De «O 23 vlot van stapel
geloopen
#Dr.Dushkind
Verwilderde
zeden
Hoe wordt windkracht gemeten?
Mijnhardtjes
\Voensdag 6 December 1939
St, Nicolaas-surprise voor de Marine
De laatste tewaterlating
onder vice-admiraal
Vos
Tweede Blad
Marine-reportage door de
VARA,
Burflcrlflkc Stand van Den Hekier
Sensaties om een stier
De diefstallen bij den
Onderzeedienst
Vice-admiraal A* Vos
St. Nicolaas-avond voor
de militairen
Kabelballon op de Razende Bol?
UlaaA yaan ime Heen?,
Gisterenmorgen om kwart over tien
is van de onderzeeboothelling van de
Rotterdamsche Droogdok-maatschappij
de O 23 van stapel geloopen.
Deze tewaterlating had wel zeer bi-
zondere beteekenis, omdat het de laat
ste plechtigheid was, die onder vice-
admiraal A. Vos, als hoofd van de afd.
Materieel van het Dept. van Defensie,
plaats had. Mevrouw VosRömer ver
richtte de plechtigheid.
De Rotterdamsche Droogdok-Maatschappij
heeft in Marine-kringen de reputatie, dat het
van stapel loopen van marine-schepen er al
tijd vlot en zonder eenige stagnatie verloopt.
En inderdaad zijn de schepen, die wij hier in
de laatste maanden van de helling zagen glij
den, op de minuut af van hun boeien bevrijd
en hebben hun element, in dit geval het
breede Maaswater voor de enorme helling-
loodsen, gekozen. Ook gisteren is dit, het ge
val geweest. Tal van hooge Marine-autori
teiten woonden de plechtigheid bij, o.w. wij
opmerkten:
Vice-admiraal en mevr. A. VosRömer;
Kapitein ter zee L. C. M. Doorman; Ir. G.
't Hooft, Chef van het Bureau Scheepsbouw
Dept. van Defensie; Jhr. W. Boreel, Souschef
v. d. Marinestaf Dept. van Defensie; L. F.
Klaassen, Kapitein ter zee, Chef Bureau
Torpedo- en Mijnen-materieel Dept. van De
fensie; F. S. C. Baron van Randwijk, Kapi
tein-luit. ter zee; J. C. van Pappelendam,
Hoofdofficier Marinestoomvaartdienst 2e kl.,
Dept. van Defensie; P. J. Drijver, Officier
Marine Stoomvaartdienst le kl.
Voorts waren er de directeuren van de
Rotterdamsche Droogdok-maatschappij, de
heeren D. C. Endert Jr., en ir. A. Knape en
ir. H. E. Jaeger, directie Nederl. Scheeps
bouw Maatschappij.
Op de eere-tribune vereenigden zich de ge-
noodigden. Daar was dat fijne mechaniekje
opgesteld, dat die enorme groen-grijze pot-
visch straks bevrijden zou. De echtgenoote
van het hoofd van de afd. Materieel van het
Dept. van Defensie, mevr. P. G. VosRömer,
verrichte de laatste ceremoniën, doch vóór
het zoover was, waren eenige honderden ar
beiders bezig onder de kiel van het schip de
stutten weg te slaan, opdat er geen tegen
kanting meer zou zijn.
En toen dan ook om 10.14 uur het attentie-
sein klonk, een kort venijnig belsignaal, nam
mevr. Vos het zilveren bijltje ter hand en
sprak de volgende woorden, alvorens zij de
laatste handeling verrichtte:
Alvorens de O 23 aan haar element toe
te vertrouwen, wil ik haar toewenschen,
dat zy voorspoed zal hebben op al hare
reizen en dat zjj de Nederlandsche vlag
steeds met eere zal toonen daar waar
Koningin en Vaderland dat zullen eischen.
Het groote moment.
