Oorlog F 1,719.60 Maranatha Conferentie de normale toestand Maandag 20 November 1939 Tweede Blad Verkeersongeval in de Koningstraat Wederom mijn op de dijk Rinke de Haan, Heldersche stuurmans leerling: gered! Over het wonder van den vogeltrek Morgenavond Geb. C1 M.V SpoorstraaiJEUGOSAMitlKOftlST de ideale verkooper! „Klaar voor Onderwater" debuteert MANSHANDEN Prot. Chr. Reclasseering Bloedtransfusiedienst in Den Helder gearriveerd Burgerlijke Stand van Den Helder &adinieuw.'5 Opbrengst collecte Schitterend resultaat, dat de verwachtingen overtrof Er was veel geld Zaterdagmiddag 5 uur in de kleine Casino-zaal. Het stroomde uit de groene bussen, waarmede een legertje „prominenten" van huis tot huis gegaan was, het rinkinkelde, klikklakte, rolde, tiktakte en danste op de bruine tafeltjes- al maar centen, stuivertjes, dubbeltjes kwartjes, guldens, rijksdaalders en briefjes van tien. Er leek geen einde aan te komen. Maar er was geen der aanwezige dames en heeren, die naar dat „einde" verlangde. Ze hadden er gaarne den geheelen Zater dagavond en desnoods het complete week end voor over gehad om te mogen blijven dóói tellen. Maar dat was niet noodig en om kwart over vijf was het resultaat be- kend. Hier is het: 1.719.60. Den Helder heeft zich prachtig gehouden Daarover zijn alle „prominenten" het hartgron dig eens. Zoowel de „rijke" als mindere rijken bleken ditmaal bijzonder goedgeefsch te zijn. Natuurlijk stootte men wel eens een enkele maai z n neus, maar dat was slechts sporadisch Over het algemeen taste men gul in de porte- monnaie en bracht blijmoedig zijn of haar offertje. En zoo vulden zich de bussen en zoo werd die schitterende som bij elkaar gebracht. Met het geld van de welgestelden en met dat van den minderen .man. Het tellen ging met bekwamen spoed en dat baart ook feitelijk geen verwondering als men weet, dat van de Twentsche Bank een „finan- cieele commissie" aanwezig was, bestaande uit de heeren Klerk, Coppens en Buter. Vandaar, dat de gelden in een oogwenk geteld waren en men kan er zich van verzekerd houden, dat er geen halve cent aan mankeert. Burgemeester en mevrouw Ritmeester waren natuurlijk van de partij: evenals de heer Bandsma, en enkele dames, die zoo dapper meegeholpen hebben. Zij allen beid den in spanning het eindresultaat. En toen dat verteld werd, wel... toen werd het even stil en men keek elkaar maar eens aan. Want wel waren er, naar wij meenen te weten, weddenschappen afgesloten dat het meer dan 1000, ja, meer dan 1400 gulden zou worden, maar dat men de 1700 zou passeeren, daar had men niet op durven rekenen. Maar hoe dan ook: het geld is er, en 'd t Is tenslotte het voornaamste. En in de safe van de Twentsche Bank is het goed bewaard en vandaar zal het verzonden worden om ver der omgezet te worden in allerhande zaken, waaraan vele onzer landgenooten dringend be hoefte hebben. Een woord van hulde aan de collectanten mag hier zeker gesproken worden: zij hebben allen, zonder uitzondering, hun best 'gedaan om tot dit fraaie resultaat te komen. Men heeft daarbij een voorbeeld gegeven, hoe of een goed-georganiseerde en degelijk voorberei de inzameling feitelijk wel kan slagen. Maar daarvoor moet de geheele gemeen schap van een stad medewerken zooals in dit geval. Militaire motorrijder botst op vracht auto. Zaterdagavond te kwart over 10 heeft in de Koningstraat een verkeersongeluk plaats gevonden, dat nogal wat consternatie veroor zaakte. Op genoemd tijdstip kwam uit de richting