uitdagend haast, toen ze aan haar woorden toevoegde: „Waarom vertelt u mij dit eigenlijk? Ik zie er volstrekt geen bewijs in, dat u de moor denaar van den ouden Duvivier niet bent. Integendeel, het bewijst alleen, dat ik het bij het rechte eind heb wat u betreft." HOOFDSTUK VIII. Een ontmoeting, die niet veel goeds voorspelt. Nooit eerder in haar leven had Dessie Mer rion al haar moed en scherpzinnigheid meer noodig gehad dan op dit oogenblik, terwijl ze, tegenover de Montalt staande, koortsachtig nadacht welken weg zij moest inslaan, en in het bijzonder of ze het bezit van de juweelen moest toegeven of ontkennen. Als zij het ontkende, dan verloor haar kennis van zijn identiteit alle grond; gaf zij toe, dan hij vermoedelijk een even groote macht over haar krijgen, als zij over hem bezat. Ze had geen idee of ze er verkeerd aan had gedaan de robijnen onder haar berusting te houden. Ze was er vrijwel zeker van, dat de twee brieven, die ze van het onbekende meisje gekregen had, haar van de blaam van diefstal zouden zuive ren, maar in hoeverre ze gerechtigd was ze zoo lang te houden en of ze daarvoor strafbaar was, dat wist ze niet. Ze moest nu echter haar houding bepalen, wat daarvan ook de gevolgen mochten zijn, en de moeilijkheid van de keuze verwarde en ver bijsterde haar. En al dit overwegen, al dit pijl snelle en gespannen, noodlotzware afwegen voor voor en tegen, flitste door haar brein, ter wijl ze haar tegenstander aankeek en deze zijn scherpe donkere oogen strak op haar gevestigd hield als om haar gedachten van haar gelaat te kunnen aflezen. „Dit belooft een zeer interessant onderhoud te worden", zei hij na een korte stilte. „Buiten gewoon interessant. Zullen we verder wande len? Het is wel een beetje melodramatisch om elkaar op straat zoo te staan aankijken, vindt u niet?". Ze liepen voort en even later voegde hij er bij „Ik heb oprechte bewondering voor uw quali- teiten, miss Merrion, hoewel ik iemand, die zich aan juweelendiefstal schuldig heeft gemaakt, geen geschikte vriendin voor mijn aanstaande vrouw vind; maar daarover zullen we het later wel eens hebben. Ik wil eerst weten wat u van plan bent. Noodzaakt u mij om mrs. Markham op de hoogte te brengen van wat mij bekend is of zullen we ons houden alsof ik deze ontdek king niet heb gedaan? Ik ben niet zoo hard vochtig tegen u als u tegen mij was en niet ongeneigd u de hand boven het hoofd te hou den". „Ik ben niet van plan u te vragen wat u be doelt met die ontdekking, die u zoogenaamd gedaan hebt", was het rustige wederwoord. „Ik ben hier gekomen om bewijzen van u te krij gen, dat u Rolande Lespard niet bent en in- plaats hiervan komt u met dit verhard aandra gen". „Dan zal ik tot mijn spijt genoopt zijn mrs. Markham of de politie, of allebei, in te lichten dat u een jongedame bent met zeer twijfelach tige antecedenten, en betrokken bent geweest in den diefstal van waardevolle juweelen, die vijf jaar geleden heeft plaats gehad". Dessie glimlachte bij zijn antwoord. „Ik ben heelemaal niet overtuigd, dat u zich erg gerust voelt in de nabijheid van een politie agent! Maar gaat uw gang. Ik heb mijn plan gemaakt. Ik heb vanmorgen een telegram aan mr. Cheriton gestuurd of hij direct naar Lon den kan komen; ik zal hem alle feiten voorleg gen. Tot zoolang wacht ik. Meer heb ik niet te lot doodslag bewezen. De vrouw, waaraan misschien ook het een en ander ontbreekt, had bij dezen bruut een afschuwelijk leven. Noch de man, noch de vrouw waren rijp voor het huwelijk, daar beiden maatschap pelijk onvolwaardige menschen zijn. Spreker vorderde een gevangenisstraf vara twee en een half jaar. De verdediger pleitte clementie. Vonnis 8 November. zeggen en daar u niet gedaan heeft wat u be loofde, nl. uw identiteit te bewijzen, wensch ik dit onderhoud niet voort te zetten". Hierop keerde ze zich eensklaps om en liet hem staan, zonder hem den tijd te geven nog iets te zeggen. Haar eenige gedachte, haar eenig verlangen en doel was Tom te spreken en hem alles te vertellen. De Montalt stond haar in woede en verbazing na te staren. Na een oogenblik deed hij eerst een paar stappen als om haar te volgen, maar hij liet dit voornemen varen en keerde zich om, snel nadenkend. „Als die twee samenkomen voor ik heelemaal sterk tegenover haar sta, dan ben ik verloren", hield hij zichzelf voor. „Tot nog toe is alles prachtig gegaan maar dit bjjdehande katje staat op het punt alles te bederven. Het is nu zoo langzamerhand tijd geworden om mijn plan een onderzoek op haar kamers in te stellen, ten uitvoer te brengen; dan zal ik wel vinden wat ik noodig heb". Hij riep een taxi aan en gaf den chauffeur het adres van het pension waar Dessie woonde. Tegen de hospita zei hij, dat hij een afspraak met miss Merrion had en dat deze wel spoedig thuis zou komen. Hij liet een kaartje van haar zien dat hij, met het oog op dit plan, uit haar tasch had genomen op een oogenblik, dat zij die onbeheerd op een stoel had laten liggen en waarop hij in haar nagebootst handschrift het verzoek had geschreven brenger dezes in haar kamer te laten. Dergelijke vrijmoedigheden ef fectueerde de Montalt spelenderwijs hij had in zijn veelbewogen leven voor heetere vuren gestaan. En het kaartje werkte gelijk hii open und"rS Verwacht had als een „Sesam Hij wachtte even tot de voetstappen van de hospita, die hem naar Dessie's flat had ge- i w®£Sestorven waren, opende toen heel zacht de deur weer, stak zijn hoofd naar bui ten en luisterde aandachtig. Hij hoorde de oude juffrouw beneden bezig, deed toen de deur op sleldehad Z1Ch aan de taak' die hij zich ge- Na een vlug, doch systematisch onderzoek van een half uur, kwam hij tot de overtuiging dat hij zijn verdere aandacht beter tot de kleine brandkast kon bepalen en één deskundige blik openbaarde hem, dat hij met deze bewaarplaats niet veel moeite zou hebben. Het was een goed koop ding, keurig geschilderd en volgens de verzekering van den fabrikant braakvrij maar de wanden waren dun en de kwetsbare plekken h aristocratische monsieur de Montalt had dan ook in deze branche eenige ervaring... (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1939 | | pagina 7