vuren van Tohr van EUROPA Het meisje en de Tijdelijk geen erwten en boonen Radioprogramma uiicU£uncPiAo-o-rri Stagnatie in den aanvoer door Edgar Rice Burroughs UiU /N DUBBELE LBSB" BETEEKEN/S! de nomaden Zwervers, die niet meer mogen zwerven. Paria's van den land weg. „De stam van Kain" heeft men het volk der Zigeuners wel eens genoemd; nergens is het thuis, nergens ziet men het gaarne; de autoriteiten beschouwen de Zigeuners als een last en bevrijden zich zoo snel mogelijk van hen. En de Zigeuner zwerft en zwerft, geen macht ter wereld kan hem tegenhou den. Een laatste overblijfsel van de noma den in Europa zijn deze exotische menschen, omgeven door de prikkel van geheimzinnig heid en romantiek. Het aantal Zigeuners ter wereld kan men slechts schatten. De meeningen hierover loopen sterk uiteen. Ter wijl sommigen het aantal Zigeuners over de' geheel wereld op 2 millioen stellen, nemen anderen daarvoor het getal 5 millioen aan, •waarbij dan het aantal Zigeuners in Europa op 2 a 3 millioen worcft geschat. Vele namen. Eerst meende men, dat de Zigeuners uit Egypte afkomstig waren; in oude Neder- landsche oorkonden vindt men dan ook nog de benamingen „Egyptiërs" of „Giptenaers". in Engeland „Egipcianos" (thans vervormd tot „Gitanos") In Nederland is ook eeuwen lang de naam „Heidend" in zwang geweest voor dit nomadenvolk.; men noemde hen daar eerst „Tataren". De Zigeuners noemen zichzelf „Rom". Romane tschawe, Manoesj, Kale, Mellele, of gaven zich andere namen, die alle „Mensch" beteekenen of verband houden met den oorsprong volgens eigen overleveringen. Niet-Zigeuners worden door hen boeren of barbaren genoemd niet be paald een vleiende benaming dus voor ons. Door taalkundige onderzoekingen is onder- tusschen komen vast te staan, dat de Zigeu ners afkomstig zijn uit Voor-Indië. Het eeuwige heimwee. Aan pogingen om de Zigeuners tot gezeten burgers te maken en eerlijke beroepen te doen uitoefenen heeft het in den laatsten tijd niet ontbroken. In Rusland en Duitsch- land heeft men hen gedwongen, vaste woon plaatsen aan te nemen. Maar het is moeilijk menschen, die sedert eeuwen aan het zwer ven gewend zijn en die ook steeds op een moeilijk vooroordeel van anderen stuiten, aan een vaste woonplaats en een nuttige, regelmatige bezigheid te wennen. Toch zouden zij gemakkelijk op eerbare wijze hun brood kunnen verdienen, want zij zijn geboren mu zikanten en goede handwerkslieden vooral op hst gebied van ijzersme den (ketellappen en hoefsmeden). Maar zij hebben een eeuwig heim wee naar het zwerversleven en een sterke voorliefde voor rooverij. De geheele aarde beschouwen zij als hun land. Hef bestaan van grenzen is voor hen onbegrijpelijk, evenals het recht op persoonlijk bezit.» Het hielp niet. Reeds in den wereldoorlog trachtte men hen in verschillende landen tevergeefs als arbeidersi n fabrieken of als landarbeiders te gebruiken; zij hadden weldra genoeg van het werken, pakten hun schamele bezittin gen in een doek en begonnen weer opnieuw met hun omzwervingen. De Zigeuners waren nooit gezien. In de 16e eeuw vervolgde men hen in vele landen Het Nederlandsche platteland had in dien tijd bijvoorbeeld veel te lijden van brutaal op tredende vagebonden. Daaronder waren Zi geuners, maar ook afgedankte soldaten en andere elementen. Deze deden nu eens met