MODERN
RADIO
R. K. werkgevers
vergaderen
Jan Zeedijk in Amerika
Sinterklaasgeschenk
AKKERTJE
De Avonturen van
MM
een verduisterings-
Winkeliers straffeloos
bevonden
Het blauwe licht beviel
hem niet
Kou gevat
Neem
'n
De dalende kaasprijzen
Seringen naar de
vuilnisbelt
PROGRAMMA
door R. J. VAN NEERVOORT
LAMPEKAP.
Een bijzonder actueel Sinterklaas
cadeautje beelden we hieronder af,
n.1.: een verduisteringslampekap, die
we zelf kunnen maken!
We vinden het geen van allen prettig tij
dens de luchtbeschermingsoefeningen, wel
ke van tijd tot tijd plaats hebben, werkloos
neer te zitten en we kunnen onzen huisge-
nooten en vrienden zeker geen grooter ge
noegen doen, dan hen op den 5den Decem
ber met een sierlijk lampekapje te beden
ken, dat hen het luchtalarm met minder
antipathie doet tegemoetzien
We koopen een stuk zgn. „verduisterings
papier (zwart), van ongeveer 80 c.M. lang
en 40 cM. breed. Het wordt langs de lengte
dubbelgevouwen, zooals fig. 1 aangeeft en
dan geplisseerd; de plissee's moeten onge
veer P/2 cM. breed zijn.
Het beste is het papier eerst te linieeren.
Men vouwt het geplisseerde papier open
en naait de beide korte zijden tegen elkaar
aan (fig. II). De kap wordt aan boven- en
onderzijde van een rij gaatjes voorzien,
waardoor men een kleurig koord rijgt. Men
bevestigt de kap nu om de lamp, doch zóó,
dat het papier niet met de peer in aanra
king komt en strikt het koord stevig dicht.
Van onderen rijigt men de kap zoover toe,
dat slechts een smalle lichtbundel ontsnap
pen kan.
Opgemerkt zij, dat het bij gebruik van deze
verduisteringskap toch nog noodig is, de
lichtkieren bij de vensters goed af te slui
ten, doch men behoeft hierbij niet zóó se
cuur te werk te gaan als wanneer het lamp
licht ongehinderd de kamer kan binnen
stroomen.
FEUILLETON
Een weq voor de reserves der
Ned. Bank
De voorzitter van de Alg. Katholieke
Werkgeversvereeniging ir. F. H. E. Gulje,
heeft gisteren de vergadering van deze ver-
eeniging en van de besturen der bij het R.K.
Verbond van Werkgevers-Vakvereenigingen
aangesloten organisaties geopend met een
rede, waaraan wij het volgende ontleenen:
Naarmate de oorlog langer duurt zal het
gebied der overheidsbemoeiing zich verder
moeten uitbreiden. Het bedrijfsleven is dit
maal in ruime mate in staat geweest tot
opbouwende medewerking, dank zij de vak
organisaties, die in den loop van de laatste
twintig jaren ook in werkgeverskringen ge
groeid zijn. Bij het verder uitbouwen van de
oorlogs-organisatie dient men eveneens be
dacht te zijn op aansluiting aan hetgeen in
vredestijd was tot stand gebracht, met zoo
veel mogelijk inschakeling van werkgevers-
en werknemersorganisaties.
Ten aanzien van de openbare financiën
vroeg spreker zich af, of het niet verant
woord en zelfs gewenscht is, dat de regee
ring den buitengewonen dienst ten deele
financiert door gebruik te maken van de
monutiaire reserves, waarover de Nederland-
sche Bank nog in ruime mate beschikt. Af
gezien van het feit, dat deze methode voor
het werkende deel der natie nog de minst
pijnlijke is, vermijden wij daarmede het ge
vaar, dat onze munt na den oorlog weer
overgewaardeerd is ten aanzien van de
vreemde valuta, die onvermijdelijk weder
om beduidend zal deprecieeren.
De „nieuwe economie" en dr.
Colijn".