Krachtig en resoluut sloeg mevrouw Vos
daarna het touw door en oogenblikkelijk
kwam er beweging in de boot en gleed zij
sneller en sneller van de helling om met een
sierlijken duik het Maaswater in te schie
ten, gracieus neigend alsof het haar een bi-
zondere vreugde was, eindelijk haar eigen
element bereikt te hebben.
Stoomfluiten en sirenes hieven een
vreugdegehuil aan en de genoodigden
juichten.
In dezelfde loods lagen nog een tweetal
O-booten voor den afbouw gereed. De O 24,
waar de glanzend koperen torpedolanceer-
buizen al ingebouwd zijn en de O 26, die
slechts de vorm van een roestige olietank
heeft. Ook de O 27 is bij de Rott. Droogdok
maatschappij in aanbouw, doch verkeert nog
in embryonalen toestand. Het zijn vier sche
pen van hetzelfde type, dezelfde grootte.
In tegenstelling met de O 19 en O 20, de
onderzee-mijnenleggers, behooren deze vier
tot het gewone type, de onderzee-torpedo
boot. De schepen hebben een lengte van pl.m.
18 meter en een voortstuwingsvermogen van
5000 pk, n.1. twee Schelde-Sulzer en Diesel
motoren van elk 2500 pk.
De proeftochten, met de O 23 zullen
waarschynlijk in Maart 1940 gehouden
kunnen worden, waarna het schip aan
het einde van den zomer van 1940 in
dienst gesteld zal kunnen worden.
Een schip, dat tot het beste van
de wereld gerekend kan worden.
In de directiehall van het groote kantoor
gebouw vereenigden zich na de plechtigheid
alle genoodigden. Het was hier de
directeur van de R. D. M., de heer ir. A.
^ape, die er op wees, dat wanneer het schip
over eenige maanden in dienst gesteld wordt,
e Marine er mee beschikt over een prach-
*lS wapen, dat tot het allerbeste gerekend
kan worden, dat op de wereld gemaakt
Rordt.
Het is me een groot genoegen, zoo zeide
de heer Knape, dat mevrouw Vos de plech
tigheid heeft willen verrichten, temeer omdat
mij ter oore is gekomen, dat het waarschijn
lijk de laatste tewaterlating is, die onder
vice-admiraal Vos, als hoofd van de afd.
Materieel plaats heeft. Dat spijt me, zoo
zegt spr., niet omdat wij het onder uw opper
toezicht zoo gemakkelijk hebben gehad, maar
omdat u het prachtig, sterke centrum waart
van de Marine-organisatie, die zoo tal van
problemen heeft opgelost. Spr. dankt voor
het vertrouwen en de waardeering van de
Marine voor de R. D. M., ook al is dit nim
mer met veel woorden gezegd, het blijkt toch
voldoende uit het feit, dat de Marine-leiding
den bouw van 4 onderzeebooten tegelijk aan
de Rott. Droogdok Mij. toevertrouwde.
De bouw van de schepen is niet alleen
ons werk, maar mede van uw bekwame
staf, wiens werk hoog gewaardeerd
wordt.
Spr. dankt daarvoor, terwijl hij zich voorts
met een dankwoord tot Mevr. Vos richt, die
hij namens de directie een fraaie zilveren vijf-
armige kandelaar aanbiedt.
Vice-admiraal Vos maakt de balans op.
Nadat de eerewijn is rondgediend, verkrijgt
vice-admiraal Vos het woord, die met een
dankwoord aan de R. D. M. begint, alsmede
aan alle technici, van hoog tot laag, en alle
ondernemers en leveranciers, die hadden mee
gewerkt aan den bouw van de O 23, tot zijn
tewaterlating.
Dit gebeuren is belangrijk voor de scheeps
bouwmaatschappij en voor den opdrachtge
ver, speciaal hier, waar het den bouw van een
oorlogsschip betreft. Onder deze omstandig
heden, aldus admiraal Vos, mag ik Uw aller
hulp inroepen om het schip, met de zes an
dere schepen, die in aanbouw zijn, zoo spoe
dig mogelijk gereed te maken.
