Alkmaar
Het Engelsche leger
in Frankrijk groeit
OF VERKENNING
HET WESTFRONT
Engelsche torpedobootjager
op een mijn geloopen
contra dc Provincie
Roemenië boos op
Hongarije
Elke week gaan er
eenige duizenden
heen
Postvluchten op Iodië
Bijzondere briefkaarten
Dc extremisten in den
Amsterdamscben raad
Cenfra'e verwarming
gesprongen
Een millioen man
oefent in Engeland
Dc ééne boer weet 't
eerder dan de ander
De Zeeoorlog
2 Duitsche duikbooten
tot zinken gebracht
Groote belangstelling voor het
electriciteitsproces.
UITSPRAAK 16 JANUARI 1940.
Gisteren hadden de pleidooien plaats in
het electriciteitsproces tusschen de. gemeen
te Alkmaar en de provincie. Gelijk men zich
zal herinneren gaat het er om of de provin
cie de gemeenten kan uitschakelen bij de
distributie van stroom. De gemeente Alk
maar, die hier voor een heele se'rie electri-
citeitsbedrijven de spits heeft af te bijten,
beroept zich vornamelijk op het feit, dat
het P.E.N. verplicht is alle „gegadigden" van
stroom te voorzien. De voorschriften zouden
daarbij geen verschil maken tusschen direc
te verbruikers en distribuanten, zoodat, in
dien Alkmaar stroom ter distributie aan
haar burgerij wenscht te betrekken, het
P.E.N. verplicht zou zijn deze te leveren.
Waar het ging om een principieel proces
was de belangstelling ook uit andere ge
meenten dan Alkmaar zeer groot.
Namens Alkmaar tra'd op mr. Nijssingh
uit Den Haag, namens de provincie mr. van
Haersolte uit Amsterdam.
Mr. Nijssingh, de pleiter voor Alkmaar, be
toogde, dat volgens het P.E.N. centralisatie
noodig is en dat het bedrijf dus ook de
distributie in eigen hand moet nemen. De
gemeente wil echter zelf distribueeren. Plei
ter nam stelling tegen de opvatting, dat de
gemeente met haar actie financieel voordeel
beoogt.
Hij zette voorts uiteen, dat men het ook
bij de besprekingen niet de regeering niet
eens is kunnen worden over de vraag, of
de gemeente in den zin der concessie gega
digde is voor de distributie. De provincie
betwist niet, dat zij plichten heeft tegenover
den gegadigde, maar is van oordeel, dat de
gemeente geen gegadigde is.
Pleiter las vervolgens een brief voor,
welke het P.E.N. in 1919 aan de gemeente
Limmen had gericht, waar toen het distribu
tiebedrijf in handen der provincie was, ln
dezen brief wordt verklaard: „Door het
steeds grooter worden van het bedrijf is het
wenschelijk, dat het tweeslachtig karakter
verdwijnt en de gemeente de taak van de
levering- aan particulieren overneemt. De
provincie zorgt voor opwekking van den
stroom, de gemeente voor de distributie".
Ook later was dit het standpunt, dat de pro
vincie huldigde.
Het pleit zal beslecht zijn, wanneer komt
vast te staan, dat de gemeente gegadigde is,
Indien de rechtbank in haar vonnis tot ui
ting zou brengen, dat Alkmaar gelijk heeft,
doch zij zich tevens onbevoegd zou verkla-
re ntot het nemen van een beslissing, dan
is de standing van de provincie er borg
voor, dat in den geest der opinie van de
rechtbank zal worden gehandeld.
Het pleidooi voor de provincie.
In de middagzitting verdedigde Mr. A. Ba
ron van Haersolte uit Amsterdam het stand
punt van het P.E.N.
Ten aanzien van de discussies over de be-
teekenis van het woord concessie, zeide hij,
dat hier eigenlijk sprake was van een zeer
oneigenlijke concessie. Zij heeft het karak
ter van overheidsbemoeiing en maakt van
de electriciteitsvoorziening een voorwerp van
provinciale zorg onder rijkstoezicht. Het rijk
kan ten allen tijde beslissen, dat de concessie
wordt ingetrokken, waardoor zij dus het ka
rakter van continuïteit verliest.
