Kapstertje slibt een
romantisch verhaal
Jan Zeedijk in Amerika
Liefdestragedie
in de hoofdstad
De Avonturen van
Setr beddzfrtijüz
qdiflmxls
ZenuwpijnenP
"akkertjes
Radioprogramma
door R. J. VAN NEERVOORT
vrouw door minnaar met
dolkmes doodgestoken.
dader bekent ter plaatse.
feuilleton
MONICA HART
Nieuwjaarswenschen
aan de soldaten
Gevaarlijke gladheid
En raakt haar
spaarduitjes kwijt
Gistermorgen is een liefdestragedie
in de Vijzelstraat te Amsterdam ge
ëindigd met den moord op «en 28-
jarige vrouw.
Deze vrouw was als dienstmeisje in be
trekking in een zaak in de Vijzelstraat.
Reeds langen tijd had zij omgang met een
36-jarigen expediteur. Deze omgang schijnt
evenwel niet naar wensch te zijn gegaan,
want er ontstond ruzie tusschen man en
vrouw, welke er mee eindigde, dat de
vrouw den man niet langer wenschte te
ontmoeten. De expediteur voelde zich toch
zoozeer aangetrokken tot zijn liefde, dat
hij herhaaldelijk pogingen in het werk
stelde haar te spreken. Daarbij rijpte bij
hem het plan de vrouw van het leven te
berooven.
Vrijdag voor Kerstmis kocht hij op den
Zeedijk een dolkmes en hij dreigde de
vrouw overhoop te steken, wanneer zij-niet
spoedig bij hem terugkeerde. Zijn wensch
werd evenwel niet opgevolgd en, ten einde
zijn plan te volvoeren, postte hij, als het
ware voor de zaak in de Vijzelstraat. Zij
was natuurlijk bang zich alleen op straat
te begeven en meestal ging zij dan ook uit
met de familie bij welke zij werkzaam
was. De fnpilie was opde hoogte van den
geheelen toestand.
Gistermorgen vroeg bracht de vrouw de
vuilnisemmer naar beneden. Zij ging daar
na door de winkeldeur naar binnen om
achter den winkel eveneens een vuilnisem
mer te halen, teneinde deze op straat te
zetten.
Zij vergat de deur achter zich te
sluiten en van deze gelegenheid
heeft de expediteur, die ook nu
weer voor het huis de wacht hield,
gebruik gemaakt om achter haar
naar binnen te sluipen. Terwijl zij
voorover gebogen stond om de em
mer op te nemen, stak hij haar met
een dolkmes in de linkerzijde van
haar hals-, waardoor waarschijn
lijk een slagader is geraakt. Hevig
bloedend liep zij naar buiten. Voor
het perceel zakte zij levenloos in
elkaar.
Rechercheur Bon van het' bureau Singel
reed toevalligerwijze juist op dat moment
in de tram in de Vijzelstraat. Hij sprong
onmiddellijk van de tram af. Toen hij bij
het slachtoffer kwam, bleek, dat de dader
bij de vrouw was blijven staan. Het dolk
mes had hij op de vuilnisemmer neerge
legd. Zijn eerste woorden waren: „Ik heb
het gedaan".
- BOF.KELO's
TAFELZOUT: 40
altijd goedvloeiendPer
bus 340 gram 1 5 ct. dgf
Bussen van 200 gram
10 ct. Mooie, gevulde
glazen strooiers1 O ct ^4B|
door
17.
Mr. de Blécourt heeft ter plaatse eea
onderzoek ingesteld.
Het stoffelijk overschot werd naar het
Binnengasthuis overgebracht en is door de
politie in beslag genomen.
De dader werd na verhoor, waarbij hij
volledige bekentenis aflegde, ingesloten.
Briefkaarten, portvrij.
In verhand met de te verwachten groote
drukte bij den postdienst bij de jaarwisse
ling wordt er nog eens aan herinnerd, dat
bij correspondentie van en voor militairen,
beneden de rang van officier, alleen vrij
van port zijn briefkaarten, (zakelijke
inhoud niet toegelaten) en nieuwsbladen
(niet zwaarder dan 100 gram.)