Inderdaad is het waar, wat ir. Knape heeft
gezegd, dat het de laatste keer is, dat
onder mij als hoofd van de afd. materieel, een
schip te water wordt gelaten. Bij mijn optre
den, nu 6'/2 jaar geleden, als opvolger van
adm. Schorer was de toestand anders. Toen
was er rust en over den aanbouw voor de
maritieme defensie maakte niemand zich
druk. Men had er weinig aandacht voor. Dat
is nu anders, de aanbouw kan niet vlug ge
noeg gaan.
Het is gelukkig, dat de crisis door de
Nederlandsche scheepsbouw is benut om
werven en fabrieken te herzien en door
rationalisatie, zoo te maken, dat wij er
nu baat van ondervinden.
In dien crisistijd zijn ook enkele maatrege
len geboren, die voor de Marine zeer gunstig
waren. Allereerst het vormen van groepen
voor het bouwen van oorlogsschepen, ten
tweede de oprichting van het Nederlandsch
scheepsbouwbureau, ten derde het voorne
men om alles zooveel mogelijk in ons land te
houden. Daardoor is bereikt een intensieve
samenwerking, voorts dat de belastinggelden
hier grootendeels in ons land blijven en ten
slotte is er de werkverruiming mee bevorderd.
Wanneer we de balans omaken, aldus
admiraal Vos, dan blijkt, dat we de pro
jecten nu hier ontwerpen en de schepen,
van zeer goede kwaliteit, hier maken.
Schepen, die den toets met het buitenland
glansrijk doorstaan. Spr. haalt als be
wijs hiervan aan, dat de beide Poolsche
onderzeebooten kans hebben gezien, niet
tegenstaande aanvallen, veilig Engeland te
bereiken.
Spoed!
We lazen in het ochtendblad, zoo zei vice-
admiraal Vos voorts, dat de regeering het plan
heeft terzake het rapport voor den uitbouw
van de Maritieme Defensie spoedig een beslis
sing te nemen. Nu het rapport er is, als er
spoed betracht wordt, kunnen we voor Kerst
mis de beslissing tegemoet zien. De Nederland
sche industrie is paraat en zal verwezenlijken
wat de regeering verwacht, onafhankelijk van
grootte en type der schepen.
Tenslotte dankt spr. voor de uitnoodiging
aan zijn echtgenoote voor de tewaterlating en
voor het geschenk, dat als een blijvende her
innering voor hen zal zijn aan dit afgesloten
Marine tijdperk.
Met een dronk op de verdere voorspoedige
ontwikkeling van de Nederlandsche industrie
en in het bizonder van de R.D.M., besluit adm.
Vos zijn toespraak en is deze plechtigheid be
ëindigd.
Zaterdag 9 December a.s. zendt de V.A.R.A.
het eerste deel uit van een reportage, die aan
de Marine is gewijd. De Schout-bij-nacht Z.E.
Jolles spreekt een inleidend woord. Vervolgens
wordt een verslag gegeven van de Vlaggen-
parade en van een oefentocht van den onder
zeeër O. 10.
De uitzending vindt plaats op Zaterdag 9
December a.s, van 3.00—3.30 uur n.m.
van 5 December 1939.
BEVALLEN: H. Goudswaard—Smelnik, d.
M W. F. Hickmannvan Arnhem, z.
ONDERTROUWD: M. S. Tesselaar en N.
Eelman. J. Bos en A. J. L. Berrier. D. Kooij-
man en C. A. Does. A. J. Bruin en G. Hees
been C Verspui en M. Linders. P. Moens en
E. M. Heeres. L. Tinbergen en T. P. Frens-
dorf. C. J. Drost en N. Kraaier.
AMERICAN CIGARETTE
Ruiten bedreigd, kanaal overge
zwommen en zeeschilder belaagd.
Het gaat de in Den Helder zijnde viervoeters
blijkbaar niet naar wensch. Heeft men in de
krant van gisteren gelezen over een op hol
geslagen koe, gisteren beleefde weer een
ander deel der stad, de omgeving van de
Vischmarkt, een sensatie, die men zich nog
lang herinneren zal.
