Oproep vao Daladier
AKKERTJES
Jan Zeedijk in Amerika
Dc postdiefstal van f 25.000
Radioprogramma
De Avonturen van
Tot de zonen der helden
van Verdun
Sportvliegers mogen
weer de lucht in
Dreigbrief aan den
Gouverneur-Generaal
Geld uit bureautje gestolen
Schipbreuk op den
Stillen Oceaan
Extra-luchthavens
in Amerika
door R. J. VAN NEERVOORT
„WIJ ZULLEN SLAG MET SLAG
BEANTWOORDEN". COMMUNIS
TEN UIT DE KAMER GEZET.
De Fransche minister-president Daladier
heeft in de Kamer voorlezing gedaan van
de regeeringsverklaring. In deze regeerings
verklaring brengt hij hulde aan de legers
en het beleid van het opperbevel, men-
schenlevens zooveel mogelijk te sparen.
Vervolgens zegt hij, dat de banden, wel
ke Frankrijk met Groot-Britannië binden,
nimmer zoo sterk, noch zoo innig zijn gg-
weest als thans. Hij deelde mede, dat alle
moreele, materieele en militaire hulpbron
nen der beide landen zijn samengevoegd.
Hij verheerlijkte de geweldige hulpbronnen
der beide rijken, welke door een onbuigza
me wil worden bezield.
DALADIER.
Sprekende over de diplomatieke
positie der geallieerden, welke hij
gunstig noemt, bracht Daladier hul
de aan president Roosevélt, den
Heiligen Stoel en Mussolini bij hun
streven naar een rechtvaardigen
vrede. Hij wenschte zich geluk met
de verbetering der betrekkingen
met Spanje.
Vervolgens besprak hij het proces tegen
de communisten. Hij deed tenslotte een
beroep op alle Franschen, waarbij hij den
zonen der- helden van Verdun oproept ge
reed te zijn om de krachten te ontketenen
tegen de barbaarsohheid. Hij besluit met
de woorden: „Bij uw vastberadenheid moe
ten zich onze zielen aanpassen voor het
heil van Frankrijk en de vrijheid".
EEN INCIDENT.
De Kamer luisterde in groote stilte en
onderstreepte met applaus de woorden van
den minister-president aan het adres „on
zer soldaten, die verdedigers zijn van al
hetgeen wenschelijk is".
Toen de communistische afgevaardigden
Bonte en Cornavin binnenkwamen en op
hun plaatsen gingen zitten, ontstond een
incident als gevolg waavan de voorlezing
der regeeringsverklaring werd onderbro
ken.
De voorzitter van de kamer, Herriot, gispte
de houding van Bonte, die antwoord wilde
geven op de aan zijn adres geuite verwij
ten.
Op order van den president voerde
de hoofdbode de beide communis
tische afgevaardigden uit de zaal,
waarna de minister-president zijn
FEUILLETON
Naar 't Engelsch van A. W. Marchmont
41.
HOOFDSTUK XXVII.
Duistere driften.
Het gevoel van bevrijding, dat over Montalt
kwam, toen hij zoo gemakkelijk aan Tom Che-
ritons hoede was ontsnapt, maakte spoedig
plaats voor een woeste teleurstelling over het
mislukken van zijn plannen. Ondanks zijn ge
wone zelfbeheersching, werd zijn ziedende
woede hem meer en meer de baas. Steeds dui
delijker realiseerde hij zich dat het meisje, dat
zich Dessie Merrion noemde, de voornaamste
schuldige was, dat alles zoo verkeerd was ge-
loopen en met elke minuut concentreerde zijn
giftige kwaadaardigheid zich meer op haar.
Als zij er niet tusschen was gekomen, zou alles
van een leien dakje gegaan zijn en nooit
iemand op de idee van zijn ware identiteit zijn
gekomen..