Deze vrijstelling geldt dus niet voor prent
briefkaarten (ansichten), welke niet als
briefkaart zijn beschreven, visitekaartjes,
gedrukte nieuwjaarskaarten e.d. en Ook
niet voor brieven.
Tenslotte wordt nogmaals aangedrongen
op het vermelden van duidelijke en volle
dige adressen ,ter voorkoming van moeilijk
heden en vertraging bij de verzending en
uitreiking der correspondentie.
Twee gewonden bij auto-ongeluk
te Oss.
De heer en mevrouw K. uit Oss kwamen
gisterochtend omstreeks half zes per auto
uit Den Bosch. Tengevolge van de gladheid
van den weg slipte de wagen op den Hee-
schenweg en kwam met volle vaart tegen
een boom terecht.
De auto werd geheel vernield. ^Mevrouw
K. was ernstig gewond, terwijl haar echtge
noot lichte verwondingen opliep. Nadat ter
plaatse geneeskundige hulp was verleend
zijn de slachtoffers naar het St. Anna Zie
kenhuis in Oss overgebracht .De heer K.
kon na eenige uren naar zijn woning terug-
keeren.
Mevrouw K. is ter verpleging opgeno
men. Zij heeft, naast verschillende ernstige
verwondingen, een hersenschudding opge-
loopen.
Geraffineerde oplichters voor
de rechtbank. Strenge straf
tegen de recidivisten geëischt.
De maatschappelijke veiligheid
aldus de Officier van Justitie mr.
A. S. de Muinck Keizer eischt,
dat deze beide mannen, die zich
thans voor de rechtbank moeten ver
antwoorden wegens oplichting, streng
worden gestraft, temeer daar zij
reeds herhaaldelijk zijn veroordeeld.
Door een samenweefsel van geraf
fineerde verdichtsels heeft dit laffe
tweetal een goedgeloovige juffrouw
van haar spaarduitjes beroofd. Op
deze gronden vorderde het O.M. bij
de Amsterdamscbe rechtbank tegen
beide verdachten één jaar gevange
nisstraf met aftrek van de voorloopi
ge hechtenis.
Het tweetal, een 26-jarige monteur en een
30-jarige autoverkooper had in September
j.1. kennis gemaakt met een jeugdige kap
ster. Eén van beide mannen had gehoord,
dat zij wel een spaarduitje had en na eenig
overleg besloten de vrienden haar het zuur
verdiende geld afhandig te maken.
Romantisch verhaal
Zij vertelden haar een romantisch ver
haal, dat het meisje grif slikte. De pleeg
vader van den monteur was in Antwerpen
in de gevangenis terechtgekomen. Helaas,
het was hem niet voor den wind gegaan.
Hij had gesmokkeld en was gesnapt al
dus fantaseerden de oplichters. Maar hij
had een aardig kapitaaltje verdiend en hoe
wel hij ook nog failliet was verklaard, had
hij zijn bezit aan den boedei weten te ont
trekken en gedeponeerd op een „geheime
bank" Dit zou de laatste streek van pleeg-
vaderlief zijn. Hij stierf in het gevang. De
erfenis van f 37.000.— op de geheime bank
verviel nu aan den monteur.
Dank zij dit groote bedrag, dat de man,
die reeds met haar over trouwen had ge
sproken, zou incasseeren, werd de belang
stelling van het meisje in dit romantische
verhaal nog grooter. Er was echter een
„maar" bij. Het zou wel eenige moeilijkhe
den opleveren om het kapitaaltje goed en
wel op een bank te Amsterdam gedeponeerd
te krijgen. In de eerste plaats was er wat
geld noodig.
De monteur kon niet zelf naar Antwerpen
gaan, want dan zou hij alle faillissements-
kosten moeten betalen. Zijn vriend, de
autoverkooper, die goed in de Scheldestad
thuis was, zou gaan.
Daar gingen de spaarduitjes.
Het meisje gaf graag het reisgeld, al
kostte het haar dan ook moeite het bedrag
bijeen te krijgen. Haar spaarduitjes moes
ten er aan gelooven
Een dag of wat later verscheen de auto
verkooper weer op het tooneel. Hij liet het
meisje zelfs een „officieel" document zien,
dat zij moest teekenen. Een belangrijk deel
van de f 37.000 zou dan op haar naam wor
den overgeschreven. De „zaakwaarnemer-
autoverkooper" vertelde, dat hij te Ant
werpen waar hij slechts in zijn rijke fan
tasie was* geweest een advocaat had be
zocht. Deze zou het varkentje wel wasschen
Weer gaf het meisje geld, doch tenslotte
toen er maar steeds niets uit Antwerpen
werd gestuurd kreeg zij argwaan en
deed zij aangifte.
