„Zeeuwsche mosselendroote vuren van Tohr Allemaal De uitvinder der paravanen Radioprogramma Nederland eet wéér en méér mosselen zx IS EEN R IN DE MAANDI £CH 6edeie$lifke. gétifkeHis door MONICA HART door Edgar Rice Burroughs Er is een R in de maand, dus is er volgens het oeroude gezegde weer aanbod van mosselen. Telken- jare opnieuw kunnen wij den een- tonigen roep van de mosselkoop lieden in de straten hooren, wan neer zij hun waar aanprijzen. Dit jaar wordt echter niet alleen door deze kooplieden het gebruik van mosselen gepropageerd. Er is een „eet meer mosselen"-campagne op touw gezet en van regeeringswege is officieel aangeraden de mosselen te eten, zoo veel en zoo dikwijls mogelijk. De campagne heeft suc ces gehad. Er wordt thans in eigen land per week ongeveer 40.000 kg. méér mosselen omgezet dan ooit het geval is geweest en dit betee- kent, dat tusschen 35.000 en 40.000 personen, die vroeger geen mosselen aten, thans het Zeeuwsche banket nuttigen. Dit stemt tot tevredenheid, want de mossel is een schelpdier met een buiten gewoon fijne smaak en een zeer hooge voedingswaarde. Bovendien en dat is in dezen tijd van voedselschaarschte van het meeste belang wij hebben het „artikel" in schier onuitputtelijke voorraden. Het is een bij uitstek nationaal product, onaf hankelijk van buitenlandsche blokkade- en andere maatregelen. Daarom is 't een goe de raad: „Eet meer mosselen". Er bestaan evenwel in breeden kring ongegronde, verkeerde opvattingen ten aanzien van de mossel. Deze te helpen oplossen is het doel yan dit artikel. Waar komt de mossel vandaan? Mosselen worden gekweekt op de z.g. mosselbanken. Dit zijn uiteraard alle daar voor in aanmerking komende „banken" in zee, zooals zandbanken, dammen, palen en allerlei uitstekende voorwerpen. Op deize banken zetten zich de mossellarven vast. Een mossel begint haar leven n.1. als larve, die zich in het zeewater beweegt. In het voor- en najaar gaan de vis- schers op de larvevangst uit Men vangt of verzamelt dan het zaad. Dit zaad wordt uitgezet op de daarvoor speciaal geschikte gronden in de Zeeuwsche stroomen en op het griend in de Waddenzee. Natuurlijk vangen de visschers niet alle mosselzaad en het zaad dat aan hun netten ontsnapt ontwikkelt zich in de vrije wateren, bui ten de mosselbanken. De mosselen die daaruit groeien noemt men „wilde mosse len", een benaming dus, die niets met den aard van het diertje heeft te maken, FEUILLETON 26. Na hun redding door sergeant Horrabridge en zijn „troepen" waren Harland en Halfont van elkaar gegaan. Ze hadden veilig Emvati bereikt en toen was er een stilstand in de vijandelijkheden gekomen, waarvan Harland gebruik gemaakt had om te verdwijnen. Hij was op een goeden dag vertrokken, zonder te zeggen waarheen hg ging. Zijn vrouw was nog wat langer gebleven, maar kort daarop ook op een vrijwel gelijke manier afgereisd. Beiden hadden allerhartelijkst van Halfont afscheid genomen. Harlands vertrek wekte bij de achterblij vers verdenking en er waren er verscheidene, die meenden, dat hij naar den vijand over- geloopen was en in elk geval naar Dinuzulu en zijn raadgevers gegaan was, die op dat oogenblik erg in de benauwdheid zaten en bij gevolg voor alle inlichtingen rijkelijk zouden betalen. Voor Harland was niets te laag of te gemeen, zoolang hij er maar wat mee ver dienen kon... was de algemeene opinie, maar er was altijd één, die den afwezige verdedig de, en die ééne was Halfont. Wel, ik geloof dat gij met hem onder één hoedje speelt, had een van de lasteraars Halfont brutaal in zijn gezicht gezegd, toen deze het weer eens voo zijn dubbelganger ®P nam. Een fijn stel, ze lijken op elkaar als twee druppels water, vervolgde hij tegen de omstanders. O, vindt u? Als we dit eens uitvochten? 