Oorlog
F 1,719.60
Maranatha Conferentie
de normale toestand
Maandag 20 November 1939
Tweede Blad
Verkeersongeval in de
Koningstraat
Wederom mijn op de dijk
Rinke de Haan,
Heldersche stuurmans
leerling: gered!
Over het wonder van den
vogeltrek
Morgenavond Geb. C1 M.V SpoorstraaiJEUGOSAMitlKOftlST
de ideale verkooper!
„Klaar voor Onderwater"
debuteert
MANSHANDEN
Prot. Chr. Reclasseering
Bloedtransfusiedienst
in Den Helder gearriveerd
Burgerlijke Stand van Den Helder
&adinieuw.'5
Opbrengst collecte
Schitterend resultaat, dat de
verwachtingen overtrof
Er was veel geld Zaterdagmiddag 5 uur
in de kleine Casino-zaal. Het stroomde uit
de groene bussen, waarmede een legertje
„prominenten" van huis tot huis gegaan
was, het rinkinkelde, klikklakte, rolde,
tiktakte en danste op de bruine tafeltjes-
al maar centen, stuivertjes, dubbeltjes
kwartjes, guldens, rijksdaalders en
briefjes van tien.
Er leek geen einde aan te komen.
Maar er was geen der aanwezige dames
en heeren, die naar dat „einde" verlangde.
Ze hadden er gaarne den geheelen Zater
dagavond en desnoods het complete week
end voor over gehad om te mogen blijven
dóói tellen. Maar dat was niet noodig en
om kwart over vijf was het resultaat be-
kend. Hier is het: 1.719.60.
Den Helder heeft zich prachtig gehouden
Daarover zijn alle „prominenten" het hartgron
dig eens. Zoowel de „rijke" als mindere rijken
bleken ditmaal bijzonder goedgeefsch te zijn.
Natuurlijk stootte men wel eens een enkele
maai z n neus, maar dat was slechts sporadisch
Over het algemeen taste men gul in de porte-
monnaie en bracht blijmoedig zijn of haar
offertje.
En zoo vulden zich de bussen en zoo werd
die schitterende som bij elkaar gebracht. Met
het geld van de welgestelden en met dat van
den minderen .man.
Het tellen ging met bekwamen spoed en dat
baart ook feitelijk geen verwondering als men
weet, dat van de Twentsche Bank een „finan-
cieele commissie" aanwezig was, bestaande uit
de heeren Klerk, Coppens en Buter. Vandaar,
dat de gelden in een oogwenk geteld waren en
men kan er zich van verzekerd houden, dat er
geen halve cent aan mankeert.
Burgemeester en mevrouw Ritmeester
waren natuurlijk van de partij: evenals de
heer Bandsma, en enkele dames, die zoo
dapper meegeholpen hebben. Zij allen beid
den in spanning het eindresultaat. En toen
dat verteld werd, wel... toen werd het even
stil en men keek elkaar maar eens aan.
Want wel waren er, naar wij meenen te
weten, weddenschappen afgesloten dat het
meer dan 1000, ja, meer dan 1400 gulden
zou worden, maar dat men de 1700 zou
passeeren, daar had men niet op durven
rekenen.
Maar hoe dan ook: het geld is er, en 'd t
Is tenslotte het voornaamste. En in de safe
van de Twentsche Bank is het goed bewaard
en vandaar zal het verzonden worden om ver
der omgezet te worden in allerhande zaken,
waaraan vele onzer landgenooten dringend be
hoefte hebben.
Een woord van hulde aan de collectanten
mag hier zeker gesproken worden: zij hebben
allen, zonder uitzondering, hun best 'gedaan
om tot dit fraaie resultaat te komen. Men
heeft daarbij een voorbeeld gegeven, hoe of
een goed-georganiseerde en degelijk voorberei
de inzameling feitelijk wel kan slagen.
Maar daarvoor moet de geheele gemeen
schap van een stad medewerken zooals in dit
geval.
Militaire motorrijder botst op vracht
auto.