Spreker herinnerde verder aan hetgeen 11a
1930 is opgebouwd aan werkloosheidsbestrij
ding door industrialisatie, actieve handels
politiek en rechtstreeksche werkverschaf
fing en hij wierp tenslotte een terugblik
op de gebeurtenisen van t' afgeloopen jaar
Het spijt ons, zoo zeide spreker, dat wij bij
de „nieuwe economie" dr. Colijn en diens
partijgenooten niet aan onze zijde zien. Deze
economie is hecht gefundeerd in de christe
lijke wereldbeschouwing.
Met den wensch, dat de Alg. Katholieke
Werkgeversvereeniging. die haar 25-jarig
bestaan tegemoet gaat, rijkelijk vrucht moge
zien van haar ideëel streven, eindigde ir.
Gulje zijn openingsrede.
Naar 't Engelsch van A. W Marchmont
38.
Het antwoord was een niet bepaald aange
name verrassing.
„Mr, Cheriton en een dame, meneer."
De man had ternauwernood uitgesproken
of Dora en George Vezey kwamen binnen,
de eerste zichtbaar opgewonden en uit haar
humeur. Haar ontstemming nam nog toe
toen ze hoorde dat Tom Cheriton er was,
maar Vezey voelde zich bepaald opgelucht.
De jonge vrouw ging rechtstreeks naar de
Montalt toe; Vezey kwam achter haar aan.
Zoodra de Montalt haar zag, stond hij op en
vroeg met pathetisch verwijt: „Waarom heb
je dit gedaan?" Daarop nam hij haar han
den en hield ze in de zijne.
„Die vraag kan ik het beste beantwoor
den," kwam Vezey tusschenbeide. „Ik ben
de oorzaak ervan. Ik heb vanmorgen, toen
u al uit Brighton vertrokken was, een bezoek
aan mrs. Markham gebracht om haar te
vertellen dat ik zekere dingen in uw nadeel
had gehoord. Ik zei haar dat het het ver
standigste was naar Londen terug te keeren
en u, zonder er doekjes om te winden, te
vragen of die beschuldigingen waarheid be
vatten. Eerst wilde ze er niet van hooren en
ze stemde pas toe toen ik haar meedeelde dat
ik anders naar de politie zou gaan, om eens
te informeeren wat die van de zaak dacht.
Toen gaf ze haar verzet op, niet omdat ze
mij gelooft, maar om schandaal te vermijden.'
Het is heel vriendelijk van u om voor
mrs. Markham te antwoorden," sprak de
Montalt, met kwaadaardig sarcasme in zijn
dreigende stem, „maar ik zou wel drommels
graag willen weten wat dit te beteekenen
heeft."
Het was nu Dora die het woord nam.
Zij mochten rekening houden
met de vervangingswaarde van
hun voorraad- artikelen.
Voor den Dordtschen politierechter heb
ben twee winkeliers daar ter plaatse te
recht gestaan wegens overtreding van de
prijsopdrijvingswet 1939. Zij hadden goede
ren uit hun ouden voorraad tegen verhoog
den prijs verkocht en waren beiden tot
een geldboete van f 25.veroordeeld.
In hooger beroep heeft de raadsman van
verdachten, straffeloosheid bepleit, omdat
naar hij zeide het voor een gezond bedrijf
noodig is zich bij den verkoop van goederen
naar de vervangingswaarde te richten.
Het Haagsche gerechtshof heeft gisteren
het vonnis van den politrechter vernietigd,
en de verdachten vrijgesproken.
Kermisexploitant was betere il
luminatie gewend!
Wegens overtreding van de Luchtbescher-
mingswet is de kermisexploitant W. D. dooi
den Rotterdamschen politierechter tot een
week gevangenisstraf veroordeeld. Op 19
Januari, toen voor geheel Zuid-Holland een
verduisteringsoefening werd gehouden, was
hij met zijn auto uit de richting Gouda-Rot-
terdam met volle lichten komen binnenrij
den. De agent van politie, die hem aan
hield, deed een hoes van blauw papier om
de koplampen, doch omdat de lampen op
die wijze te weinig licht gaven, stapte een
der inzittenden uit en sneed met een mes
eenige stukken uit het papier Later werd
zelfs ruwweg een stuk van het papier afge-
scheurd. Weer werd de auto aangehouden,
weer werd opnieuw blauw papier om de
lampen gedaan, doch weer werd het papier
gedeeltelijk verwijderd. Ten slotte volgde
proces-verbaal.