de vrees dan weer met de lichtgeloovigheid der bewoners hun voordeel. FEUILLETON Naar het Engelsch van Norman Charlton 21. In de salon vond h(j zijn moeder. Zij zat kaarsrecht overeind met over elkaar ge kruiste armen; de strijdlust fonkelde in haar oogen. Moeder, riep hij, ik ben bestolen! Er zijn dieven in huis geweest. Hij hield plotseling op; er was iets in haar houding en in de uitdrukking van haar ge zicht, dat hem deed zwijgen. Ja, er zijn dieven in huis, mijn zoon, heiaas Hij staarde haar wezenloos aan. Er is iets uit mijn kamer weggenomen, zei hij langzaam; weet u daar iets van? Zij keek hem minachtend aan. Bedoel je lady Harsmore's didadeem? Ja, daar weet ik van. Hebt u hem? Hij slaakte een zucht van verlichting. Bent u in mijn kamer geweest en hebt u hem weggenomen Ik had hem weggesloten in mijn la. Ik heb extra sleutels op alle sloten in het huis. Je zult niet kunnen ontkennen, dat dit nu blijkt een noodzakelijke voorzorgsmaat regel te zijn. Het is onbehoorlijk, dat u een gesloten la opent. Je bent de laatste om te zeggen wat be hoorlijk is en niet. Laten we geen ruzie maken. Vertelt u mij liever, of u den diadeem hebt. Dan moet U mij die onmiddellijk teruggeven. Mevrouw Hemmings lachte schamper. Aan jou teruggeven? Geen sprake van. Waar hebt u hem gelaten? Dé.t wil ik je wel vertellen: veilig op geborgen in mijn zwarten koffer. In het protectoraat Bohemen tu Moravië moeten de Zigeuners op Hitiers bevel, hun zwervend leven opgeven, een vaste woonplaats heb ben en een fatsoenlijk beroep uit kiezen. Het is natuurlijk de vraag, of zwervers hokvast kunnen wor den. Al te zeker zijn wij hier niet van, want toen bovengenoemde verordening werd uitgevaardigd, emigreerden de meeste zigeuners naar Slowakijei Wreede straffen. Ook diefstal was natuurlijk aan de orde van den dag. Toen de overheid hier maatre gelen tegen trof, waren deze hoofdzakelijk gericht tegen de Zigeuners. Tallooze Zigeu ners werd gegeeseld, gebrandmerkt, levend verbrand of stierven een anderen martel dood. Hieruit blijkt dus wel, dat onze voor ouders in barbaarschheid zeer zeker niet voor de Zigeuners behoefden onder te doen, integendeel; de Zigeuner, of Zigeunerin, die op de vlucht werd doodgeschoten, mocht zich al heel gelukkig prijzen. Vader Cats was in zijn oordeel over hen milder dan vele anderen; hij schreef immers: „Daer is een seldsaem volk, genegen om te dwalen. Gedurig omgevoert in alle vreemde palen. Dat, soo het schijnen mag, als in het wilde leeft. Maar des al niet te min sijn vaste wetten heeft. Paardenhandel en muziek. Bekend waren de Zigeuners langen tijd als paardenhandelaars; misschien kunnen wij hier beter zeggen „berucht", want meest al had die handel meer weg van oplichterij In de laatste jaren maakten zij echter ook hun bijzondere economische crisis mee. De paardenhandel is in Europa geen goed zaakje meer: in de steden koopt men auto's en de boer, die paarden noodig heeft, laat zich niet meer zoo gemakkelijk afzetten of heeft er niet eens geld voor. En waar be staan er heden ten dage nog ketellappers? Alleen met waarzeggerij valt er tegenwoor dig voor den Zigeuner nog iets te verdie nen. Beroemd zijn de Zigeuners echter om hun vioolspel en hun zang. Vooral in Hongarije heeft de „primas" altijd een groote rol gespeeld; in het oude