Het meisje De wateren ontdooien TARZAN en de vuren van Tohr Het lot van de „Silvain De vier zuilen" tf Duitsche linie langs de Deensche grens? door Edgar Rice Burrougfis Radioprogramma Drama in een boerderij Vader en zoon verdronken r"- De Pers over rle mobilisatie-clubs De Telegraaf zegt, na de Antwoordmemorie over de Defensiebegrooting te hebben aange- \)e uitspraak van minister Dijxhoorn: er mogen wel mobilisatieclubs zijn, maar ze mogen geen politiek in het leger brengen, lijkt een soort Delphische orakelspreuk. Im- jners, hoe is het mogelijk deze clubs te heb ben, die zich openlijk sociaal-democratisch noemen en vrij te blijven van politiek? Van de leden der clubs wordt verlangd, dat zij instemmen met doel en beginselen van de moderne arbeidersbeweging, cursusvergade ringen en gezellige bijeenkomsten zullen, volgen3 het concept-reglement voor niet-le- den toegankelijk zijn, doch daarnevens blijft de mogelijkheid open voor besloten verga deringen. En dat niet alleen: ook voor be stuursvergaderingen der clubs. Intusschen blijkt, dat er onder de ver schillende groepen, welke in het kabinet ver tegenwoordigd zijn, geen volledige eenstem migheid bestaat over deze kwestie. Op de heden te Amsterdam gehouden vergadering van den R.K. Partijraad werden aan den fractievoorzitter dr. Deckers eenige vragen gesteld, welke ook op de mobilisatieclubs be trekking hadden. Dr. Deckers zeide in dit verband o.m. dat de afgetreden opperbevel hebber tegen deze clubs was. De R.K. fractievoorzitter voegde hier, vol gens het A.N.P. aan toe: „De weermacht is één. Politiek moet niet in de weermacht ko men. In de militaire tehuizen komt politiek niet voor Inderdaad heeft men hier een groot ver schil tusschen de militaire tehuizen van di verse schakeering en de beoogde mobi lisatieclubs: in deze tehuizen is de toegang yrij; men behoeft nergens lid van te zijn; men begeeft zich er heen naar gelang van zijn religieuze gevoelens, of alleen omdat het er gezelliger is dan in een ander tehhuis. Van de voorgenomen mobilisatieclubs kan dat niet gelden: men moet lid zijn en con tributie betalen; daardoor wordt dus een af zonderlijke organisatie geschapen, welke po litiek is, iets wat trouwens de betrokkenen niet ontkennen. Zij stellen bewust den eisch, dat hun denkrichting het recht krijgt zich afzonderlijk te organiseeren, omdat de an dere „denkrichtingen"' dit recht ook hebben. In dit opzicht vinden de sociaal-democra ten steun bij de chr. historischen. In een hoofdartikel in de „Nederlander" wordt o.m. gezegd: „Wij zien, lettende op de verhoudingen, zooals die in Nederland zijn gegroeid, geen enkel bezwaar tegen clubs, werkende in den geest als door de Memorie van Antwoord be schreven. Het is nu eenmaal een feit, dat een verdeeling van ons volk in een viertal geestelijke siroomingen door de groote meer derheid van ons volk als juist wordt aan vaard. Men zie slechts naar den radio-om roep. De „Nederlander" zegt verder, dat men niet op zijn achterste beenen mag gaan Staan, als alle vier die groepen trachten hun gemobiliseerde geestverwanten bijeen te brengen en te houden. Als men op ander gebied de theorie der vier zuilen handhaaft, is er geen reden thans plotseling onderscheid te gaan maken. De conclusie, welke aldus de Tel. uit het bovenstaande