2ei Halfont koel. Eest. Tot uw dienst, antwoordde de an der direct bereid. Ze vochten verschillende ronden, waarbij Halfont zich als een flinke vechtersbaas deed kennen, wat niet nadeeling was voor zijn po pulariteit. En toen Malina afscheid van hem dam., bedankte ze hem nog eens hartelijk, doch uitsluitend wijst op dè manier van groeien. De z.g. „wilde mosselen" worden echter zelden voor consumptiemosselen gebruikt in ons land. Gewoonlijk worden ze bestemd als voeder voor eenden enz. en als de vangst meevalt als consumptiemosselen ge ëxporteerd of in het Noorden van ons land verkocht. Vóór de mosselen volwassen zijn de schelpgrootte bedraagt dan tenminste 5.5 c.m. en die dieren zijn dan ongeveer drie jaar oud worden de zaad- en halfwas- mosselen aln aar gelang der omstandighe den een of meermalen verzaaid. Wanneer de mosselen volwassen zijn, worden ze eerst gekeurd. Er worden dan monsters ter keuring gebracht naar de agentschappen van het Centraal Verkoop kantoor van mosselen te Bergen op Zoom. Indien dit monster wordt goedgekeurd, dan komt de kweeker on aanmerking voor orders en doet het Verkoopkantoor zijn inkoopen. De mosselhandelaren koopen niet rechtstreeks bij de kweekers, doch zij vervoegen zich bij het Centraal Verkoop kantoor. Aangevoerde partijen worden steeds gekeurd op grootte, kwaliteit en zuiverheid. „Geknipt". De handelaren brengen de mosselen op twee verschillende wijzen in den handel, namelijk, ruw en geknipt. „Geknipt" wil zeggen schoongemaakt. Mosselen zijn vaak door vuil en zeewier tot groote trossen aan eengegroeid en het schoonmaken ervan is een werkje dat beter door den handelaar dan door de huisvrouw kan worden ge daan. Door het optreden van het Centraal Ver koopkantoor is de laatste jaren de kwali teit van de mosselen zeer vooruitgegaan. Mosselen zijn zeer voedzaam. Mosselen bevatten zeer veel eiwit, zooals men weet een door iederen deskun dige aanbevolen voedingsstof. Wanneer men vijf kilogram mosselen vijf minuten laat koken, dan kan men de volgede voedigs- waarden constateeren: ruim 1000 gram mosselvleesch, waarvan 155 gram eiwit, 35 gram vet, 36 gram koolhydraten en ver schillende vitaminen o.a. 600 I. E. vitami nen A. Men heeft dus voor weinig geld voor verscheidene personen een maal, dat in voedingswaarde en fijne smaak bijna niet kan worden verbeterd. Er bestaan géén „vergiftigde mosselen", „Vergiftigde mosselen", waarvan men vaak hoort spreken, bestaan er niet. Er is niets in de mossel, dat nadeelig voor de gezoifdheid kan zijn. Wel is het een feit, dat sommige personen na het gebruik van mosselen wanneer zij er tenminste veel van hebben gegeten onaangename gevol gen ondervinden, die zij dan aan een ver giftigde mossel wijten, welke zich tusschen de andere zou hebben bevonden. Vroeger namen de doktoren aan, dat dit inderdaad het geval zou zijn. maar tegen woordig wet men beter. Niet iedereen kan voedsel met een zoo hoog gehalte aan ei wit verdragen. Menschen met een „zwakke maag" bijv. hebben spoedig last na het ge bruik van mosselen. Zij gevoelen zich on passelijk en natuurlijk krijgen de mosselen de schuld. Zij vergeten evenwel, dat zij de ze gevolgen na het gebruik