Oo^ten- rijk-Hongarije heeft een primas vaak een grooten invloed uitgeoefend op de politiek van de monarchie. Hongaarsche magnaten, buitenlandsche vorsten, koningen en kei zers zijn onder den invloed en betoovering geweest van de zoetvloeiende en vurige zi- geunermuziek. De zigeuner-violist Janos Bihari werd door het leven meer verwend dan de vermaardste zangers. Bij twee koninklijke kroningen moest hij als solist optreden om nog maar niet eens te spreken van koninklijke hu welijksfeesten; de voornaamste ho tels in Amerika vochten om hem, rijke Amerikanen lieten hem tegen sprookjesachtige bedragen voor zich persoonlijk optreden. Veel is er sinds den wereldoorlog veran derd. Nog zijn er begaafde violisten onder hen, die de ontroerendste klanken aan h"un violen weten te ontlokken, maar slechts en kelen onder hen kunnen met hun spel geld verdienen. Janus Kwiek. Misschien is het de nood der tijden, die de Zigeuners in de laatste jaren naar elkaar toe heeft gedreven. In ieder geval, hebben zij tegenwoordig een officieelen koning, die naar den naam „Janus Kwiek" luistert Ook streven zij tegenwoordig meer dan voorheen naar een soort rechtspositie. Omtrent den waren aard van de Zigeu ners is ons eigenlijk weinig bekend, daar er weinig onderzoekingen op dit gebied zijn verricht De een vindt hen romantisch, de ander vuil en leugenachtig. Doch dit is natuurlijk niet een alge-meene maatstaf. Wel is komen vast te staan, dat zij een bui tengewoon oriënteeringsvermogen bezitten en zeer gemakkelijk vreemde talen leeren. De „romantiek" der Zigeuners moet waar schijnlijk gezocht worden in hun voorliefde voor zwerven, felle kleuren en veel sieraden. Hoe zal de geschiedenis van dit oude zwerversvolk de Nomaden van Europa zich verder ontwikkelen? Alleen de tijd zal ons dit moeten leeren Tweede toewijzing tot helft Maart uitgesteld. eerste De minister van Economische Zaken deelt mede, dat de ongunstige weersom standigheden van de afgeloopen weken stagnatie in de aflevering en het vervoer van peulvruchten hebben veroorzaakt. Ten gevolge hiervan zijn de hoeveelhe den peulvruchten, welke de telers hebben ingeleverd, slechts gering geweest. Het grootste gedeelte van den momenteel aanwezigen voorraad dient gereserveerd te worden voor de weermacht. Het resteeren- de gedeelte is niet groot genoeg om aan al le aanvragen van den handel te kunnen voldoen. In verband hiermede komt het noodzakelijk voor de tweede distri butieperiode niet op 16 Februari te doen aanvangen, doch deze uit te stellen totdat de zekerheid bestaat, dat de voorziening van den handel zonder moeilijkheden zal kunnen geschieden, hetgeen indien de weersomstandigheden gunstiger worden, vermoedelijk in de eerste helft van Maart het geval zal zijn. Van 16 Februari af zal derhalve het publiek geen boonen, grauwe erwten en capucijners kunnen koo- pen. Zij, die op medische gronden deze pro ducten noodig hebben, kunnen zich op de gebruikelijke wijze met een atest van hun behandelenden geneesheer, benevens een verklaring van de controleerende medische instantie, tot de distributiediensten wen den. De detaillisten zullen dus voorloopig geen 2de toewijzing ontvangen. De instel lingen zijn in het algemeen reeds voorzien tot einde Februari. Het ligt in de bedoeling hun de volgende toewijzing zoo spoedig mogelijk na 1 Maart te doen toekomen. ZATERDAG 17 FEBRUARI 1940. Hilversum I. 1875 en 414,4 m, VARA-uitzending. 