Wederom acht zaken „voor de heeren" Onze kunst van heden Consequent Wintersche kwalen? Mijnhardtjes halen! Toko-raadselen en slordige wachtslieden 9ó dal ielö iw-aA, and? Dam-Journaal doorJan Mens UlaaA g,aati toe Pieeti Donderdag 14 December 1939 Tweede Blad Van het zeuntje met de lange vingers Algemeene Vergadering Ambachtsschool Wordt de school met vier werkplaatsen uitgebreid Prima samenwerking met Marine en Werf Zeekrijgsraad Willemsoord De eerste der acht zaken, die gistermid dag voor den Zeekrijgsraad Willemsoord behandeld werden, betrof den marinier le klas W. F. O., terechtstaande wegens ver duistering, tweemaal gepleegd. Het bleek een duistere zaak te zijn, die ook gedurende de behandeling niet opgehelderd bleek te kunnen worden. In de eerste plaats had de man een bedrag van 30.61 uit de toko-kas van het Wachtschip te Nieuwediep gebruikt ten eigen bate, evenwel volgens hem met de bedoeling dit bedrag weer terug te be talen. Hij had namelijk nog tractement tegoed en zoodra hij dit ontvangen had, dan was hij van plan het tokogeld terug te storten. Het tweede geval betrof een bedrag van 450.hetwelk hij van den officier van ad ministratie naar het postkantoor moest bren gen. Hij kreeg zoowel het geld als het giro biljet, maar op geheimzinnige wijze is van deze som 180.— spoorloos verdwenen. Het eerste geeft de marinier toe, hoewel het z.i. hier in geen geval diefstal betrof, doch een soort „leening". Het andere geld heeft hij inder daad ontvangen, maar het is hem een raadsel waar het verdwenen deel gebleven is. Hij is er mee naar de toko gegaan, heeft het daar even op de tafel uitgeteld en weer in zijn zak gestopt. Op weg naar het postkantoor ontdekte hij toen wat er aan ontbrak. De President, Mr. Arn. Veldman, doet allerlei moeite om na te gaan op welke wijze deze 180 in het niet verdwenen. Helaas, de man weet zich niet veel meer te herinneren. Hij heeft het wel over een zekeren sergeant-adel borst, die ook in de toko geweest is, maar alles blijft even vaag en onzeker. De meening van den President luidt dan ook: alles uitermate onwaarschijnlijk. De Fiscaal, de officier van administratie der le kl. Mr. D. B. A. Franken, zegt dan, dat zoo wel het eerste als het tweede feit niet wettig of overtuigend bewezen is kunnen worden, zoo dat hier vrijspraak zal hebben te volgen. De verdediger, Mr. A. Prins uit Alkmaar, sluit zich bij het requisitoir van den Fiscaal aan, ten overvloede nog wijzende op, den goeden staat van dienst van verd. Uitspraak conform. Slordig wachtloopen. De zeemilicien kustwachter 3e kl. L. R. heeft gezondigd tegen de regelen van het wacht loopen. Dienende bij een kustwachtpost te Scheveningen, en ingedeeld bij het wachtsvolk, ging hij zonder speciale toestemming van den kwartier-chef naar de W.C. Hij schijnt daarbij van de veronderstelling uitgegaan te zijn, dat hij dat wel mocht doen. De Fiscaal noemt zooiets slordig wacht loopen. Verd. is echter inderdaad weer terug gekomen op zijn post en van een bewezen strafbare handeling kan ook hier niet gespro ken worden, zoodat vrijspraak moet volgen. Hiermede kan de verdediger, de luit. ter zee 2e kl. der K.M.R. de Corver, zich vereenigen. Uitspraak conform. Ze zouden samen wachtdoen en vielen samen in slaap. Het volgende euvel was in combinatie ge pleegd. Het eerste deel deze combinatie was de telegrafistènmaat D. H., dienende bij het detachement marinetroepen te Hoek van Hol land. In den nacht van 9 op 10 October had hij wacht. Had men evenwel gedurende eeni- gen tijd op de desbetreffende plaats 1 wachts- man voldoende geacht, men was er toe over gegaan een tweeden man er aan toe te voegen. Beide heeren bespraken deze verandering eens en kwamen tot de conclusie, dat het toch fei telijk te gek was om met z'n tweeën tegelijk wacht te gaan doen. Eén zou er 2 uur gaan slapen, terwijl de ander wachtdeed. Verd. vindt, als hij voor de balie staat, de zaak niet meer zoo eenvoudig