Het zal omstreeks 2 uur geweest zijn, dat
een stier zich bevond op de Achterbinnen
haven bij de slachtplaats van slager Van
Gelder. Op een gegeven moment heeft het dier
de kolder in den kop gekregen en voordat
men er op verdacht was, nam het de beenen.
Drie man sleepten er achter aan, maar kon
den het dolle beest niet meer beteugelen.
Zoo ging het, de stier voorop rennende, via
de brug naar de Hartestraat en van de Harte-
straat naar de Oranjestraat. Mensch en kind
vluchtte her en der en zoo bereikte men de
Vischmarkt. Even bleek de stier te willen uit
rusten. Hij deed dat voor de nieuwe school,
tegen een der ruiten waarvan hij zijn stieren-
snuit duwde. Het ruit kraakte in zijn voe
gen... het boog... maar net op het laatste
moment maakte het rare beest een sprong en
vloog het plantsoentje in. Het was hier, dat
onze plaatselijke zeeschilder Jaarsma in niet
denkbeeldig gevaar kwam te verkeeren. Deze
had namelijk zijn nieuwsgierigheid niet kun
nen bedwingen en stond op slechts enkele
meters afstand van het dier te kijken; Ineens
kreeg het den schilder in 't oog en rende linea
recta op hem af. Deze maakte rechtsomkeert
en liep zoo hard als hij waarschijnlijk zijn ge-
heele leven nog niet geloopen heeft. Maar hij
had succes en wist zich door zijn vlucht aan
het gevaar te onttrekken. De stier vloog in-
tusschen naar de slagerij van Groen en ging
aldaar het ruit beruiken. Ook dat was in groot
gevaar, maar kwam er eveneens goed af.
Zoo naderde het einde van dit stieren d ram
het beest liep naar de Spoorgracht, plonsde te
water en zwom gemoedelijk naar den over
kant. Alwaar zich 6 man bevonden om hem
vast te pakken en op te bergen. Hetgeen ge
schiedde: 2 man er voor en 4 bij den staart...
's-Gravenhage, 5 Dec. Twee kwartier
meesters bij den onderzeedienst hebben zich,
zooals men weet, aan scheepsartikelen, als
touw, verf, sloepriemen, enz., toebehoorende
aan het rijk, vergrepen. Op aandringen van
W. C. ten B., had de ander, de 33-jarige L.
A. R., een aantal goederen, waarover hij de
bewaking had, zonder de noodige toestem
ming van zijn superieur, afgegeven.
De beide kwartiermeesters waren enkele
maanden geleden door den Zeekrijgsraad te
Willemsoord veroordeeld tot zes maanden ge
vangenisstraf met aftrek van de preventieve
hechtenis en degradatie tot matroos le klasse.
Een burger, die van dezen diefstal profijt had
getrokken, is door den politierechter tot 50
boete veroordeeld.
Ten B. had in dit vonnis berust, doch R.
teekende hooger beroep aan, daar, zoo deelde
hij voor het Hoog Militair Gerechtshof mede,
zijn rol kleiner is geweest dan die van zijn
maat en hij toch even zwaar is gestraft.
Het hof legde hem thans een gevangenis
straf van vier maanden op met aftrek van de
preventieve hechtenis en handhaafde degra
datie.
De chef van de afdeeling Materieel
Zeemacht gaat heen.
Vice-admiraal A. Vos zal binnenkort, ver
moedelijk met ingang van 1 Januari als
hoofd van de afdeeling Materieel Zeemacht
aftreden en als zoodanig worden opgevolgd
door kapt. ter zee L. A. C. M. Doorman.