Langzamerhand werd deze gedachte tot een
bezetenheid... een wild, wreed, dierlijk verlan
gen naar wraak. Had óóit een menschenleven
dat hem in den weg stond of hinderde, iets
voor hem beteekend? Zijn allesoverheerschen-
de gedachte was thans hoe hij zijn wraak op
het meisje zou kunnen koelen als hij zich van
de robijnen meester maakte.
En ondanks zijn kokende hartstocht zette
zijn brein zich aan het werk, om de wandaad
voor te bereiden, zooals hij altijd zijn schurke
rijen voorbereid had: met nuchter, ijskoud, ge
slepen overleg, alle détails wikkend en orde
nend, geen factor over het hoofd ziend, die tot
mislukking kon leiden en mogelijke gevaren
van buiten, die hij zelf niet in de hand had, tot
het uiterste minimum beperkend.
niet in staat om te werken,
neerslachtig en vermoeid.
Wellicht wat hoofdpijn en
misschien wat kou gevat:
't zijn circulatie-stoornissen!
Neem direct n "AKKERTJE".
Door 'n "AKKERTJE" te ne
men wordt de gestoorde cir
culatie weer hersteld en in
korten tijd voelt U zich weer
prettig, opgeruimd en „fit"
"AKKERTJES" bevatten géén
verdoovende bestanddeelen;1
ze ziin niet schadelijk voor
Uw nart, maag of nieren.
tegen hoofdpijn, pijnen, koorts, kou.
Doos13 stuks - 12 stuivers; 2 stuks - 2 stuivers.
redevoering vervolgde, na te heb
ben betuigd, dat het Fransche par
lement de aanwezigheid van ver
raders niet kan dulden.
EEN VREDE VAN VEILIGHEID
„We wenschen een vrede van veiligheid",
zoo betoogde Daladier tenslotte, „doch eerst
moeten we den oorlog winnen". De vrede
moet gebaseerd zijn op materieele waar
borgen en zich uitstrekken tot alle vrijt na-
lies van Europa.
„Het is echter mogelijk, dat Duitschland
voor het bereid is een rechtvaardigen vrede
te vestigen, al zijn krachten van vernie
ling zal loslaten. Wij zullen slaq met slag
beantwoorden. Indien de vernietigende furie
van Duitschland op onze dorpen en steden
mocht neervallen, zullen wij met dezelfde
gestrengheid terugslaan."
DOCH ALLEEN BOVEN HET
VLIEGVELD YPENBURG.
De Nationale Luchtvaart School bericht
ons, dat zij van den minister van Water
staat vergunning heeft verkregen om we
derom sportvliegers tot het vliegbewijs A
op te leiden en gebrevetteerde sportvliegers
in de gelegenheid te stellen om hun vlieg-
vaardigheid te onderhouden op de oranje
vliegtuigen der N.L.S. Deze vluchten moe
ten echter beperkt blijven tot boven het
vliegveld Ypenburg met een straal van 2
kilometer, gerekend van de grens van het
vliegveld. De sportvliegers zullen zich dus
hoofdzakelijk kunnen oefenen in het lan
den. Het groote voordeel is echter, dat
men zich thans kan oefenen en dat men
daardoor in staat gesteld wordt om zijn
vliegbewijs te behouden, daar dit ieder
jaar verloopt en men vóór de verlenging
moet aantoonen, dat men voldoende gevlo
gen heeft.
ONZE OOST.
Schriftkundige ontdekt de af
zendster.
Aan den Gouverneur-Generaal werd kort
geleden een anonieme dreigbrief gezonden,
waarin spoedige hervormingen, werden ge-
eischt. Deze brief was misleidend ondertee
kend met den naam Teeuwen, een lid van
den gemeenteraad van Semarang.
Een schriftkundige stelde thans vast, zoo
meldt de N.R.Cri, dat deze brief is geschre
ven door de bekende nationaliste mej. Tri-
murty, die kort geleden tot zes maanden
gevangenisstraf werd veroordeeld in ver
band met een persdelict, doch zich nog op
vrije voeten bevindt.
