D BETONNEN REUS Voorbereiding De Nacht van Bess TAVENU's tweede uitvoering IJsfinale De windwijzer op den dijk De heer van Twisk geeft een raadsel op UtaaA yacux u*e keen? Woensdag 7 Februari 1940 Tweede Blad MadAnieuwj Een gouden vondst De Van Kalsbeek;- hardrijderij op de Binnenhaven Voorzichtigheid geboden Sneeuwruimen Over het leven van Prof* Schweizer Schippersknecht dood in schip gevonden Burgerlijke Stand van Den Helder Temperatuur en Barometerstand Als het doek gehaald wordt voor het eerste jjedrijf van „De nacht van Bess", aanschouwt jnen op het tooneel een smaakvol gearran geerde bungalow, zich bevindende in Thebe, de Egyptische stad die vermaardheid ver kreeg vanwege haar plaats in het „Dal der Koningen". Hier toch ontdekten de archaeologen de al dan niet geschonden restanten der oude pharao-graven en hier was het, dat, nog niet Zoo heel lang geleden, een oude beschaving plotseling door de opgravingen her-ontdekt werd. Vanuit deze bungalow ziet men de drie pyramide's, men ziet als décor een eindelooze woestijn, met daarboven koepelend het blauwe Afrikaansche hemeldak. Palmen completee- fren dit traditioneele beeld van Egypte. In deze omgeving speelt zich het blijspel tlDe nacht van Bess" af. Een blijspel, dat nu eens een burlesque, dan weer een tragie- comedie dreigt te worden, doch dat goeddeels gehouden wordt in die specifieke luchtige sfeer, die tal van society-stukken karakte riseert. Dit is het verhaal van 'n vrouw van 26 jaar, gehuwd met een 48-jarigen Engelschen ar- chaeoloog. Beiden hebben elkander lief, maar naast de liefde voor zijn vrouw is daar de minstens even groote liefde van den profes sor voor zijn levenstaak: de opgravingen. Hieruit dreigt een conflict te ontstaan. De vrouw zoekt ongewild, een uitlaat voor haar vermeende verlatenheid, om aan het einde van die episode te ervaren, dat de liefde van haar man voor haar nog wel degelijk geble ven is. Het is de romancier-journalist-tooneel- fechrijver Eduard Veterman, die dit gegeven verwerkt heeft in een blijspel en er in ge slaagd is er een'aannemelijk geheel van te maken. Een geheel, dat als „conversatie-stuk" ongetwijfeld kwaliteiten bezit. Het heeft een fiksche dosis humor (hoewel een deel daarvan een enkele maal wel eens iets te geforceerd en te weinig origineel aandoet), en stelt enkele spelers in de gelegenheid hun talenten te demonstreeren. Een stuk voorts, dat afwijkt van de doorsnee-blijspelen, niet alleen door de wijze waarop de pointe tot het laatste moment fei telijk voor ieder verborgen blijft, maar ook omdat de auteur zich moeite gegeven heeft er een in psychologisch opzicht sluitend ge- Jieel van te maken. Aan den anderen kant treft men nog al eens gemeenplaatsen aan, terwijl men even eens soms gaarne, ter afwisseling van de voortdurende conversatie, gaarne wat meer handeling gezien zou hebben. In zijn geheel echter een blijspel, dat de toets der critiek, op enkele minder smaakvolle intermezzi na, wel kan doorstaan. De vertolking. Mej. T. Schuyer vertolkte de rol der jonge vrouw van den ouderen man en zij heeft zich van die taak wel zeer voortreffelijk gekweten. Uiterst verzorgd spel, opmerkelijke inleving in haar rol en een bijzonder goede karakte riseering van die vrouw in die omstandig heden. Spel, waaraan hier zeker een eere- saluut gebracht mag worden, en dat wij willen signaleeren als het beste wat dezen avond gegeven is. In het bijzonder de slot scène Van het tweede bedrijf, waarin men een uitbeelding van extase, vervoering en myste rie aanschouwt, die door weinig dilettanten zóó talentvol weergegeven zou zijn. Naast mej. Schuyer