Jan Zeedijk in Amerika Nieuw Raadsel De Avonturen van EeAie fong&tvi en melijei! Oplossing raadsel vorige week Paardjrijeden Zoekprentje Onweert het werkelijk? Een wasknijper op stap door R. VAN NEERVOORT Daar kwam de vorige week een meisje op kantoor, ze was boos, en eigenlijk ook ver drietig en toen ze verteld had, waar over ze ontstemd was, toen begreep ik het. Ik zal het jullie, ook vertellen. Het gebeurde op de Kanaalweg, zo zei het vriendinnetje, daar zat een mus, je weet wel zo'n vrolijk dartel straatjongetje onder de vogels, het zat daar parmantig te wippen, toen een jongen met een buks kwam, die richtte z'n wapen en schoot... het vrolijke vogeltje dood. Kan je begrijpen, dat het vriendinnetje, dat deze le lijke streek zag boos en verdrietig was? Ik weet niet wie die jongen was, gelukkig maar, want het spijt me, dat hij dat gedaan heeft. Er zullen wel meer vriendjes van me zijn, die zo'n speelgoedbuks hebben, maar denk er dan om, jongens, gebruikt het niet, waar voor die jongen het gebruikte, om zo'n vrolijk gevederd vriendje te doden. Dat is laf, als je graag met je buks schiet, nu dan kan je zelf wel een doel maken, waarop je kan rich ten, maar doe het nooit op iets dat leeft. Ik heb het meisje, dat me het verhaal kwam doen, beloofd, er in het Kinderhoekje over te schrijven. Ik hoop, dat de jongen het leest, die de oorzaak van deze lelijke daad was. Misschien heeft hij het niet eens ge daan met de opzet het diertje te doden, maar laat hij zijn buks dan toch nooit meer rich ten op onze vrolijke gevleugelde vrienden. Er was ook een vriendinnetje, dat vroeg, welke dieren er onder de huisdieren, vielen. Ze vond het heel mal, dat ook een paard en een koe onder die groep gerangschikt moes ten worden. En toch behoren ze er toe, ook al zit het paard niet bij je aan tafel en eet de koe de kruimpjes niet op, die er op de grond vallen. Huisdieren zijn dieren, zoo zegt Winkler Prins, dat is de schrijver van een grote mensen woordenboek (encyclopaedie), die tot nut of genoegen der mensen worden geteeld of althans gehouden. Daartoe be horen vooreerst de dieren van de veesta pel, zoals bij ons rund, paard, varken, schaap en geit, in andere landen ook kameel, muil dier, ezel, buffel, schrik niet... olifant, yak, lama, zebra en rendier, verder het pluim vee en de insecten, zoals bijen en zijderup sen, moeten tot de huisduiren gerekend wor den. Jullie zien dus wel, dat het nogal een uit gebreide groep is, en dat je ze lang niet allemaal in huis kem laten. Stel je voor... een olifant of... een bij. Je moet er gewoon niet aan denken. Het boek is van de week gewonnen door: TINI VAN BREDERODE Hoogstraat 58 En nu met spoed de briefjes, die de vo rige week zijn blijven liggen. Hennie de Werker. Jij bent net zo ge lukkig als mijn kinderen, die zijn een paar weken geleden ook verblijd met een klein poesje, dat door Jaap gedoopt werd als „Poemel" en die naam nu haar leven lang zal houden. Ze is speels en lief, natuurlijk net als dat poesje van jou. Marietje Weeda, Nu, heb ik niet ge lijk gehad, Marietje, dat het de moeite waard was, om in de herfstvacantie eens een tochtje naar de Donkere Duinen te ma ken? Je bent nog juist op tijd geweest, want de wind heeft de laatste dagen lelijk huisgehouden in de bomen en alle kopjes bijna kaal geplukt. Ja, ik vond het wat leuk, dat ik jou een paar weken terug ontmoette. Nu kennen we elkaar tenminste. Minkie Hijtna. Dat was een goocheme ezel, Minkie, die de i en de a kan lezen, maar ik geloof, dat jij nog goochemer bent, door me met dit