naar het Westen zz=r vuren van Tohr tc*. bedtieyliikt yetijkehis De vrouw met de genezende kracht Kolendampvergiftiging in gesticht door Edgar Rice Burroughs Radioprogramma dag en nacht onderweg bij 30—40 graden vorst. 0ezinnen met 12 en meer kinderen nemen aan den tocht deel. feuilleton MOHICA HART DE GROOTE TREK (Van een bijzonderen correspondent.) LODZ, Januari 1940. De verhuizing van groote Duitsche volksgroepen uit Wolhynië en Galicië ia in vollen gang. Het tooneel her innert aan den Grooten Trek der Boeren in Zuid-Afrika; alleen is hier het winter-décor geheel an ders. De Oostenwind geeselt de heuvels en jaagt de sneeuw als een witte stofwolk voor zich uit. De zon fonkelt op de kronen der dennen, doch warmte vermag zij niet te brengen. De winter doet zich in al zijn Noordsche streng heid gelden. In de verte, naast de opgebla zen brug, heeft zich, reeds uren geleden, een donker punt vertoond. Langzamerhand neemt de donkere massa den vorm aan van een lange, dunne ke'ten, die zich door het besneeuwde landschap slingert. Dat is de voorhoede van een der onderdeelen van den Grooten Trek uit het Poolsche land, een kolonne van wagens met Duitsche kolonis ten, die weken geleden de dorpen van Wol hynië hebben verlaten, om zich op Duitsch gebied te vestigen. Thans zijn de paarden van de voorste wagens duidelijk te onderscheiden. Sneeuw en ijskegels hangen in de manen, als wolken witte stoom ont snapt de adem uit hun wijd geopende neusgaten. Het koperen tuig is met rijp overtogen. De meeste wagens zijn bespannen met twee kleine, doch taaie en krachtige die ren. Ziet men een wagen met één paard, dan is het bijna altijd een schimmel, wel an derhalf maal zoo hoog als de andere dieren. De afgesleten hoeven kletteren over het har de wegdek, knarsend wentelen traag de wie len van de lompe wagens. De eerste blik in het nieuwe va derland. Alle wagens volgen hetzelfde spoor; tot in onafzienbare verte strekt zich de kolonne uit. Bovenop de wagens zijn allerlei primitieve houten staketsels en uit biezen gevlochten korven, waarin kleeding en huisraad dicht opeengepakt is. De mannen loopen naast de paarden. Er zijn jonge boeren bij, doch ook oude mannen, aan wier baarden ijskegels bengelen. Zij loopen kaarsrecht en zetten de paarden aan met bemoedigende worden; ook de dieren vertoonen de sporen van den lan gen weg, dien zij hebben afgelegd. Dik inge pakt in schaapspelzen en zware jassen, met hooge laarzen aan, dikwijls toegestopt met stroo en wollen lappen, zoo zijn de mannen toegerust. Zij heliben de 30 tot 40 graden koude van Polen getrotseerd met vrouw en kind want de meeste vrouwen hebben er de voorkeur aan gegeven, hun mannen te vergezellen. En natuurlijk hebben zij ook de kinderen meegenomen; in vele gevallen 12 tot 16 in één gezin! Zij hadden per spoor hierheen kunnen komen; doch zij wilden lie ver bijeen blijven. Thans, nu zij het eind van de reis naderen, werken zij zich uit de veel kleurige dekens om een blik te werpen op hun nieuwe omgeving. Ongeveer 15 kilome ter vóór Lodz ligt Waldhorst; en hier be vindt zich een der 55'kampen, waar de im migranten zich verzamelen.Zij worden on dergebracht in houten buitenverblijven, vroe ger het eigendom van Poolsche fabrikanten uit Lodz, die hier hun weekeind plachten door te brengen. De vertrekken zijn goed ver- door 38. Wat was dat? Zijn hart weer? Het werd donker