Verdachte op vrije voeten gesteld.
De assistent eerste klasse der pos
terijen, Th. O., te Maastricht, die
werd verdacht van den diefstal van
een geldzending ter waarde van vijf
en twintigduizend gulden, welke zen
ding op 19 October jL van Venlo
naar Maastricht was gestuurd, is,
naar wij vernemen, thans op vrije
voeten gesteld.
Het vooronderzoek heeft namelijk
geen wettige bewijzen tegen ver
dachte opgeleverd.
De politie blijft het onderzoek in
deze zaak voortzetten.
Door brandgang bet huis
nengedrongen.
bin-
Terwijl de bewoners sliepen, is gisternacht
ingebroken in een perceel in de van Dorp
straat te Scheveningen. Men verschafte
zich toegang via een 'mandgang en een deur
aan de achterzijde van het huis, waarvan het
slot werd geforceerd. Zonder dat de bewo
ners iets merkten, slaagde men er in uit
een schrijfbureautje een bedrag van f450
te stelen.
Amerikaansch schip zendt nood
seinen.
Een 6000 ton metend Amerikaansch vracht
schip verkeert midden op den Stillen
Oceaan in moeilijkheden. Het is de Peter
Carr (6476) van de „Quaker Steainship Com-
pany" uit Portland, dat van New York op
weg is naar Hakodate. De plaats waar het
schip zich bevond, toen het de noodseinen
uitzond, was 44 graden 33 minuten noor
derbreedte en 152 graden 16 minuten oos
terlengte, op ongeveer 550 mijl ten oosten
van Hokkaido. De noodseinen werden Maan
dagochtend om half vijf gegeven.
Aan de Atlantische kust.
De Amerikaansche marine laat
acht extra luchthavens inrichten
aan de kust van den Atlantischen
Oceaan als basis voor de patrouille
vliegtuigen, die zullen toezien op de
inachtneming der neutraliteit van
de Vereenigde Staten.
ZATERDAG 3 DECEMBER 1939.
Hilversum I. 1875 en 414.4 m.
KRO-uitzending.
8.00 Berichten ANP.
8.059.15 en 10.00 Gramofoonmuziek.
11.30 Godsdienstig halfuur.
12.00 Berichten.
12.15 Rococo-octet.
12.45 Berichten ANP, gramofoonmuziek.
1.10 KRO-orkest.
2.00 Voor de rijpere jeugd.
2.30 Gramofoonmuziek.
2.45 Kinderuurtje.
4.00 KRO-orkest en solist.
4.45 Gramofoonmuziek.
5.00 Rococo-octet. (5.15—5.30 Internationale
sportrevue).
5.45 KRO-Nachtegaaltjes.
6.15 Gramofoonmuziek.
6.20 Journalistiek weekoverzicht.
6.45 Gramofoonmuziek.
7.00 Berichten.
7.15 Lezing: „Schijndomheid; oorzaken en
voorbeelden van achterblijven bij kinderen,
die in werkelijkheid niet dom zijn."
7.35 Actueele aetherflitsen.
8.00 Berichten ANP, mededeelingen.
8.15 Meditatie met muzikale omlijsting.
8.35 Gramofoonmuziek.
8.45 Gevarieerd programma. In de pauze:
Gramofoonmuziek.
b 'O'
101.
„Het is geen aardigheid, mijnheer", zei Jan
Zeedijk, met vlammende wangen, „het is de
waarheid". Admiraal Hood keek hem ontzet
aan.
„Dan heb je je eigen vonnis geveld, Ree
dijk", verklaarde hij langzaam. „Jij, de meest
vertrouwde en intelligentste offioier van de
marine, schuldig aan plichtsverzuim!"
Zeedijk boog het hoofd en perste de lippen
stijf op elkaar. Hij voerde geen enkel woord
tot zijn verdediging aan.
102.