van alle eiwit rijke stoffen ondervinden, omdat hun maag zich tegen een teveel aan eiwit verzet. Het is een sprookje, dat een mossel ooit een nadeeligen invloed op onze gezondheid zou kunnen hebben. Wel is dit natuurlijk het geval, wanneer men rauwe mosselen eet. De mosselen kunnen namelijk besmet zijn met typhus en paratyphus-bacillen. Kookt men de mosselen echter steeds goed, dan zijn alle ziektekiemen gedood en zal men nergens last van hebben. Oppasssen voor krabben. Het gebeurt wel eens, dat menschen na het gebruik van mosselen plotseling zeer ernstig ziek worden en zelfs in levensge vaar komen te verkeeren. Ten onrechte heeft men ook een dergelijke ziekte toege schreven aan het feit, dat de mossel vergif tigd zou jijn. Dat is niet waar. De ziekte wordt veroorzaakt doordat er zich in de mossel parasieten hebben genesteld, zooals krabben. Wordt nu de mossel niet behoor lijk schoongemaakt, dan kan -het gebeuren, dat een dergelijke krab, die op zichzelf wèl vergiftig is, wordt opgegeten. Dit geldt dus voor mosselen, die voor het gebruik niet of niet voldoende zijn schoongemaakt, en... ge kookt De gevolgen van het inslikken van de krab kunnen zeer ernstig zijn. Men ge- volet zich plotseling onwel en krijgt een zoogenaamd rood vollemaansgezicht De ziekte gaat gepaard met hooge koortsen; het is zaak na een dergelijke vergiftiging onmiddellijk een dokter te waarschuwen, die, wanneer het nog tijd is, de maag kan leegpompen, of die den patiënt de noodige tegengiften kan toedienen. Gelukkig komt mosselvergiftiging sporadisch voor en men behoeft het mosseleten niet te laten uit vrees voor deze vergiftiging. Goede voor- zorgsmiddelen zijn en blijven: het goed schoonmaken en koken van de mossel. In tijden van schaarschte Januari, mosselenznaand!" Voor enkele centen kan men een heerlijke mosselmaal tijd bereiden. Nederland bezit in de mossel een heerlijk volksvoedsel, dat vooral in tij den van levensmiddelenschaarschte niet ge noeg kan worden gewaardeerd. Daarom zou het aanbeveling verdienen, nu de mosselen in overvloed te koop zijn, even aan de toekomst te denken en de mos selen te „hamsteren", dat wil zeggen inma ken in azijn. Zure mosselen op de boter ham: een heerlijke versnapering! Het stemt tot tevredenheid, dat ons land zooveel meer mosselen gaat consumeeren, omdat de mos selen-export door den oorlogstoestand da nig in de knel komt. Overwint daarom Uw vooroordeelen en geeft in ruime mate gehoor aan het devies: „Eet meer mosselen"! Het is in het belang "an ons 'and, dus ook in Uw eigen belang! T ARZ AN en de Wordt directeur van bouwmaatschappij. sche'eps- Officieel wordt medegedeeld, dat in Enge land vice-admiraal Usborne, de uitvinder van de paravanen, is afgetreden als op perste censor, teneinde een nieuwe taak van nationaal belang te gaan vervullen, waar voor hij door zijn ondervinding en dienst bij de marine in 't bijzonder is geschikt Us borne zal n.1. directeur worden van een scheepsbouwmaatschappij, welke voor de marine werkt. Het ministerie van binnenlandsche zaken heeft hieraan toegevoegd, dat reeds eenigen tijd geleden, de directeur-generaal van het censuurbureau wist. dat Usborne wilde af treden, teneinde zich vrij te maken voor- zijn nieuwe taak. Hem werd evenwel gevraagd zijn ont slagaanvrage uit te stellen tot hij gemak kelijker kon worden vervangen. KONINGSGEZIN OP RANTSOEN. Vor het eerst is gisteren te Sandringham waar de Engelsche Koninklijke familie ver blijft, gebruik gemaakt van de distributie kaarten. De Koninklijke familie heeft reis- distributiekaarten, gelijk aan die, welke han delsreizigers gebruiken. Gedurende enkele weken zijn in de Ko ninklijke residentie de hoeveelheden suiker, boter en bacon binnen de voorgeschreven hoeveelheden gehouden. WOENSDAG 10 JANUARI 1940 Hilversum I. 1875 en 414.4 m. VARA-Uitzending. 