voor zijn oogen. De wand tegenover hem scheen te dansen. Uit de verte kwam het geluid van de kloosterklok. Richard Hal font hoorde het nauwelijks. Er werd op de deur geklopt. Het was een bediende, die hem er aan herinnerde, dat er zoo dadelijk gegeten zou worden. Hij ant woordde, dat hij niet voor het diner beneden zou komen, maar dat hij later wel wat op zijn kamer zou gebruiken. Zonder precies te weten waarom liep hij naar de deur en sloot die af. Er scheen iets op hem te wachten, toen hij weer ging zitteno, dat was het, zijn stapel pijpen. Het scheen een heelen tijd ge leden, sinds hij een pijp gerookt had. Hij ham er een van den stapel en begon die te Stoppen. Terwijl hij dit deed flitste een eigen aardig oud verhaal door zijn al-uitdoovend brein, dat hij in zijn kinderjaren vaak had hooren vertellen, van een man, Richard Kem- ball hij heette Richard, als hijzelf en toen die man naar de galg werd geleid, had hij als gunst gevraagd nog een pijp te mogen rooken. Men had hem wel mogen leiden en het verzoek werd dan ook niet geweigerd en zoo had hij zijn pijp op het schavot uitge- raokt. Het verhaal ging rond, dat in de streek, waar eens Richard Kemball zijn laatste pijp gerookt had, de bevolking een pijp rookte van een eigenaardig model, die zij daar de Kemball-pijp noemden. Toch een vreemde ge dachte. om daar zoo bij hem op te komen, meende Richard Halfont, toen hjj zjjn pÜP Toen Lodz door de Duitschers ge nomen werd. warmd en alles is gedaan, om het den nieuw aangekomenen zoo behaaglijk mogelijk te maken. De trekkers zijn niet veel- eischend. Veel verlangen zij overigens niet, deze nieuwe kolonisten. Tot het midden van deze maand zijn er reeds 60.000 de verschillende kampen gepasseerd. Moeilijkheden hebben zich niet voorgedaan Deze menschen zijn gehard en na den inspannenden tocht ge voelen zij zich onmiddellijk thuis. Hun verwachtingen worden altijd nog overtrof fen door de ontvangst en de hulp, die hun geboden wordt. Ondanks de ongelooflijke vermoeienissen, welke zij hebben doorstaan, is het aantal ziektegevallen gering. Men moet werkelijk eerbied hebben voor het uit houdingsvermogen van dit sterke ras; een der dezer dagen aangekomen kolonnes had in drie dagen en drie nachten een afstand van 210 kilometer afgelegd! De inschrijving en andere' formaliteiten zijn zooveel moge lijk vereenvoudigd. Het allereerst moeten de trekkers zich na hun aankomst onder werpen aan een bezoek aan de ontsmet- tingsbarakken; daarna komt het admini stratieve deel van hun inlijving aan de beurt. Zij worden voorzien van voorloopige Duitsche identiteitspapieren, nadat door de beambten hun papieren zijn onderzocht, die zij bij zich hebben en die voor een groot deel nog afkomstig zijn uit den tijd van vóór den wereldoorlog. Voor de kinderen zijn afzonderlijke kinderkéftners ingericht, waard zij zich kunnen vermaken. Van het eene kamp naar het andere. Na een kort oponthoud in een kamp, zoo als Waldhorst, worden zij naar een vol gend kamp gedirigeerd, waar zij telkens twee tot drje dagen blijven. Hun eerste lange rust vinden de immigranten eerst in het oude Duitsche Rijksgebied, in Silezië, Saksen, Thüringen, Brandenburg en Ilan- nover. Hier vertoeven zij enkele weken; en dan volgt de beslissing over de plaats, waar zij zich zullen vestigen, waarbij ver schillende factoren, zooals leeftijd, beroep, enz., den doorslag