Tien minuten later zat hij in een stalen cel
opgesloten achter een zorgvuldig gegrendelde
deur. „Wat ze ook met me doen, kan niet er»
ger voor me zijn, dan wat ik op het ogenblik
doormaak", dacht hij bitter, terwijl hij rus
teloos zijn cel op en neer liep. Plotseling liet
hij het hoofd in de handen zinken. De toe
stand was bijna ondragelijk. Later op de dag
verscheen Red Pennington voor het tralie,
deurtje. „Ik ben bij den admiraal geweest^
Jan", zei hij.
103.
„Ik heb geprobeerd een goed woordje voor
je te doen. Lieve help, zo veel verstandige
mannen zijn door spionnen om'de tuin geleid!
De „koperen kop" .zal wel niet al te hard
voor je zijn, kerel!"
„O, maar ik zal niet trachten me te veront
schuldigen, Red", sprak Zeedijk. „Mijn staat
van dienst is mijn beste pleidooi!"
„Zij ze zullen je morgen een verhoof
afnemen aan boord van de „Alabama, Jan",
zei Pennington aarzelend. „Ik vermoed dat
je dit wel zult willen weten".
104.
Jan Zeedijk knikte; op dat ogenblik waa
hij niet in staat om iets te zeggen.
„Het beste, Jan!" mompelde Red. „Ik zal
voor je duimen ouwe jongen!" Hij stak
zijn hand door de tralies, klopte zijn vriend
op den arm en liep toen vlug weg.
De volgende morgen klonk plotseling eea
enkel geweerschot als begroeting van de
„Alabama".
10.30 Berichten ANP.
10.40 „Ave Maria aperiatur terra et germi-
terra et germinet salatorem", voordracht
(met muzikale omlijsting).
11.1012.00 Gramofoonmuziek.
Hilversum H. 301.5 m.
VARA-Uitzending. 10.0010.20 v.m. en
7.30—8.00 VPRO.
8.00 Berichten ANP. gramofoonmuziek.
10.00 Morgenwijding.
10.20 Voor arbeiders in de continubedrijven,
12.00 Gramofoonmuziek.
12.30 Zang en piano.
12.45 Berichten ANP.
12.55 Gramofoonmuziek.
1.30 Zang en orgel.
2.00 Esperanto-uitzending.
2.20 Gramofoonmuziek.
2.303.00 Muzikale causerie.
3.05 Reportage.
3.30 VARA-orkest en soliste.
4.30 Vragenbus.
4.50 Kamermuziek.
5.30 Filmland.
5.50 Orgelspel.
6.15 Limburgsche uitzending.
6.45 Kinderleesclub.
7.00 VARA-Kalender.
In de omstandigheden, waarin zij thans ver
keerde, kon dit niet zoo heel moeilijk zijn. Ze
was in Landales huis, weerloos, zonder be
schermer, geheel aan zijn genade overgeleverd.
Geen levende ziel, behalve Landale en een oude
huishoudster, die hem van jongsaf had ver
zorgd en die hij blindelings kon vertrouwen,
wist van haar aanwezigheid daar in de een
zaam gelegen villa, en als er iets met het
meisje gebeurde gesteld bijvoorbeeld dat ze
plotseling stierf dan zouden alle moeilijk
heden, die daaruit voortvloeiden, op Landales
hoofd neerkomen en niet op het zijne. En een
dergelijke zondebok voor zijn eigen misdaden,
was iets dat de Montalt altijd erg gemakkelijk
had gevonden!
Er was echter één probleem. Het zou niet
zoo eenvoudig zijn sir Edmund het huis uit te
krijgen die bewaakte zijn prooi natuurlijk
als een Cerberus. Als hij maar een krijgslist
kon bedenken om hem weg te lokken, dan ging
de rest vanzelf.
Het duurde niet lang of zijn vindingrijke
geest had een plan uitgebroed. Hij zou Lan
dale een telegram sturen, dat hij een ongeluk
had gehad en licht bezeerd was, maar dat hij
belangrijk nieuws had, dat sir Edmund ten
spoedigste diende te weten. Of hij dus zoo
gauw mogelijk naar zijn hotel wilde komen.
