De Hollandsche
walvischvaart
't HOEKJE
OUDERS
Ett het belang daarvan voor
Den Helder en Huisduinen
I
XoS tuwU!
Vischvangst met „watervallen"
Slordigheid
is gebrek aan concentratie
Onderwijsproblemen
in dezen tijd
ra.
J)£Et VA* D* «.e'NPeLOO**- «O.RSCHe. FJORMNKUST
Dat de walvischvaart een belangrijke bron
van inkomsten was voor de oude Hollanders
is wel algemeen bekend. Toch zal niet iedereen
weten, dat in de 110 jaar tusschen 1669
en 1779 14.226 schepen daartoe uitvoeren,
die 57.722 walvisschen wisten te bemachti
gen. In totaal werd hiervoor in die jaren
44 millioen gulden uitbetaald, die wij naar de
tegenwoordige waarde van het geld zeker
op 200 millioen kunnen schatten.
Gemiddeld namen per jaar aan dit bedrijf
128 schepen deel.
WALVif>CHVA(\RDER.
Van die vaartuigen behoorden er in het
jaar 1707 twee en dertig thuis in Den Helder.
Er woonden daar toen 29 kapiteins, terwijl
er 7 commandeurs te Huisduinen woonden.
De noordpunt had dus voorwaar geen onbe
langrijk aandeel!
De flinke schepen, die voor deze vaart
noodzakelijk waren, hadden veelal het voor
komen, zooals op bijgaande teekening. Het
waren twee- en driemasters van een zeer
soliede constructie. Een model ervan hangt
nog in het kerkje te Huisduinen.
Een flink aantal sloepen voerden ze mee.
Deze waren geheel licht blauw geverfd, als
schutskleur in de blauwe wateren van de
noordelijke zeeën. Met deze sloepen werd
jacht gemaakt op de begeerde visschen. De
soort, die in de buurt van Groenland en
Spitsbergen hoofdzakelijk voorkwam, was de
Groenlandsche walvisch (Baloena mysticdus),
die 18 k 20 meter lang kon worden.
We behoeven niet te denken, dat dit be
drijf een gemakkelijke broodwinning was.
Niet alleen dat de stoere Hollanders soms
tegen de elementen te vechten hadden, het
was heel dikwijls ook lang geen pais en vreê
met de naburige volken, die het kunstje ook
kenden!
Vandaar ook, dat onze zomernederzetting
op de Spitsbergengroep, Smeerenburg, dik
wijls in den winter door eenige achtergelaten
mannen bezet gehouden werd, uit vrees, dat
anders het volgende jaar de Engelschen er
zouden zitten en de Hollanders niet aan bod
zouden kunnen komen ten opzichte van de
traankokerijen en andere installaties, die zij
daar ingericht hadden.
Denkt u zich eens in, wat dat was, zoo'n over
wintering in den poolnacht, ver van huis!
Om beter gezamenlijk tegen mededingers
te kunnen optreden, werd in 1614 de „Groen
landsche of Noordsche Compagnie" opgericht,
die tot 1641 het monopolie op de vaart had.
In 1645 werd deze compagnie opgeheven,
hoewel de noordvaart tot den tijd van Na
poleon van groot belang bleef.
Toen het continent, dat onder de heer
schappij van Bonaparte stond, door Engeland
geblokkeerd werd, was het natuurlijk afge-
Een typisch gebruik in China en
Japan.
Hoeveel soorten van visvangst er in de
verschillende delen van de wereld zijn zul
len we maar niet opnoemen, want daar
waren we voorlopig niet mee klaar. Deze
keer zullen we het eens hebben over een
heel bijzondere soort en wel die, waar cor
moranen of aalscholvers gebruikt worden
om de vis te vangen. Deze methode wordt
in China en Japan toegepast.
Cormoranen of aalscholvers, ook worden
ze wel „schollevaar" genoemd, behoren tot
de orde der „ooievaarsvogels". Ze bereiken
een lengte van ongeveer 85 cm., wat dus
voor een vogel vrij groot is. Ze hebben een
krachtig lichaam. Hun kop is klein en hun
hals lang en slank. De bovensnavel is haak
vormig omgebogen. De cormoraan is zwart
van kleur met een groenachtige weerschijn
over zijn veren. Het dier kan uitstekend
duiken en voedt zich voornamelijk met
vis. Het wordt bijna over de gehele wereld
aangetroffen, alleen in Australië en Zuid-
Amerika werden ze nog niet gezien. Ook in
ons land leven ze in grote kolonies.