te trekken valt is, dat noch minister Dijxhoorn, noch de katholieken en waarschijn lijk de chr. historischen evenmin, de politiek in het leger gebracht willen zien, maar dat men ten aanzien van de vraag, hoe men die er uit zal hou den, als men politieke clubs (en waarom dan alleen sociaal-democra tische?) er in toelaat, blijft rond draaien als een kat om de heele brij. De vier zuilen wreken zich. FEUILLETON Naar het Engelsch van Norman Charlton 30 Ik moet mijnheer Warden spreken, tei hjj. Er stond een vrouw achter de toonbank, een eenoogig monster, dat hem van het hoofd tot de voeten opnam. Waarover Over zaken. Is hij thuis? Hoe is uw naam? Harlsmore. Wacht even, dan zal ik eens kijken of hij er is. De vrouw verdween en even daarna ver- Scheen Warden's gezicht in de deuropening. Komt u binnen, mylord, zei hfj met een Schertsende buiging. Is er nieuws? Wat verwacht je voor nieuws? vroeg lord Harlsmore. Hij liep achter de toonbank °m, ging het kamertje achter den winkel binnen en sloot de deur achter zich. Och, ik weet het niet. Ik ben juist terug uit Woollacombe. Wie denk je dat met denzelfden trein ging? Geen flauw idee! Dat lieve meisje, dat de diamanten ge dept heeft. Ik zag haar wel, al zag ze mfj niet. Zij had een heer bjj zich, anders zou ik wel een praatje met haar gemaakt hebben. Wie was die vent? Hemmings heet hij. Ik zag ze samen praten. Lord Harlsmore ging zitten. Nu begrijp ik het. Ze heeft hem den diadeem gegeven en Ebjn moeder sleepte het ding in de wacht. Zijn moeder? Lord Harlsmore stak de hand in z'n bin- henzak. zijn moeder heeft het aan mij gegeven. Daar, wat zeg je er van? Hij legde den diadeem in al zijn schittering °P tafel. Warden was buiten zichzelf van verruk- „Vernietiging der weermacht van binnenuit". Het Nationale Dagblad citeert een aan\al van de Maasbode (r.k.) op de mobilisatie clubs. De Msb. schrijft o.m.: „In de eerste plaats zijn dergelijke politie ke clubs in de weermacht ontoelaatbaar, om dat zij strijdig zijn met de eenheid, die het kenmerk moet zijn van iedere weermacht. Daarin bestaat maar één politiek, met uit sluiting van alle andere en dat is de natio nale Nederlandsehe politiek met als eenig programpunt: „Den vijande buiten de deur houden". Minstens even nadeelig als voor de een heid, zijn de mobilisatie-clubs voor de tucht. De Msb. haalt dan eenige vragen uit de beruchte inmiddels ingetrokken A.J.C.- circulaire aan en voegt hieraan toe: Het is wel duidelijk, dat dit gevraag niets anders dan ondermijning der krijgstucht en vernietiging der weermacht van binnen uit ten doel heeft! Geweldige ijssohollen worden afgevoerd. Langzaam maar zeker zorgen dooi en menschenhand, dat de Nederlandsehe wa terwegen weer bevaarbaar worden: op vele vaarwateren gaat de scheepvaart reeds met minder bezwaren gepaard dan Zater dag. Voor krachtige schepen is de scheep vaart weer mogelijk op de Waddenzee bij Oudeschild. Was de Waddenzee bij Den Oever Za terdag slechts bevaarbaar voor speciaal voor de vaart door ijs gebouwde schepen, thans ondervindt er nog slechts de zeil vaart hinder. Geldersche IJsel gedeeltelijk ijs vrij. In het jongste weekeinde is de Geldersche IJssel van Westervoort to Deventer ijsvrij geworden. Het sedert 12 Januari vastzit tende ijs is eindelijk losgeraakt. Aanvanke