en haalt er bij, dat hij dien nacht zoo slaperig was. Helaas, men heeft uitgevischt, dat hij denzelfden avond nog naar de bioscoop is geweest, het geen er niet op wijst, dat hij öf te kort slaap gehad had öf oververmoeid was. De Fiscaal is over een dergelijke handel wijze verre van gesticht en yordert 3 weken militaire detentie. Mr. Prins vraagt een minder zware straf En nu, Dames en Heeren, nog een prettige mededeeling. Zaterdag en Zondag wordt de 30-jarige vestiging van „De Toelast in de Spoorstraat, gevierd. Beide avonden is er een eerste klas 8-mans band en kunnen we gezellig dansen. U komt dan toch en neemt Uw kennissen mede. U weet. het is er echt gezellig. Geen entree, geen verhoogde consumptieprijs. voor het vergrijp. Speciaal gezien de uitste kende conduitelijst van verd. Uitspraak: 4 weken. Idem idem. Dan treedt het andere deel der combinatie binnen. Van hetzelfde laken een pak, hoewel hij een paar jaar ouder is en als de geestelijke vader van het plan gebrandmerkt wordt. Deze verdachte wijst er op, dat het zoo'n klein en benauwd hokje was, waarin ze wacht moesten doen. De Fiscaal zegt, dat dit verwaarloozen van dienst genoemd moet worden en vraagt 4 weken militaire detentie. Mr. Prins vindt het niet billijk, dat hier een zwaardere straf geëischt wordt dan in de vorige zaak. Van overhalen van den ander is overigens geen sprake geweest; beide heeren „stonden" elkaar wel. Uitspraak: conform. Van 't pasasgieren achtergebleven. De zeemilicien-bediende 3e kl. J. v. L. dien de in October op H. Ms, Sumatra, liggende te IJmuiden. Hij is daarbij op een avond van het passagieren achtergebleven en heeft zich eerst den volgenden dag gemeld. Toen was het schip echter reeds naar zee vertrokken. Deze man vertelt allereerst, dat hij een leugen verteld heeft aan den Officier Com missaris. Deze speldde hij namelijk op den mouw, dat hij dronken geweest was en al dergelijks meer. Dat was evenwel niet het geval. In Rotterdam lag zijn vader ziek, en hij maakte zich zorgen, dat de zaken in 't honderd zouden loopen. Hij moest en zou naar huis en zoodoende besloot hij van 't passa gieren achter te blijven. Dat hij de affaire niet eerljjk opgebiecht heeft komt volgens verd. daardoor, dat hij bang was dat zijn familie erin gemengd zou worden. Dat wilde hij in geen geval hebben. De Fiscaal zegt, dat verd. in ieder geval veel vroeger terug had kunnen zijn. Nu kwam hij in IJmuiden aan, terwijl z'n schip al ver trokken was. Hij vraagt voor verd. 1 maand militaire detentie. Mr. Prins noemt diverse verzachtende omstandigheden, hoewel hij toegeeft, dat hier een straf gegeven zal moeten wor den. Uitspraak: 3 weken militaire detentie. Wacht verzaakt. Ook de zeemilicien-stoker 2e klas H. C. v. d. L. ligt met het wachtloopen danig over hoop. Dienende aan boord van de G 15 had hij 15 October van 812 uur stookwacht. Het schip lag op de marinewerf alhier en op een gegeve» oogenblik is v. d. L. aan boord van een ander schip gestapt, om aldaar koffie te gaan drinken. Hij had een anderen stoker, die aanwezig was, verzocht op de ketel te letten, die op peil moest blijven, niet beseffende, dat deze plaatsvervanger van toeten noch blazen wist. Het noodlot was den man niet genadig, want inderdaad liep de druk op en nog was verd. niet terug of men hoorde de stoöm ontsnappen. Gelukkig werd erger voorkomen. De Fiscaal geeft toe, dat de omstandig heden den man niet gunstig geweest zijn, maar dat dit niets afdeed aan het feit, dat hij zeer onvoorzichtig en met groote nonchalanche is opgetreden. Hij vraagt daarvoor 3 weken miltaire detentie, voorwaardelijk met een proeftijd van 1 jaar. Uitspraak conform. Een zeuntje met lange vingers. Sommige zeuntjes hebben lange vingers, Een van dat soort stond gistermiddag voor den Krijgsraad. Dat was de zeemilicien-kok 2e kl. C. J. V., die, dienende aan boord van het Wachtschip te Vlissingen, in October van dit jaar diverse artikelen in de wacht