1Q.0010.30 v.m. VPRO. 6.30—7.00 RVU. 7.30—8.00 VPRO* 8.00 Berichten ANP. 8.10 Orgelspel. 8.45 Gramofoonmuziek. jf 9.30 Keukenpraatje. 10.00 Morgenwijding. 10.20 Voor arbeiders in continubedrijven. 11.30 Voor de vrouw. 12.00 Gramofoonmuziek. 3. Verschrikt door het gegil van Janette, draaiden de mannen zich om naar de aange duide plek, doch ze zagen niets. „Waarschijn lijk een dier", veronderstelde Dr. Wong, „of misschien een grillige schaduw van een der takken," zei Perry geruststellend. „Neen," hield Janette vol, ,lk zag duidelijk een geel menseljjk gezicht, dat me wreed aanstaarde. Het was ontzettend. „Kom Perry", zei Majoor Burton, „we zullen samen een onderzoek in stellen. „Neen", protesteerde de Ier, „ik ga er alleen op uit." En terwijl hij zich naar de aangewezen plek begaf, riep Janette hem angstig na: „Perry, zal je voorzichtig zijn?" „Wees maar niet bang, nichtje, voor het don ker hoop ik terug te zijn," antwoordde hij. Perry zou dit niet zo luchthartig gezegd heb ben, als hij had geweten, wat voor moeilijk heden hij spoedig zou hebben te overwinnien. Nauwelijk had hij de open plek verlaten of zijn scherpe ogen ontdekten een spoor. Perry floot zacht en nadenkend. Daar in de zachte aarde waren indrukken van menselijke voe ten, maar zulke voetsporen als hij nooit te voren had gezien. Ze konden alleen door een reus gemaakt zijn! 12.15 De Ramblers. 12.45 Berichten ANP, gramofoonmuziek. I.001.45 Rosian-orkest. 2.00 Causerie „Stofversieren". 2.30 Residentie-orkest (opn.). 3.05 Gramofoonmuziek. 3.15 Voor de kinderen. 5.30 VARA-orkest. 6-30-7.00 Causerie „Het probleem der on sterfelijkheid". 7.03 VARA-Kalender. 7.05 Felicitaties. 7.10 Causerie „De ongevallenwet in de prak tijk". 7.30 Religieuze declamatie 8.00 Herhaling SOS-Berichten. 8.03 Berichten ANP, VARA-Varia. 8.20 Rosian-orkest. 9.00 Radiotooneel. 9.30 Schaaknieuws. 9.35 Dubbel mannenkwartet „Kunstzin". 9.52 „Schuldig of onschuldig?" causerie. 10.00 VARA-orkest. 10.40 Medische vraagbaak. II.00 Berichten ANP. 11.10 Schaaknieuws. 11.15 Orgelspel en zang. 11.4512.00 Gramofoonmuziek. Hilversum II. 301.5 m. NCRV-Uitzending. 6.307.00 Onderwijs fonds voor de Scheepvaart. 8.00 Berichten ANP. 8.05 Schriftlezing, meditatie. 8.20 Gramofoonmuziek. (9.309.45 Geluk- wenschen). 10.30 Morgendienst. 11.00 Gramofoonmuziek. Misschien zien we elkaar nooit terug, zei zjj, misschien ook wel. Maar ik zal nooit vergeten, wat u gedaan hebt. En als ik u ooit een dienst kan bewijzen, dan kunt u op mij rekenen. De wereld is zoo klein; je kunt nooit weten. Algemeen was de meening over den afwe zigen Harland zeer ongunstig. Sommigen be weerden, dat de politie hem in 't oog moest houden. Maar de politie kreeg spoedig wel wat anders te doen, toen de vijandelijkheden her vat werden en ze naar het Gcoma-dal gecom mandeerd werd. Zooals de lezer reeds weet, trok Halfont met hen mee. Hij was op zeer vriendschappelijken voet met Horrabridge gekomen en deze had alle verdenking, die hij eens gekoesterd had om trent de medeplichtigheid van Halfont aan zekere streken van Harland, van zich afgezet. De troepen in het