lijk ging de afvoer niet bijster vlot, omdat het ijs zich voortdurend weer vastzette, waardoor ophoopingen ontstonden. Gewel dige schollen werden afgevoerd, waarbij en waren van drie a vier meter dikte, afkom stig van ijsdammen. Het water van de IJssel is sedert Zater dag 1.25 meter gestegen. Vrijwel den ge- heelen Zondag heeft een groote ijsvlakte voor Zutfen vastgezeten, doch deze is gis teren in den vroegen ochtend losgekomen. De ijsmassa's sleurden verschillende be- tonningspalen langs de rivier met zich me de. Twee booten, welke bij het Bronkhor- sterveer lagen, liepen een oogenblik gevaar, doch alles liep goed af. De rivier vertoont thans weer het normale aanzien. Vier gewonden bij steekpartij om een meisje. Zondagavond is in een boerderij te Rens- woude een hevige vechtpartij ontstaan, waarbij twee personen ernstig en twee licht werden gewond. De 26-jarige mejuffrouw O. uit Ederveen had sedert geruimen tijd verkeering met den even ouden landbouwerszoon uit Vee- nendaal, hetgeen tegen den zin van de ou ders van het meisje was. Zondagavond wa ren H. en juffrouw O. op bezoek bij een zwager van het meisje, den landbouwer B. te Renswoude. De twee broers van juffrouw O., die eveneens bezwaren tegen deze verkeering hadden, drongen opeens de woning van B. binnen. Er ont stond een hevige vechtpartij tus schen H. en de broers O. H. trok uit angst zijn mes en stak in het wilde weg. waarbij hij o.a. zijn meis je verwondde. Intusschen was de hulp van de politie en een dokter ingeroepen. De 37-jarige G. O. bloedde hevig uit hoofd en handen en lag bewusteloos op den grond. Na verbonden te zijn, werd hij naar het Academisch Ziekenhuis te Utrecht overge bracht, Zijn toestand is zeer ernstig. Zijn jongere broer, de 19-jarige T. O., had ver wondingen aan de handen, o.m. was een pees doorgesneden. De verwondingen waren echter niet van ernstigen aard. Deze jonge man werd verbonden en naar het politiebu reau overgebracht, waar hij werd opgeslo ten. Ernstiger was het met H. gesteld. Hij wejd zoo ernstig .gewond, dat hij niet ver voerd njocht worden De dokter constateer de o.a. een zware hersenschudding. Zijn toe stand is hopeloos. De verwondingen van mejuffrouw O. zijn van weinig beteekenis. De landbouwer B. bleef ongedeerd. Zijn vrouw, die in het kraambed ligt, kreeg door het gebeurde een zenuwtoeval. Raad voor de Scheepvaart con cludeert: „Met man en muis vergaan". De Raad voor de Scheepvaart te Amster dam heeft gisteren uitspraak gedaan inza ke het vermoedelijk verloren gaan van het stoomvisschersvaartuig „Silvain" IJm. 116 op de Noordzee na 24 November 1939. De Raad is van oordeel, dat het gehouden onderzoek helaas geen an dere conclusie toelaat dan dat de „Silvain" IJm. 116 is vergaan en dat alle opvarenden, de schip per Willem den Heijer en tien sche pelingen, bij deze ramp het leven hebben verloren. Nu van schip en bemanning geen spoor is achtergebleven, kan omtrent de toedracht van deze ramp niets naders met zekerheid worden vastgesteld, al moet wel worden aangenomen, dat het schip óf door een mijn is getroffen, 'óf in den storm is gebleven. Een keuze tusschen deze twee mogelijkhe den kan niet worden gedaan. Het schip ver keerde in goeden staat en was goed uitge rust. De schipper stond als een goed zee man bekend en, al