De eigenschap om vis te eten en goed te
duiken is den Japanners en Chinezen on
gevallen en ze profiteren daarvan door de
yogels bij de visvangst te gebruiken.
Het is bekend, dat het in de middel
eeuwen de gewoonte was om valken bij de
jacht te gebruikén. Deze dieren haalden de
buit uit de lucht! Ongeveer hetzelfde doet
de cormoraan, alleen met dit verschil, dat
hij de buit niet uit de lucht, maar uit het
water moet halen. De valken waren tam
gemaakt en gedresseerd. Zo is het ook met
de cormoranen. Lang niet overal wordt de
cormoraan als helper bij de visvangst ge
bruikt, maar op bepaalde plaatsen geschiedt
bijna de gehele visvangst met behulp van
deze dieren. Zo bijvoorbeeld in het kleine
plaatsje Gifu aan de Nagararivier, tussen
Tokio en Kyoto. In hun kleine boten varen
de vissers hier over de rivier en laten de
„watervalken" los. Direct beginnen de die
ren dan forellen te vangen en brengen hun
prooi terug naar de boot. Heel zelden ge
beurt het, dat de cormoranen niet terug ko
men. Over het algemeen zijn ze uitstekend
gedresseerd. Vaak ook wordt er 's nachts
gevist. Door brandende fakkels worden de
vissen dan tot dichc bij de boot gelokt, waar
de cormoranen hun prooi pakken.
Op de afbeelding ziet men een visser, die
zijn beide scholvers „uitlaat"! Aan lange
touwen houdt hii de dieren vast en zo
zoekt hij met hen het ondiepe -Aater af. De
ze manier van vissen spaart den visser veel
moeite!
Surprise-week
Het is ons niet bekend, of de grijze
Sint dit jaar de hoorn des overvloeds
over de stelling van Den Helder zal
omkeeren, doch wèl, dat reeds deze
week diverse personen en instellingen
voor verrassingen zorgden, die in dit
opzicht veelbelovend zijn.
Ten eerste was daar de mededeeling
in den gemeenteraad, dat iedere cate
gorie van burgers mogelijkerwijze, in
geval de nood aan den man komt, tegen
werkverschaffingsloon aan den slag zal
hebben te gaan. Deze maatregel geldt
voor allen, zoodat wij over korteren of
langeren duur het volgend tafreel in
onze stad zullen kunnen aanschouwen:
pastoors en dominees, gedwongen tot
het staken hunner geestelijken arbeid,
tijgen om 6 uur 's-morgens met spade
en houweel naar de loopgraven, om
aldaar in modder en drek te leeren hoe
men in den kortst mogelijken tijd eelt
op z'n vingers krijgt. Advocaten, nota
rissen, dokters en de gemeentesecreta
ris, ingedeeld bij de afdeeling „oprui
ming". Zij zullen ter training genoopt
zijn eindelooze aantallen kruiwagens
met afval, puin en steenslag te vervoe
ren, gestoken in pilobroek en blauwe
trui. De hoofdambtenaren zeggen hun
paperassen vaarwel en worden gedoemd
tot het leeren van oefeningen met gas-
beschermingsmaatregelen. In den kortst
mogelijken tijd zullen zij vertrouwd ge
maakt worden met mosterd-, lach-,
traan- en andere gassen. Overigens nog
niet eens zoo'n gek idee. In de leer
school van de spade steekt men door
gaans veel op, en wellicht kwam er
onder zekere categorieën van menschen
wat meer waardeering voor de taak van
den handwerker.
Een andere verrassing bracht de ver
kiezing van leden voor de Kamer van
loopen
bedrijf.
met dit bij uitstek oudhollandsche
De thuiszittende commandeurs en zeelui
zullen toen nog wel eens gedacht hebben aan
de eindelooze Noorsche fjordenkust, die ze
zoovele malen langs gevaren waren. Ze zul
len in hun herinnering de duizend meter hooge
wanden nog weer hebben zien oprijzen, be
kroond door de fjelden, de gebieden der
eeuwige sneeuw. Ze zullen zich voor den geest
gehaald hebben het ontelbaar aantal eiland
den, met die door het ijs afgeslepen vormen.