Als hij dit telegram verzonden had, zou hij
zelf rechtstreeks naar St. Johns Wood rijden
en daar op den uitkijk gaan staan of hij Lan
dale het huis zag verlaten. Als de kust vrij
was, zou hij een uur den tijd hebben om met
Dessie af te rekenen.
Doch vóór hij het telegram verstuurde, had
hij nog enkele voorbereidingen te treffen, want
hij twijfelde geen moment of Landale zou zich
bij den neus laten nemen. In een wapenwinkel
kocht hij een revolver met patronen, daar hij
niet voorbereid was geweest op de noodzake
lijkheid van een gewapende expeditie. In een
zaak van ijzerwaren voorzag hij zich vervol
gens van een lang, scherp mes, voor het geval
dat het ongewenscht zou zijn van een vuur
wapen gebruik te maken. De Montalt was geen
man, die dingen aan het toeval overliet.
Na deze aankoopen gedaan te hebben, riep
hij een taxi aan, liet zich naar het dichtstbij
zijnde postkantoor brengen en verzond het
telegram. Hij liet de auto wachten en deze
voerde hem vervolgens in snelle vaart naar
St. John's Wood.
Daar aangekomen, zocht hij een plek, van
waar hij het hek van Landales huis in het oog
kon houden. Hij was er, zooals hij verwacht
had, eerder dan het telegram, want toen hij
een paar minuten op zijn observatiepost stond,
zag hij een telegrambesteller aankomen, naar
het nummer van het huis zoeken en daarna het
hek binnengaan. Na eenige minuten kwam de
jongen weer te voorschijn en een vroolijk deun
tje fluitend fietste hij terug.
Tien minuten later kon de Montalt tot zijn
groote opluchting vaststellen, dat er in het
aas gebeten was. Landale kwam het hek uit
en liep met haastige schreden in de richting
van de stad.
Zoodra hij uit het gezicht was, glipte de
Montalt uit zijn schuilplaats, liep naar de voor
deur en belde aan. Hij wachtte vol ongeduld
tot de deur geopend zou worden. Hij moest
spoedig aan het werk hij had veel te doen
en weinig tijd tot zijn beschikking. Op zijn
hoogst een uur dan zou Landale terug
komen met de wetenschap, dat hij beetgeno
men was.
Toen er niet opengedaan werd, trok hij voor
de tweede maal krachtig aan de bel. Hij hoorde
het geluid door het huis galmen, en toen er nog
niemand kwam opdagen, leek hem de eenig
mogelijke verklaring, dat niet alleen de heer
des huizes, doch ook de oude huishoudster uit
was. Die moest al weggeweest zijn toen het
telegram kwam. Want het terrein van de villa
had geen achteruitgang en behalve de tele
grambesteller en Landale had hij niemand uit
het hek zien komen.
Dessie was dus geheel alleen in huis. De
Montalts hart klopte in duivelsche vreugde en
in een minuut maakte hij toebereidselen om
zich toegang te verschaffen.
Hij liep achterorrvten einde te onderzoeken
of er geen deur of raam was, waardoor hij
binnen kon komen. Alle vensters waren echter
van binnen gesloten, maar hij was een te oude
expert in het vak, om zich door dergelijke hin
dernissen te laten weerhouden. Hij zocht een
van de kleinste venters uit, schoof het mes,
dat nu goede diensten bewees, tusschen het
raam en de vensterbank en slaagde er in met
een handige beweging het raam open te krij
gen. Weldra was hij nu in huis en na het ven
ster weer gesloten te hebben, zocht hij, door
de schemerige gangen en keukens van het
sousterrain zijn weg naar de trap.