Gcoma-dal kwamen tus schen de boomen uit naar een open plek, met hoog gras begroeid en in de verte was weer bosch. Inlanders waren in geen velden of we gen te zien. Luitenant Gaythorpe beval zijn mannen halt te houden en zich voorbereid te houden op een vijandelijken aanval. In tirailleur-linie, de geladen geweren in de hand, gingen ze stap voor stap voorwaarts. Plotseling bewoog het lange gras als het door een wind bewogen zeeoppervlak en een honderdtal donkere figuren sprongen over eind. J0630Ct06Ü De kaffers waren vlak bij. Schilden werden gezwaaia, speren flikkerden, duistere gestal ten k—emen dreigend nader. Vuur!! Het salvo ratelde. De getroffenen vielen, in hun vaart gedood, voorover en zij, die acliter hen kwamen, hol den zonder op of om te zien, over hen heen. Weer spraken de geweren en de tweede rij kaffers viel dood ter aarde. De aanval was gebroken. Nergens waren meer vijanden te zien, als er nog overlevenden waren, waren deze op de vlucht geslagen. De vervolging werd voortgezet. Steeds verder drongen de vervolgers voor uit en ook in steeds sneller tempo, want de wilden gaven den strijd langzamerhand op, al waren er nog genoeg om onder de blanken slachtoffers te maken. Maar dank zij den steun der artillerie, die de vlakte en het bosch onder vuur hield, drong de militaire politie de wilden heelemaal naar het bosch terug. Een donkere lijn, die de dood getrokken had, teekende den weg, dien de strijd gevolgd had. Een hoornsignaal beval de mannen de ver volging te staken; sergeant Horrabridge gaf het bevel aan zijn mannen door en zij bleven op den uitersten flank, waar zij zich bevonden staan. Alleen de allerlaatste man van het ge lid... liep door! Halfont had weer op zijn eigen houtje ge vochten. Voor hem uit hadden drie groote Zoeloes geloopen, die hem op hun vlucht tel kens bedreigden. Plotseling waren er nog maar twee geweest en op het oogenblik dat het signaal klonk, was er nog maar een van het drietal overgebleven. Halfont hield dien eenen voor den aanvoer der, dien hij al eens eerder gezien had. Dien moest hg gevangen nemen of dooden! Reeds was hij in de schaduw van het bosch. Zijn kameraden, die achtergebleven waren op het signaal en de bevelen zagen hem niet. Het bosch was dicht en liep door tot aan^ de oevers van de Gcoma, Ook hier lagen door granaat-vuur onherkenbare lijken. Dat was weer een van die dwaze streken, zooals Hal font er al meer uitgehaald had! Op het be vel halt te houden was nu het bevel gevolgd om terug te gaan. Halfont ging echter dieper de schaduw van het bosch in. Ha! Eindelijk! De krijger, dien hij zocht, lag achter een boom. Halfont mikte juist op hem, toen de Zoeloe opsprong en zijn speer ophief. Er was een verward geluid en daarna duisternis. Een vluchtig beeld van een door haat vertrokken kaffersgezicht, een doffe pijn, toen hij pro beerde de speer af te weren en Halfont wist niets meer. Door de boomen en de verwarde slinger planten scheen de maan. Zwak en halfbewus- teloos door zijn wonden lag Halfont ter aarde. Een vreeselijke dorst kwelde hem, de rivier was niet ver weg, maar hij durfde zich niet bewegen. Maar hij verzamelde zijn moed; zou hij, die voor geen levend wezen bang geweest was. vreezen voor de dooden? Met een ruk richtte hij zich op en sleepte zich den kant van de rivier uit. Wat was dat daar, dat bewoog? Pijnlijk en versuft, als zijn hoofd was, begon zijn ver beelding hem parten te spelen. Iets, iemand, kwam uit de schaduw op hem af. Onbestemde geluiden... alsof er iets langs den grond sleep te... was het een wilde, die op hem toe kwam om zijn wraak te koelen?... of een luipaard? Instinctmatig greep hij naar een wapen. Hij had er geen. In zijn val had hij het verloren en in zijn pijn en zwakte begon hij angstig te worden. Fluisterende stemmen schenen in zijn ooren te spelen. Afzichteljjk-verminkte gezichten van 11.15 Cello, piano en gramofoonmuziek. 