Beide mannen werden ingerekend en in
het Huis van Bewaring ingesloten.
Oneenigheid over de rolverdeeling
Ter zitting legden zij gisteren een volledi
ge bekentenis af, alleen over de verdeeling
der ollen waren zij het niet geheel eens,
volgens den autoverkooper had hij slechts
een bijrolletje gespeeld, het plan was van
den monteur uitgegaan, die hem had voor
gesteld het kapstertje van haar geld af te
helpen.
De Officier van Justitie vond, dat het er
weinig toe deed, wie op het laffie idee was
gekomen. Vast staat, dat er door de twee
verdachten uitvoerig over gesproken is en
dat er grondig overleg is gepleegd. Beide
verdachten zijn even schuldig, was zijn con
clusie.
De verdediger, vond termen aanwezig om
clementie te gebruiken. Hij drong op een
lichtere straf aan..
De rechtbank zal 10 Januari vonnis wij
zen.
VRIJDAG 29 DECEMBER 1939.
Hilversum I. 1875 en 414.4 m.
NCRV-Uitzending. 6.307.00 Onderwijsfonds
voor de Scheepvaart.
8.00 Berichten ANP.
8.05 Schriftlezing en meditatie.
8.20 Gramofoonmuziek (9.30—9.45 Gelukwen-
schen).
10.30 Morgendienst.
11.00 Gramofoonmuziek.
11.25 Zang, piano en gramofoonmuziek.
12.00 Berichten.
12.15 Gramofoonmuziek. (Om 12.30 Berichten
ANP).
12.45 AU Round Sextet en gramofoonmuziek.
2.152.55 Gramofoonmuziek.
3.00 Rotterdams pianokwartet en gramofoon
muziek.
4.10 Gramofoonmuziek.
4.30 Melodia en gramofoonmuziek.
6.00 Land- en tuinbouwcauserie.
6.30 Taalles en technisch onderricht.
7.00 Berichten.
7.15 Causerie over de familieverhouding on
der de Karo-Bataks ter Oostkust van Su-
matra en de Evangelie-verkondiging onder
dat volk.
7.45 Gramofoonmuziek.
8.00 Berichten ANP, herhaling SOS-ber.
8.15 Causerie: „Een terugblik: Zon en Scha
duw in 1939".
9.15 Jaaroverzicht.
Er was iets in hun verleden, ze waren niet
een paar menschen, die een vervallen her
berg, ergens op een afgelegen plaats dreven
omdat ze niets anders konden, daar was hij
van overtuigd. Maar waarom pijnigde hij zijn
hersens met zulke gedachten? Morgen ging
hij weer verder en dan zouden ze weer voor
goed uit zijn gedachten verdwijnen.
Maar zou hij morgen wel verder gaan Iets
in den blik van de vrouw scheen hem te zeg
gen, dat zij een rol in zijn leven zouden
spelen.
Het drietal praatte verder over alles en
nog wat. Na verloop van tijd kwam het ge
sprek op de toestanden in Natal.
Als u soms van vechten houdt, zei Har-
land, terwijl hij de flesch weer eens naar zijn
gast toeschoof, dan kunt u pleizier be
leven. Ik wil vijf tegen een met u wedden,
dat we binnen een week hier in den omtrek
gevechten zullen hebben en ik wil ook wed
den, dat ik de plaats weet waar ze beginnen
zullen. En als het spel begint doe ik óók mee!
Toch niet met de inlanders? vroeg Hal
font.
Waarom niet? Ik vecht aan den kant
van diegenen, die mij het best betalen en bo
vendien heb ik nog zoo mijn particuliere re
denen.
Wel, ik kan mij begrijpen, dat iemand
zijn redenen heeft, maar practisch beschouwd
is het toch waarschijnlijk, dat u na een paar
dagen een kogel in uw lichaam moet krijgen.