10.0010.20 v.m. en 7.30—8.00 VPRO. 8.00 Berichten ANP, gramofoonmuziek. 10.00 Morgenwijding. 10.20 Voor arbeiders in de Continu-bedrjjven. 10.4012.00 Gramofoonmuziek. 12.00 Gramofoonmuziek. 12.15 Orgelspel. 12.45 Berichten ANP, gramofoonmuziek. 1.00 Gramofoonmuziek. 2.00 Filmkwartiertje. 2.15 „De Corimys". 2.30 Overzicht van den economischen toe stand over het derde kwartaal 1939. 2.50 Gramcioonmuziek. 3.00 Reportage. TARZAN 36. Toen de krijgslieden hen omringd hadden, zag Tarzan, dat het nutteloos was om tegen stand te bieden. Er waren minstens een vijf tigtal gewapende mannen en ieder hield zijn spee» gereed om er mee aan te vallen. Lang zaam sloot de cirkel om hen heen, terwijl een der mannen, blijkbaar hun aanvoerder, naar voren trad en naar den koning van de jungle toekwam. Tarzan zag, dat deze mannen ook gele reuzen waren, maar verschillend van die, welke aan den anderen kant van de berg woonden. Deze schenen een soort van bescha ving te hebben, ofschoon ze er niet minder dapper en wild uitzagen dan hun broeders aan de andere kant. De chef zette de punt van zijn speer op de borst van den aapman. „O, hij zal Tarzan doden!" gilde Janette. „Hjj niet doden nu," bromde hjj met een diep stemgeluid. „Hoor je dat?" riep de Majoor opgewonden uit. „Deze man spreekt Engels!" „Mij zijn Mungo. Mungo spreken Engels," verklaarde de reus. Hij gaf zijn soldaten be vel de gevangenen in te sluiten, terwijl hjj vervolgde: „U komen mee met Mungo. U spreken Ahtea." „En wie ter wereld is Ahtea?" vroeg O'Rourke. „U zien," lachte Mungo grimmig. 3.30 VARA-orkest en solisten. 4.30 Vragenbus. 4.50 Residentie-orkest. 5.30 Filmland. 5.50 Orgelspel. 6.15 Uit de roode jeugdbeweging. 6.45 Kinderleesclub. 7.00 VARA-Kalender. 7.05 Felicitaties. 7.10 Politiek radiojournaal. 7.30 Cyclus „Hoe werkt de Kerk?" 8.00 Herhaling SOS-berichten. 8.03 Berichten ANP. 8.15 Puzzle-uitzending. 8.30 NIR-Dansorkest en de Ramblers. 9.10 Toespraak „Opbouw... geen afbraak". 9.15 Radiotooneel. 9.30 Trompet en orgel (opn.). 9.40 Dubbelmannenkwartet „Presiosa". 9.50 VARA-Varia. 10.00 „En nu... Oké". 11.15 Berichten ANP. 11.2512.00 *VARA-Strjjkorkest en soliste. Hilversum II. 801,5 m KRO-uitzending. 8.00 Berichten ANP. 8.059.15 en 10.00 Gramofoonmuziek. 11.10 Godsdienstig halfuur. 12.00 Berichten. Geeft u mjj dan den sleutel van den koffer! Ik denk er niet aan. Dan zal ik hem openbreken. Mevrouw Hemmings stond met een ener gieke beweging op en liep naar de Ik ben hier de baas in huis en het per soneel zal mij gehoorzamen. Geef mij den diadeem; dan zal ik voor goed weggaan. Mjjn koffer wordt niet geopend, behalve in tegenwoordigheid van de politie. Morgen zal ik me met hen in verbinding stellen. De onverwachte houding van zijn moeder bracht George geheel van zijn stuk en het kostte hem moeite om woorden te vinden. U weet niet wat u zegt, stamelde hjj ten slotte. O ja, dat weet ik best. Jij bent in de macht geraakt van die vrouw. Het net wordt steeds dichter om haar en uit zelfbehoud heeft zjj geprobeerd, jou ook in dat net te verstrik ken, in de hoop, dat je invloedrijke familie leden haar dan zouden redden. Maar zij heeft buiten mij om gerekend. Wat voor bewijzen hebt u? Bewijzen? Heb ik jóu