De provincie heeft, volgens pleiter, geen
verplichtingen tegenover een gegadigde, in
dien zin, dat de gemeente het recht heeft
eischen te stellen. De concessie blijft een een
zijdige overheidsbeschikking, gepaard gaan
de met een overeenkomst. De voorwaarden
kunnen door een der partijen eenzijdig wor
den herzien. De provincie is niet verplicht
een stroomleveringscontract met de gemeente
Alkmaar te sluiten.
De ingezetenen der gemeente zijn ook
te beschouwen als ingezetenen der
provincie en men kan de provincie
niet verbieden, rechtstreeks aan ver
bruikers te leveren.
In het contract van 1935 is een opzeggings
termijn van 18 maanden gesteld, hetgeen de
bedoeling had, dat de gemeente zich vast
zou aanpassen aan een veranderden toe
stand. Indien zij het er echter op laat aan
komen, dan kan men de provincie niet ver
wijten, dat de gemeente op zeker oogenblik
geen stroom meer krijgt.
De gegadigden zijn verbruikers en de ge
meente zou geen stroom, geleverd krijgen,
als er geen verbruikers waren De gemeente
is dus slechts tusschenpersoon. De handel in
electrischen stroom is geen overheidszorg,
maar wel het verbruik. Ware dit niet het
geval, dan zou in de concessie bepaald moe
ten worden, wat de distribuanten verder met
den stroom moeten doen.
Indien de rechtbank accoord gaat met deze
principieele conclusie, dan kan zii geen von
nis wijzen wegens een onrechtmatigen daad.
Na een korte repliek van mr. Nysingh, be
paalde de rechtbank de uitspraak op 16
Januari 1910.
Ten bate van het Algemeen
Steuncomité 1939.
Bij K.B. is bepaald, dat gedurende een
door den minister van Binnenlandsche Za
ken te bepalen tijdvak van rijkswege ten
bate van het Algemeen Steuncomité 1939
bijzondere briefkaarten verkrijgbaar gesteld
zullen worden.
Deze briefkaarten zullen worden uitge
geven in de frankeerwaarden van 2, 3 en
7V2 cent. Zij zullen worden verkocht met
een toeslag van onderscheidenlijk 5, 5 en
7Vi> ct. per kaart boven de frankeerwaarde
De kaarten zullen dezelfde zegelafdruk
ken dragen als die. welke op de gewone
briefkaarten voorkomen.
De opbrengst yan deze briefkaarten zal
na aftrek van de frankeerwaarde. de kos
ten van aanmaak en andere biizondere
kosten uit de uitgifte voortvloeiende, ter
beschikking gesteld worden van het Alge
meen Steuncomité 1939.
Fel bestreden in een rumoerige
vergadering.
De algemeene beschouwingen over
de ontwerp-begrooting 1940, welke
gisteren in den Amsterdamschen ge
meenteraad gehouden werden, droe
gen nogal een heftig karakter. Tij
dens een hartstochtelijk betoog van
den soc. dem. afgevaardigde, den
heer P. J. Schmidt, moest de voor
zitter eenige malen, zoowel commu
nisten als nationaal-socialisten, we
gens herhaaldelijk interrumpeeren
tot de orde roepen en zelfs met ver
wijdering uit de vergadering bedrei
gen.
Van soc. dem. en liberale zijde werden
de opvattingen der communisten en natio
naal socialisten scherp bestreden, waarbij de
woordvoerders wezen op de zware taak van
het niet-extremistische deel van den raad.
Ook de R.S.A.P. deed een duit in het zakje
en hekelde bij deze gelegenheid ook de po
litiek der S.D.A.P.
De anti-rev. afgevaardigde stelde het Evan
gelie tegenover de revolutionnaire vervor
mingen van dezen tijd.
Ook de rede van den heer Beuzemaker
(C. P.) werd herhaaldelijk door interrupties
onderbroken. Er is geen sprake van, dat
fascisme en communisme zullen samengaan,
aldus spr.
Amsterdam naar een catastrophe?
Nadat verschillende sprekers een billijker
financiëele verhouding tusschen rijk en ge
meente hadden bepleit, waarbij o.a. werd
opgemerkt, dat Den Haag nooit veel waar
deering heeft getoond voor wat de hoofd
stad deed, hing de wethouder van finan
ciën, de heer Rustige een somber beeld op
van de gemeentelijke financiën.
Dc stad kan met de werkloosheidsbij dra
gen van Rijkswege niet toekomen. We zit
ten met de begrootingen 1937, 1938, 1939 en
1940, aldus spr. De regeering kan zich er
niet afmaken met te zeggen: we hebben niet!