Spoorstraat een motorrijder aange reden, volgens ooggetuigen met een vrij harde vaart. Terzelfder tijd kwam de vrachtauto van den melkhandelaar v. d. Vlies uit de Koningstraat en Koningdwarsstraat, vlak voor de Bijbelschool, reed de motorrijder in volle vaart op den auto. Een zware slag weerklonk en zij die juist passeerden dachten niet anders, dan dat de bestuurder van den motor, die onder zijn vehikel lag, zeer ernstig gewond moest zijn. Nadat door den heer P. Snel de politie op gebeld was, arriveerde er spoedig hulp. Eerste hulp werd voor den militair verricht, en zoo vlug mogelijk vervoerde men dezen in den politie-auto naar het Hospitaal. Naar wij ver nemen zou de schuld voornamelijk bij den motorrijder liggen. De aard van diens ver wondingen schijnt overigens nogal meegeval len te zijn. De motor is zwaar beschadigd. Dat men wel kan spreken, en zeer zeker in Den Helder, van een acuut mijnengevaar, werd ook gisteren weer bewezen. Zat er bij tal van onze stadgenooten 'de schrik nog in van de ontploffing van j.1. Vrijdagmorgen, gisteren verspreidden zich in den loop van den dag wederom geruchten, dat zich een of meerdere mijnen in het Nieuwediep moesten bevinden, waarvan er een gevaarlijk dicht langs den dijk dreef. Des middags is het projectiel inderdaad dgestrand". En wel op den dijk, ter hoogte van het Lyceum, half in zee, half op deh dijk. Terstond werden door de autoriteiten maatregelen getroffen, teneinde mogelijke ongelukken te voorkomen bij het publiek. De °pgang.en naar den dijk werden afgezet, tot dat het gevaarlijke voorwerp gedemonteerd zou zijn. Dit nam eenigen tijd in beslag, doch te 7 uur 's avonds was men met dit riskante werkje klaar. En het was toen, dat het vrije verkeer" over den dijk weer opengesteld werd, ten gerieve van de velen, die zoo Zondags avonds over dit deel van onze stad plegen te kuieren. De ramp van de „Simon Bolivar": Martelende uren voor moeder en aochter Hij was omgeroepen door den A.N.P.-man... een zekere de Haan uit Den Helder. De Haan uit Den Helder... wie was dat? We vroegen en informeerden, maar nie mand die het ons kon vertellen. Totdat we eindelijk een stuurmansleerling tegen het lijf liepen en die wist het. De Haan...?? Dat was Rinke van de Zee vaartschool. Rinke had er opgezeten en hij was gered. Dat wisten ze al lang. Had die knaap even geboft! En vanmorgen waren wij bij Rinke's moe der en zuster. Op een raren tijd: Maandag morgen om 8 uur. Ze waren net op, omdat er Zondagavond zoo verschrikkelijk veel aan loop was geweest. In de rustige huiskamer, met de gor dijnen nog maar half open, zitten we te genover moeder en dochter. Ze zijn bei den intens blij, en dat behoeven ze aan de man van de krant waarlijk niet met woorden te vertellen; dat staat op hun gezicht met groote letters geschreven. Op dé zwart-eiken piano staat een foto. Een flinke jonge kerel, in het keurig uniform van den Helderschen Zeevaart school-boy: hij kijkt de kamer in,... kijkt naar ons, en al dien tijd dat wij daar zit ten, dwalen steeds maar weer drie oogen paren naar die foto op de piano En we hooren, tusschen betuigingen van dankbaarheid door, alles van Rinke. Van Rinke, die zoo dolgraag naar zee wilde en van Rinke, die door z'n moeder steeds maar weer gewaarschuwd werd om niet naar zee te gaan. Want op zee zijn veel gevaren voor een mensch, ook al is het geen oorlog en dat een moeder haar zoon liever niet aan die gevaren bloot stelt is te begrijpen; vooral als het een weduwe is die