was daar, als haar Moeder, mej. M. Bijl. Van de kordate vrouw, die als een zorgelooze weduwe, oppervlakkig en zonder verantwoordelijkheidsgevoel door het leven wandelt (maar die in werkelijkheid slechts comedie speeltmaakte mej. Bijl een creatie, die er zijn mocht. Met haar aan geboren ^lair was zij als het ware geknipt voor de rol, die voorts een der dankbaarste was van dit blijspel. De heer J. M. Ekkers, als de archaeoloog, liet zeer verzorgd spel zien, iets wat men van zoo'n Tavenu-veteraan al haast niet an ders meer verwacht. Uitspraak... rolkennis... beheersching, het klopt allemaal volkomen op elkaar. Een speler, die men als min of Meer onmisbaar voor deze vereeniging kan beschouwen. J. Schokker (die tevens de regie op voorbeeldige wijze verzorgde) speel de de „jeune premier". Ditmaal niet de hoofd rol, maar tóch zeker een rol, die het noOdige van haar vertolker eischte. Is het noodig te zeggen, dat de heer Schokker haar uitmun tend weergaf? De gouverneur van Thebe werd gebracht door den heer R. C. Pieterse. De keuze leek ons niet gelukkig. Een rol, die den vertolker volstrekt niet lag, zoodat dit optreden geen succes was. Voorts speelden mede de dames C. Ruig, A. SchellingerPasman en C. Lon- don en voorts, als de goed gebrachte butler, de heer H. 't Hooft. Een stuk, waarvan de inhoud weliswaar niet als bijster - belangwekkend aangesla gen kan worden, doch dat een uiterst verzorgde vertolking ten deel viel. Zij nog medegedeeld, dat de dansmuziek Voor het bal, door het niet aanwezig zijn van Johnny Black, door een ander ensemble uit gevoerd werd, dat de jury van den A.N.T.B. aanwezig was in verband met het feit, dat Tavenu ook dit jaar in de tooneel-competitie Medespeelt, en dat een ten bate van de Fin- sche bevolking georganiseerde collecte het Verheugend resultaat opleverde van 68.46. Vanmorgen vonden eenige sneeuwruimende werkloozen een expresse pakje, gericht aan het adres van tandarts Schreuder. De mannen brachten het pakje, dat door de post verloren was, direct naar het aangegeven adres en daar bleek, dat hun vondst een zeer waarde volle was Het was n.1. een zending goud. De werkloozen ontvingen voor hun eerlijke terugbezorging een belooning en zij konden dus inderdaad zeggen, dat hun dag goed begon. Op de wallekanten van de Binnenhaven, links en rechts, zag het zwart van de men- schen. Zwart van de menschen zag het eveneens op het ijs, dat in de Binnenhaven lag. En dat was geen wonder, want daar op het Binnenhavensche ijs werd naar alle waarschijn lijkheid de laatste hardrijderij verreden in het jaar 1940. En dus was men dromsgewijze komen op zetten. De werkloozen, de niet-visschende vis- schers, de echtelieden der laatsten, de Visch- buurt „en grand complet", de jeugd die niet op school zat en tenslotte de vele honderden gepensionneerden en andere non-actieven, die men altijd „ergens in Den Helder" langs 's-heerenwegen pleegt aan te treffen. Men stond en men zat. De eersten op het ijs, dat meer deed denken aan een soort cro- quante sprits, bedekt met slagroomschuim. De kleur was groen-grauw en er stond veel wa ter ap. Dus kreeg iedereen in een minimum van tijd niet alleen koude, doch ook natte voe ten, zoodat men trappelend de prestaties der rijdenden gadesloeg. Men zat op de MUZ-booten van J. de Vries uit Heemstede, mannetje aan man netje. Als er twee snelle rijders voorbij enterden, stond men op en rekte zich uit om maar niets van het schouwspel te mis sen. Een deel van de Vischbuurtsche huis moeders had ook huis en hof verlaten. Dat stond daar met bonte boezelaren, met ge kleurde schorten, en bloote