Vice-admiraal Vos werd geboren op 9
Mei 1882 te Breukelen. In 1899 werd hy
adelborst derde klasse. In 1903 werd hij be
noemd tot adelborst eerste klasse, waarna
in 1905 zijn bevordering tot luitenant ter zee
tweede klasse vlogde. Na in 1915 benoemd te
zijn tot luit. ter zee der eerste klasse, volg
de in 1927 zijn benoeming tot kap.-luit. ter
zee. In 1930 werd hij aangesteld als hoofd
van de vierde afdeeling A (Materieel Zee
macht) van het dept. van defensie.
In 1934 volgde zijn benoeming tot schout
bij nacht, waarna hij in 1936 tot vice-admi
raal werd benoemd. In 1937 werd hij plaats
vervangend lid van het Hoog Militair Ge
rechtshof en men mag wellicht aannemen,
dat hij als zoodanig zal blijven fungeeren.
Vice-admiraal Vos is o.a. ridder in de Orde
van den Ned. Leeuw, officier in de Orde van
Oranje Nassau, drager van het Grootkruis
van de Orde van het Zwaard van Zweden en
drager van het eereteeken voor bijzondere
krijgsverrichtingen met gesp Zuid-Celebes
1905—1908.
De opvolger van admiraal Vos, kapt. ter
zee Doorman, werd als zoodanig benoemd op
21 Juni 1936. Hij was de eerste comman
dant van Hr. Ms. flottieljeleider Tromp en
was als zoodanig commandant van het es
kader, op den zeevaartdag op Scheveningen
op 3 Sept. 1938 en van het flottielje Rotter
dam bij de Vlootdagen te Rotterdam. Hij is
reeds eenigen tijd op het departement van
defensie werkzaam. Kapt. ter zee Doorman is
officier in de Orde van Oranje Nassau en
ridder in de Orde van St. Gregorius de Groote
van den Heiligen Stoel.
Van de kazerne in de Langestraat
en de school aan de Laan.
Begin van de vorige maand hebben eenige
bewoners van het stadsgedeelte Laan, Singel,
Langestraat het plan opgevat de militairen
van bovengenoemde inrichtingen op 5 Dec. een
prettigen avond te bezorgen.
Door de spontane wijze, waarop door bijna
eiken bewoner op de lijsten is geteekend, was
het comité, dat bestond uit de heeren Boels,
Aberson, Heeres en Van der Linde, in staat,
alle aanwezigen, zij het in bescheiden vorm, te
trakteeren op een gezelligen avond, waarbij
vooral sigaren, speculaas, chocolademelk en
muziek niet ontbraken.
Midden in de feestvreugde arriveerde St.
Nicolaas, die in een gezin niet hartelijker kan
verwelkomd en toegezongen zijn dan door deze
jongens. De stemming was buitengewoon en
de waardeering voor deze hartelijke attentie
kwam wel bijzonder tot uiting in de rede van
den len luitenant Westerhoven, die de toe
spraak van een der comitéleden beantwoordde
en hierin zijn groote waardeering liet uitkomen
voor het hartelijke gebaar van de bewoners
uit deze omgeving.
Naar wij vernemen zal het batig saldo wor
den afgedragen aan het Marine Rampen
Fonds.
Gisterenmiddag ontdekte men van den Dijk
af, dat zich ter hoogte van de Razende Bol een
vreemdsoortig voorwerp bevond. Aanvankelijk
veronderstelde men te doen te hebben met een
stuk wrak, en later zelfs met een overblijfsel
van een neergestort vliegtuig. Achteraf even
wel vermoedt men, dat het hier een kabel
ballon betreft, die in het water terechtgeko
men is en in drijvenden staat gebleven is.
Hedenmorgen kon men het voorwerp van de
kust af, vanwege het slechte zicht niet meer
waarnemen. De mogelijkheid bestaat evenwel,
dat het zich daar nog bevindt.
Snelheid en druk zijn niet eenvoudig
evenredig.
Wanneer het gestormd heeft, wil men altijd
gaarne vernemen, hoe groot de kracht van den
wind is geweest, voornamelijk om den storm
tot een rubriek te kunnen brengen, van matig,
hevig of buitengewoon hevig. De windkracht
moet dus in getallen worden uitgedrukt en dat
gebeurt gewoonlijk, door de windsnelheid op
te geven in meters per seconde of in kilometers
per uur.