Och, ik zal altijd nog den troost hebben
dat er een heeleboel anderen zijn, die dat lot
deelen.
-Praat toch niet zoo, zei de vrouw geprik
keld. U moet maar niet naar hem luiste
ren, meneer Halfont. Hij raaskalt maar wat;
dat doet hij wel meer.
O, wat dat betreft, geloof ik wel, dat we
181.
Hij schudde het hoofd, alsof hij er niets
meer van begreep. Daarna stond hij op.
„Breng mij weg", zei hij rustig tegen Pen-
nington.
Een half uur later bevond de hele bende
zich in de gevangenis. „Keurig gedaan, Pen-
nington", zeide een van de marine-officieren
tegen Red, toen de laatste bandiet achter de
ijzeren tralies verdwenen was.
De piloot, die hem bewusteloos bij de ma
chine had gevonden, haalde onmiddellijk hulp
voor hem. Maar Jan, die oververmoeid was en
zoveel angst had uitgestaan, was nog steeds
niet tot bewustzijn gekomen.
9.35 Gramofoonmuziek.
9.45 Jaaroverzicht.
10.05 Berichten ANP, actueel halfuur.
10.30 Alter Refrain-sextet.
11.30 Gramofoonmuziek.
Ca. 11.50—12.00 Schriftlezing.
Hilversum n. 301.5 m.
8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.20 VARA. 12.00
AVRO. 4.00 VARA. 7.30 VPRO. 9.00 VARA.
10.40 VPRO. 11.00—12,00 VARA.
8.00 Berichten ANP, gramofoonmuziek.
10.00 Morgenwijding.
10.20 Gramofoonmuziek.
10.30 Pianovoordracht.
11,00 Declamatie.
11.15 VARA-orkest.
12.00 AVRO-Dansorkest.
12.30 Orgelspel.
12.45 Berichten ANP, gramofoonmuziek.
1.00 AVRO-Amusementsorkest en solist.
2.00 Voor de huisvrouw.
2.10 Gramofoonmuziek.
2.25 Het Lyra-trio.
3.10 „De Sneeuwkoningin", kinderoperette.
4.00 Gramofoon met toelichting.
4.30 Zang met pianobegeleiding en gramo
foonmuziek,
5.00 Voor de kinderen.
5.30 Gramofoonmuziek.
6.006.30 Orgelspel.
6.35 Letterkundig overzicht.
allemaal wel eens doen, zei Halfont lachend.
Nu, ik wou maar dat jij Misedok niet
neergeschoten had, vervolgde de vrouw. Ik
zal morgen dadelijk een nieuwen hond zien te
krijgen. Bij Bejana hebben ze er wel een, en
als we die hier vastbinden, ben ik al heel
wat geruster. Als je maar zoo'n beest hebt,
blijven de inlanders 's nachts wel op een af
stand.
U schijnt u nog al zenuwachtig te ma
ken, mevrouw, zei de gast verbaasd.
Ja, ik wou wel dat we hier vandaan gin
gen, we hebben hier lang genoeg gezeten.
De toon waarop ze dat zei gaf aan haar
woorden een bijzondere beteekenis, maar haar
man deed alsof hij niets hoorde.
Hij had met opmerkelijke zorg en in zeer
langzaam tempo een pijp gestopt. Hij stak
juist zijn hand in zijn zak om lucifers te voor
schijn te halen, toen... pang, boem, de kamer
met rook gevuld werd en de glasscherven
hun drieën om de ooren vlogen. Buiten hoor
de men een mengelmoes van onbestemde ge
luiden. Een oogenblik zag Halfont, dat de
ander een rookende revolver in de hand hield,
en toen ging de lamp uit.
Wees toch stil, snauwde Harland als
antwoord op den onderdrukten gil van zijn
vrouw. Ga ergens anders zitten, maar zeg
geen woord, fluisterde hij op een toon, die
geen tegenspraak duldde.
Halfont zorgde ervoor tusschen de vrouw
en het kapotte raam te blijven, waaruit het
nog steeds glasscherven regende. Toen zijn
oogen aan de duisternis gewend waren, kon
hij een iets minder donkere streep tusschen
het luik en de raamlijst onderscheiden en ook
het door de kogels gemaakte gat. Niets ver
brak de stilte totdat Harland langs hem heen
naar de keuken sloop. Blijf waar je bent,
fluisterde hfj, ik kom dadelijk terug.