Spr. gelooft niet ooit een sluiten
de begrooting te kunnen samenstel
len, 1940 is met f 5,5 milliocn zwaar
der belast. Een sluitend budget is
een kwestie van prestige. Men kan
evenwel niet doorgaan, met steeds
opnieuw leeningen uit te schrijven.
Verder gaan op dezen weg zou een
catastrophe beteekenen.
Een lichtpuntje is, dat de minister gisteren
in de Kamer verklaard heeft, dat Amster
dam zijn rechten behoudt.
DIENSTMEISJE ONTKOMT
AAN GROOT GEVAAR. DEU
REN ONTZET.
In het hospitium aan den Broeder-
weg te Kampen, waar een 25-tal stu
denten van de Theologische Hooge-
school gehuisvest is, is gisteren een
ketel van de centrale verwarming
gesprongen. Het dienstmeisje R.
Bakker, is daarbij aan groot gevaar
ontsnapt, doordat zij den kelder,
waarin de ketel voor de verwar-
mingsinstall-atie is ondergebracht,
juist had verlaten, toen de ontplof
fing zich voordeed.
Met. een ontzettende knal sprong de ketel
uit elkaar. Het meisje werd er in zooverre
slachtoffer van, dat zij de uit haar schar
nieren gedrukte deur, die zij juist achter zich
gesloten had, op het hoofd kreeg. Zij werd
niet ernstig verwond, maar was zoodanig
van streek, dat ze toch het bed moest hou
den.
in de gang, de eetzaal en op de trap naar
de bovenverdieping was het één groote chaos,
veroorzaakt door het puin en de van hun
plaatsen gedrukte deuren en meubelen. Ver
schillende ruiten werden vernield.
Daar er op het. oogenblik van de ontplof
fing niemand in de beschadigde vertrekken
was, werd geen der huisgenooten. gewond.
Maar de schrik zat hun toch danig in de
beenen.
HORE BELISHA OVER DEN
OORLOG TE LAND.
De Engelsche minister van oorlog, Hore
Belisha, heeft in het Lagerhuis een verkla
ring over den oorlog te land afgelegd.
Hij zeide, dat het Poolsche leger, door
den vijand verscheidene weken bezig te
houden, de concentratie van het Fransche
leger vergemakkelijkt heeft. In dien tijd be
trokken ook de Britsche troepen hun stel
lingen. Het is een onjuiste onderstelling, al
dus de minister, dat de door de Polen ge
boden tegenstand de laatste daad van dit
moedige volk in dezen oorlog zou zijn. Het
Poolsche leger is op bevrienden bodem reeds
herrezen en de zaak, die de Polen zoo vast
beraden verdedigen, trekt hun landslieden
van alle kanten als een magneet aan.
Toen ik bij de vorige gelegenheid
in het Huis sprak, aldus Hore Be
lisha, waren er 158.300 man Britsche
troepen in Frankrijk. Sindsdien zijn
zij wekelijks met eenige duizenden
versterkt. In het volgende voorjaar
zullen zij met een niet onaanzien
lijke wapening uitgebreid zijn. Zoo
zal het doorgaan, tot de oorlog ge
wonnen is.
Zonder de hulp van het territoriale leger
zouden wij onze afdeelingen in Frankrijk
niet voltooid kunnnen hebben. Afdeelingen
van dit leger zijn veel eerder en in groo
ter getal dan in 1914 in Frankrijk aangeko
men. Intusschen mag men niet beweren, dat
Engeland binnen afzienbaren tijd een leger
op continentalcn voet kan leveren.
DE MAGINOT LINIE.
Bijna een millioen man worden
thans in Engeland geoefend.
Onze eigen verdediging te land, ter zee en
in de lucht en de reeds lang tevoren door
de Fransche regeering opgerichte barrières
Het, lid der Tweede Kamer, de heer Weit-
kamp heeft aan den minister van economi
sche zaken de volgende, vragen gesteld:
1. Is het den minister bekend, dat na de
behandeling in de Tweede Kamer van de
begrooting van het Landbouw-Crisisfonds
waarbij, mede in verband met het on
langs gebeurde ten opzichte van een nieuwe
prijsregeling voor aardappelen, gewezen
werd op de bezwaren, verbonden aan het
bekend maken van belangrijke beslissingen
met betrekking tot den landbouw op zooda
nige wijze, dat belanghebbenden daarvan
eerst uit de ochtendbladen van den volgen
den dag kunnen kennisnemen weder efn
beslissing van dezen aard (met. name be
treffende een prijsverhooging voor lijn
zaad) op gelijke wijze is bekend gemaakt,
met het gevolg, dat zij, die een ochtendblad
ontvangen, daarvan op Zondag 19 dezer op
de hoogte waren en zij, die een courant le
zen, welke uitsluitend een avondeditie heeft,
eerst op den daarop volgenden Maandag
avond?