De advocaat-generaal vond de houding van
verdachte zeer ongepast en eischte verhoo
ging van de opgelegde straf tot gevangenis
straf van één maand.
De verdediger meende, dat verdachte geen
opzet heeft gehad om de Luchtbeschermings-
wet te overtreden en concludeerde tot vrij
spraak.
Uitspraak 11 December.
Om den ouden toeslag gevraagd.
De Alg. Ned. Zuivelbond heeft zich op 14
dezer telegrafisch tot den minister van Eco
nomische Zaken gewend met het verzoek
den toeslag op kaas, welke 19 October gehal
veerd werd, weer zoo spoedig mogelijk op de
oude hoogte te herstellen, daar de kaas-
prijzen week na week dalen en de kaas-
waarde der ondermelk thans reeds tot 0.4
cent per liter gedaald is.
Nu Engeland niet meer afneemt...
Nu het Britsche rijk zijn grenzen voor de
Nederlandsche bloemen, heeft gesloten, zijn
de moeilijkheden voor de Aalsmeersche se
ringencultuur zoodanig vergroot, dat meer
dan de helft van de ter veiling aangevoer
de seringen naar de vuilnisbelt gebracht
moeten worden.
De Aalsmeersche Tuinbouwbond heeft
thans een deputatie naar 's-Gravenhage ge
zonden, die aan de regeering zal voorstel
len een tweeledigen minimumprijs in te
voeren. En wel één van 50 cent voor tien
pakken seringen van betere kwaliteit, en
één van 25 cent voor 10 pakken van min
der goede kwaliteit. Bij aanvaarding van
dit voorstel zullen de seringen altijd een
dezer minimumprijzen opbrengen.
Vorig jaar werd op de beide plaatselijke
veilingen tot een bedrag van f 098,938 aan
seringen verhandeld. Alleen op de C.A.V.
beloopt de aanvoer reeds 10 millioen stuks.
Van de totale productie van ongeveer twaalf
millioen stuks werden vorig jaar zeven mil
lioen uitgevoerd naar Groot-Brittannië.
WOENSDAG 29 NOVEMBER 1939
Hilversum I. 1875 en 414.4 m.
NCRV-Uitzending. 6.307.00 Onderwijsfonds
voor de Scheepvaart.
8.00 Berichten ANP.
8.05 Schriftlezing, Meditatie.
8.20 Gramofoonmuziek (9.309.45 Gelukwen-
schen).
10.30 Morgendienst.
11.00 Gramofoonmuziek.
11.75 Zang met pianobegeleiding en gramo
foonmuziek.
12.00 Berichten.
12.15 Gramofoonmuziek.
12.45 Berichten ANP. Hierna: Het Amster
damsen Salonorkest en gramofoonmuziek.
2.302.55 Gramofoonmuziek.
3.00 Harp, fluit en cello en gramofoonmuziek.
4.15 Gramofoonmuziek.
4.30 Christ. kinderkoor „De Lenteklokjes"
(opn.).
4.45 Felicitaties.
5.00 Voor de jeugd.
5.45 Gramofoonmuziek.
6.30 Taalles en causerie „De samenstelling, de
bediening en het onderhoud van stoomketels
en stoommachines aan boord van schepen.
7.00 Berichten.
7.15 Boekbespreking.
8.00 Berichten ANP, herhaling SOS-Berichten.
89.
„Zou het mogelijk zijn, dat U vanavond
nog naar mjj toekwam?"