niet in haar ge zelschap zien? Heb ik jou niet gevonden met den gestolen diadeem in je handen? Jij mag den hemel danken dat jij een moeder hebt die minder onnoozel is dan jij en meer we reldwijsheid bezit. Morgen zal zij en haar bende in de gevangenis zitten. Jij bent mijn eenig kind; met al je fouten ben je toch het liefste, wat ik op de wereld heb en ik zal je redden van den ondergang. George ging zitten; zijn moeder meende wat ze zei dat was duidelijk! Hoe kon hij haar in '8 hemelsnaam van dat idee afbrengen? Li- lian in de gevangenis! Hij zag haar al bleek en bevend wegvoeren door een paar ruwe po litieagenten. Ten koste van alles moest hij haar probeeren te redden! Moeder, u még het niet doen. Ze mag gezondigd hebben, maar ze heeft berouw, ik weet dat ze berouw heeft! U kunt niet den moed hebben op deze manier een jong leven te vernietigen. Als je daarmee bedoelt, dat ik haar aan de politie over lever, zal ik dien moed zeker wèl hebben. Moeder, moeder, ik houd van haar! Wilt u mijn hart breken? Mevrouw Hemmings boog zich naar hem toe; haar gezicht was vertrokken van ontstel tenis en opwinding. Houd je van haar? Durf je tegen mij, je moeder, te zeggen, dat je van dat opge dirkte schepsel houdt? Ik dank den hemel, dat die vrouw in mijn handen is gevallen. Hebt u dan geen medelijden? Als u wist aan wat voor verleiding zij heeft blootgestaan! Dat is toch zeker wel een excuus voor iemand, die in een omgeving van misdaad geboren is. Ze zal je dat wel allemaal voorgekouwd hebben. Maar ik laat me niet zoo gauw be- invloedèn. Brutale oogen en vleiende manieren hebben geen vat op mij. Ik had direct in de gaten wat voor soort vrouw zij was. George stond op en ging naar zijn moeder toe. Moeder, zei hij ernstig, als ik u smeek uw voornemens niet uit te voeren, dan zult u mij dat toch zeker niet weigeren. Als u al les wist, zoudt u zeker alles vergeven. Als zij heeft gezondigd, dan is het toch zeker no beler werk om haar weer op de been te hel pen, dan om haar voor goed in de modder te trappen. Ik weet dat u niet meent wat u zegt, u hebt niet nagedacht Ik heb heel goed nagedacht, zooals ik gewoonlijk doe, antwoordde zijn moeder scherp en ik heb een besluit genmen, dat vast staat. En ieder woord wat je zegt versterkt mij in mijn voornemen. Jij houdt van haar! Jij vertelt mij dat brutaalweg en vraagt mij tege lijkertijd om haar te sparen. Voor wat moet ik haar sparen Moet zij vrij rondloopen om jou tot haar eigen peil omlaag te halen? Noem mij maar wreed als je wilt. Ik ben in- derdaar wreed genoeg, .om mijn eigen zoon te willen redden! Jij houdt'van haar van deze avonturierster? Van haar te houden! Mevrouw Hemmings schreeuwde deze woor den haast uit. —Als zij uit de gevangenis komt, ga dan naar haar toe en vertél dat je van haar houdt! George had zich afgewend en stond met zijn elleboog op den schoorsteenmantel geleund. Hij was tot een besluit gekomen; er was maar één manier, waarop hij de vrouw van wien hij hield kon redden. U kunt haar niet treffen, zonder mij te treffen, zei hij bedachtzaam, Jfl blijft er volkomen buiten; jij bent al leen maar onvoorzichtig geweest. O, u weet niet alles! Wat, weet ik dat niet? Moeder, zei hij langzaam als u haar aanklaagt, klaagt u mij ook aan, ik ben even schuldig als zij, want we behooren allebei tot dezelfde bende. Zijn moeder staarde hem ongeloovig aan. Toen lachte zij schril. Je liegt om haar te be schermen. maar jij hebt bij mij geen succes. Luister u dan verder, dan kunt u zelf oordeelen. Ik ben hier in dit gat opgevoed en de eenzaamheid en de verveling drukten mij geweldig. Ik verlangde naar een bewogen leven van gevaarlijke avonturen en toevallig, op de paardenmarkt hier, kwam ik in aan- 12.15 KRO-Melodisten en solist. (12.45—1.10 Berichten ANP en gramofoonmuziek). 