Zaterdagavond te kwart over 10 heeft in
de Koningstraat een verkeersongeluk plaats
gevonden, dat nogal wat consternatie veroor
zaakte. Op genoemd tijdstip kwam uit de
richting Spoorstraat een motorrijder aange
reden, volgens ooggetuigen met een vrij harde
vaart. Terzelfder tijd kwam de vrachtauto
van den melkhandelaar v. d. Vlies uit de
Koningstraat en Koningdwarsstraat, vlak
voor de Bijbelschool, reed de motorrijder in
volle vaart op den auto. Een zware slag
weerklonk en zij die juist passeerden dachten
niet anders, dan dat de bestuurder van den
motor, die onder zijn vehikel lag, zeer ernstig
gewond moest zijn.
Nadat door den heer P. Snel de politie op
gebeld was, arriveerde er spoedig hulp. Eerste
hulp werd voor den militair verricht, en zoo
vlug mogelijk vervoerde men dezen in den
politie-auto naar het Hospitaal. Naar wij ver
nemen zou de schuld voornamelijk bij den
motorrijder liggen. De aard van diens ver
wondingen schijnt overigens nogal meegeval
len te zijn. De motor is zwaar beschadigd.
Dat men wel kan spreken, en zeer zeker in
Den Helder, van een acuut mijnengevaar,
werd ook gisteren weer bewezen. Zat er bij
tal van onze stadgenooten 'de schrik nog in
van de ontploffing van j.1. Vrijdagmorgen,
gisteren verspreidden zich in den loop van
den dag wederom geruchten, dat zich een of
meerdere mijnen in het Nieuwediep moesten
bevinden, waarvan er een gevaarlijk dicht
langs den dijk dreef.
Des middags is het projectiel inderdaad
dgestrand". En wel op den dijk, ter hoogte
van het Lyceum, half in zee, half op deh
dijk. Terstond werden door de autoriteiten
maatregelen getroffen, teneinde mogelijke
ongelukken te voorkomen bij het publiek. De
°pgang.en naar den dijk werden afgezet, tot
dat het gevaarlijke voorwerp gedemonteerd
zou zijn. Dit nam eenigen tijd in beslag, doch
te 7 uur 's avonds was men met dit riskante
werkje klaar. En het was toen, dat het vrije
verkeer" over den dijk weer opengesteld werd,
ten gerieve van de velen, die zoo Zondags
avonds over dit deel van onze stad plegen te
kuieren.
De ramp van de
„Simon Bolivar":
Martelende uren voor moeder en
aochter
Hij was omgeroepen door den A.N.P.-man...
een zekere de Haan uit Den Helder.
De Haan uit Den Helder... wie was dat?
We vroegen en informeerden, maar nie
mand die het ons kon vertellen. Totdat we
eindelijk een stuurmansleerling tegen het
lijf liepen en die wist het.
De Haan...?? Dat was Rinke van de Zee
vaartschool. Rinke had er opgezeten en hij
was gered. Dat wisten ze al lang. Had die
knaap even geboft!
En vanmorgen waren wij bij Rinke's moe
der en zuster. Op een raren tijd: Maandag
morgen om 8 uur. Ze waren net op, omdat er
Zondagavond zoo verschrikkelijk veel aan
loop was geweest.
In de rustige huiskamer, met de gor
dijnen nog maar half open, zitten we te
genover moeder en dochter. Ze zijn bei
den intens blij, en dat behoeven ze aan
de man van de krant waarlijk niet met
woorden te vertellen; dat staat op hun
gezicht met groote letters geschreven.
Op dé zwart-eiken piano staat een foto.
Een flinke jonge kerel, in het keurig
uniform van den Helderschen Zeevaart
school-boy: hij kijkt de kamer in,... kijkt
naar ons, en al dien tijd dat wij daar zit
ten, dwalen steeds maar weer drie oogen
paren naar die foto op de piano
En we hooren, tusschen betuigingen van
dankbaarheid door, alles van Rinke. Van
Rinke, die zoo dolgraag naar zee wilde en
van Rinke, die door z'n moeder steeds maar
weer gewaarschuwd werd om niet naar zee
te gaan. Want op zee zijn veel gevaren voor
een mensch, ook al is het geen oorlog en
dat een moeder haar zoon liever niet aan die
gevaren bloot stelt is te begrijpen; vooral als
het een weduwe is die maar één zoon heeft.