„Ja, ik kom zoo spoedig mogelijk!" nep Jan
uit. Hij stak de papieren, die de admiraal hem
had gegeven, in de binnenzak van zijn jas,
riep een taxi aan en liet zich naar de woning
van Tasmia brengen. De huisknecht opende de
straatdeur en zei: „Juffrouw Tasmia ver
wacht U, mijnheer", terwijl hij de overjas van
Jan in ontvangst nam.
kiMm tri?)
90.
Eensklaps scheen de huisknecht over het
tapijt te struikelen en greep Jan Zeedijk bij de
revers. Op hetzelfde oogenblik kwam Tasmia
te voorschijn.
„Hallo!" riep zij opgewonden. Terwyl Jan
Zeedijk haar den blik toewendde, liet de huis
knecht de jas van den jongen marine-officier
los.
„Pardon, mijnheer, pardon", mompelde hij
onderdanig, maar Jan sloeg geen acht op den
huisknecht. Tasmia lachte tegen hem en stak
hem de hand toe. „Mejuffrouw Allen, ik heb
slechts enkele minuten tijd voor U", verklaarde
Zeedijk. „Vertel me dus zoo vlug mogelijk
welke inlichtingen U hebt gekregen!"
Op dat ogenblik was de huisknecht ver
dwenen achter een gordijn, dat aan het einde
van de hal hing.
Om zijn mond vertoonde zich een zegevie
rende trek. In zijn hand hield hij het pakket
belangrijke documenten, dat zich een ogenblik
te voren nog in den binnenzak van Jan Zee
dijk had bevonden.
„O, ik herinner me vaag alsof ik het
gedroomd heb", zei Tasmia, „dat er gisteren
avond bij de mannen iemand was, die een £ril
droeg met donkere glazen, en die heeft me
vastgebonden en is daarna weggegaan. Maar
zooals ik al zei, het is een vaag signalement,
dat ik van hem kan geven..."
8.15 Gramofoonmuziek.
9.00 Causerie „Christelijke-sociale actie in de
branding der tijden".
9.30 Arnhemsche orkestvereeniging en solist.
10.00 Berichten ANP, actueel halfuur.
10.30 Vervolg concert.
11.00 Gramofoonmuziek.
Ca. 11.5012.00 Schriftlezing.
Hilversum II. 301.5 in.
VARA-Uitzending. 10.0010.20 v.m. en 7.30
—8.00 VPRO.
8.00 Berichten ANP.
8.10 Orgelspel.
8.45 Gramofoonmuziek.
9.30 Causerie „Onze keuken".
10.00 Morgenwijding.
10.20 Voor de arbeiders in de Continubedrijven.
12.00 Berichten.
12.15 VARA-orkest.
12,45 Berichten ANP, Gramofoonmuziek.
1.00—1.45 VARA-orkest.
2.00 Voor de vrouw.
2.30 Cello en piano en gramofoonmuziek.
3.15 Voor de kinderen.
5.30—6.30 VARA-orkest.
6.35 Gramofoonmuziek.
6.40 Grafologischë causerie.
7.00 VARA-kalender.
7.05 Felicitaties.
„Ik geloof geen steek van wat ze zeggen,
Godefroi, maar je was er niet en ik wist niet
wat ik doen moest," klonk het klagelijk. Ze
was geschrokken van de uitdrukking van ver
beten woede in zijn gezicht.
„Ik zal u duidelijk maken wat het te be
teekenen heeft," hernam nu Vezey weer. „Er
is mij ter oore gekomen dat uw ware naam
Lespard is en niet de Montalt en dat u een
vonnis wegens moord achter den rug hebt. Ik
vraag u zonder omwegen: „Is dat waar?"
„Heb je daarom die dramatische samen
komst belegd, Dora?" wilde de Montalt we
ten. „Ik moet zeggen, dat ik wel verbaasd
ben." Hij sprak heel vriendelijk, schijnbaar
volmaakt onverschillig, alsof hij alleen maar
verwonderd was over het feit, dat men haar
over zooiets lastig gevallen had. „Natuurlijk
geloofde je dat niet; dat spreekt vanzelf. En
fin, trek je er niets van aan!" Toen sloeg hij
zyn arm om haar heen als om haar gerust te
stellen en keerde zich vervolgens met groote
waardigheid tot George Vezey. „Aan het on
beschaamde verhaal, dat u waagt, op te dis-
schen, zal ik geen aandacht schenken; mrs.