ge sleept heeft Dat waren zaken, die hij aan de menschen van zijn bak moest geven, doch als eens eenigen niet aanwezig waren, hield hij dat deel achter, en bewaarde het zuinig. Op den dag dat hij overgeplaatst werd, wilde hij het schip verlaten, maar een onderofficier van de wacht vond de tasch, die V. in de hand had, ietwat verdacht en verzocht deze eens open te maken. Er kwam zeep uit en koffie en boter. Verd. staat met een onschuldig gezicht te vertellen, dat hij aitijd van de veronderstel ling is uitgegaan, dat hij zooiets mocht doen. Hij dacht dat die restanten hem rechtens toekwamen en toen hij hoorde dat dit niet het geval was, bleek hij hoogst verwonderd te zijn. De Fiscaal wil echter van de beweegrede nen helaas niets aannemen en vordert 1 maand gevangenisstraf, met aftrek van 8 da gen voorarrest, terwijl het vonnis openlijk zal voorgelezen worden aan boord van het Waschtschip te Vlissingen. Uitspraak: 3 weken militaire detentie met aftrek. Dat gebeurde in Den Haag. Als achtste en laatste delinquent ver schijnt dan de zeemilicien-chauffeur J. H., dienende bij het detachement marinetroepen te Den Haag. Op een avond in October had hij chauffeurswacht gehad, maar had aan deze taak al spoedig de brui gegeven, ten einde zich naar den bevrienden kastelein te begeven, die jarig was en waar hij een aller- plezierigsfen avond doorbracht. Als de President vraagt hoe hij zooiets in het hoofd gehaald heeft, vertelt verd., dat dat zoo dikwijls daar gebeurde. Het was een café bevond, heeft hij een zijner collega's op gebeld en zich uitgevende voor een officier, duizend en eén zaken aan het hoofd had en niet op alles kon letten. Hij heeft echter nog iets op zijn kerfstok, deze chauffeur. Toen hij zich namelijk in het café bevond, heetf hij een zijner collega's op gebeld en zich uitgegeven voor een officier, deze opdracht gegeven wacht te doen. Dat was weinig vriendschappelijk, aangezien de man in kwestie juist zijn eigen wacht be ëindigd had. De Fiscaal vindt het feit ernstig en geeft geen cent voor verd.'s plichtsbetrachting. Hij vraagt dan ook 6 wegen miltaire detentie met aftrek van 9 dagen van het voorarrest. Verd. merkt op, dat hij de straf ontzettend hoog vindt en dat hij het niet billijk vindt, dat juist hij na gestraft wordt. Waarop de President antwoordt, dat het toch geen nood zaak is dat iedereen in dienst een kinder meisje achternagestuurd moet worden en dat er nog zooiets bestaat als verantwoordelijk heidsgevoel. Uitspraak: 5 weken militaire detentie met aftrek. Gisterenavond vond in het schoolgebouw een algemeene vergadering van de Ambachts school plaats. Bericht van verhindering was ingekomen van de heeren D. de Jong en Klapmeyer. Het was de voorzitter, de heer Kaste- leyn, die de vergadering opende, en daar na het groote verlies memoreerde, dat het bestuur geleden heeft door het verschei den van wethouder W. de Boer, die eenige jaren als gedelegeerde van het gemeente bestuur is opgetreden. De voorzitter brengt hulde aan wijlen den heer de Boer, wiens werk voor de school op hoogen prijs gesteld wordt. Het verheugt het bestuur dat als opvolger wethouder Van Loo de plaats thans inneemt. De secretaris, de heer Jaring, leest daarna de notulen voor van de vorige jaarvergade ring, welke onveranderd gearresteerd worden. Volgde bestuursverkiezing. Aftredend waren de heeren J. van Rugge, W. B. A. Bijvoet en J. J. Verfaille. Na stemming werden alle drie wederom benoemd. Daarna was aan de orde de verkiezing van 3 leden en 3 plaatsvervangende leden voor het nazien der rekening en verantwoording over 1939. Hiervoor worden benoemd de heeren D. de Jong, Klapmeyer en Mens, en als plaatsver vangers de heeren F. Winter, G. Rens en Witsenburg. De heer Kasteleyn deelt dan het volgende mede: Met ingang van 1 April werd de winter- dagcursus voor schilders, welke op 24 Octo ber 1938 voor het eerst was aangevangen, Omgezet in een volledige 2-jarige