Drie jaar liep Rinke op de Zeevaartschool
aan het Ankerpark en toen ging hij varen.
Toen ging z'n levenswensch in vervulling.
De eerste reis maakte de twintigjarige op
de „Oberon", een reis naar de J "Jdellandsche
Zee. De tweede reis ging hij als stuurmans
leerling mee op de „Simon Bolivar" en Rinke
was best tevreden met z'n schip. Het was
een mooie schuit, en lang niet iedereen kreeg
zoo'n schip onder z'n voeten als hij pas begon.
Maar het werd een noodlotsschip, en velen,
heel velen kwamen om in de wateren voor
Albion. Er werden erook g'ër'ecï eil daarbij
was Rinke de Haan.
Wat daar allemaal dien Zaterdag gebeurd
ia zal men eerst later precies vernemen. Maar
de martelende uren van onzekerheid zullen
moeder en dochter niet spoedig uit hun ge
dachten kunnen bannen.
Zaterdagavond werden zij uit 't bed gebeld
door een meisje, dat kwam vertellen, dat de
„Simon Bolivar" vergaan was. Meer niet.
Geen namen...... geen bijzonderheden.
Op den Kanaalweg zaten twee vrouwen.
Die staarden elkaar aan en troostten elkaar.
Waarom zou juist aan Rinke het ergste ge
schied zijn?
De avond werd nacht en de nacht morgen.
En eerst toenna al die uren, al die uren
van pijnigend niet-weten, kwam de mede-
deeling, dat Rinke zich Waarschijnlijk onder
de geredden bevond. Daar was vreugde in
het huis aan den Kanaalweg, maar nog
twijfelde men
Doch er kwam bevestiging van de zijde der
Heldersche politie en vanmorgen ontvingen
moeder en dochter het schoonste poststuk,
dat zij wellicht ooit ontvangen hebben: een
telegram van de K.N.S.M. met den volgenden
inhoud:
„Stuurmansleerling R. S. de Haan, ex
„Simon Bolivar", wordt volgens inge
komen berichten geacht in Engeland in
veiligheid te zijn.
K.N.S.M.
De moeder ziet ons -aan: verrukt; een
kalme, rustige vrouw, die niet met haar
vreugde te koop loopt, maar die men de op
rechte blijdschap over het behoud van haar
zoon aanziet. En ze zegt, dat ze morgen al
een brief verwacht en datmisschien
Rinke al heel gauw thuis kan zijn.
Rinke thuis
Dat zal een feest worden, als de jonge
zeeman thuiskomt.
Hij zal veel te vertellen hebben.
Van zijn vuurdoop daar op zee, ver van
Holland, en van de verschrikkingen bij
den ondergang van die „mooie schuit",
de „Simon Bolivar".
Jan Strijbos vertelt:
Het was voor het eerst na het groote
avontuur, dat hij eenige maanden geleden
op Spitsbergen beleefde, dat Jan Strij
bos weer in Den Helder was. Een vol
Tivoli heeft er haar vreugde over uit
gedrukt, dat deze natuurvorscher, vogel
kenner bij uitnemendheid, amusant en
boeiend verteller, levend van dit pool-
avontuur is teruggekeerd.
De heer Nijkamp. voorzitter van het Nat.
Hist. Museum heeft den wensch van velën ver
tolkt, toen hij den heer Strijbos met zijn be
houden terugkomst gelukwenschte. Een har
telijk applaus van de honderden aanwezigen
onderstreepte deze woorden.
De heer Nijkamp sprak het inleidend woord
op dezen eersten filmmiddag en het is geen
v/onder, dat zijn eerste woord een woord van
dank was aan den heer v. Twisk en het per
soneel van de beide bioscopen, die hun tijd
belangeloos beschikbaar stelden voor deze
filmmiddagen van het Nat. Historisch Mu
seum,
De heer Strijbos, die na dit korte woord,
met zijn lezing begon, dankte hartelijk voor
de woorden van gelukwensch over den goe
den afloop van het minder aangename
„poolavontuur in zakformaat", zooals hij het
noemde.