moge dan aan de vakbe kwaamheid van de bemanning als vis- scherman iets hebben gehaperd, uit niets is gebleken, dat het schip met deze bemanning en deze uitrusting, niet volkomen zeewaar dig zou zijn geweest. Toch kan het vergaan van het schip door ongunstige weersomstandigheden geenszins worden uitgesloten. Evenmin echter het stooten op een mijn, al was de plaats, waar de „Silvain" IJm. 116 heeft gevischt, op ge- ruimen afstand van de bekende mijnenvel den venvijderd. Hoe dit ook zij, dat een oorzaak van bui tenaf tot den ondergang van het schip en deszelfs bemanning heeft geleid, meent de raad als vaststaande te moeten aannemen. Reddingspoging met den dood bekocht Zondagmiddag is te Haalderen, onder de gemeente Bemmel, de zestienjarige de Bruyn bij het schaatsenrijden in een wak gereden. De vader zag het ongeluk en wilde zijn zoon te hulp komen. Beiden verdwenen in de diepte. De drenkelingen werden spoedig op het droge gebracht. De jongen was reeds overleden. De vader gaf nog eenig teeken van leven. Kunstmatige ademhaling heeft hem echter niet kunnen redden. De lijken zijn naar de woning overge bracht. Tegen een eventueelen Britsch- Franschen inval? Uit betrouwbare bron wordt ver nomen, dat Duitchland thans een soort verdedigingslinie langs de Deensche grens aanlegt. De linie zal van Oost naar West loopen op een afstand van 14 tot 16 kilometer van de grens, doch in het oosten naar het zuiden ombuigen, zoodat Flens burg buiten de linie blijft. Onlangs hebben de bewoners van de streek tusschep de grens en de voor de linie uitgestippelde lijn de aanzegging gekregen, dat zij er op voorbereid moesten zijn, hun huizen binnen enkele uren te verlaten, in dien het opperbevel dat noodig zou oordee- len. Gemeld wordt, dat volgens de meening in Deensche politieke kringen de aanleg dezer linie zou doen blijken, dat Duitsch- land de tegenwoordige grens als definitief beschouwt. Volgens een hypothese zou de bouw een voorzorgsmaatregel tegen een eventueelen Britsch-Franschen inval zijn. In gezaghebbende Deensche kringen ver klaart men niets te weten van den aanleg van een Duitsche verdedigingslinie aan de Deensche g.rens. 45. De strijd was begonnen. Met een kreet van woede zwaaide de reus zijn knots in het rond en trachtte Tarzan zo te raken. Maar uit de kreet van den aapman klonk de vreselijke aanvalsroep van de grote apen. De koning van de jungle stond stil en wachtte den aan val af. „Zeg, die duivel is te groot voor Tar zan," fluisterde Perry O'Rourke, ,,ik zal hem een handje helpen." „Neen, neen! Laat dat!" waarschuwde d'Arnot. „Tarzan zal hem wel klein krijgen." Doch het volgend ogenblik was d'Arnot niet mee zo zeker van de uitkomst van het gevecht. De reus kwam naar zijn slachtoffer toe en zwaaide de knots in d richting van Tarzan's hoofd, doch deze stapte opzij, waardoor Bebga hem niet raakte. Weer en nog eens viel de reus uit, doch lederen keer ontweek Tarzan de slag. Woedend door de vlugheid van zijn tegen stander, veranderde de reus van taktiek. Plotseling bleef hij staan, zwaaide de knots rond zijn hoofd en wierp hem toen in de richting van Tarzan. Ahtea hield haar adem in toen de knots door de lucht vloog. WOENSDAG 28 FEBRUARI 1940. Hilversum I. 1875 en 414,4 m. VARA-Uitzending. 10.0010.20 v.m. en 7.80—8.00 VPRO. 8.00 Berichten ANP, gramofoonmuziek. 