verhaaltje te foppen. Ver lang je nog wel eens naar de bossen in Nunspeet, of ben je blij, dat je weer in Nieuwediep terugbent? Nu vergeet dat vriendje, dat zo ver van de Koningstraat woont en er zo tegen opziet om de verre wandeling met re gen en storm te maken, zijn naam op zijn briefje te schrijven. En hij vindt het nog wel zo vervelend, als hij Zaterdags niet in 't Jut- tertje staat. O, o, o, wat een dommert. Rika Koningstein. Voor jou is een doos post niet veel, Rika, jij schrijft zo trouw, dat hij snel op is, maar gelukkig, het is spoedig Sint Nicolaas, wie weet, krijg je dan weer zo'n verrassing. Ja, bij mij ko men de jongens het eerst, Rika, want... de jongens zijn de baas. O zo, en laat die me neer voor de radio nu maar zeggen: Beste meisjes en jongens, ik schrijf het precies andersom. Die kippenringen ken ik niet, hoor. Had ik jou die extra prijs beloofd? Schrijf je het eens? Joop v. Dijk. Vind je het niet reuze gezellig;, die storm om huis, Joop. Ik wel. Laat die wind maar gieren, binnen is het er te gezelliger om en als je er door moet, nu dan steek je je hoofd maar in de wind, je laat de storm om je haren waaien en aan je neus trekken. Wat geeft het? Je haar zit vast genoeg en je neus zal je ook niet ver liezen. Nee, ik houd wel van de wind. Winterprinsesje. Ja, ik kan schaatsen rijden, Winterprinsesje, maar ik voel me nooit erg stevig staan op die smalle, gladde dingen en we hebben de laatste jaren te weinig ijs gehad om veel te oefenen. Mis schien van de winter, 't Is aan één kant wel leuk, maar aan de andere kant... hoop ik dat de thermometer maar steeds een flink eindje boven nul blijft. Jaap Toes. Steek vandaag maar weer je borst vooruit, Jaap, want daar staat ver draaid alweer je naam in de krant. Een eigengemaakt versje mag je wel insturen, maar ik kan niet vast beloven, dat het ge plaatst wordt, hoor, ik moet eerst zien wat het is. Dus, doe je best. Gerard Kramer. Daar heb ik je de vo rige week lelijk op antwoord laten wachten, Gerard, maar als je nu naar al de namen van die vriendjes en vriendinnetjes ziet, die boven en onder jouw briefje staan, dan zal je niet erg teleurgesteld zijn, want zij heb ben allemaal moeten wachten. Ja, wat een rare sommen zijn die breuksommen, hé, Tjib heeft er in het begin ook z'n hoofd over gebroken, maar nu gaat het wel, net als met jou. Hennie Korbee, Ha, ben je Maandag jarig, Hennie, nu een reuze dag, hoor, een dag met veel pret en veel taartjes en veel cadeautjes. Vertel me volgende week maar eens hoe fijn het was. Sientje Korbee. Nu, jouw moeder is ook ongelukkig geweest, Sientje, je mag haar wel flink helpen, want je been ver branden en knie verstuiken, dat is geen grapje. Doe je best dus. Beppie Korbee. Een goed voornemen, Beppie, om je zusje niet meer te plagen. Over twee weken moet je me eens vertellen of je woord gehouden hebt. Corrie Koningstein. Nee, aan je naam zag ik niet direct, dat je een nieuw vrien dinnetje was, Corrie. Want die naam staat al een paar jaar in deze rubriek, alleen een andere voornaam. Als jij net zo trouw bent als je naamgenootje, dan ben ik tevreden den over je. Johanna Dekker. Daar kom ik nu pre cies ruim een week te laat met m'n felici tatie voor je verjaardag, Joh. Dat komt nu, omdat ik vorige week je briefje moest laten liggen. Wil je m'n gelukwensen nog aan nemen Bep v. Rijswijk. Zaterdag is de optocht wel doorgegaan, hè, Bep, al was het ook somber weer en drupte de regen niet mals. Er waren toch nog wel een duizend kinde ren gekomen, hoor ik. Was jij er ook? Maarten