Voor dezen eersten filmmiddag had de heer
Strijbos een van de merkwaardigste dingen
uit het vogelleven gekozen, n.1. het trekken
cfer dieren. Wat verstaat men eigenlijk onder
vogeltrek? Alle bewegingen, die gericht zijn
en periodiek optreden. Het trekken komt niet
alleen bij de vogels voor, maar bij alle soorten
dieren. O.a. ook bij de visschen, de haring,
de makreel, de kabeljauw, de zalm e.a. soor
ten. Een merkwaardige trek is b.v. die van dc
zoetwatervisschen naar zee, zooals bij de pa
ling of van het zoute water naar zoet water,
zooals bij de zalm. Als de paling geslachts
rijp is, zoekt zij het zeewater op en nu is het
merkwaardige, dat alle paling, uit plassen
en kreeken en slooten. naar een bepaald deel
van den Oceaan trekt, de z.g. Saragossa
zee, en daar op een diepte van 700 a 800
meter haar paaiplaatsen heeft. De jonge pa
lingen zwemmen terug naar het stamland
van hun ouders en komen terecht in dezelfde
slooten en plassen, waar hun ouders eens
leefden.
Nu is een typische omstandigheid, dat b.v.
de jonge paling van dieren uit N.-Amerika,
die zelfde paaiplaatsen opzoeken als de pa
ling uit ons land, zich naar N.-Amerika be
geven. Dit verschijnsel vindt men ook bij de
zoogdieren, bij de land- en zeezoogdieren, de
tuimelaar, de bruinvisch, de groote vin-
visschen en tal van andere soorten. Voorts bij
de runderachtige dieren, als het rendier. Een
klassiek voorbeeld van het trekken vormt de
Amerikaansehen bison, die in het voorjaar
naar het Noorden, in het najaar naar het
Zuiden trekt, langs vaste paden en door hun
merkwaardig instinct zoeken bij den kortsten
weg, zoodat de mensch langs de z.g. bison-
paden spoorwegen heeft aangelegd.
Spr. staat dan stil bij het wonder van
den vogeltrek. Er is geen antwoord te
geven op de vraag, hoe de beesten aan
dat wonderbaarlijke vermogen komen, om
den weg te vinden, die ze nooit hebben
afgelegd. Men heeft aanvankelijk gedacht,
dat de dieren den weg van hun ouders
leerden, doch toen men jonge dieren, die
nog nooit den weg naar het Zuiden had
den afgelegd, zelfstandig liet trekken
van verschillende plaatsen in Europa,
deed zich het geval vóór, dat zij denzelf
den weg kozen van hun ouders.
We weten alleen waar de dieren overwin
teren en dat danken we aan het experimen
teel ringonderzoek. Daardoor kan men na
gaan langs welke wegen de dieren gaan en
daardoor kan men ook bepalen hoe oud ze
worden. De zilvermeeuw b.v., die in ons land
zeer veel voorkomt, kan den leeftijd van 24,
26, tot 28 jaar bereiken. De groote meeuwen
kunnen ook eenige tientallen jaren oud wor
den.
tegen Gevatte koude, Koorts, Griep
Aan de hand van tal van plaatjes van zoog
dieren, vogels en insecten vertelt Jan Strijbos
daarna veel interessante bizonderheden.
Hij deed dat op de hem bekende vlotte, po
pulaire en dikwijls geestige wijze,' zoodat ook
zelfs het „jonge goede" in de zaal geboeid
werd. Aan dit jonge goed was het overigens
te wijten, dat het zoo nu en dan wat rumoe
rig was en men zal verstandig doen in het
vervolg kinderen beneden de 8 jaar thuis te
laten, omdat het voor hen wat zwaar is,
zelfs deze populaire lezingen te volgen.
Met een drietal zeer interessante films, een
over den vogeltrek, een zeehondenfilm en een
film over vleermuizen, werd deze leerzame
middag besloten.
De heer Strijbos gaf ook hier bij de beel
den een duidelijke explicatie, waardoor de
uitstekend opgenomen films nog beter te vol
gen waren. Wij zien onzen boeienden vertel
ler van den winter nog weer eens gaarne in
Den Helder. Wij zullen trachten, den heer
Strijbo3 eens op een avond voor onze krant
te laten optreden, zoodat ook de nriddenstan-
ders dan mee kunnen genieten.