9.30 Keukenpraatje. 10.00 Morgenwijding. 10.20 Voor de arbeiders in de Continubedrijven. 11.30 Voor de vrouwen. 12.00 Gramofoonmuziek. 12.30 Berichten ANP, gramofoonmuziek. 12.40 Rosian-orkest. 1.10 Gramofoonmuziek. I.201.45 Orgelspel. 2.00 Voor de vrouw. 2.30 VARA-orkest. 3.15 Voor de kinderen. 5.30 Gramofoonmuziek. 6.30 Reportage. 6.50 Gramofoonmuziek, 7.00 VARA-Kalender. 7.05 Felicitaties. 7.10 Koorzang. 7.30 Bijbelvertellingen. 8.00 Herhaling SOS-berichten. 8.03 Berichten ANP, VARA-Varia. 8.20 Gramofoonmuziek. 8.50 Rosian-orkest. 9.30 Radiotooneel. 10.00 VARA-orkest en solist. 10.40 Medische vraagbaak. II.00 Berichten ANP. 11.1012.00 Gramofoonmuziek. Hilversum II. 301,5 m. NCR V-Uitzending. 6.307.00 Onderwijsfonds voor de Scheepvaart. 8.00 Berichten ANP. 8.05 Schriftlezing en meditatie. 8.20 Gramofoonmuziek, (9.30—9.45 Gelukwen- schen). 10.30 Morgendienst. 11.00 Gramofoonmuziek. king. Hij strekte zjjn hand er naar uit, maar Lord Harlsmore nam het weer haastig onder zijn hoede. Zoover is het nog niet, zei hij nog even geduld. Je kunt me immers best vertrouwen, gromde Warden. Zijn gemeene oogen rustten begeerig op 't sieraad. Wat nu? Naar het vasteland, zou ik zeggen. Als ik eens met de eerstvolgende boot van Dover ging? Warden haalde zijn horloge uit zijn zak. Ik kan om 9.50 van Charing Cross. Lord Harlsmore fronste ongeduldig het voorhoofd. Als het ding van jou is, kun je er mee doen wat je wilt. Maar op het oogenblik is hij nog van mij. Hoeveel geef je er voor? De lommerdhouder overlegde bij zichzelf. Wacht tot het verkocht is, dan krijg jij je aandeel. Onzin. Als je er geen bod op kimt doen ga ik er mee naar iemand, die dat wel kan. Hij stond al half van zijn stoel op. Bedaar een beetje, haastte Warden zich te zeggen. Ben je soms bang dat ik geen eerlflk spel speel? Dat ben ik, als je het weten wilt. Warden keek hem aan met een gezicht als de vermoorde onschuld. Wat moet je er voor hebben? Nu was het Lord Harlsmore's beurt om na te denken. Je weet natuurlijk, dat het ding duizenden waard is? Overdrijf nu niet. Laten we zeggen tweeduizend. De helft daarvan is duizend. Als je dat er voor durft te vragen smijt ik je mijn winkel uit. Goed, dan achthonderd; ik heb te veel haast om lang te onderhandelen. Warden lachte heesch. Je hebt zeker altijd groote haast als je te veel vraagt? Geef je het of geef je het niet? Warden zweeg en dacht na. Ik zal je zevenhonderd geven. Vooruit dan maar! Warden haalde een chèqueboek voor den dag. Wat moet je met de chèqueboek?, vroeg lord Harlsmore met onuitsprekelijke minach ting. Dacht je misschien dat ik een chèque van je aannam? Warden deed zoo onschuldig als een pas geboren kind. En waarom niet, als ik vragen mag. Ik ga. Bonjour! Lord Harlsmore stond op. De lommerdhou der gooide nijdig zijn pen neer. Je denkt toch zeker niet, dat ik zeven honderd pond in mijn zak heb? Als je dat niet hebt, ga ik naar iemand die het wel heeft. Warden brulde van het lachen. O, dus je wilt contanten? Een slimme jongen ben jij, dat moet ik zeggen! Hoeveel moet je hebben Zevenhonderd pond hebben we immers afgesproken. Geen sprake van. En je hebt het me zélf geboden! Ja, op een chèque; als je contanten hebben wilt moet je bescheidener zijn, was het oordeel van