182.
„Je wordt vast bevorderd voor de arresta
tie van Centaur, ouwe jongen!" Red keek
hem met een blik van verbazing aan. „Maar
dat heb ik niet voor elkaar gebracht," ver
klaarde hij haastig, „dat is het werk van Jan
Zeedijk!" Ondertusschen lag Jan, ergens ver
weg, in een marine-hospitaal.
HOOFDSTUK 14.
Opgeroepen naar Washington.
184.
De volgende morgen zat Jan rechtop in bed
en voelde zich weer wat opgeknapt. „En gaat
het nu wat beter?" informeerde een jonge
luitenant.
„Beter is het woord niet", antwoordde Jan,
„ik voel me als herboren, luitenant!"
„Voelt U zich goed genoeg om met mij
naar Washington te vliegen?" vroeg de an
der. „U bent opgeroepen om voor de hoge
marinekrijgsraad te verschijnen".
6.55 Rosian-orkest en solist.
7.18 Berichten ANP.
7.30 Berichten.
7.35 „Een jaar ligt achter ons, een jaar ligt
voor ons", toespraak.
8.00 Leden van het Concertgebouworkest.
8.30 „Nederland in 1939", toespraak.
8.Q0 Radiotooneel.
9.20 Schaaknieuws.
9.25 De Ramblers.
9.50 Het duo White and Wood.
10.05 VARA-orkest.
10.40 Avondwijding.
11.00 Berichten ANP.
11.10 Schaaknieuws.
11,15 Jazzmuziek (gr.pl.).
11.4012.00 Zang en orgel.
Ze hoorden hem zachtjes de deur openen,
die van de keuken naar buiten leidde en Hal
font en de vrouw bleven achter in het don
ker, in spanning wat het volgend oogenblik
hun brengen zou.
De hand van het kind-vrouwtje zocht de
zijne.
Ik ben bl(j dat u hier is, fluisterde zij.
Ik ben vreeselijk zenuwachtig. Ik weet niet
wat mijn man van plan is, maar als het op
handelen aankomt deinst hij nergens voor
terug. Ik zou wel willen weten hoeveel van
die kerels er zijn. Er kunnen er net zoo goed
vijftig als vijf zijn, en hij is alleen.
Ja, maar u moet toch in geen geval naar
hem toe gaan, antwoordde Halfont ook fluis
terend. Ik heb mijn revolver nog met negen
kogels er in en ik geloof niet, dat er meer
dan een stuk of zes kerels zijn. Ze hebben
mij natuurlijk voor uw man aangezien en zijn
nu hierheen gekomen.
O, dat is het werk van Ndabamatoba,
zuchtte zij, wat was het dwaas om ruzie
met hem te maken.
Halfont combineerde wat hij nu al zoo ge
hoord had en concludeerde, dat Harland
blijkbaar met een machtig stamhoofd in con
flict was geraakt en dat deze het nu op zijn
leven had gemunt. En daar hij zoo sprekend
op Harland leek liep hij ook gevaar, en wat
dat beteekende had hij reeds ondervonden. Hij
was eerst niet van plan geweest zich met de
zaak in te laten, maar de vrouw, die daar
zoo angstig aan zijn zijde stond en de ge
dachte, dat zijn tijd en zijn leven voor hem
toch geen rol meer speelden, deden hem van
idee veranderen. Er was niemand, wien het
iets kon schelen of hij leefde of niet. Hij was
hier gekomen op zoek naar avonturen, en
hier waren zeen nog wel van de beste
soort. Zijn gedachten gingen vol bitterheid
terug naar Agnes Ingatrew, en naar wat ze
gezegd had op den zonnigen zomeravond.
De deur piepte even heel zachtjes, en de
stem van den man werd weer hoorbaar.
We behoeven niet bang te zijn dat ze
ons weer lastig zullen vallen, ze zijn er van
door. Die kerel, dien ik geraakt heb, schijnt
niet dood te zijn, maar toch wel ernstig ge
wond. want ze droegen hem weg. Misschien
is het nog maar gelukkig dat ik hem niet heb
dood geschoten, want zoo hebben ze voor
zichzelf een excuus om weg te gaan; die nik
kers zijn nog trotsch genoeg, wat dat betreft'
En terugkomen zullen ze wel niet.