2.00 Voor de rijpere jeugd. 2.30 Gramofoonmuziek. 2.45 Kinderuurtje. 4.00 KRO-orkest. 4.45 Musiquette (5.155.30 Filmpraatje). 5.45 KRO-Nachtegaaltjes. 6.15 Gramofoonmuziek. 6.20 Journalistiek weekoverzicht 6.45 Gramofoonmuziek. 7.00 Berichten ANP. 7.15 „Hugo de Groot en Vondel", lezing. 7.35 Actueele aetherflitsen. 8.00 Berichten ANP, mededeelingen. 8.15 Overpeinzing met muzikale omlijsting. 8.35 Gramofoonmuziek. 9.00 Radiotooneel met prijsvraag. 9.25 KRO-orkest. 10.00 KRO-orkest en leden van het KRO-koor. 10.30 Berichten ANP. 10.40 Causerie „Het onvergankelijke Rijk" (met gramofoonmuziek). 11.1012.00 Gramofoonmuziek. raking met een groepje menschen, die een leven vol avonturen leiden. Dat trok me ge weldig aan. Hun bestaan was vol kleur en afwisseling. Zij behoorde er bij. Haar tante ook; de derde was een deftig uitziende oude heer; de vierde een paardenhandelaar met een ordinair voorkomen. In mijn verlangen naar avonturen heb ik me bij hen gevoegd. Leugens! Leugens!, hijgde mevrouw Hemmings, maar zij luisterde toch geboeid. O, ik zal u bewijzen dat het waar is wat ik vertel. Den eersten keer, dat ik alleen in Londen was, moest ik behulpzaam zijn b:j een inbraak in een deftig huis op Seamose Place. Ik was aangewezen om 't eerst naar binnen te gaan. Ik maakte te veel leven en ik werd gepakt. Gepakt, moeder, om drie uur in den morgen in een vreemde keuken. En tusschen twee agenten werd ik naar het politiebureau gebracht en daar opgesloten. Wat een onzinnig verhaal, riep zijn moe der. Hoe kan zooiets gebeurd zijn zonder dat ik er iets van afweet? Maar toen herinnerde zij zich het. verhaal van mevr. de Courcy en ze werd doodsbleek. Ik heb den volgenden morgen gedaan ge kregen, ging haar zoon voort dat de politie zich met oom Alfred in verbinding stelde en door zijn toedoen hebben ze mjj laten gaan. Ik heb de zaak zóó weten voor te stellen, dat hjj het 'als een soort grap beschouwde. Ik kan je niet gelooven. Neen, neen. Maar de angst in haar gezicht logenstrafte haar woorden. Vraag het dan aan oom, moeder; schrijf hem vanavond nog en vraag het hem. Ga morgen naar de stad en vraag het hem! Zijn moeder liet zich in een stoel valien. Wat heb ik gedaan, dat mij zooiets vreeselijks moet overkomen? fluisterde zjj. Ik zweer u moeder, dat ik een nacht op het politiebureau jn een cel heb gezeten, be schuldigd van inbraak. U hebt er telkens op aangedrongen dat ik een verklaring zou geven van mjjn gedruktheid. Nu weet u mijn geheim. Zjj kreunde en verborg het gezicht In de handen. Nu begrijpt u zeker wel, moeder, ging George voort waarom u uw bedreiging niet kunt uitvoeren? Als zjj in de gevangenis komt, zal ik den dans ook niet ontspringen. Heb je berouw? vroeg zijn moeder plot seling, terwjjl ze hem aankeek. Ja. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1940 | | pagina 7