Verbeek. Nee, dat was heus niet dom van Fransje, Maarten, toen hij tot tweemaal toe in een emmer met water tui melde. Jij hebt ook geen ogen van achteren en als ze dus een teil water achter je zetten, terwijl je achteruit loopt, spring je er ook niet overheen! Zeg, dat zou fijn zijn, als jij die taart eens won.. Nu, wie weet. Mary Jurg. Jullie hebt echt geboft met die herfstvacantie, Mary. Wie had nu ge dacht, dat het zulk goed weer zou zijn? Maar het is jullie van harte gegund, hoor, nog wel eens zo mooi en zo lang. Tliijs Kater. Goed zo, Thijs, blijf de raadsels opsturen, dan maak je de beste kans een prijs te winnen. Loeki en Leon v. d. Wal. Gelukkig, de feestdagen komen steeds dichte bij, Loeki, je kan het zien aan de winkels en aan de kranten. Sint Nicolaasplaten zie je al op verschillende plaatsen en bij de banketbak kers begint het al zo heerlijk naar taai taai en speculaas te ruiken. Je begint naar al dat fijne te verlangen. Teuntje Kloosterman. Sjonge, dat is laat geweest, Teuntje, op die verjaardag van je opa, wat zal je de volgende dag een kleine oogjes gehad hebben van de slaap. Of kan je er wel tegen om laat naar bed te gaan? Martha, Tonia en Dientje Briars, Ik geloof graag, dat moeder blij was, dat jullie weer naar school gingen, want zo'n paar kwebbeltjes de hele dag om je heen, dat was ook geen pretje. Jullie hebt vast te druk gekwekt, net als de kikkers. Mies Hirsch. Alweer zo'n gezellig briefje van je, Mies en een leuk vers. Dat was toch niet van jezelf. Ik zal het hier onder opnemen, hoor. REGENLIEDJE. 't Regent héél de lieve dag, 't Regent dat 't giet, 't Water spettert, spat en plast, Door 't raam kijkt Griet. In de nevel ligt 'n poes, 't Poesje van de buren, En Grietje denkt en snapt: Wat heeft dat poesje te verduren. Ze doet haar cape om en gaat vlug De tuin in en1 komt terug Met 't poesje van hiernaast, O, wat heeft Griet haast. Ze geeft 't poesje eten, Ze geeft 't poesje melk, Ze was 't haast vergeten Dat: „Melk is goed voor elk". Neeltje, Coster. Al was het vandaag verboden om te schrijven, wil ik jou toch even antwooorden. Neeltje, of eigenlijk wil ik hier even meedelen, wat je me vertelde, n.1. dat je een maand geleden een prachtige autoped gevonden hebt en hoewel je bij de politie daarvan aangifte gedaan hebt, deze nog niet teruggehaald is. Wie zijn autoped dus kwijt is, kan bij jou terecht: Wacht- straat 26. Nu, jongens en meisjes, tot volgende week, dan mogen jullie weer schrijven. Goede oplossingen ontvangen vant Hennie, Beppie en Lientje Korbee; Bali, Annie en Cor v. Beijnen; Loekie en Annie Janssen; Annie en Jantje ter Bruggen; Bep pie Vink; Jan Koomen; George Veer; Corrie Brouwer; Coen, Frits, Tiny en Neeltje Cos- ter; Tiny v. Brederode; Corrie Koningstein; Jan Boekei; Jan Brouwer; Leni v. d. Mast; Piet Camer; Joop v. Dijk; Wijnand Kerstens; Marthe Briars; Marietje Verbeek; Corrie en Ida Lafeber; Jan Bek; Annie v. Houten, schaat S meelpa P Hengel O Grollo O mandoe R spreeu W horlog E oorvee G legend E leeuwi N SPOORWEGEN INVUL-RAADSEL (Opgave): X O O I X A A N X O O S X MM A X O O L X O F T X E E F X E T S X E S T X E E L X N K T X E V S Als je de kruisjes door letters vervangt, zullen deze, van boven naar beneden gelezen, den naam vormen van een beminde persoon in Nederland. Als dit nu geen makkelij!