opleiding. De opleiding voor schilders is in handen van den leeraar P. J. Broos, die de ver- eischte wettelijke bevoegdheden bezit, om in staat te zijn de leerlingen een grondige voor opleiding te geven, welke tegenwoordig zoo noodzakelijk is, mede in verband met de eischen, die de vestigingswet stelt. Men hoopt, dat de schilderspatroons bij voorkeur de leerlingen van de Ambachtsschool zullen gaan betrekken. De school ving aan op 1 April met 268 leer lingen. Er hadden zich voor het le leerjaar 173 leerlingen aangemeld, waarvan er onge veer 70 afgewèzen zouden moeten worden. Door medewerking van de betrokken autori teiten was het mogelijk een parallelklasse te vormen, waardoor het mogelijk was het aan tal afgewezen leerlingen terug te brengen tot ruim 40. Toch is het teleurstellend, dat zoo vele leerlingen afgewezen moeten worden we gens plaatsgebrek. Op de door het bestuur ingediende bouw plannen tot het bouwen van 4 werkplaatsen is de Ministerieele goedkeuring nog niet ontvan- vangen. Ook door het gemeentebestuur wordt al het mogelijke gedaan om deze uitbreiding te doen doorgaan. Evenals voorafgaande jaren vonden de leer lingen, welke de school dit jaar op 1 April verlieten, plaatsing bij particuliere patroons, Marinewerf of namen dienst bij de technische opleidingen der Marine, waarbij steeds inlich tingen aan de school worden genomen. Voor zoover bekend werden vanaf 1937 in totaal 123 leerlingen, die in het bezit waren van een getuigschrift van de school, ge plaatst op de Marinewerf. P.T.T., of bij de technische opleiding der Marine. De heer Van Loo merkt in verband met de zoo noodzakelijke uitbreiding der school op, dat in overleg getreden is met den inspec teur voor het nijverheidsonderwijs. Alle zei len moeten bijgezet worden om tot een resul taat te komen. Slechts 10 van de uitbrei- dingsaanvragen komt namelijk in aan merking. Men hoopt, dat de Heldersche Am bachtsschool bij die 10 zal behooren. Wel licht zal dat mogelijk zijn, in verband met het belang voor Defensie van deze school. De wethouder heeft zich eveneens in verbinding gesteld met den commandant der marine te Willemsoord en den direc teur der Marinewerf. Beiden waren bereid een adhaesiebetuiging aan den minister te zenden. Deze medewerking wordt uiter aard op zeer hoogen prijs gesteld. Bij de rondvraag is het de heer Van Loo, die er de aandacht op vestigt, dat van de Spoorwegen uitgaande in alle provincies mo menteel commissies in het leVen worden ge roepen ter bevordering van het schoolreizen. Op zeer goedkoope voorwaarden kan men thans schoolreizen van 1 dag organiseeren. Het nut daarvan spreekt voor zichzelf, en de wethouder beveelt deze actie van de Spoor wegen warm aan. Persoonlijk maakt spreker deel uit van de commissie Noord-Holland. Hierna sluit de voorzitter de vergadering. Het gebeurde op een Haagse schilderijen tentoonstelling, dat wijlen Z.M. Koning Willem de Derde voorgesteld werd aan den nu nog levenden litterator Lodewijk van Deyssel. Na de gebruikelijke plichtplegingen stelde Z.M. aan van Deyssel de vraag: „Is U óók schilder, mijnheer van Deyssel?" „Zeker, Hoogheid", antwoordde van Deyssel met de hem eigen charmante gevatheid. „Schil der maar: met de pen!" Nadien zijn vele jaren vergleden. Van Deys sel heeft zijn plaats veroverd in de litteraire wereld, maar de belangstelling voor onze beel dende kunstenaars is over het algemeen nog steeds zó, zó En daarom is het een hoop gevend teken, dat juist in deze verscheurde tijd, de officiële belangstelling toenemende blijkt. Het belangrijkste bewijs daarvoor is de grote tentoonstelling „Onze Kunst van Heden" in het Amsterdamse Rijksmuseum. Men kent de voorgeschiedenis. Het Rijksmu seum, deze bij uitstek nationale plek, werd leeggeruimd, en de kunstschatten veilig weg geborgen „ergens in Nederland". En in dit leeg geruimde museum besloot een deskundige commissie, onder de hoge bescherming van H. M. de Koningin een expositie