Men beschikt over nauwkeurige instrumen
ten (anemometers) om deze windsnelheid te
registreeren. In de praktijk wordt de wind
kracht gewoonlijk geschat naar de bekende
schaal van Beaufort (Britsche admiraal, plm.
1800), die als volgt samenhangt met de wind
snelheid.
Bij andere stormen is dat verschil weer
minder groot, zoodat bijv. zelfs een uur lang
de snelheid gemiddeld boven 20 m per sec.
blijft, terwijl de sterkste stooten niet veel
verder komen dan 35 m per sec. Bij zoo'n
groote gemiddelde snelheid is de uitwerking
veel heviger en de storm behoort dan tot een
zwaardere rubriek.
Desondanks beoordeelt men de stormen vaak
aan de maximale windstooten. Deze immers
kunnen de meest zichtbare uitwerking geven:
een ruit wordt ingedrukt, een schoorsteen of
een boom waait om. Al deze dingen gebeu
ren, doordat de wind een druk op de voor
werpen uitoefent. Het is dus begrijpelijk,
dat men ook een maat heeft willen hebben
voor den winddruk. Daarvoor gebruikt men:
kg per vierk. meter.
Beaufort
benaming
snelh. m p. sec.
km p. sec.
Beaufort
benaming
0
stilte
0—0.5
0—1
zwak
0.6—1.7 1.8—3.3
2—6 7—12
3 4
matig
3.4—5.2 5.3—7.4
13—18 19—26
5 6
krachtig
7.5—9.8 9.9—12.4
27—35 36—44
7 8
stormachtig
10
11
12
storm
orkaan
snelh. m p. sec. 12.5—15.2 15.3—18.2 18.3—21.5 21.6—25.1 25.2—29.0
km p. uur
45—54
55—65
66—77
78—90
91—104
boven 29
boven 104
Wanneer men nu leest, dat bij een storm
een maximale windsnelheid van 37 m per sec.
is bereikt, wil dat zeggen, dat enkele wind-
stóóten orkaankracht hebben gehad. Door de
onregelmatigheden, die de wind steeds ver
toont, kan bij het voorkomen van enkele he
vige stooten, de gemiddelde windkracht nog
betrekkelijk laag blijven.
Zoo kwam bij den storm van 19 Nov. j.I.
te Amsterdam de gemiddelde snelheid
per 5 minuten niet uit boven de 17 m per
seconde (dus „stormachtig", terwijl en
kele stóóten boven 30 m per sec. (dus
„orkaan") kwamen.
Er zijn toestellen, die den winddruk
direct aangeven (z.g. drukplaat: een
plaat die door een vaan steeds loodsrecht
op den wind wordt gehouden en dan op
de wijze van een veerbascule den druk
aanwijst). Doch meestal berekent men
den druk uit de windsnelheid. Daarvoor is
na veel theoretische en practische on
derzoekingen een formule opgesteld,
die zoo veel mogelijk rekening houdt met
die ingewikkelde verhouding, die er tus-
schen snelheid en druk bestaat.
We zijn heel wat gewend in onze da
gen en verbazen ons dus niet zoo gauw,
ook niet als de oorlogvoerende mogend
heden een „leugentje om bestwil" de
wereld insturen. Maar het wordt nu toch
waarlijk een beetje te bar, als Sovjet-
Rusland rustig durft te beweren, dat het
niet in oorlog is met Finland, zoodat het
Finsche beroep op den Volkenbond, op
art. 11 van het handvest, door Moskou
als ongegrond wordt verklaard. lederen
dag echter geeft dezelfde regeering, die
dus den oorlog ontkent, overzichten van
den strijd in Finland. De foto's van ver
woeste steden door de oorlogsdaden van
diezelfde regeering, staan in alle kranten
van Europa. Het is dus wel een sterk
staaltje van cynisme en leugenachtig
heid.