Onderzeedienst-personeel oogst
cabaret-lauweren
Zaterdagavond was het aloude Musis Sa-
crum herschapen in 'n Onderzeedienst-filiaal.
Men kwam er alle bekende (en onbekende)
gezichten tegen, die in dienst zijn bij dit on
derdeel onzer maritieme defensie, en velen
zullen zich dien avond afgevraagd hebben,
wat er eigenlijk gebeuren ging in de Koning
straat. Waaraan de opstoppingen en qeue-
vorming toe te schrijven waren.
Laat ons de zaak verklaren: eenigen tijd
geleden werd bij een paar leden van het groote
Onderzeedienst-personeel het idee geboren zich
te organiseeren in het verband van een Caba
ret-ensemble.
Deze idee was te verwezenlijken, omdat er
onderwei gelijk gekleed gaande, doch som
tijds over zeer bijzonder talent beschikkende,
jongelui verscheidene ware, die er naar
haakten eens op de Nieuwediepsche Bühne
te mogen paradeeren en te getuigen van hun
kunnen op 't gebied der kleinkunst. En zoo
beleefde men de geboorte van „Klaar voor
Onderwater", aan welker wieg praktisch de
geheele Onderzeedienst vereenigd stond.
Beschermheer werd de commandant, luite
nant ter zee le kl. J. Callenfels, eere-voorzit-
ter de le officier, de heer J. W. Ort, adviseur
de opper-schipper J. J. P. v. d. Spek (chef
d'équipage O.Z.D.) en zoo kan men nog eeni
gen tijd doorgaan. Indien er ooit een duidelijk
bewijs van eenheid bij één dienst getoond werd,
dan was het bij het ontstaan van „Klaar voor
Onderwater".
En men repeteerde. Dagen... wekenlang.
Men wilde namelijk met iets goeds voor den
dag komen. Men wilde bewijzen waartoe men
in staat was, Welnu, Zaterdagavond i s dat
bewezen. En het is een debuut geworden, dat
het stampvolle Musis Sacrum (er waren maar
liefst 400 kijklustigen) naar meer smaakte.
Maar laat ons eerst het programma rele-
veeren: punt 1 vermeldde de opening door den
heer Callenfels, die op het podium verscheen
en in enkele hartelijke woorden zoowel het
auditorium als de leden van het ensemble aan
zich veplichtte. Hij verklapte iets van het
ijverig studeeren, van de moeizame voorberei
ding, hij riep bij voorbaat eenige clementie in
als het eventueel eens een keer wat scheef
mocht loopen, hij dankte zoowel de familie
Polak als drukkerij De Boer voor hun daad
werkelijke hulp, benevens de taltooze firma's
en particulieren, die de prijzen voor de tom-
bola-met-bijna-geen-nieten beschikbaar stel
den, en tenslotte richtte hij zich tot de dames,
die nu eindelijk eens persoonlijk mochten
kennis maken met dat moment suprème, dat
bij dén Onderzeedienst „klaar voor onder
water" heet.
Het programma.
Het was de band,, bestaande uit een 10-tal
leden, die na de reeds uitgevoerde entr'acte
muziek en het volkslied het eerste groote
nummer bracht, n.1. Willem Ciere's onvergelij-
kelijken Feestmarsch. En feestelijk was het,
naar deze jonge menschen te luisteren, die
met élan en bravour hun muziek uitvoerden.
Uit alles bleek, dat hier goed gerepeteerd is.
Speciaal, en dat geldt voor alle overige num
mers in gelijke mate, een woord van hulde
voor de trompettisten,, de drum en den voor
speler. Het was alles prima in orde bij deze
„Rythm Sailors".
Regisseur-conferencier was Tom Borger-
ding. Die heeft meer met dat bijltje gehakt.