Sommige jongeren zullen verlangd hebben,
dat alles weer te zien; flink aan te kunnen
pakken in de pittige Noordelijke atmosfeer.
Doch ze zullen ontmoedigd het hoofd in de
schoot hebben gelegd, bukkend voor den
ijzeren wil van het lot.
MCEPER5CHIP MET VOLGBOOT
Volledigheidshalve vermelden wij nog, dat
op het Noordelijk halfrond niet veel walvis
schen meer voorkomen.
De volkeren, die met moderne schepen nog
aan deze visscherij deelnemen, kiezen daartoe
in hoofdzaak de Zuidelijke IJszee. Het zijn
voornamelijk de Japanners en de Nooren, de
Duitschers en de Amerikanen, die er voor
ingericht zijn.
Men gaat thans groepsgewijze ter vangst.
Verscheidene volgbooten behooren bij een
moederschip, dat de nieuwste machinerieën
aan boord heeft om de buit ten spoedigste
op economische manier te verwerken. De
6 Ror N L ANPSCH 6 ^ALVIS>CH
^SAlAfcNA MVSTlCtTUS)
harpoenier met z'n sloep behoort tot de ge
schiedenis. Want de volgbooten bezitten een
kanon op de plecht, dat de harpoen afschiet.
Langs de staaldraad, die daaraan zit, kan
Koophandel. Er wordt wel eens gezegd
dat de zakenmenschen hun eigen be
lang vaak uit het oog verliezen, en als
men ziet welk een ontstellend geringe
belangstelling er bestaan heeft voor
deze verkiezing in Den Helder is men
geneigd zich af te vragen waarom er
eigenlijk een Kamer van Koophandel in
Alkmaar opgericht is. Zeker niet voor
de Heldersche middenstanders
Een kleine tragedie had deze verkie
zing nog tengevolge. Een stadgenoot
wilde er zoo graag in dat hij namens
een onbekend actie-comité papiertjes
rondstrooide. Helaas, de drukkosten
kwamen er niet uit en al die vele moei
ten waren omniet geweest.
Een prettiger Sinterklaaservaring was
het feit, dat een aantal dames deze
week zonneklaar bewezen heeft, niet
alleen niet voor de heeren onder be
hoeven te doen, doch integendeel deze
nog een lesje zouden kunnen geven
inzake kortheid van stof, voortvarend
heid en beperking. Wij doelen hier op
de vergadering van „Beatrix": was het
wonder, dat de verslaggever slechts met
loode schoenen derwaarts toog, er van
overtuigd zijnde, dat een vergadering
met zóóvele dames alleen maar een
urenlang treurspel kon worden. Hij
werd in zijn verwachtingen diep be
schaamd. Binnen een half uur was een
agenda van 8 punten doorgewerkt en
viel voor de laatste maal de hamer.
Hulde! Driewerf hulde. Een prachtig
voorbeeld voor alle mannelijke Nieuwe-
diepers, zitting hebbend in buurt-, jubi
leum-, begrafenis-, huldigings-, geboor
te- en andere comité's. Voorts voor
bestuursleden van voetbal-, speeltuin-,
jongelings-, dames- en politieke ver-
eenigingen, die verreweg het meeren-
deel hunner vergaderingen maken tot
eindelooze spraakwater-woestenijen.
Ziedaar de surprises van deze week.
een electrische stroom gevoerd worden,
die het slachtoffer doodt. Ja, in den tegen-
woordigen tijd doen we alles radicaal en
efficiënt!
Toch komt het ons voor, dat de vroegere
manier van doen wèl meer moeite gaf aan en
meer overleg eischte van den enkeling. Doch
de oude Hollanders, de Huisduiners en Hel-
derschen zullen dan ook hun werk stellig met
hart en ziel hebben kunnen doen. Ook zullen
ze dubbel genoten hebben van hun win ter-
rust hier aan den wal bij vrouw en kinderen,
na de geweldig inspannende werkcampagne in
het Noorden.