geven. Doch keeren wij nog enkele oogenblik- ken terug tot onze bezoekers in Waldhorst. Paarden en wagens zijn ondergebracht bij boeren van Duitsche afkomst in den om trek, waar zij zullen blijven, tot hun eige naars zich blijvend ergens vestigen. Van sentimentaliteit is bij de nieuw aangeko menen niets te bespeuren; zij voegen zich met gelatenheid in hun nieuwe lot. Men kan hen wat zien ronddrentelen om de nieuwe omgeving op te nemen. Zij weten, dat zij het verleden achter zich hebben ge laten en een nieuw leven tegemoet gaan. dat zij rustig zullen aanvaarden. Misschien hebben zij niet veel illusies, doch ook van angst voor het onbekende val't niets te be speuren. Zij praten onder elkaar met een vreemd accent over den veldtocht in Po len, over de Russische bezetting en over het land, van welks bevolking zij thans, na geslachten en geslachten, weder deel uitmaken: Duitschland. „Liefde gaat boven de wet". Voor den Amsterdamschen kantonrechter stond gisteren een vrouw terecht, verdacht van onbevoegd uitoefenen der geneeskunde. Haar waren slechts twee gevallen ten laste gelegd, ofschoon tijdens het getuigen verhoor bleek, dat zij vele patiënten had behandeld. De vrouw is lid van een spiri- tistenvereeniging en een helderziend medi um zoo vertelde zij had haar op ze keren dag verteld, dat zij genezende kracht bezat. Zij ontkende een „practijk" te hebben uit geoefend, Want zeide zij ik heb nooit een cent honorarium gekregen of ge vraagd. Wat ik deed was liefdewerk. Kantonrechter: Maar toch had u een soort practijk, al volgde u dan, zooals u het noemt uw roeping. De twee getuigen verklaarden, dat de verdachte hen met handoplegging had be handeld. Beide getuigen hadden baat bij de behandeling gevonden. Liefde boven alles. Als getuigen décharge verschenen de voorzitter en een bestuurslid van tle spiri- tistenvereeniging voor het hekje. De voorzitter zeide, dat de Vrouw sterk het vermogen heeft, dat ieder mensch min of meer bezit, n.1. om door liefde andere menschen te genezen. Hij had haar den raad gegeven, zich met volle liefde en over tuiging aan het genezendè werk te geven. Ambtenaar O. M.: Weet u dan niet, dat de wet dergelijke practijkcn strafbaar stelt? Getuige: Dat is mij bekend, maar ik weet niet. dat een wet is, die boven de wet der liefde staat. Ambtenaar O. M.: Zoudt u, verdachte, bij een veroordeeling ophouden met dit werk? Verdachte: Ik ben een Christin, Edel achtbare. Kantonrechter: Maar een Christin moet ook aan de wet gehoorzamen. De ambtenaar van het O. M. vorderde f 50.boete. De kantonrechter, rekening houdende met de omstandigheden, veroordeelde de vrouw tot twee geldboeten van f 20. T ARZ AN en de Broeder en huisknecht om het le ven gekomen. Toestand van twee jongens ernstig. In den nacht van Zaterdag op Zon dag heeft #ich in huize „Sint Joseph" een opvoedingsgesticht voor jongens te Roermond, een ernstig: geval van kolendampvergiftiging voorgedaan, waardoor twee personen om het le ven zijn gekomen. De toestand van twee jongens is ernstig. De 57-jarige broeder Honorius verscheen Zondagochtend niet in de heilige mis. Men ging naar zijn kamer, doch kreeg na klop pen geen gchoora Toen men de deur open de, vond men den broeder dood op bed. Eenigen tijd tater vond men ook den huis knecht, den 57-jarigen Fr. Arnoldussen uit Oss, die in de kamer naast die van den broeder sliep, dood op zijn