maar één zoon heeft. Drie jaar liep Rinke op de Zeevaartschool aan het Ankerpark en toen ging hij varen. Toen ging z'n levenswensch in vervulling. De eerste reis maakte de twintigjarige op de „Oberon", een reis naar de J "Jdellandsche Zee. De tweede reis ging hij als stuurmans leerling mee op de „Simon Bolivar" en Rinke was best tevreden met z'n schip. Het was een mooie schuit, en lang niet iedereen kreeg zoo'n schip onder z'n voeten als hij pas begon. Maar het werd een noodlotsschip, en velen, heel velen kwamen om in de wateren voor Albion. Er werden erook g'ër'ecï eil daarbij was Rinke de Haan. Wat daar allemaal dien Zaterdag gebeurd ia zal men eerst later precies vernemen. Maar de martelende uren van onzekerheid zullen moeder en dochter niet spoedig uit hun ge dachten kunnen bannen. Zaterdagavond werden zij uit 't bed gebeld door een meisje, dat kwam vertellen, dat de „Simon Bolivar" vergaan was. Meer niet. Geen namen...... geen bijzonderheden. Op den Kanaalweg zaten twee vrouwen. Die staarden elkaar aan en troostten elkaar. Waarom zou juist aan Rinke het ergste ge schied zijn? De avond werd nacht en de nacht morgen. En eerst toenna al die uren, al die uren van pijnigend niet-weten, kwam de mede- deeling, dat Rinke zich Waarschijnlijk onder de geredden bevond. Daar was vreugde in het huis aan den Kanaalweg, maar nog twijfelde men Doch er kwam bevestiging van de zijde der Heldersche politie en vanmorgen ontvingen moeder en dochter het schoonste poststuk, dat zij wellicht ooit ontvangen hebben: een telegram van de K.N.S.M. met den volgenden inhoud: „Stuurmansleerling R. S. de Haan, ex „Simon Bolivar", wordt volgens inge komen berichten geacht in Engeland in veiligheid te zijn. K.N.S.M. De moeder ziet ons -aan: verrukt; een kalme, rustige vrouw, die niet met haar vreugde te koop loopt, maar die men de op rechte blijdschap over het behoud van haar zoon aanziet. En ze zegt, dat ze morgen al een brief verwacht en datmisschien Rinke al heel gauw thuis kan zijn. Rinke thuis Dat zal een feest worden, als de jonge zeeman thuiskomt. Hij zal veel te vertellen hebben. Van zijn vuurdoop daar op zee, ver van Holland, en van de verschrikkingen bij den ondergang van die „mooie schuit", de „Simon Bolivar". Jan Strijbos vertelt: Het was voor het eerst na het groote avontuur, dat hij eenige maanden geleden op Spitsbergen beleefde, dat Jan Strij bos weer in Den Helder was. Een vol Tivoli heeft er haar vreugde over uit gedrukt, dat deze natuurvorscher, vogel kenner bij uitnemendheid, amusant en boeiend verteller, levend van dit pool- avontuur is teruggekeerd. De heer Nijkamp. voorzitter van het Nat. Hist. Museum heeft den wensch van velën ver tolkt, toen hij den heer Strijbos met zijn be houden terugkomst gelukwenschte. Een har telijk applaus van de honderden aanwezigen onderstreepte deze woorden. De heer Nijkamp sprak het inleidend woord op dezen eersten filmmiddag en het is geen v/onder, dat zijn eerste woord een woord van dank was aan den heer v. Twisk en het per soneel van de beide bioscopen, die hun tijd belangeloos beschikbaar stelden voor deze filmmiddagen van het Nat. Historisch Mu seum, De heer Strijbos, die na dit korte woord, met zijn lezing begon, dankte hartelijk voor de woorden van gelukwensch over den goe den afloop van het minder aangename „poolavontuur in zakformaat", zooals hij het noemde. Voor dezen eersten filmmiddag had de heer Strijbos een van de merkwaardigste dingen uit het vogelleven gekozen, n.1. het