„De waschman is er om de wasch te halen,
en nu kan ik toch de waschlijst niet vinden! En
ik weet zeker, dat ik die opgemaakt heb!"
Een nerveus en onvolledig doorzoeken van
kasten en laden volgt. De kamer is binnen vijf
minuten een chaos geworden, maar nog
steeds géén waschlijst! Eindelijk vindt me
vrouwtje, die inmiddels, hoogst geprikkeld is
geworden en zich een vlekkerige teint, onrus
tige oogen en een ontredderd kapsel heeft
bezorgd, tusschen een van de tijdschriften van
de wekelijksche leesmap, een waschlijst.
Maar is dit de waschlijst die ze zoekt, want
een datum ontbreekt erop, dus kan het even
goed de waschlijst van een of twee weken
geleden zijn. Zij raadpleegt haar geheugen of
de waschlijst klopt met hetgeen zij twee dagen
geleden heeft opgeschreven. Maar aangezien
in haar geheugen een even groote chaos pleegt
te heerschen als momenteel in haar huiskamer
en slaapkamer, schiet zij daarmede niet veel op.
Het eindigt hiermede, dat aan den wasch
man, die een kwartier gewacht heeft, verzocht
wordt den volgenden morgen terug te komen.
Wanneer hij vertrokken is, kijkt mevrouwtje
wanhopig naar de haar omringende bende,
maar tegelijkertijd valt haar in, dat zij nood
zakelijk een kennis moet opbellen. Wonder
boven wonder gaat zij hiertoe over vóór haar
wéér iets anders invalt, ende langgezochte
waschlijst valt, keurig gedateerd en wel uit het
telefoonboek.
Het is ongetwijfeld prijzenswaardig, om reeds
twee dagen vóórdat de wasch gehaald wordt,
een keurig-gedateerde waschlijst gereed te
hebben. Maar wanneer deze op het oogenblik,
dat ze noodig is, nergens te vinden is, is het
practisch resultaat nihil.
De geheele onrust, de aangerichte wanorde
van dien morgen en last not least de bedorven
stemming vinden hun oorzaak in slordigheid
en slordigheid is niets anders dan gebrek aan
concentratie.
Wij kunnen van goeden wil zijn door bijtijds
voor iets te willen zorgen, maar wanneer wij er
niet onze geheele aandacht bij hebben, zal het
ons weinig baten. Want dan vergeten wij licht
iets, dat „iets" is wellicht juist datgene
waarop het aankomt, een datum, een naam,
een cijfer.
Slordigheid ontstaat dikwijls door haast,
maar dit kunnen wij ondervangen door te
bedenken, dat, wanneer wij geen tijd hebben om
iets yoed te doen, wij er beter op dat oogenblik
heelemaal niet aan kunnen beginnen.
Alles wat wij half doen is verloren, betee-
kent verspilde tijd en verknoeide energie. Een
ordelijk leven spaart beide, en de eerste bakens
voor „orde" zijn: een vaste plaats voor alles
en een bepaalde tijd voor alles. Natuurlijk kan
in buitengewone omstandigheden van de ge
wone dag-indeeling worden afgeweken.
Zijn wij al te precies dan worden wij bekrom
pen. Maar een geheel ongeordend leven dat
dientengevolge op de impulsen van het oogen
blik drijft, leidt tot een chaos. En geen mensch
kan gelukkig zijn als zijn leven een chaos is.
Orde op alles beteekent een enorme winst aan
tijd en aan energie.
Nadruk verboden. Dr. Jos. de Cock.
VOOR DE
Het steeds weer zoeken naar belangstel-
lingspunten heeft tengevolge, dat het onder
wijs in de lagere school ontaardt in ge-
experimenteer. De zucht om het onderwijs zoo
belangwekkend mogelijk te maken voor het
kind, leidt tot het uitdenken van allerlei
kunstjes, leermiddeltjes, methoden, enz. wel
ke voor het kind wel interessant zijn, maar
het niet brengen tot echt werken, tot rusti-
gen en regelmatigen ai;beid. Bij het onderwijs
is eerst en vooral noodig een ordelijke gang,
gepaard aan rust. We mogen nimmers ver
geten, dat het kind ook die dingen moet lee
ren, welke niet dadelijk zijn belangstelling
hebben. De onwillekeurige belangstelling heeft
haar rechten, maar mag nimmer leiden tot
verwaarloozing der willekeurige belangstel
ling.