hoofden cri- tisch te kijken. De baan was goed afgezet. Waar de start en de finish waren had men vlaggen geplant, hetgeen een maatregel, getuigende van wijs beleid, was, aangezien de mist slechts een uit zicht van enkele tientallen meters toeliet. Er waren een kleine 60 deelnemers, verté- genwoordigende vele provincies van Neder land. Daar waren Friezen die thans domicilie in Nieuwediep hebben en op het ijs de allures aannemen of ze heel hun leven niets anders doen dan schaatsrijden. Daar waren Wierin- gers, die een best partijtje schaats te zien gaven en daar waren verscheidene polderschen, die het ook niet weggaven. Het was een kamp, die het aanzien méér Ban waard was.. Er werd gereden, dat het een lieve lust was. Hard en verbeten. Iedere race van twee werd inderdaad gestreden. Waar dan nog bij kwamen de aanmoedigingskreten en het sup- portergehuil, hetgeen ook z'n uitwerking niet miste. Het was, we zeiden het reeds hierboven, nat en smerig waar we stonden. Het water zie- perde door de zolen van zelfs gegarandeerde waterdichte laarzen, en de kou kroop in de knieën van die paar duizend toeschouwers. Maar het enthousiasme luwde niet, voor en aleer de laatste kamp verreden was, en de prijzen uitgereikt werden. Het was de ijs-finale voor Den Helder. Naar alle waarschijnlijkheid dan. Voor de laatste maal voorloopig heeft men zich op de Binnenhaven kunnen geven aan de schoone sport van Koning Thialf en het is met een weinig weemoed dat wij ons afvragen: Wanneer opnieuw Hieronder laten w\j de uitslagen van deze, onder auspiciën van den heer vanKalsbeek op de Binnenhaven en andere buurtbewoners georganiseerde wedstrij.den, volgen. Ze luiden: 1. Krijger, Wieringen. 2. De Reuver, Z.-H. 3. Keetman, Winkel. 4. Manneveld, St. Maartensbrug. 5. S. Lond, Wieringen. 6. Bergsma, Den Helder, 7. Hofstra, Den Helder. Het bestuur verzocht ons op deze plaats zoowel het gemeentebestuur als de politie dank te brengen voor hun medewerking. Stakman Bossestraat opgeschrikt door twee zware slagen. Gisterenavond, om ongeveer kwart over elf, is de Stakmanbossestraat en omgeving opge schrikt door een tweetal zware slagen, die tot ver in den omtrek te hooren waren. Men meende aanvankelijk, dat er eenige mijnen ontploft waren. Verschillende bewoners uit die omgeving kwamen naar buiten. Wat was echter het geval? Een bewoonster van de Stakmanbossestraat, hk. Van Hoogen- dorpstraat, stak in de keuken een olielichtje aan en wierp daarna de brandende lucifer in den gootsteen. Het gevolg daarvan was een tweetal zware ontploffingen in de Stakman bossestraat. Waarschijnlijk hadden zich in de rioolbuizen gassen opgehoopt, die door het eenigen afstand van de woning werd met vuur tot explosie kwamen. Een riooldeksel, op kracht naar boven geworpen en honderd meter verder, op den hoek van de Jah ih 't Véïtstraat werd een tweede deksel met een slag van den put geslagen. Politie en gasfabriek werden-gewaarschuwd. e dijk ligt gevangen in den mist. Van verre klinkt het penetrante en on zegbaar naargeestige gehuil van de sirene op Wierhoofd, en van dichtbij schuurt en klokt het Marsdiep-water tegen de bazalten glooiing. Bij den ringmuur ziet men een immense ge stalte opdoemen. Een schrikwekkende gestalte, die haast iets levends heeft en onwillekeurig herinnering oproept aan de plaatjes in het boek over de Marsbewoners op aarde. De vier gewapend betonnen peilers, waar het gevaarte op rust, zouden als het ware z in beweging kunnen komen... Maar ze komen niet in beweging. Ze blijven rustig op hun plaats, zooals ze daar altijd zijn gebleven. Er is geen Nieuwedieper die 'm