trekken cfer dieren. Wat verstaat men eigenlijk onder vogeltrek? Alle bewegingen, die gericht zijn en periodiek optreden. Het trekken komt niet alleen bij de vogels voor, maar bij alle soorten dieren. O.a. ook bij de visschen, de haring, de makreel, de kabeljauw, de zalm e.a. soor ten. Een merkwaardige trek is b.v. die van dc zoetwatervisschen naar zee, zooals bij de pa ling of van het zoute water naar zoet water, zooals bij de zalm. Als de paling geslachts rijp is, zoekt zij het zeewater op en nu is het merkwaardige, dat alle paling, uit plassen en kreeken en slooten. naar een bepaald deel van den Oceaan trekt, de z.g. Saragossa zee, en daar op een diepte van 700 a 800 meter haar paaiplaatsen heeft. De jonge pa lingen zwemmen terug naar het stamland van hun ouders en komen terecht in dezelfde slooten en plassen, waar hun ouders eens leefden. Nu is een typische omstandigheid, dat b.v. de jonge paling van dieren uit N.-Amerika, die zelfde paaiplaatsen opzoeken als de pa ling uit ons land, zich naar N.-Amerika be geven. Dit verschijnsel vindt men ook bij de zoogdieren, bij de land- en zeezoogdieren, de tuimelaar, de bruinvisch, de groote vin- visschen en tal van andere soorten. Voorts bij de runderachtige dieren, als het rendier. Een klassiek voorbeeld van het trekken vormt de Amerikaansehen bison, die in het voorjaar naar het Noorden, in het najaar naar het Zuiden trekt, langs vaste paden en door hun merkwaardig instinct zoeken bij den kortsten weg, zoodat de mensch langs de z.g. bison- paden spoorwegen heeft aangelegd. Spr. staat dan stil bij het wonder van den vogeltrek. Er is geen antwoord te geven op de vraag, hoe de beesten aan dat wonderbaarlijke vermogen komen, om den weg te vinden, die ze nooit hebben afgelegd. Men heeft aanvankelijk gedacht, dat de dieren den weg van hun ouders leerden, doch toen men jonge dieren, die nog nooit den weg naar het Zuiden had den afgelegd, zelfstandig liet trekken van verschillende plaatsen in Europa, deed zich het geval vóór, dat zij denzelf den weg kozen van hun ouders. We weten alleen waar de dieren overwin teren en dat danken we aan het experimen teel ringonderzoek. Daardoor kan men na gaan langs welke wegen de dieren gaan en daardoor kan men ook bepalen hoe oud ze worden. De zilvermeeuw b.v., die in ons land zeer veel voorkomt, kan den leeftijd van 24, 26, tot 28 jaar bereiken. De groote meeuwen kunnen ook eenige tientallen jaren oud wor den. tegen Gevatte koude, Koorts, Griep Aan de hand van tal van plaatjes van zoog dieren, vogels en insecten vertelt Jan Strijbos daarna veel interessante bizonderheden. Hij deed dat op de hem bekende vlotte, po pulaire en dikwijls geestige wijze,' zoodat ook zelfs het „jonge goede" in de zaal geboeid werd. Aan dit jonge goed was het overigens te wijten, dat het zoo nu en dan wat rumoe rig was en men zal verstandig doen in het vervolg kinderen beneden de 8 jaar thuis te laten, omdat het voor hen wat zwaar is, zelfs deze populaire lezingen te volgen. Met een drietal zeer interessante films, een over den vogeltrek, een zeehondenfilm en een film over vleermuizen, werd deze leerzame middag besloten. De heer Strijbos gaf ook hier bij de beel den een duidelijke explicatie, waardoor de uitstekend opgenomen films nog beter te vol gen waren. Wij zien onzen boeienden vertel ler van den winter nog weer eens gaarne in Den Helder. Wij zullen trachten, den heer Strijbo3 eens op een avond voor onze krant te laten optreden, zoodat ook