Het voldoen aan den wensch der leerlingen:
steeds maar weer met iets nieuws en inte
ressants voor den dag te komen, gelijkt won
derveel op het gedraai van de knoppen van
het ontvangtoestel in menig huisgezin.
In zulke gevallen wordt alles gehoord maar
niets beluisterd. Luisteren vereischt rust en
gelegenheid tot aandachtsconcentratie. Het
voortdurend verwisselen van golflengte voert
tot ongeconcentreerdheid, tot het ontsaan van
een toestand, waarin men niets meer aan
dachtig beluistert.
Bij mijn weten is er slechts een paedagoog
van erkende bekwaamheid, die op dit euvel
reeds twintig jaren gewezen heeft, n.1. Dr.
H. G. Hamaker, privaat-docent in de opvoed
kundige diagnostiek en therapie aan de Uni
versiteit te Utrecht. Hij heeft onophoudelijk
gewezen op de groote beteekenis der wille
keurige belangstelling en die der aandachts
concentratie. Ik kan mij volkomen met zijn
zienswijzen, welke hij voornamelijk verkon
digt op het terrein der opvoedkunde vereeni
gen, ook wat het onderwijs betreft.
De ervaring heeft geleerd, dat het kind in
de meeste gevallen wel het vermogen tot con
centratie van de aandacht bezit. Er is dik
wijls slechts gradueel verschil en in vele ge
vallen blijkt een domme leerling bijv. alleen
daardoor dom, dat hij over een zwak concen
tratievermogen beschikt. De vraag is nu maar,
of dit ontwikkeld kan worden en dan leert de
ervaring wederom, dat dit zeer goed moge
lijk is, indien men maar rekening houdt met
het feit, dat het langs geleidelijken weg ver
worven moet worden.
Het gebrek aan concentratievermogen van
de aandacht wordt verholpen door met het
kind den strijd aan te binden tegen de afleid
baarheid. Ik behoef hier zeker niet een uit
eenzetting te geven van hetgeen onder af
leidbaarheid verstaan moet worden. Onze tijd
kent dit verschijnsel in al zijn vormen. Deze
tijd werkt er helaas toe mede, dat het in
kracht toeneemt. De zucht naar afleiding,
d.w.z. naar onttrekking van de belangstelling
voor zoovele sensationeele dingen des levens,
is groot. Amusement is in wezen het middei
om 's menschen aandacht weer eens te bepa
len bij die dingen, welke niet zoo'n sterke
geconcentreerdheid vereischen. Nu versta men
mij niet verkeerd: Ik bedoel niet te zeggen,
dat amusement zonder waarde is. Integen
deel. De boog kan niet altijd gespannen zijn.
Een mensch moet wel eens ontspanning heb
ben. Beluistert u daarom gerust de uitzendin
gen in dit verband! Maar iets anders is, of we
ons uitsluitepd aan amusement mogen 'wijden.
Wie een wat zwaardere uitzending afdraait
om op een andere golflengte weer amusement
te vinden en dit geregeld doet, heeft het aan
zichzelf te wijten, als hij op den langen duur
alleen maar amusement meer kan verdragen
Onze radio-vereenigingen beoogen naast ont
spanning ook programma's te brengen, welke
den luisteraar brengen to. Inspanning, tot
geestelijke geconcentreerdheid. Wie een zoo
danig gebruik van zijn ontvangtoestel maakt,
dat aan beide richtingen recht wordt gedaan,
behoedt zich voor het door mij gesignaleerde
verschijnsel. Voor ouders met studeerende kin
deren is het dan ook van het grootste beiang,
aat zij, wanneer ze een ontvangtoestel riik
zijn, hun kinderen reeds vroeg leeren een ge
past gebruik te maken van de radio Hierbij
kunnen amusements- en meer-inspanning-ver-
eischende programma's zonder schade voor het
kind door het geheele gezin beluisterd worden.
(Slot volgt).