2. Is de minister bereid, ter voorkoming
van achterstelling van bepaalde categorieën
van belanghebbenden, te bevorderen, dat be
slissingen, als in de voorgaande vraag be
doeld, in den vervolge op een zoodanig tijd
stip worden gepubliceerd, rlat vermelding
daarvan in alle dagbladen op één en hetzelf
do tijdstip mag worden verwacht, en tevens
zorg te dragen, dat zoodanige beslissingen
te zelfder tijd door middel van den radio-om
roep ter algemeene kennis worden ge
bracht?
MINISTER HORE BELISHA.
tegen agressie hebben onze voorbereidingen
beveiligd. De Maginotlinie is een soort
schuld, die de vrije naties hebben aan de
zaak van het land, dat zelfs in finantieele
moeilijkheden niet aarzelde een onbekrom
pen deel der financieele middelen aan de
opwerping dier barrière te besteden. Ter
wijl Duitschland tegen een mogelijken ge
allieerden aanval een grens van ruim 300
kilomeier had te verdedigen, moest Frank
rijk rekening houden met een mogelijken
Duitschen aanval langs een front van 1300
kilometer, van de Noordzee tot de Alpen.
BEDRIJVIGHEID EN MODDER.
Hoewel het den Engelschen toegewezen ge
bied niet met. het grootere systeem der Ma-
ginot-linie vergeleken kan worden, was het
op gelukkige wijze van tevoren van verster
kingen voorzien. Het was de taak onzer sol
daten, deze versterkingen aan te vullen en te
verbeteren.
Overal heerscht bedrijvigheid en overal
is modder. De Britsche troepen zijn aan den
arbeid over een oppervlakte van 100 vier
kante mijlen. Ik kan eenig denkbeeld van
den arbeid geven door te vermelden dat het
Britsche hulpleger in het begin 500 ton ben
zine per dag gebruikte. Het is een kwestie
van voertuigen en nog eens voertuigen.
Wij hebben reeds meer dan 1.000 ton reser-
vc-onderdeelen naar Frankrijk gezonden.
Vertrek ren Aankomst t«
(ifeenreis) '|SinK" 22 N°V" lBand' 22 Nov,
(terugreis) |Ran«' 22 N°V" lJodhp' 22 *ov.
JSnreis) lAleX' 22 Nov" |Basra 22 Nov.
GOEDE GEEST.
Niemand beter dan de opperbevelhebber
begrijpt, uit eigen ervaring, de omstandighe.
den van den strijd en de behoeften zijner
manschappen. Hij kent ook het gebied, dat
door onze troepen bezet is. Ik heb met hem
vrijwel het geheele front bezocht en ben in
het nauwste contact met officieren en matl.
schappen van verschillende afdeelingen ge'
komen. Ik kan zonder aarzelen een bemoedi
gend verslag over de kracht en den goeden
geest der troepen uitbrengen.
HET LEGER GROEIT.
Intusschen groeit het leger. Wij hebben wa.
penen en uitrusting naar andere deelen der
aarde gezonden. Op alle gebeurlijkheden be
reiden wij ons voor. Naast de opgeroepen mi-
litieplichtigen zijn sedert het uitbreken van
den oorlog meer dan 85.000 vrijwilligers on
der de wapenen gekomen. Wekelijks hebben
wij 300 officieren uit de noodreserve overge-
nomen. De sterkte van den vrouwelijken ter-
ritorialen hulpdienst is vergroot tot 40.000
Ook dit is een middel om mannen voor deii
actieven dienst v ii te maken.
UITHOUDINGSOORLOG.
Zoo gaat de oorlog voort. Het is een, uit-
houdingsoorlog, waarvoor het Britsche volk
vermaard is. Elke nieuwe dag ziet ons ster.
ker. Het verstrijken van den tijd heeft op
den vijand niet hetzelfde effect. Om te win
nen zou hij door de geallieerde verdediging
moeten breken. Een aanval, daarop wacht
het Fransche hooge commando met vertrou
wen af. Er is geen verdeeldheid in onze
rijen. Onze strategie was van tevoren be
paald, evenals de afloop van dezen oorlog
aldus besloot Hore Belisha.