de nriddenstan- ders dan mee kunnen genieten. Onderzeedienst-personeel oogst cabaret-lauweren Zaterdagavond was het aloude Musis Sa- crum herschapen in 'n Onderzeedienst-filiaal. Men kwam er alle bekende (en onbekende) gezichten tegen, die in dienst zijn bij dit on derdeel onzer maritieme defensie, en velen zullen zich dien avond afgevraagd hebben, wat er eigenlijk gebeuren ging in de Koning straat. Waaraan de opstoppingen en qeue- vorming toe te schrijven waren. Laat ons de zaak verklaren: eenigen tijd geleden werd bij een paar leden van het groote Onderzeedienst-personeel het idee geboren zich te organiseeren in het verband van een Caba ret-ensemble. Deze idee was te verwezenlijken, omdat er onderwei gelijk gekleed gaande, doch som tijds over zeer bijzonder talent beschikkende, jongelui verscheidene ware, die er naar haakten eens op de Nieuwediepsche Bühne te mogen paradeeren en te getuigen van hun kunnen op 't gebied der kleinkunst. En zoo beleefde men de geboorte van „Klaar voor Onderwater", aan welker wieg praktisch de geheele Onderzeedienst vereenigd stond. Beschermheer werd de commandant, luite nant ter zee le kl. J. Callenfels, eere-voorzit- ter de le officier, de heer J. W. Ort, adviseur de opper-schipper J. J. P. v. d. Spek (chef d'équipage O.Z.D.) en zoo kan men nog eeni gen tijd doorgaan. Indien er ooit een duidelijk bewijs van eenheid bij één dienst getoond werd, dan was het bij het ontstaan van „Klaar voor Onderwater". En men repeteerde. Dagen... wekenlang. Men wilde namelijk met iets goeds voor den dag komen. Men wilde bewijzen waartoe men in staat was, Welnu, Zaterdagavond i s dat bewezen. En het is een debuut geworden, dat het stampvolle Musis Sacrum (er waren maar liefst 400 kijklustigen) naar meer smaakte. Maar laat ons eerst het programma rele- veeren: punt 1 vermeldde de opening door den heer Callenfels, die op het podium verscheen en in enkele hartelijke woorden zoowel het auditorium als de leden van het ensemble aan zich veplichtte. Hij verklapte iets van het ijverig studeeren, van de moeizame voorberei ding, hij riep bij voorbaat eenige clementie in als het eventueel eens een keer wat scheef mocht loopen, hij dankte zoowel de familie Polak als drukkerij De Boer voor hun daad werkelijke hulp, benevens de taltooze firma's en particulieren, die de prijzen voor de tom- bola-met-bijna-geen-nieten beschikbaar stel den, en tenslotte richtte hij zich tot de dames, die nu eindelijk eens persoonlijk mochten kennis maken met dat moment suprème, dat bij dén Onderzeedienst „klaar voor onder water" heet. Het programma. Het was de band,, bestaande uit een 10-tal leden, die na de reeds uitgevoerde entr'acte muziek en het volkslied het eerste groote nummer bracht, n.1. Willem Ciere's onvergelij- kelijken Feestmarsch. En feestelijk was het, naar deze jonge menschen te luisteren, die met élan en bravour hun muziek uitvoerden. Uit alles bleek, dat hier goed gerepeteerd is. Speciaal, en dat geldt voor alle overige num mers in gelijke mate, een woord van hulde voor de trompettisten,, de drum en den voor speler. Het was alles prima in orde bij deze „Rythm Sailors". Regisseur-conferencier was Tom Borger- ding. Die heeft meer met dat bijltje gehakt. Die weet hoe hij ernstige plooien uit gezichten moet strijken. Met z'n grappen en grollen, z'n smoesjes en praatjes, had hij direct de lachers op z'n hand en hij liet ze lachen, iederen keer weer, als hij, in z'n smetteloos rokcostuum gestoken, voor het