te organiseren enig en zonder weerga. Een expositie van het werk van levende kun stenaars. Een manifestatie van schilders en beeldhouwers, die ditmaal de vaandels hunner verenigingen hebben verruild voor de éne ba nier der saamhorigheid, en wier eenparig stre ven gesymboliseerd wordt op het affiche, door het Geuze-motief der ineengeslagen handen. En met welk resultaat! Twee dagen achtereen doorliep ik het Rijks museum. De 900 inzenders hebben met hun 3200 werken zalen gevuld. Dat is geen klei nigheid, voorwaar. Het zien daarvan eist veel concentratie en inspanning. De eerste dag voelde ik mijn nek stijf worden, de tweede dag kreeg ik schele ogen. Grappenmakers hebben daarom bij de tentoonstellingscommissie het verzoek ingediend, per fiets door de zalen te mogen rijden Een grapje mag gemaakt worden. Wie zin heeft voor humor, zal zijn diepste levensprinci pes het best ongeschonden kunnen bewaren. Zelfs mag men zich afvragen, of het tiental z.g. „prominente kunstenaars", dat zich. afzijdig hield en opsloot in hun ivoren torentjes, of zij deze keer een goede beurt gemaakt hebben, en nu niet met genoemde schele ogen zullen glu ren naar het trotse RijksmuseumHoogheid van levenshouding wekt bewondering en eer bied het gedoe van dit groepje dessidente arrivé's vind ik dun. Maar, desondanks het afzijdig blijven van enkelen, en, misschien juist wel daardoor mag er van de tentoonstelling „Onze Kunst van Heden" met grote waardering gesproken worden. O ja, er zijn bedenkingen. Zeker. Dacht men, dat onze tijd, afgezien nog van oorlog en crisis, slechts hoogtepunten kan voortbrengen? Of verkeert men in de veronderstelling, dat onze 16e en 17e eeuw alléén Rembrandts en Ver meers heeft geschapen? Wie in staat is het gemiddelde te onderkennen in de veelheid dezer inzendingen, die zal tot de blijde erkenning moeten komen, dat dit gemiddelde goed is! Van hen, die hier hun werken tonen, is er niet één die de overtuiging niet heeft schep pend kunstenaar te zijn. Voortbrengen, het betekent worden, ontwikkeling en bestaan. Een natie die schept heeft houvast aan zichzelf, wordt haar eigen leven bewust doordat alle in nerlijke krachten tot een waarneembare uiting komen. Deze krachten te onderkennen, te be schouwen en te schatten naar hun waarden dat kan op de tentoonstelling „Onze Kunst van Heden!" Zo doorliep ik de vele zalen. Aanzag de hon derden stillevens, portretten, naakten en land schappen in schier eindeloze variaties. En ik dacht zo, dat al deze kunstenaars toch één ogenblik bezeten moeten zijn geweest van licht en kleur, van stemming en ontroering. Want kunst is zij iets anders dan gestyleer- de ontroering Een ontroering, waar Jan Bur german geen weet van heeft, maar die de bes ten onder ons weet te brengen onder haar ban. Kunstenaars zegt men zijn onmaat schappelijk. Ik protesteer daar tegen. Kun stenaars vervullen de functie van ons zwijgend geweten vaak, zij vertonen ons in onze naakt heid geestelijke naaktheid, om U te dienen. En dit is niet zo fraai, meestal En daarom moeten we zoeken naar de syn these tussen kunstenaar èn samenleving. De kunstenaar kan in tijden van maatschappelijke benauwenis weinig positiefs doen om rampen af te wenden, maar wel kan hij, door mede te helpen nationale uitingen op het eigenaardigst naar voren te brengen, het gemeenschapsbe sef versterken. Wanneer de belangstell&ig van het publiek uitgaat naar deze manifestatie, die in zulk een omvang in Holland nog niet gezien is, dan zal menige kunstenaar zich op zijn beurt gesterkt voelen. Al houdt het publiek er een stijve nek van over. Want stijfheid en Hollanders Laat ons zwijgen! De Volkenbond trekt zijn consequenties. We hadden werkelijk zoo'n krachtig op treden van den Bond niet verwacht na het langzaam afsterven van het eens vrq krachtige lichaam. De Volkenbond, twintig- jaar geleden een jonge kerel vol goede voornemens, die echter de pit en het door zettingsvermogen