OOK CHAMBERLAIN OPTIMIST.
Op een diner, aangeboden door het in
vloedrijke „Conservative Private Members
Committee" heeft Chamberlain gisteravond
een overzicht gegeven van de vorderingen
die Groot Brittanië en zijn bondgenooten ge
maakt hadden sinds den aanvang van den
oorlog, waarbij hij in het bijzonder de aan
dacht vestigde op de nauwe en volledige
samenwerking betreffende alle zaken die
Groot-Brittannië en Frankrijk raken.
De bondgenooten zijn in staat iedere ge-
beurtelij kheid het hoofd te bieden. Tenslotte
sprak hij zijn overtuiging uit, dat de over
winning behaald zou worden.
lioe de Franschen het bosch van
Warndt binnendrongen.
In de Temps vertelt kapitein M. in welke
omstandigheden de eerste Fransche soldaten
in den nacht van 5 op 6 September den Duit
schen bodem betraden. Een sterke patrouil
le werd toen naar het bekende bosch van
Warndt gezonden, met opdracht ongeveer
800 meter voorbij de grenspalen door te
dringen. De verkenning verliep zonder hin
der. De patrouille meldde niets anders dan
een versperring tegen gevechtswagens. Den
volgenden nacht werd er een tweede verken
ning op uitgestuurd, die op bijna drie kilo
meter van de grens het dorp M. ontruimd
vond. Toen, dat was 7 September 's avonds
om tien uur, overschreed het bataljon, waar
toe die manschappen behoorden, de grens.
Deze loopt daar langs het genoemde bosch.
Een verkenning in een bosch gedurende den
nacht is hachelijk, o.a. omdat het, aldus de
N.R.Crt., onmogelijk is verkenners uit te
zenden. Voor het overige werd de marsch
door de bagage bemoeilijkt. De eerste hin
derpaal was de gesignaleerde versperring
tegen tanks. Er was geen denken aan, dat
voertuigen er doorheen zouden komen.
Alles moest gedragen worden.
Duitsch douanehuisje leeg.
Op een km afstand bemerkte men een
Duitsch douanehuisje: zou het bewoond
zijn? Zouden er de eerste schoten knallen?
Na het met de gebruikelijke voorzorgen
genaderd te zijn, vond men het leeg, dui
zenden patronen waren achtergelaten. Ver
volgens bereikten de mannen op den tast
een tweede dorp, dat bij de vorige ver
kenning opgemerkt was. Zij stuitten op een
troep Duitsche dragonders, die zich door
de boomgaarden uit de voeten maakten,
na enkele geweerschoten gelost te hebben.
Het dorp was verlaten, maar in verschei
dene huizen brandde licht. Terwijl een déél
van de Franschen het doorsnuffelde, zette
de rest den marsch voort naar een ander
dorp, op twee km, dat zonder ongelukken
bereikt werd, Tien minuten later licteu
de wagens, de eerste die binnenreden, een
mijn springen, die eenige mannen doodde
en wondde. Dit waren misschien de eerste
slachtoffers van den oorlog, gelijk de Duit
sche soldaat, die den volgenden dag, van
den prins geen kwaad wetend, zich op de
fiets in het kantonnercent meldde en dit
door Franschen bezet vond, de eerste
krijgsgevangene was. Alles zat stikvol mij
nen, maar in het etmaal, dat het bataljon
er bleef ontploften er maar twee. Tenslot
te kreeg een peloton dragonders last, zon
der verbinding met het gros van den troep
ter plaatse te blijven.
Voor de Engelsche Oostkust.
Twintig gewonden, 40 vermisten
Volgens een bericht uit Londen
van de Engelsche admiraliteit is
gisteren de Britsche torpedobootja
ger „Gipsy" voor de Oostkust op een
mijn geloopen en vervolgens aan
den grond geraakt. Gemeld wordt
dat 21 officieren en manschappen
gewond zijn.
Ongeveer veertig minderen wor
den vermist.
Fransche vischtreiler door duik
boot tot zinken gebracht.