Markham weet veel te goed, waar de bron
ervan gezocht moet worden. U zoudt meer
als een man gehandeld hebben, als u eerst
bij mij gekomen was, inplaats van een dame
een dergelijken schok te bezorgen."
Zijn houding van rustige houtaine zelfver
zekerdheid liet niet na indruk op Vezey te
maken en overtuigde hem half van het on
gegronde van de beschuldiging.
„Het verhaal is niet van mijzelf; het is van
mr. Cheriton afkomstig," bracht hij zachtjes
in het midden, „en daar hij hier in huis is,
kan hij beter bij dit onderhoud aanwezig zijn.
Ik zal hem gaan halen."
Met deze woorden verliet hij de kamer om
Tom te zoeken. Hg had de deur nog niet ach
ter zich dicht of de Monhalt omhelsde de
jonge vrouw, die met zoo'n onwankelbaar, ver
trouwen zijn zijde koos, en kuste haar
teeder.
„Geloof jij in mij. lieveling?" vroeg hij, haar
diep in de oogen kijkend.
„Niest ter wereld zal mijn geloof kunnen
schokken," fluisterde ze innig terug. „En is
niets, dat me schelen kan, als jij maar van
mij houdt."
Hij bleef staan met haar hand in de zijne,
zoo kalm alsof er geen woord in zijn nadeel
was gezegd, en zoo stonden ze toen Tom
Cheriton, miss Davenant en Vezey met elkaar
de kamer binnenkwamen.
„Het spijt me, dat ik met zoo'n doel hier
ben, mrs. Markham," begon Cheriton, na zijn
gezellin kort te hebben voorgesteld. „Ik vrees,
dat wat ik te zeggen heb, u pijnlijk zal aan
doen."
„Als het tegen mr. de Montalt gaat, zult u
mij niet bereid vinden te luisteren, mr. Che
riton," antwoordde Dora uit de hoogte.
„Het heeft niets te maken met mi. de
M o n t a 11," hernam Cheriton, nadruk op den
naam leggend. „Het gaat tegen Rolande Les
pard. den man die op het oogenblik uw hand
vasthoudt en dies zich onder valsche voor
wendsels in uw vertrouwen heeft gedrongen.
Hij heet Rolande Lespard en is vijf jaar ge
leden schuldig bevonden aan moord op zijn
oom, Paul Duvivier."
De jonge vrouw toonde zich niet in het
minst van haar stuk gebracht.
„Welk bewijs hebt u voor die monsterach
tige beschuldiging?" vroeg ze met dezelfde
vaste stem als zooeven.
„I k kan het bewijzen," mengde miss Dave
nant zich in het gesprek. „Ik was er bij toen
hij gearresteerd werd en toen ik
„Wat deed u daar dan bij?" Er sprak min
achting uit mrs. Markhams toon.
„Het is geen prettig verhaal, maar in dit
geval wil ik het u wel vertellen," antwoordde
miss Davenant rustig.
„Ik begeer het niet te hooren, dank u,"
weerde Dora laatdunkend af. „Ik weet genoeg
van de feiten om te begrijpen, dat het motief
van uw komst hier is oneenigheid te schep
pen: Ik moet u verzoeken mr. Cheriton, om
deze jonge dame de de deur te wijzen."
„Ik zal niets van dien aard doen, voor u
de waarheid hebt gehoord," was het besliste
wederwoord.
„Dan zal ik de hulp van mijn bedienden
inroepen," verklaarde mrs. Markham met van
drift fonkelende oogen.
Er viel een penibele stilte en eer deze door
een van de aanwezigen verbroken werd, klop
te de huisknecht en trad binnen.
„Daar is een dame, die u spreken wil, me
vrouw," begon de man. Maar wel op hetzelfde
oogenblik werd de deur wijd opengegooid en
Daphne Marlow, in haar verpleegsterscos-
tum, stond op den drempel.