miste om zijn idealen te bereiken, die telkens doodliep op te weinig energie. Het noodzakelijk gevolg daarvan was een vrij futloos bestaan, weinig" toe komst en tenslotte gedoemd tot werkloos heid. En nu plotseling, nu de jaren begin nen te klimmen, nu komt daar iets terug van 't oude idealisme, nu vaart daar nieuwe moed en kracht in het lichaam, die hoop vol stemt, die doet verwachten, dat dezen man toch inderdaad nog tot iets in staat is, dat er nog hoop bestaat voor zijn toe komst. De resolutie, die de Commissie van Dertien gisterenavond heeft aangenomen, is scherp ge steld, zoodat zij voor geen tweeërlei uitleg vat baar is. Rusland wordt er in aan den kaak ge steld als den onrechtmatigen aanvaller van Finland. Een scherp oordeel wordt over deze daad uitgesproken en het is zoo goed als zeker, dat Rusland uit den Volkenbond zal worden gestooten. De resolutie, waarin Rusland wordt veroordeeld, heeft groote kans om met alge meene stemmen te worden aangenomen. Men is zoo verstandig geweest om de twee landen, die een kink in den kabel zouden kunnen bren gen, zoolang buiten den Bond te houden. China en Letland, die beiden een zoo krachtige houding tegen Rusland niet zouden durven aan nemen, zijn nog niet tot lid gekozen. Eerst zal men de resolutie doen aannemen, dan kan tot de verkiezing van deze leden worden overge gaan. In de resolutie, die vandaag aan de Volkenbondsvergadering wordt voorgelegd worden alle leden opgewekt elke mate- rieele en humanitaire hulp te verleenen aan Finland en zich te onthouden van elke daad, welke het verzet van Fin land kan verzwakken. Er zal getracht worden ook niet-ieden van 'den Bond in deze hulpactie te betrekken. De secreta ris-generaal zal de organisatie van deze actie ter hand nemen. Uit deze resolutie blijkt voldoende hoe heel de wereld aan den kant van Finland staat en hoe het optreden van Rusland door heel de wereld ten scherpste veroordeeld wordt. Het aannemen van de resolutie zal dan ook waar schijnlijk voor Rusland nog verdere gevolgen dragen. De diplomatieke onderhandelingen zullen er stroever door worden, zoo niet door stagneeren. Ook op den oorlog zal deze con sequente houding van den Volkenbond waar schijnlijk zijn invloed doen gelden. Het kan niet anders dan verheugend zijn, dat Genève zich zoo krachtig uitspreekt, ver heugend voor het geslagen Finland, dat met leeuwenmoed vecht tegen den brutalen en machtigen aanvaller, verheugend ook voor allen, die er aan twijfelden, dat er nog ooit eenige kracht van Genève zou uitgaan, dat de Bond nog ooit in staat zou zijn om het vol kenrecht te handhaven, nadat het in den loop der jaren telkens dit recht had zien ver krachten, zonder er iets aan te kunnen doen. Er is toch werkelijk iets aan het veran deren in de wereld. Men begint toch ein delijk te beseffen, dat men er niet komt met rechtsverkrachting maar oogluikend toe te laten, maar dat handhaving van het recht noodig is ook voor de rust en vrede in onze wereld. De groote vraag is: is men niet te laat tot deze ontdekking gekomen? BIOSCOPEN: Rialto, Spoorstraat, acht uur: Wie is de Vader? en De Marinefilm. rivoh-Theater, Spoorstraaf, acht uur: „De Wilde Man" en „Spotternij en Zotternij", Witte-Bioscoop, Koningstraat, acht uur: Het Offer eener Moeder. Donderdag 14 December. Casino, 8 uur: V.A.R.A.-avond. Geref. Kerk Julianapark: Zanguitvoering. Vrijdag 15 December. Alg. Mil. Tehuis: Tentoonstelling „Kanaria". Heden: Alg. Mil. Tehuis: Tentoonstelling „Kanaria". Casino, 8 uur: Mar. San. Fonds, feestavond Musis Sacrum, n.m. 2.30 uur: Ned. Ver. v. Huisvrouwen. Kindermiddag. L_ Barometerstand Den Helder 762 2 Maximum temp. lucht i'o Laagste temp.: q'.> Wind: richting: O.Z.O., kracht: 3 Licht op: 4 15 Geslaagd voor het Staatspractjjk-diploma l0Or Handel en administratie, de heer C Tvr Bastiuanse, alhier, leerling van den hee^ H] R. Kousbroek.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1939 | | pagina 13