Een Duitsche'duikboot heeft Dinsdagmid
dag in den Atlantischen Oceaan den Fran
schen vischtreiler „Balyes 2 tot zinken ge
bracht. Het schip werd door vijf schoten ge
troffen, nadat de kapitein de vijftien leden
der bemanning in de booten waren gegaan,
De duikboot begeleide de Fransche zeelieden
tot een Spaansche visschersboot, die it
schipbreukelingen opnam en in San Sete
tian aan land zette.
Door Fransche torpedojager
Parijs, Naar vernomen wordt
heeft een Fransche torpedoboot twee
Duitsche onderzeeërs vernield.
HET GRAF VAN ED. G. SCHUERMANN,
Op Dinsdag 28 November a.s., des namM
dags 2 uur, zal op het graf van wijlen den
heer Ed. G. Schuermann, begraafplaats
„Crooswijk" te Rotterdam, een door den Ko
ninklijken Nederlandschen Middenstands
bond geschonken plaquette, als hulde aan
nagedachtenis van zijn voorzitter, den Koe'
Ed. G. Schuermann, overleden op 1 KeW-
j.1., worden onthuld.
Toenadering zal niet betaald wor
den met ooncessies, welke de terri
toriale integriteit betreffen.
ROEMEENSCHE PERS HET
ZWIJGEN OPGELEGD.
In een Dinsdag gehouden rede
heeft de Hongaarsche minister van
m Buitenlandsche Zaken Csaky be
toogd, dat zijn land in vrede wil
leven met ieder ander land, maar
dat Hongarije niettemin zijn aan
spraken handhaaft op het met den
wereldoorlog verloren gebied (aan
Roemenië en Joego Slavië).
Teleurstelling te Boekarest.
Deze rede heeft in Boekarest een zekere
teleurstelling te weeg gebracht. Sedert
maanden poogt de regeering van Roemenië
een ontspanning teweeg te brengen en het
leven van de Hongaarsche minderheid
zooveel mogelijk te vergemakkelijken en
nu bemerkt men, dat de regeering te Boe
dapest haar houding riiet heeft gewijzigd.
Terwijl Europa in een ernstige crisis is
gewikkeld en het lot der kleine mogendhe
den van dag tot dag kan worden gewijzigd,
begrijpt men te Boekarest niet., dat dn
Hongaarsche regeering zich een speelbal
toont van de extremisten en opnieuw het
vraagstuk van de herziening der grenzen
ter spake brengt.
Met merkt verder op, dat Roemenië een
toenadering tot Hongarije niet wil be. I
met concessies, welke de territoriale
griteit betreffen. Graaf Csaky 'iee^nv-etsCji.
gezegd, dat de betrekkingen tot üu
land en de Sovjet Unie uitstekend
Dus van twee dingen één: ofwel e
staat een gevaar in Midden Europa
dan moeten de burenruzies naaJ 700nt! L
de plan verhuizen, hetgeen geldt A
voor Roemenië als voor Hongarije, ot
bestaat geen gevaar en in dit geval J
Roemeensche regeering niet in, waar j
Hongarije een geschenk zou ihvoarl
noch in feite, noch in rechte gereo j
digd is.
Gafencu zal sp
In gezaghebbende Roemeensche
wordt vernomen, dat de minister
tenlandsche zaken, Gafencu, aan h „jj
dezer week ot> de rede van zijn or(jeri
schen ambtgenoot, Csaky, zal an1 (ierf
en een uiteenzetting over de mP10
besprekingen tuschen Boedapest en f(:
rest zal geven. Daar men int"ssc"rs,
heftige reactie der Roemeensche P
de betrekkingen tusschen beide la ,j.oniei
hpVllAPn lznnn nn cioTiorlotl 'Wil /iflf
hebben kunnen schaden, wil n
heeft de regeering den bladen verb
mentaar op de rede van Csaky te
C»K
nplfln-
Voldoening te Be
De rede van Csaky heeft teLBclppo<jitie!:;
gunstigen indruk gemaakt. De ar5C(;
onderstreept het feit dat de Mjelljl1
minister Zuid-Slavië noemde, on ^ri'
na Duitschland en Italië. Het DrSt. f
nert er voorts aan dat voor h®i pji*
den wereldoorlog in het I-Iongaaie- f,
ment applaus heeft geklonken na
nister van buitenlandsche zaken \r"
den ZuidSlavië heeft uitgesproken. ar;,
me maakt uit de rede op dat j
wenscht bij te dragen tot het p
den vrede in Midden-Eurona.