„Ik zal wel voor mijzelf spreken," richtte
ze zich bruusk tot den bediende en terwijl
naar haar in sprakelooze verbazing.
HOOFDSTUK XXVI.
Wat Daphne te vertellen had.
Degene, die wel het meest verbijsterd was
door het plotseling verschijnen van Daphne
Marlow, was de Montalt, hoewel hij had kun
nen voorzien, dat de zusters hun pogingen om
met mrs. Markham in contact te komen en
het huwelijk te verhinderen, niet zouden op
geven, en nu Dessie niet was teruggekomen
lag het voor de hand dat Daphne haar in de
eerste plaats bij mrs. Markham ging zoeken.
7.10 Koorzang.
7.30 Bijbelvertellingen.
8.00 Herhaling SOS-Berichten.
8.03 Berichten ANP. VARA-Varia.
8.15 Uitzending voor de Centrale Palestina
Actie
8.30 The Rococo-Serenaders, het Novelty-Trio
en solisten.
9.00 Radiotooneel.
9.30 De Ramblers.
10.00 VARA-orkest en soliste.
10.40 Medische vraagbaak.
11.00 Berichten ANP.
11.10 Orgelspel.
11.3012.00 Gramofoonmuziek.
Desniettemin was haar komst allesbehalve
aangenaam voor hem en hij moest snel zyn
houding bepalen.
Nadat ze verder de kamer was binnenge
gaan en de deur achter zich gesloten had, be
gon ze met haar diepe, prettig-klinkende
stem:
„Ik kom hier om Dessie Merrion te zoeken,
mevrouw. Ik hoop, dat u mij niet kwalijk
neemt, dat ik u op deze wijze overrompel,
maar de zaak is zoo dringend en ongewoon,
dat ik niet wachten kon."
„Miss Merrion is hier niet. Wat bedoelt
u?", vroeg mrs. Markham, die deze stoornis
en Daphnes binnenvallen in hcoge mate er
gerde. Ze had de hand van de Montalt los
gelaten en kwam naar de onwelkome bezoek
ster toe.
„Dat ze hier niet is, had ik al gehoord," zei
Daphne. „Dtorom, en ook omdat deze... deze
heer hier is, zooals mij gezegd werd, ben ik
zoo vrij geweest op deze onconventioneele
wijze binnen te komen."
Na de drie anderen in de kamer even een
vluggen blik te hebben toegeworpen, ging ze
voort: „lk heb een heeleboel te zeggen, dat
hem raakt en dat kan ik misschien beter on
der vier oogen doen."
Tom Cheriton begreep de situatie onmid
dellijk.
„U kunt in ons bijzijn vrijuit spreken. Mijn
naam is Cheriton, miss Merrion is mijn ver
loofde. En miss Davenant en mr. Vezey zijn
hier met eenzelfde doel als u. We hebben mrs
Markham juist verteld, dat die man niet de
gene is voor wien hij zich uitgeeft, maar Ro
lande Lespard heet en gevangenisstraf voor
een ernstig misdrijf heeft ondergaan. Als u
hieraan iets kunt toevoegen, verzoek ik u
dringend, dat te doen."
Daphne keek de Montalt geruimen thd
strak aan en hij doorstond haar blikken.
„Hij zal tegenover mij niet durven te ont
kennen zei ze rustig, „en als hij dat toch
probeert, is het volkomen nutteloos. Hij weet
tot zelf ook. Het is nog maar enkele uren ge
leden sinds we elkaar op Dessies kamers heb
ben gesproken en hij wist dat ik besloten had
het risico te aanvaarden van hem te onf
maskeren."
„Godefroi!" De pijnlijke, ontstelde kreet
kwam van mrs. Markham en haar oogen
dwaalden geagiteerd van de Montalt naar
Daphne. De mededeeling dat hij in Dessies
kamers geweest was, stak haar meer dan de
smadelijks te beschuldiging.
(Wordt vervolgd.)