niet kent. De Windwijzer, die vorm en karakter aan dit dijkgedeelte geeft. Die een onderdeel is van het meteorologische werk in Nederland, en waarop men wind en zonneschijn regis- Eens was deze Windwijzer het uitsluitend domicilie van den waarnemer, den heer Van Dok, maar sedert eenigen tijd moet hij dit domicilie „ergens op den Dijk" deelen met de militairen, die daar een uitkijkpost van 121i meter best kunnen gebruiken. Maar er is vrede tusschen den weerkundigen burger en de uitkijkende militairen, en het zal er wel vrede blijven ook. Het is interessant eens een kijkje op den betonnen reus te nemen. Men ziet er een klein kamertje, waarin zich de kwikelementen be vinden om de windrichting electrisch over te brengen naar de instrumentenkamer, welke zich gelijkvloers bevindt. Hier toch krast een stift met gekleurde inkt het diagram op een loopende rol. Voorts ziet men bovenop het dak nog een kleine windvaan. Deze bestaat uit een holle pijp, waarin de wind blaast. Deze winddruk plant zich voort door een buizenstelsel, en be reikt eveneens de instrumentenkamer, alwaar de druk in meters en centimeters per seconde aangeteekend wordt. Maar behalve dat de wind geregistreerd wordt, geschiedt dit ook met den zonneschijn. En wel met het instrument, dat „zonneschijn- autograaf" heet. Deze bestaat uit een kris tallen bol, welke als brandglas fungeert en waarvan hét brandpunt valt op een papieren strook. Bij den geringsten zonneschijn teekent dit brandpunt een brandmerkje op het papier en bij sterken zonneschijn ziet men zelfs een doorgebrande gleuf. Ziedaar de taak van den Windwijzer. Doch naast zijn officiéele taak gaan er iederen dag vele honderden paren oogen daar achter en bij de Artilleriestraat omhoog. Oogen van de vletterlui uit den Ouden Helder, die, ook al varen zij thans niet uit, niet leven kunnen zonder precies te weten uit welken hoek de wind waait. En op die vraag geeft de betonnen Reus antwoord: iederen morgen, iederen middag, iederen avond. Hij vergist zich nooit, hij behoeft nimmer gecorrigeerd te worden en... hjj geeft z'n in lichtingen gratis voor niemendal! En Den Helder gaat meeraden! Zooals men weet, is het sedert vele jaren de gewoonte, dat' er ten bate van het Roode Kruis door den heer P. van Twisk in een zijner theaters een filmvoorstelling gegeven wordt, waarvan de baten in hun geheel voor dit doel afgestaan worden. Welnu, nog in deze maand zal deze jaarlijksche voorstelling in het Rialto- theater gegeven worden, maar in één op zicht wijkt zij van die vorige af. De heer A'an Twisk heeft namelijk besloten een soort filmische „stunt" uit te halen, die lang niet van originaliteit ontbloot is. Enkele bijzonderheden willen wij reeds nu verklappen, hoewel wij adviseeren goed op volgende mededeelingen te letten. Hier is de „stunt". Op Donderdag 22 Februari g.s. wordt de film- vertoon. Wélke film... dat blijft een geheim tot op het moment dat zij dien avond gaat draaien. Niemand, uitgezonderd de heer Van Twisk, weet den naam. De cassière niet, het personeel niet... niemand! Men moet naar den naam van de film raden. Aan één punt heeft men slechts hou-vast. En dat is, dat men er als gewoonlijk staat op kan maken, dat het een prima film is. Meer komt men niet te weten. Op welke manier men aan deze puzzle mee kan dingen en wat de prijs is (even tueel prijzen), dat leest U* binnenkort in de Heldersche Courant. Maar alvast deze raad: houdt dien 22sten Februari vrij. U zoudt er zeker spijt van hebben als U 't niet deed. Gisterenmorgen in de vroegte begon het te dooien en de vreugde daarover heeft zich mis schien het beste