bed. Geneeskundige hulp werd ingeroepen en uit het rapport van den dokter bleek, dat men met kolendampvergiftiging te doen had. Op een verdieping hooger zijn de slaapza len van de jongens gelegen. Ook hier was de kolendamp doorgedrongen. Bij twee jongens deden zich ernstige ziekteverschijnselen voor. Ze zijn naar hpt Sint Laurentius Ziekenhuis overgebracht. Hun toestand is ernstig. Centrale verwarmingsinsiallatie defect. De oorzaak van de vergiftiging moet ge zocht worden in een defect van de centrale verwarmingsinstallatie. Deze installatie was korten tijd geleden omgebouwd van olie- tot kolenstookinrichting en eenige dagen gele den in gebruik genomen. Bioeder Honorius was afkomstig uit West- falen. 15. Nadat de reizigers enige uren onderweg waren begon het te dagen. Bij kleine beetjes tegelijk kregen de bomen en planten hun ge wone aanzien. Eindelijk brak de'zon door en daarmede verdween het laatste restjes mist. Nu konden de reizigers gemakkelijker vooruit komen, gedurende de nacht waren ze slechts langzaam gevorderd, en Tarzan wist, dat ze nog niet uit de gevaarlijke zone waren. Een half uur later, toen ze de weg langs de rivier volgden, bleef de aapman plotseling staan en luisterde. Zjjn scherpe oren hadden het geluid opge vangen van opgewonden stemmen. „Wat is dat? Komt er iemand deze kant uit?" vroeg O'Rourke. „Neen, er is hier vlakbij een kamp", zei Tarzan eenvoudig. En terwijl hij de mensen zei, daar te wachten, kroop hij voorwaarts met de lenigheid en voorzichtigheid van een panter. Het geluid der stemmen werd luider toen hij aan de rand van het kreupelhout kwam. Zacht, zonder dat zelfs een blad be woog, duwde hij een dikke tak opzij. Daar, op een open plek, door mensenhanden gemaakt, was een groot kamp van de gele monsters! WOENSDAG 24 JANUARI 1940. Hilversum I, 1875 en 414,4 m. VARA-uitzending. 10.0010.20 v.m. VPRO. 6.30—7.00 RVU. 7.30—8.00 VPRO. 8.00 Berichten A.N.P. 8.10 Orgelspel. 8.45 Grafhofoonmuziek. 9.30 Keukenpraatje. 10.00 Morgenwijding. 10.20 Voor arbeiders in de Continubedrijven. 11.30 Voor de vrouwen. 12.00 Gramofoonmuziek. 12.15 Rosian-orkest. 12.45 Berichten ANP, gramofoonmuziek. I.001.45 De Ramblers. 2.00 Handwerkles. 2.303.10 Pianovoordracht en gramofoonmuz. 3.15 Voor de kinderen. 5.30 Gramofoonmuziek. 6.15 Community-singing (opn. 6.30 Lezing „Motieven in de hedendaagsche religieuze strijd: Het demonische". 7.00 VARA-Kalender. 7.05 Felicitaties. 7.10 Koorzang. 7.30 Bijbelvertellingen. 8.00 Herhaling SOS-Berichten. 8.03 Berichten ANP. 8.15 Radiotooneel met muziek. 9.00 Gramofoonmuziek. 10.00 VARA-Varia. 10.05 Causerie „Schuldig of onschuldig?" 10.15 Amsterdams a capella-koor „Bel Canto". 10.40 „De overgangsleeftijd van de vrouwen en den man", lezing. II.00 Berichten ANP. 11.10 Viool en orgel. 11.4012.00 Gramofoonmuziek. aanstak. In de kamer werd het steeds don kerder; buiten werd het stiller en stiller en ook in het huis waren geen geluiden meer, daar de bewoners aan tafel waren gegaan. In de verte klonk het blaffen van een vos. Toen Halfont na zijn lange wandeling thuis kwam voelde hij zich zoo opgewekt als hij nog nooit in zijn leven was geweest! Toen hij de hall doorliep kwamen zjjn zusters juist uit de eetzaal en beiden viel zijn opgewekt heid en monter uiterlijk direct op. Den laat- sten tijd was hij vaak laat thuis gekomen, maar dan zag hij er altijd somber en moe