- raad sel is, nu dan weet ik het niet meer. „Ik wil geen houten paardje!" „Maar Zus, wat wil je dan?" „Ik wil er eentje hebben, Dat werklijk lopen kan!" „Kom dan maar op mijn rug, Zus!" Zegt Hans en tilt haar op. Zo rijdt hij door de kamer, Met Tim, de hond, voorop! Waar is de molenaar? •uen uiooq ap uba 5fej ajsjapuo ap uaSa; meuajoui uap af aiz uep 'apfiz ra; •tpai ap do aCjBeid ;aq iesia iSuissofdQ Een grapje met twee touwen. „Ik kan onweer maken!" zei Hans trots tegen zijn vriend Karei. Deze begon te lachen en zei: „Zeg, als je me nog eens iets wilt wijsmaken! Denk je, dat ik alles geloof wat jij zegt! Onweer maken! Kan je soms ook storm maken?" „Nee, alleen onweer en als je het niet gelooft, zal ik het je laten horen. Ik heb er twee touwen voor nodig want die moe ten het geluid van de donder geleiden!" Karei lachte honend en zei: „Nu ga je gang, ik ben erg benieuwd. Maar je moet vooral niet denken, dat ik je geloof! Ik vind, dat je een verwaande vent bent. On weer maken!!!" Karei scheen er niet over uit te kunnen. Maar Hans bleef heel rustig en haalde twee flinke stukken touw. Die knoopte hij op verschillende plaatsen aan elkaar (zoals je op de tekening kunt zien) en daarna zei hij: „Nu moet jij deze twee uiteinden in de oren houden, dan zal ik het laten onwe- ren!" Karei hield lachend de beide uiteinden in zijn oren en toen hield Hans de andere uiteinden vast en streek stevig langs de verschillende knopen. Meteen begon hij te schateren van het lachen .want Karei liet de touwen verschrikt los en zei: „Ja, wer kelijk, hoe doe je dat?" Hans zei niets, maar herhaalde het grapje nog eens. Karei keek wantrouwend naar buiten en vroeg: „On weert het nu werkelijk?", maar toen hij het lachende gezicht van Hans zag, begreep hij, dat hij er toch nog ingevlogen was. De touwen geleidden het geluid zo goed, dat het strijken langs de knopen in Kareis oren net als onweer klonk. Proberen jullie het ook eens, je zult zien, dat het uitkomt! 33. Doordat de overval bjj verrassing was ge schied hadden de manschappen van het ma rine-emplacement slechts even gelegenheid het besturbare luchtschip te zien, voordat het, na het vuren, omkeerde en in de duister nis verdween. De legervliegers renden naar de hangars. „Als ik de kans krijg, die dikke sigaar te rammeien, dan breng ik hem naar beneden!" beloofde een der vliegers. 34. „Onze jagers zullen het luchtschip spoedig hebben ingehaald!" riep een ander. Maar de achtervolgers vlogen door het luchtruim, zonder dat ze een spoor van het luchtschip ontdekten. Ondanks de groote snelheid, die zjj ontwikkelden, was het hun niet mogelijk het luchtschip „De Schorpioen" in te halen, dat vloog op een mengsel van benzine en een geheimzinnige vloeistof, volgens de uitvin ding van Admiraal Warburton. Het lucht schip schoot als een raket vooruit. 35. „Goeie help! Het is al verdwenen, hoewel wij een snelheid hebben van tweehonderd mijl per uur!" verklaarde een der piloten van de vliegmachine, die het eerst met de achter volging was begonnen. We zullen die rat nooit vangen!" Op dat ogenblik verscheen het vliegtuig, waarin Jan Zeedijk zat, te Pensacola. Jan Zeedijk zag de vlammen opschieten van de marinewerf. Heel in de verte zag hij de zilveren glans van het bestuurbare lucht schip, achtervolgd door legervliegtuigen, 36. Hij combineerde deze feiten en begreep, dat marinewerf aangevallen was. Zijn eigen piloot een lid van de Schorpioenbende - volgde dezelfde richting als waarin het luchtschip was verdwenen. Kon dit luchtschip misschien ook van de bende zijn? Gedurende de _ijd, dat hij in de lucht was, had hij wan hopige pogingen gedaan om zich te bevrijden van de touwen, waarmede hij gebonden was.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1939 | | pagina 12