geïllustreerd, door de honder den ijverige sneeuwruimers, die overal voor hun woningen aan den gang gingen, om „de rommel" voor hun deuren en straten op te rui men en den wandelweg weer begaanbaar te maken. Met prijzenswaardige ijver heeft de ge meente de zaak ook gisteren aangepakt. Een zestigtal werklóozen ging om ongeveer tien uur, met schop gewapend aan den slag. Eerst was het Koningsplein aan de beurt. De hoe veelheid sneeuw, die de laatste weken geval len is, wordt het best getoond door het ontel baar aantal handwagens sneeuw en ijsbrok-^ ken, die naar het Heldersche Kanaal worden' gereden. Na het Koningsplein, dat er gisteren middag uitzag, alsof er nimmer „een witte wade" op gelegen had, was de Koningstraat aan de beurt. -Snel gaat het werk niet, want de meeste hoopen moeten weggehakt worden met schoppen en houweelen. Als de dooi door zet, gaat men vandaag verder de binnenstad te reinigen en dan zijn de buitenwijken aan de beurt. Als nu de winter maar wegblijft, want de barometer is een veranderlijk instrument en heeft ons de laatste weken al vele malen bedrogen. Allereerst worden goten schoonge maakt en putten vrijgemaakt, zoodat het wa ter straks weg kan stroomen. Abusievelijk werd opgegeven, dat Ds. Meijer van Enkhuizen, voor de Vrijzinnig Herv. Vrou- wenvereeniging, Donderdagavond zou spreken in het Militair Tehuis, Spoorstraat, dit moet echter zijn Vrijdagavond 8.15 uur. Zooals we gisteren schreven illustreert de spreker van dien avond zijn lezing met lichtbeelden. Het is ongetwijfeld een interessante avond, die den bezoeker weer eenig vertrouwen in zijn mede- mensch zal verschaffen, omdat hij hier een leven ziet, dat zich totaal zelf weggecij ferd heeft en dat zich geeft aan den dienst van de ellendigsten der maatschappij. Gisteren ontdekte men, dat een schip persknecht, een 17-jarige jongen uit Rotterdam, zich dood in zijn kooi bevond aan boord van een Shell-tankschip, dat in het Noordhollandsch Kanaal lag. Het stoffelijk overschot werd naar het Marine-hospitaal overgebracht. De doods oorzaak is nog niet bekend. van 6 Februari 1940. ONDERTROUWD: C. Abbenes en G. For- rer; A. J. van Bergen van der Grijp en M. Rooda; C. D. Lak en J. A. Noordermeer; Th. Bijlsma en V. Smit; K. Kalsbeek en A. Heer- kens; R. M. van Essen en M. C. Wentel. BEVALLEN: E. Breel—Bijl d.; T. Alders— Blokker z.; H. BoltendalBoeree z.M, Stu- art—Springer z.; C. KaterKoorn z. OVERLEDEN: G. Lanser m. 64 j.; Wed. P. Ursem, geb. A. Klaver 73 j.; Ked. J. Gras, geb. P. T. van der Kuijl, 88 j. BELEEDIGING. Door een inwoonster werd bij de politie klacht gedaan terzake het feit, dat zij door een bewoonster van de Californiestraat belee- digd was. WAAR IS DE FIETS? Gisteren stond een fiets onbeheerd voor de Atjeh-loods. Toen de eigenaar het rijwiel wilde opohalen was het verdwenen. NAAR ALKMAAR. Een persoon, die nog 14 dagen cellulair te goed had, werd gisteren door de politie aan gehouden en is heden naar Alkmaar op transport gesteld. OVERTREDING ARBEIDSWET. Tegen een stadgenoot werd proces-verbaal opgemaakt terzake overtreding van de Ar beidswet. Van één ding zijn we allen overtuigd; dat het verloop van den oorlog zich niet zal blijven ontwikkelen, als in de afgeloopen vijf maanden het geval is geweest. Men zal straks andere maatregelen nemen om tot een beslissing te komen. Welke, dat weet men niet bij benade ring. Men gist slechts, al zijn er dan ook eenige aanwijzingen, die in een bepaalde rich ting gaan. Uitspraken van Engelsche en Fransche staatslieden doen gelooven, dat men straks alles op allés zal zetten, om een beslis sing te forceeren. In