Hij sloop zacht naar boven, behoedzaam om
zich heen kijkend of er misschien toch niet
iemand te zien was en toen hij in de hall was
aangekomen, liep hij vlug naar de voordeur en
schoof er de grendel voor. Een glimlach van
sardonische voldoening trok over zijn gezicht.
„Die buiten zijn kunnen buiten blijven!",
grinnikte hij, en na een vluchtig monsterenden
blik in de vertrekken van deze verdieping,
zette hij zijn omzichtgien tocht voort naar de
kamer waar Dessie was opgesloten. Voor hij
daar heen ging, onderzocht hij iedere ruimte
op de bovenétage om zekerheid te hebben, dat
zich ook daar niemand bevond.
Doch alles was zoo rustig als hij het zich
maar wenschen kon en overtuigd van zijn
succes, liep hij door naar Dessies kamers.
7.05 Felicitaties.
7.10 Politiek radiojournaal.
7.30 Causerie: „Hoe werkt de kerk?"
7.55 „Hoe zij het aanpakten",
8.00 Herhaling SOS-berichten.
8.03 Berichten ANP, VARA-Varia.
8.15 Gramofoonmuziek.
8.30 De Ramblers.
9.10 Toespraak: „Vooral in dezen tijd".
9.15 Radiotooneel.
9.30 Orgelspel.
10.00 En nu... Oké.
11.00 Bericliten ANP.
11.10 Radiotooneel.
11.30—12.00 VARA-Strijkorkest.
Hier ontmoette hij echter den eersten tegen»
ig. De sleutel stak niet in de deur en er
was ook nergens een spoor van te ontdekken.
Tijd was kostbaar en hij vervloekte zijn pech-
Hij wilde het eerst met overreding probeeren
en klopte aan de deur. Er kwam pas antwoord,
toen hij nog een paar maal geklopt had, steeds
met meer ongeduld.
„Wie is daar en wat wilt u?"
„Ik ben het. De Montalt. Ik ben gekomen
om u vrij te laten."
„Dank u. Ik blijf liever waar ik ben. Het is
wel zoo veilig als er een deur tusschen ons is."
„Ik ben speciaal gekomen om u vrij te
laten."
„Ik verlang mijn vrijheid niet uit uw han
den."
Toen, kort en gebiedend:
„Vooruit, doe de deur open!"
„Ik denk er niet aan."
„Ik zou me nog maar eens goed bedenken..."
„Ik geef niets om uw dreigementen. En wees
voorzichtig; ik ben gewapend en als u de deur
opendrukt, zalik mijn revolver gebruiken
ook."
De Montalt gaf geen antwoord. Het had
geen zin tijd te verspillen door hier te staan
praten. Er zat niets anders op dan de deur te
forceeren en dat bleek niet zoo gemakkelijk.
Het was een stevige deur met een solied slot,
en ofschoon hij iemand van groote lichaams
kracht was, hoe hard hij er ook tegen aan
drukte, er was geen beweging in te krijgen.
Hij verspilde slechts meer tijd.
Hij holde naar beneden om een of ander
stuk gereedschap te zoeken, waarmee hij de
deur zou kunnen openbreken en zijn opwin
ding nam toe naarmate de minuten voorbij
gingen.
De speurtocht in het sousterrain hield hem
een heelen tijd op. Doch eindelijk ontdekte hij
een oude gereedschapskist. Er was een roestig,
maar alleszins bruikbaar breekijzer bij den in
houd en met een soort triomfkreet greep hij
het en haastte zich er mee naar boven.
Hij ging het openen van de deur betrekke
lijk gemakkelijk, maar toen hij de kamer be
trad, was deze leeg.
Miss Merrion, miss Merrion!" riep hij.
Er kwam geen antwoord en het vertrek was
in volkomen duisternis gehuld. Hij riep nog
maals en luisterde scherp.
In de kamer ernaast hoorde hij iemand be
wegen en herinnerde zich dat er nog een ver
trek grensde aan dat waar hij zich bevond.
Daar zou het meisje ongetwijfeld zijn.
CWordt vervolgd.)