Die weet hoe hij ernstige plooien uit gezichten
moet strijken. Met z'n grappen en grollen,
z'n smoesjes en praatjes, had hij direct de
lachers op z'n hand en hij liet ze lachen,
iederen keer weer, als hij, in z'n smetteloos
rokcostuum gestoken, voor het gevallen doek
verscheen. En dan zijn daar al die andere
nummers, een heel non-stop programma vol.
Veel te veel om hier allemaal gereleveerd te
worden.
Daar was een lasso-draaier, die als Mexi
caan vermomd, de wonderlijkste capriolen met
de lasso uithaalde. Hij liet het geval draaien
en cirkelen, zoodat we vrijwel allen met open
mond zaten te kijken. Een nummer, dat bij
Sarrasani geen slecht figuur gemaakt zou
hebben. Daar waren andere Mexicanen, die bij
het kampvuur, getooid met Mexicaansche
hemden, en Mexicaansche sombrero's (tus
schen de cacteeën)... schoone liedekes zongen
in het genre van „I came from Alabama" en
,,My Bonny is over the Oceaan", er was een
tapdanser, die tapte of z'n leven er van af
hing, een banjospeler, die weer andere liedjes
zong, waarbij iedereen het refrein meezong, er
waren groteske sketches, die orkanen van pret
deden ontstaan, en vóór men het wist was het
pauze. En welke pauze feitelijk óók een num
mer was, omdat daarin de tombola verscheen.
1000 Nummers van een dubbeltje vonden mid
dels een tiental aardige jonge meisjes grif
aftrek. Overigens een tombola, die perfect
georganiseerd bleek door Gilles de Fouw, de-
man-achter-de-schermen, die naar wij weten
een goed deel van het succes van dezen avond
op zijn naam heeft staan.
Na de pauze wederom sketches, o.a. met
juffrouw Snip en Snap (die hier echter heet
ten S'hag en Pul), wier optreden wel iets in
gekort had kunnen worden, liedjes bij den
microfoon, een pracht van een satyre op een
onderzeeboot en derzelver commandant (ove
rigens onschuldig...), een onvergetelijke creatie
van Dick de Leeuw op z'n accordeon, dat ge
bisseerd moest worden... en zoo ging het maar
door. De muziek speelde onvermoeibaar, het
auditorium en de artisten wedijverden wie het
meeste pleizier hadden en toen om half twaalf
het einde kwam met bloemen van de dames
der officieren voor den conferencier en z'n
maats, vond iedereen dat feitelijk jammer.
Of... het einde was het niet, want er volgde
nog een bal en daarbij zal het, gezien de
stemming, zeker niet aan vreugde ontbroken
hebben.
Nog enkele bijzonderheden: orkest en ballet
stonden onder leiding van John Arntz, en de
geslaagde décors waren vervaardigd onder
leiding van sergt.-timmerman J. v. d. Brink.
Het geheele officierenkorps van den
Onderzeedienst was, met de dames, vrij
wel vertegenwoordigd, terwijl de opbrengst
van de tombola ten bedrage van 106.45
ten goede kwam aan het Marine Rampen
Fonds. En bij de vele goede ideeën van
„Klaar voor Onderwater" was dit zeker
niet de minste
Van „Klaar voor Onderwater" zult TJ
meer hooren: dit ensemble zal een taak
kunnen vervullen inzake ontspanning voor
de Marine in het algemeen en voor den
O.Z.D. in het bijzonder!
Aldus Mussolini
Bekend is het woord van Mussolini, dat
wat het moederschap voor de vrouw is,
de oorlog voor den man is. Het is te be
grijpen, dat bij een dergelijke geesteshou
ding, de Duce rekening houdt met een
altijd durenden oorlog en dat hij dus zijn
eigen land, Italië, volkomen onafhankelijk
zal maken van alle andere landen. Hij heeft
daar Zaterdagavond in een redevoering
te Rome nog eens den nadruk op gelegd.
Hij prijst daarin het autariksch streven
en het lijkt oppervlakkig of hij gelijk heeft.
Praktisch hebben we sinds 1914 oorlog. De
jaren van 1918 tot 1939 leefde de wereld
in een gewapenden vrede. Van een waar
achtige vrede is geen sprake geweest.