uit. Nu lachte hij vroolijk. Al gegeten? Wel, dat bespaart me weer de moeite mij te kleeden. Hou mij nog even gezelschap terwijl ik eet; wacht even, ik ga me eerst wat opfrisschen. Hij was spoedig weer beneden en viel op wat hem werd voorgezet aan met den ge zonden eetlust van iemand, die zich in de buitenlucht vermoeid heeft. Hij sptak den heelen tijd opgewekt; wel over niets-betee- kenende dingen, maar zijn zusters trokken toch zoo hun eigen conclusies. Zeg. welken kant ben je vandaag uit geweest Halfont?, begon Sybill diplomatiek. O, overal en nergens. Ik ben eerst de kant van Canonuby uitgegaan en vandaar langs Steynhurst en Whisfield terug. Een prachtige dag. Hij schoof zijn laatste bord weg, schonk zich een glas port in en stak een sigaar op. Het electrische licht viel op een weelde van zilver en fijn damast en kristal, met asper- groen levendig versierd. Wel, dit is toch werkelijk niet kwaad, in elk geval beter, dan in een nest vliegende mieren te liggen. Het werd zijn zuster steeds duidelijker, Het was zijn gewoonte niet op die manier over zijn avonturen te praten. Ja, eigenlijk sprak hjj er den laatsten tijd heelemaal niet meer over. Er kon maar één reden voor zijn uit bundig zijn; dat hij niet te veel gedronken haddat kon iedereen zien. En die eene reden was Zeg, waar is vader, vroeg hij plotseling Is hij niet voor het diner naar beneden gekomen Nee, ik denk, dat hij zich nog in de eenzaamheid van zijn bibliotheek gehuld heeft, antwoordde Ethel. Hij heeft tegen Henry gezegd dat hij later wel wat op zijn kamer zou laten bren gen. Wat zouden jullie ervan denken als wij hem eens gingen opzoeken? zei Halfont, toen hij zijn glas uitgedronken had en zijn stoel achteruit schoof. Maar op datzelfde oogenblik kwam Henry binnen en het was duidelijk aan hem te zien, dat er iets niet in orde was. Neemt u mij niet kwalijk, meneer, be gon hij, maar ik was daarnet bij de biblio theek om even naar meneer te kijken. Toen ik klopte kreeg ik geen antwoord. Ik ben zoo vrij geweest, om te probeeren of ik de deur kon open krijgen, maar die was op slot. En hoe hard ik ook klopte, ik kreeg 'geen ant woord. En uitgegaan is meneer ook niet. Alle drie voelden ze een rilling over hun rug gaan. Tegelijk dachten zij aan het oordeel van de drie specialisten. Samen holden zij de trap op; Halfont drie treden tegelijk. Toen hjj voor de deur van de bibliotheek stond, klopte hi) eerst zacht, iets harderharderhard genoeg om eiken slaper wakker te maken eiken gewonen slapermaar uit de kamer kwam geen antwoord. Een oogenblik luisterde hij met ingehouden adem, toen zette hij zijn schouder tegen de deur en duwde. Bij de derde poging gaf de deur mee. Dé drie konden eikaars hartslag haast hooren. Hun vader zat in zijn stoel voor het bureau, maar zijn hoofd rustte op zijn handen op de tafel en vlak bij zijn hand lag een nog heete, rookende pijp Voorzichtig tilde Halfont hem op. Ga dadelijk dokter Stoneleigh halen, Henry! riep hij over zijn schouder tegen den knecht, die in de deur stond. Maar op het oogenblik, dat hij het bevel gaf wist hij. dat noch dokter Stoneleigh. noch een andere dok ter hier meer baat kon brengen. Iets meer dan een jaar was verloopen. De ouder heer Richard Halfont was gestorven en zijn zoon en opvolger zwaaide nu den scepter op „Halfont". En nu was er een familie-bijeenkomst in de eetzaal van Halfont. Agnes