gevallen doek verscheen. En dan zijn daar al die andere nummers, een heel non-stop programma vol. Veel te veel om hier allemaal gereleveerd te worden. Daar was een lasso-draaier, die als Mexi caan vermomd, de wonderlijkste capriolen met de lasso uithaalde. Hij liet het geval draaien en cirkelen, zoodat we vrijwel allen met open mond zaten te kijken. Een nummer, dat bij Sarrasani geen slecht figuur gemaakt zou hebben. Daar waren andere Mexicanen, die bij het kampvuur, getooid met Mexicaansche hemden, en Mexicaansche sombrero's (tus schen de cacteeën)... schoone liedekes zongen in het genre van „I came from Alabama" en ,,My Bonny is over the Oceaan", er was een tapdanser, die tapte of z'n leven er van af hing, een banjospeler, die weer andere liedjes zong, waarbij iedereen het refrein meezong, er waren groteske sketches, die orkanen van pret deden ontstaan, en vóór men het wist was het pauze. En welke pauze feitelijk óók een num mer was, omdat daarin de tombola verscheen. 1000 Nummers van een dubbeltje vonden mid dels een tiental aardige jonge meisjes grif aftrek. Overigens een tombola, die perfect georganiseerd bleek door Gilles de Fouw, de- man-achter-de-schermen, die naar wij weten een goed deel van het succes van dezen avond op zijn naam heeft staan. Na de pauze wederom sketches, o.a. met juffrouw Snip en Snap (die hier echter heet ten S'hag en Pul), wier optreden wel iets in gekort had kunnen worden, liedjes bij den microfoon, een pracht van een satyre op een onderzeeboot en derzelver commandant (ove rigens onschuldig...), een onvergetelijke creatie van Dick de Leeuw op z'n accordeon, dat ge bisseerd moest worden... en zoo ging het maar door. De muziek speelde onvermoeibaar, het auditorium en de artisten wedijverden wie het meeste pleizier hadden en toen om half twaalf het einde kwam met bloemen van de dames der officieren voor den conferencier en z'n maats, vond iedereen dat feitelijk jammer. Of... het einde was het niet, want er volgde nog een bal en daarbij zal het, gezien de stemming, zeker niet aan vreugde ontbroken hebben. Nog enkele bijzonderheden: orkest en ballet stonden onder leiding van John Arntz, en de geslaagde décors waren vervaardigd onder leiding van sergt.-timmerman J. v. d. Brink. Het geheele officierenkorps van den Onderzeedienst was, met de dames, vrij wel vertegenwoordigd, terwijl de opbrengst van de tombola ten bedrage van 106.45 ten goede kwam aan het Marine Rampen Fonds. En bij de vele goede ideeën van „Klaar voor Onderwater" was dit zeker niet de minste Van „Klaar voor Onderwater" zult TJ meer hooren: dit ensemble zal een taak kunnen vervullen inzake ontspanning voor de Marine in het algemeen en voor den O.Z.D. in het bijzonder! Aldus Mussolini Bekend is het woord van Mussolini, dat wat het moederschap voor de vrouw is, de oorlog voor den man is. Het is te be grijpen, dat bij een dergelijke geesteshou ding, de Duce rekening houdt met een altijd durenden oorlog en dat hij dus zijn eigen land, Italië, volkomen onafhankelijk zal maken van alle andere landen. Hij heeft daar Zaterdagavond in een redevoering te Rome nog eens den nadruk op gelegd. Hij prijst daarin het autariksch streven en het lijkt oppervlakkig of hij gelijk heeft. Praktisch hebben we sinds 1914 oorlog. De jaren van 1918 tot 1939 leefde de wereld in een gewapenden vrede. Van een waar achtige vrede is geen sprake geweest. Wij voelen dat op het oogenblik sterker dan in die jaren. De geest van wantrouwen, die ieder