Wij voelen dat op het oogenblik sterker dan
in die jaren. De geest van wantrouwen, die
ieder oogenblik aanleiding kan zijn tot een ge
wapende botsing heeft in die z.g.n. vredesjaren
het leven van overwonnene en overwinnaars
van den grooten wereldoorlog beheerscht en
men heeft slechts gewacht tot men sterk ge
noeg was, om opnieüw de wapens tegen elkan
der op te nemen. En bij de huidige mentaliteit
kunen we niet anders verwachten dan dat
deze oorlog een oorlog zonder einde zal zijn.
Natuurlijk, er zal weer eenmaal een zooge
naamde vrede komen. Een opleggen van dien
vrede door de mogendheid of mogendheden,
die den strijd hebben gewonnen. En dan zullen
er waarschijnlijk jaren komen, waarin men
beu is van het strijden. Maar de haat zal voort
smeulen, totdat men weer voldoende energie
heeft, om het vuur op te rakelen en een nieu
wen wereldbrand te doen uitslaan.
Het is een vicieuse cirkel, waarin we
ronddraaien en die niet verbroken zal
worden tenzij de geest verandert, die de
menschen, leidt. De geest van overheer-
sching, van .egoisme, ook en vooral in
het leven der volkeren. Als wij het maar
goed hebben, als ons volk zich maar in
weelde kan baden, dan baat het niet hoe
anderen het hebben. Dat wekt de haat en
den oorlogsgeest.
Het is niet waar, als Mussolini beweert, dat
we het wel zonder elkaar kunnen redden. De
rijkdommen van de wereld zijn niet neerge
legd in een bepaald land, doch de Schepper
heeft het zoo bedoeld, dat we naast elkander
zullen staan, elkaar zullen helpen, van elkan
ders energie en kennis zullen profiteeren en
de schatten, verborgen op verschillende deelen
van den aardbodem zouden uitwisselen, om
daardoor een wereld op te bouwen, die in vrede
kan leven. Bovenal, dat we zullen beseffen, dat
we elkaar als mensch noodig hebben. We kun
nen ons niet isoleeren zonder geestelijke en
maatschappelijke schade, zonder de ellende,
die nu weer over onze wereld is losgebarsten.
Zal de mensch dan nooit leeren? We
vreezen het. Als we de mentaliteit van
een Chamberlain, man van vredeswil en
vredesgedachten, zóó zien veranderen, dat
er voor hem geen plaats meer is voor een
vriendelijke gedachte ten opzichte van
zijn tegenstander, dat hij zal juichen als
die tegenstander totaal vernietigd is, dan
twijfelen we wel sterk aan den mensch.
Het is misschien te begrijpen, deze bitter
heid, maar Christelijk is het niet. Chris
tus zelf heeft een anderen geest geopen
baard en heeft Zijn volgeingen het an
ders geleerd
Wat zitten we hopeloos met onszelf in den
knoei....'..
DAMES KAPPER
Stakmanbossestr. 65
HEEREN
Tel. 514
Woensdagavond wordt door de Prot. Chr.
Reclasseeringsvereeniging, afd. Den Helder,
een propagandaavond gehouden, waar niet
minder dan vier sprekers (sters) het werk van
de reclaseering van verschillende kanten zul
len belichten.
De avond wordt gehouden in de Luth.
Kerk, Weezenstraat, en is vrij toegankelijk.
Men zie voor bizonderheden de advertentie
in dit nummer.
Zaterdagavond is het personeel van den
bloedtransfusiedienst, bestaande uit een 26-tal
militairen, alhier gearriveerd. Allen werden
ondergebracht bij particulieren.
Heden wordt een aanvang gemaakt met de
transfusie onder de militairen. Het verblijf
van deze „bloedaftappers" zal verscheidene
dagen in beslag nemen. Het werk geschiedt in
den R.-K. Volksbond.
van 18 November 1939.
BEVALLEN: A. de Leeuwde Groot z.-
E. J. C. WoudZuiddijk, z.
OVERLEDEN: T. ZalmBakker, 78 jaar*
C. J. H. Ostenbrug, (m.), 84 jaar; A. C. Bergl
hout, (m.), 3 maanden; D. Tuinstra, (m
38 jaar.