Ingatrew zat aan de rechterhand van Halfont. Hun huwelijk zou binnen een week plaatsvinden en zij en Paul waren op het oogenblik gasten op Halfont. Morgen zouden zij naar Londen terugkeeren om de voorbereidingen voor de „gebeurtenis" te treffen. Ethel was met luitenant Horra- bridge verloofd. Zooals ze altijd zei, hield ze alleen van mannen die wat deden en Horra- bridge had genoeg gedaan. Ze zou binnenkort met hem trouwen en dan naar Natal gaan, daar h(j na zjjn laatste verlof niet eerder dan HILVERSUM H. 301.5 m. NCRV-Uitzending, 8.00 Berichten A.N.P. 8.05 Schriftlezing, meditatie. 8.20 Gramofoonmuziek (9.30—9.45 Gelukw.). 10.30 Morgendienst. 11.00 Gramofoonmuziek. 11.15 All Round-sextet en gramofoonmuziek. 12.00 Berichten. 12.15 Gramofoonmuziek. I.40 Gramofoonmuziek. 2.002.55 Orgelspel. 3.00 Altviool, piano en gramofoonmuziek. 3.35 Gramofoonmuziek. 4.15 Christ. jeugdkoor „Zing met ons mee", met pianobegeleiding en gramofoonmuz. 4.45 Felicitaties. 5.00 Voor de jeugd. 5.45 Gramofoonmuziek. 6.00 Land- en tuinbouwcauserie. 6.30 Taalles en technisch onderricht. 7.00 Berichten. 7.15 Muzikale causerie. 7.45 Gramofoonmuziek. 8.00 Berichten ANP, herh. SOS-Berichten. 8.15 Vroolijk programma. 9.45 Gramofoonmuziek. 10.00 Berichten ANP, actueel halfuur. 10.30 Oost-Nederlandsch strijkkwartet en gra mofoonmuziek. II.20 Gramofoonmuziek. ca. 11.5012.00 Schriftlezing. over vier jaar uit Natal weg kon en zoolang wenschten zij geen van beiden te wachten. Ethel Halfont kweet zich uitstekend van haar taak als gastvrouw én ze scheen zich afgewend te hebben iedereen te bedillen. Sybil voelde zich sterk door 't onverstoorbaar op gewekte humeur van Paul Ingatrew aange trokken. Zij en Paul werden steeds dikkere vrienden. Zoo zaten om die tafel vijf men schen vereenigd, die zich gelukkig voelden en vroolijk waren. Agnes zag er stralend uit. Haar gouden haar, waar het licht op scheen, was als een stralenkrans om haar gezichtje. Ze zei niet veel; ze was te gelukkig om veel te zeggen. Halfont scheen ook volkomen gelukkig, hij had niets meer van het pessimistische en on rustige dat hem vroeger gekenmerkt had. Het gezelschap stond op en ging naar de hall, waar zij bleven staan om eenige groote horens en schilden en speren te bewonderen. Ze waren juist uitgepakt; ze vormden het huwelijkscadeau van Harland. Ze zouden in de hall van „Halfont" heel goed staan, had hij geschreven. Ze hadden nog vaak van Harland gehoord. Hij had alle betrekkingen, die hij in de buurt van het Berg-Hotel had gehad, afgebroken en was naar Rhodesia getrokken, waar hij een boerderij dreef, terwijl hij ook veel op jacht was. Maar andere bronnen van inkomsten die hem in het verleden zijn slechte reputatie be zorgd hadden, had hij voor goed er aan ge geven. Er liepen twee menschen onder de hooge ceders in een heerlijken, maanlichten nacht In den zilveren schemer zagen zjj het land schap, dat zij reeds zoo vaak samen bewon derd hadden. De lucht was vervuld met den geur van bloemen, die zich gesloten hadden. Toen be gon in de sitlte de klok in den hoogen kloostertoren te luiden. Het leven is heerlijk, luidde het in de har ten van deze twee. Het leven begint pas voor ons en nog zooveel zonnige jaren liggen in 't verschiet. Ze keken elkaar diep in de oogen en hun lippen raakten elkaar. EINDE.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1940 | | pagina 7