Wordt vervolgd.)
Het is werkelijk niet te gelooven,
bracht hij eindelijk uit. Hebt u die altijd ge
had?
Nee, die heb ik opgeloopen; het doet er
niet toe wanneer en door wien. Zijn toon
was vreesaanjagend en Halfont, die zich toch
al niet erg op zijn gemak voelde, vroeg maar
niet verder. Maar ik zal ze mijn leven lang
wel houden, vervolgde Harland.
Jullie konden wel een tweeling zijn, zei
de vrouw, die weer uit de keuken terug
kwam om de tafel te dekken. Werkelijk er
is iets tagati, zooals de inlanders zeggen, aan
die geschiedenis.
U zei daarnet dat u uit de bergen komt
begon Harland, toen ze met hun drieën aan
tafel zaten en eer bewezen aan het kuiken
dat de geëxecuteerde hond gespaard had.
Wat doen de inlanders den kant van Mutalia
uit?
Niets bijzonders, maar ik kan u wel ver
tellen, wat ze deden langs het laatste stuk van
den weg, voor die de vlakte bereikt. Ze wa
ren daar bezig mij van dichtbij te beschieten
uit een van die boschjes aan den kant van
den weg. Twee kogels waren bijna raak!
Zijn beide dischgenooten lieten bijna tege
lijk hun mes en vork op hun bord vallen. De
vrouw was bleek geworden.
Wie? Wat? stamelde Halfont, die steeds
meer een gevoel kreeg, dat er in dit huis iets
vreemds en griezelig geheimzinnigs was.
Och, dat is zoo'n zwarte, die het op mij
voorzien heeft, zei Harland en hij probeerde
zoo onverschillig mogelijk te kijken.
O, dat was dus al wéér een geval waar
in zij mij voor u aanzagen?
Harland knikte. Kan het u veel schelen
Nee, zei Halfont, maar het is wel
erg opwindend. Na een paar vragen van zijn
gastheer vertelde hij uitvoerig wat hem op
weg naar het hotel was overkomen.
Harvey, zei de vrouw angstig, ik ge
loof toch dat we beter deden met hier van
daan te gaan; het wordt hier nog gevaarlijk!
Och wat, antwoordde de aangesprokene
grof en uit zijn humeur, ik laat me door
iemand als Ndabamatoba niet wegjagen. Als
ik hem ergens alleen tegenkom, zal ik hem
een stukje staal tusschen zijn ribben steken,
maar het ongelukkige is, dat hij wel op zal
pJtbsen, dat ik hem niet alleen te spreken
krijg!!
Maar als ze vannacht nu hier komen?
hield ze angstig aan. Ze hebben meneer
Halfont voor jou aangezien en denken dus
dat je weer naar huis bent gegaan. En je
weet wat die ishinga gezegd heeft!
Och, schei uit, was het ongeduldige ant
woord. Anders ben je ook niet zoo kin
derachtig; wat scheelt je?
Nu, ik wou toch maar, dat jij Misedok
niet neergeschoten had, we hadden dan ten
minste iets gehad, dat ons kon waarschuwen.
Nu kunnen die kerels ons, zonder dat we iets
vermoeden, overvallen! Ik voel me onrustig;
ik heb een gevoel alsof er vannacht iets ge
beuren zal.
Halfont bestudeerde het vreemdsoortige
echtpaar, dat zeker niet zonder reden zoover
van de bewoonde wereld gevlucht was, met
aandacht. In den man, die zoo sprekend op
hem geleek was iets, dat hem aantrok en te
gelijk iets, dat hem tegen de borst stuitte.
Zijn manier van spreken wees er op, dat hij
óf van lager stand dan Halfont, óf aan lager
wal geraakt was. Maar zijn stem leek spre
kend op die van Halfont. Er was trouwens
niet veel dat ze niet gemeen hadden.
Wat zou het geheim van deze menschen
zijn? vroeg hij zich verwonderd af. De vrouw
was knap en innemend. Wie was z;j en wie
was haar man?