oogenblik aanleiding kan zijn tot een ge wapende botsing heeft in die z.g.n. vredesjaren het leven van overwonnene en overwinnaars van den grooten wereldoorlog beheerscht en men heeft slechts gewacht tot men sterk ge noeg was, om opnieüw de wapens tegen elkan der op te nemen. En bij de huidige mentaliteit kunen we niet anders verwachten dan dat deze oorlog een oorlog zonder einde zal zijn. Natuurlijk, er zal weer eenmaal een zooge naamde vrede komen. Een opleggen van dien vrede door de mogendheid of mogendheden, die den strijd hebben gewonnen. En dan zullen er waarschijnlijk jaren komen, waarin men beu is van het strijden. Maar de haat zal voort smeulen, totdat men weer voldoende energie heeft, om het vuur op te rakelen en een nieu wen wereldbrand te doen uitslaan. Het is een vicieuse cirkel, waarin we ronddraaien en die niet verbroken zal worden tenzij de geest verandert, die de menschen, leidt. De geest van overheer- sching, van .egoisme, ook en vooral in het leven der volkeren. Als wij het maar goed hebben, als ons volk zich maar in weelde kan baden, dan baat het niet hoe anderen het hebben. Dat wekt de haat en den oorlogsgeest. Het is niet waar, als Mussolini beweert, dat we het wel zonder elkaar kunnen redden. De rijkdommen van de wereld zijn niet neerge legd in een bepaald land, doch de Schepper heeft het zoo bedoeld, dat we naast elkander zullen staan, elkaar zullen helpen, van elkan ders energie en kennis zullen profiteeren en de schatten, verborgen op verschillende deelen van den aardbodem zouden uitwisselen, om daardoor een wereld op te bouwen, die in vrede kan leven. Bovenal, dat we zullen beseffen, dat we elkaar als mensch noodig hebben. We kun nen ons niet isoleeren zonder geestelijke en maatschappelijke schade, zonder de ellende, die nu weer over onze wereld is losgebarsten. Zal de mensch dan nooit leeren? We vreezen het. Als we de mentaliteit van een Chamberlain, man van vredeswil en vredesgedachten, zóó zien veranderen, dat er voor hem geen plaats meer is voor een vriendelijke gedachte ten opzichte van zijn tegenstander, dat hij zal juichen als die tegenstander totaal vernietigd is, dan twijfelen we wel sterk aan den mensch. Het is misschien te begrijpen, deze bitter heid, maar Christelijk is het niet. Chris tus zelf heeft een anderen geest geopen baard en heeft Zijn volgeingen het an ders geleerd Wat zitten we hopeloos met onszelf in den knoei....'.. DAMES KAPPER Stakmanbossestr. 65 HEEREN Tel. 514 Woensdagavond wordt door de Prot. Chr. Reclasseeringsvereeniging, afd. Den Helder, een propagandaavond gehouden, waar niet minder dan vier sprekers (sters) het werk van de reclaseering van verschillende kanten zul len belichten. De avond wordt gehouden in de Luth. Kerk, Weezenstraat, en is vrij toegankelijk. Men zie voor bizonderheden de advertentie in dit nummer. Zaterdagavond is het personeel van den bloedtransfusiedienst, bestaande uit een 26-tal militairen, alhier gearriveerd. Allen werden ondergebracht bij particulieren. Heden wordt een aanvang gemaakt met de transfusie onder de militairen. Het verblijf van deze „bloedaftappers" zal verscheidene dagen in beslag nemen. Het werk geschiedt in den R.-K. Volksbond. van 18 November 1939. BEVALLEN: A. de Leeuwde Groot z.- E. J. C. WoudZuiddijk, z. OVERLEDEN: T. ZalmBakker, 78 jaar* C. J. H. Ostenbrug, (m.), 84 jaar; A. C. Bergl hout, (m.), 3 maanden; D. Tuinstra, (m 38 jaar.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1939 | | pagina 5