dit verband is ook de zitting van den oorlogsraad te Parijs van beteekenis. Opnieuw is de sterke eenheid tusschen Engeland en Frankrijk daar gebleken en het feit, dat men slechts één doel heeft, de vernietiging van het nationaal-socia- lisme in Duitschland. Van een compromis zal men niet meer willen weten en dus zal men de volledige consequenties van zjjn standpunt moeten aanvaarden en den strjjd tot een overwinning moeten leiden. Gisteren schijnt men zich bezig gehouden te hebben met het plan de campagne voor het komende voorjaar. En er zijn gegronde rede nen, zooals we aan het begin van dit overzicht schreven, dat men zal komen tot het voeren van een totalen oorlog. Een totale oorlog is de verschrikking, die bóven Europa hangt. Als inderdaad die hel losbreekt, weet men nooit welke landen er in gesleept zullen wor den. Het gaat dan immers hard tegen hard, zonder eenige consideratie. Vernietiging van steden en dorpen, van de bevolking, die met heel dit helsch gedoe niets te maken heeft. Behalve met den eigen strijd heeft men zich in Parijs ook bezig gehouden met den strijd in Finland en men schijnt opnieuw besloten te hebben, Finland op de meest krachtige wijze te helpen. Men beseft heel goed, dat, wanneer geen spoedige hulp aan Finland gebracht wordt, het einde van den strijd in zicht is, want hoe dapper dit volk zich ook weert en welke successen het op zijn machtigen vijand behaalt, op den duur zal het toch moeten verliezen. De omstan digheden worden straks voor Rusland zoo veel gunstiger en voor Finland ongunsti ger. De klimaatsomstandigheden zijn op het oogenblik een sterke hulp voor de Finnen, als het weer straks gunstiger wordt, de dager langer, de sneeuw en ijs minder, als de felle koude straks geen honderden slachtoffers meer zal eischen, dan mist Finland verschillende bondgenooten, die het land tot machtigen steun waren. Materieele hulp zal men dus zoo spoedig mogelijk zenden, maar daarmee alleen komt Finland er niet. Daar zijn ook menschen noo dig, de soldaten worden door de ontzaglijk zware diensten uitgeput en dienen vervangen te worden, om op verhaal te komèn. En juist, dat menschenmateriaal wordt moeilijker geleverd. Engeland en Frankrijk kunnen geen contingen ten afleveren. Men heeft sijn menschen zelf te hard noodig. andere landen -leveren ook geen hoeveelheden van beteekenis. Het zijn tenslotte vrijwilligers diensten. Neen, de strijd voor Finland is nog niet be slist. Stook zindelijk en zuinig met prima anthraciet Neem dus van OKKE VISSER, want betere is er niet Adres: Polderweg 34 - Telef. 228 Natuurhistorisch Museum, le Vroontsraat Iederen Woensdag van 35 uur. Iederen Zaterdag van 710 uur. Bovendien den eersten Zondag van elke maand van 35 uur en den eersten Woens dag van 810 uur. Aquarium Zool Station. Voor het publiek geopend: dagelijks van 912 en van 13.30— 17 u. Zaterdags van 912 uur. BIOSCOPEN: Rialto, Spoorstraat, acht uur: „De Bakvisch". Tivoli-Theater, Spoorstraat, acht uur: „Cassidy's beschermelinge" en „De Vlie gende bende".. Witte Bioscoop, Koningstraat, acht uur: „De Big van het Vreemdelingenlegioen". Heden. Musis Sacrum8.30 uur feestavond N.R.V. Vrijdag 9 Februari. Mil. Tehuis, Spoorstraat, 8.15 u. Lezing met lichtbeelden over prof. Schweizer. Barometerstand Den Helder: 760.4 Maximum temperatuur lucht: -f- 1.4 Laagste temperatuur: 0.9 Wind: richting: Z.O.; kracht: 8 Licht op: 5 uur 26 min. B(j het laatst gehouden examen te 's-Gravenhage werd het certificaat van Radio telegrafist le klas behaald door den heer P. D. Kreb.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1940 | | pagina 5