12.00 Berichten. 12.15 Gramofoonmuziek (Om 12.30 Berichr ten ANP). 1.10 Ensemble „Zingaresca" en gramofoon muziek. 2.30 Voor jeugdige postzegelverzamelaars. 3.00 Dames-ensemble Van Eden en gramo.- foonmUziek. 4.45 Felicitaties. 5.00 Voor de kinderen. 5.45 Gramofoonmuziek. 6,00 Land- en tuinbouwcauserie. 6.206.25 Gramofoonmuziek. 6.30 Taalles en technisch onderricht. 7.00 Berichten. 7.15 Gramofoonmuziek. 7.30 Cursus koperzagen. 8.00 Berichten ANP. herhaling SOS-Berichten 8.15 Arnhemsche orkestvereeniging en solist (8.509.20 Tuinbouwcauserie). 10.00 Berichten ANP, actueel halfuur. 10.30 Gramofoonmuziek. Ca. 11.5012.00 Schriftlezing. verslagen vijanden grijsden hem tegen. Weer viel hij bewusteloos neer. De uren verstreken. De ademhaling van roof dieren, die op het slagveld van den vorigen dag hun prooi kwam zoeken, werd luider en luider. De heele lucht rook naar dood en bloed. Zoo nu en dan kwam Halfont weer bij om door ontzeting over al die verschrikkingen het be wustzijn weer te verliezen. Hij moest drinken of sterven, het zwakke gekabbel van den stroom, dat zijn oor bereikte, was een ondra gelijke kwelling. Hij probeerde overeind te komen om zich naar de rivier te sleepen, maar deze poging deed zijn hoofd kloppen en branden alsof er ge smolten metaal in gegoten werd. Toch moest hij het probeeren! Maar wat wat dé.t Aan den oever van de rivier richtte zich iets lang zaam van den grond op iets groots zwarts. Halfont's zenuwen begaven hem en hij voelde zijn bloed verkillen. Het „iets" was reusachtig, In het maanlicht kon hij zien dat het boven deel van het gezicht verdwenen was, maar de kaken, met hun lange rijen witte tanden gaap ten hem angstaanjaagend aan. Een vreemd ge luid, half gehuil,half gerochel ontsnapte de keel van het „iets",toen het op hem af kwam. De handen, die veel op klauwen leken, werden naar hem uitgestrekt; het geheel maakte on tegenzeggelijk den indruk van een groote spin. Verstijfd van angst en afschuw bleef Halfont liggen, hij was zelfs niet in staat zijn blik af te wenden. Met een gekronkel kwam het „iets" weer dichter bij hem. En toen zag hij, dat van wat eens een mensch geweest was, de beenen waren versplinterd. En op hetzelfde oogenblik drong het tot hem door, dat dit monster het overblijf se! was van den reusachtig en wilde die hij in het bosch nagezet had. Halfont was verstijfd: hij kon niet anders; hij moest naar dat „iets" staren. Dat iets, dat als uit het graf om wraak kwam. Het breede lemmet van een assagaai glinsterde in 't maan licht en een bovenmenschelijke inspanning bracht de assegaai weer dichter bij Halfont, die nog steeeds niet staat waa zich te ver- roeren. Hij kon slechts hulpeloos staren en op het einde wachten. En zoo lagen zij daar in het bosch, waar de spoken rondwaarden. Het blinde gezicht scheen haat en venijn in het ziende van den ander te storten; en steeds kwamen het dichterbij; steeds dichterbij. En de maan rees hooger en hooger en de uren verstreken. .(Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1940 | | pagina 7