We hebben eenige jaren geleden eens mee
gemaakt, dat een regeering een oorlog met
vliegtuigen en gasaanvallen durfde te ver
dedigen met het argument, dat in het aange
vallen land „de beschaving" gebracht moest
worden, we hadden het echter nog niet bij
gewoond, dat een regeering den moed had
een oorlog te ontkennen, waarvan zij dage
lijks oorlogscommuniqué's verstrekt. We
houden er tegenwoordig toch wonderlijke ze
den op na en in het bizonder Moskou schijnt
er vreemde manieren op na te houden, nu
het een tipje van den sluier oplicht en iets
van zijn duivelsche gestalte laat zien.
Tot nog toe bedekte Rusland zichzelf
met het kleed der welwillendheid en wel
levendheid. In Genève pleitte het voor de
goede zeden, voor de vriendschap onder
de volkeren, uitte zich tegen imperialis
me en tegen onderdrukking van de zwak
ken, maar nu het zijn kans schoon ziet,
nu laat het den mantel vallen en zien
we den duivel in eigen persoon te voor
schijn komen.
Duitschland praat tot op dit oogenblik nog
alles goed wat Rusland doet. Het spreekt van
zelf. dat Berlijn Engeland beschuldigt van den
oorlog in Polen. Als Stalin straks op het
Roode Plein in Moskou een aanrijding mocht
krijgen, heeft Engeland dat natuurlijk gedaan.
Als Molotof een verkoudheid oploopt, dan
moet die vast toegeschreven worden aan Lon
den. Engeland is de schuld van alles, evenals
Engeland Duitschland beschuldigt van tal van
daden, waar het geen deel aan heeft. Alleen
gelooven we, dat men in Londen niet zoo on
redelijk is in zijn beschuldigingen als onze
Oostelijke buurman.
We zjjn evenwel overtuigd, dat straks
de oogen van Duitschland open zullen
gaan voor de bedoeling van zijn nieuwen
vriend, Rusland. Dan zal het echter te
laat zijn en is Duitschland zelf het slacht
offer van zijn verbond met Beëlzabub.
Nu begint Rusland reeds met radio-uitzen
dingen, die aan zijn vriend lang niet welge
vallig moeten zijn. Als van Moskou uit, ook
in het Duitsch, wordt uitgezonden, dat Moskou
de hoofdstad van de wereld is en Stalin de
eenige hoop en bevrediging van de volken,
want (let wel!), hij zal Finland de vrijheid en
het geluk brengen, dan moet dat Berlijn toch
ook wel eenigszins ergeren. En als er dan in
diezelfde radio-toespraak gezegd wordt, dat
het communisme zich opmaakt, om de geheele
wereld te veroveren, dan zal Hitier zich toch
wel eens afvragen, wat hij begonnen is en of
zijn vijandschap tegen het communisme niet
verstandiger was dan zijn vriendschap met
Stalin. Maar het is te laat om terug te keeren
en voordat Duitschland het weet, is het de
gevangene van Moskou, inplaats van de
vriend.
De echte zijn niet rond, maar hartvormig.
aquarium Zool. Station. Vooi het publiek
geopend: dagelijks van 9—1? en van 13.30—
V u. Zaterdags van 9—12 uur.
BIOSCOPEN;
Rialto, Spoorstraat, acht uur;
„Hotel Imperial".
rivoli-Theater, Spoorstraat, acht uur:
„Artistenpension" en „Geheime Inlichtin
gen".
Witte-Bioscoop, Koningstraat, acht uur:
„Een vrouw verloor".
Barometerstand Den Helder: 753.4
Maximum temperatuur lucht: ö.S
Laagste temperatuur: 3.8
Wind: richting: N.N.O.; kracht: 2
Licht op: 4 uur 47 mjn<
Te 's-Gravenhage slaagden bij het laatst
gehouden examen voor radiotelegrafist 2e
klasse de heeren J. Gladpootjes en J. Ooster-
velt.