Warden. Ik heb je toch al gezegd, dat ik geen kapitalist ben. Al het geld dat ik in huis heb Zeg maar direct hoeveel. Honderd pond. Je bent krankzinnig! Warden's blik bleef begeerig op de diaman ten rusten. Je komt zoo plotseling. Als ik geweten had dat je kwam. zou ik er op ge rekend hebben. Dat geloof ik graag. Maar iaat ik je zeggen, dat ik bij zulke gelegenheden een revolver bij mij heb. Ik bedoel niets kwaads, zei Warden haastig. Jij denkt altijd slecht van een ander. Lord Harlsmore keek naar de deur. Als je dan niets beters hebt aan te bie den heeft het geen zin, nog langer te blijven. Kort en goed, wil je me tweehonderd pond geven, ja of neen? Tweehonderd pond was het bedrag waar mee de jongeman van zijn schulden verlost zou zijn; hjj zou zelfs nog een klein appeltje voor den dörst over hebben. Warden schudde het hoofd en lord Harls more stak het sieraad in zijn zak. Doe dat nou niet, riep Warden, angstig, dat zijn prooi hem op het laatste oogenblik zou ontglippen. Tweehonderd pond! Het is alles wat ik rijk ben. Ik zweer je, dat ik niet 11.15 Ensemble v. d. Horst. 12.00 Berichten. 12.15 Ensemble v. d. Horst. (Om 12.30 Be richten ANP). 1.20 Gramofoonmuziek. 2.10 Zang, piano en gramofoonmuz'r 3.00 Christ. lectuur. 3.30 Haagsch trio. 4.25 Gramofoonmuziek. 4.45 Felicitaties. 5.00 Voor de jeugd. 5.45 Gramofoonmuziek. 6.00 Land- en tuinbouwcauserie. 6.30 Taalles en technisch onderricht. 7.00 Berichten. 7.15 Muzikale causerie. 7.45 Gramofoonmuziek. 8.00 Berichten ANP, herhaling SOS-berichten. 8.15 Utrechts Stedelijk orkest. 9.05 Causerie „Omgang met het boek". 9.35 Vervolg concert. 10.20 Berichten ANP, actueel halfuur. 10.50 Gramofoonmuziek. Ca. 11.5012.00 Schriftlezing. meer in de wereld bezit. Je hebt een winkel en verdient goed geld. Ik geloof niets van je praatjes. En als je den diadeem verkoopt, kun je er gemak kelijk een paar duizend voor krijgen. Je mag me wel dankbaar zijn, dat ik zoo bescheiden ben. Warden ging naar een brandkast en opende die. Uit een laadje haalde hij een bundel bankbiljetten en een rolletje goudstukken. Hij beefde toen hjj het 'geld op tafel uittelde en de zweetdroppels parelden op zjjn voorhoofd. Ik neem een geweldig risico op me, zei hij zwaarwichtig. Ik geef je de spaarpen- nigen van een heel leven van hard werken. Stel, dat er iets gebeurt? Stel je voor, dat ik gearresteerd wordt voor ik het ding heb kunnen verkoopen, dat 't mjj ontstolen wordt? Ja, het risico is groot, antwoordde lord Harlsmore sarcastisch, vooral als je be denkt, dat je het bedrag er tienmaal voor terug zult krijgen, dat je mij ervoor geeft. Als het waar is, dat je je heele leven hebt moe ten werken om die tweehonderd pond bij el kaar te krijgen, mag je me wel op je knieën danken, dat je nu in één werf? door mijn toe doen het tienvoudige kunt verdienen. Warden zuchtte en ging voort met tellen. Toen lord Harlsmore het geld had opgeno men smeet hij Warden den diadeem toe. Voorzichtig, voorzichtig! jammerde de lommerdhouder. Hij nam het juweel op en streelde het met een soort aandoenlijke tee- derheid. Zijn oogen schitterden, terwijl hij er naar keek. Adieu! En ik hoop, dat de hemel er mij voor bewaren zal, dat ik ooit je tronie zal weerzien. Werden nam geen notitie meer van den jongen, die met zwierige passen het kamer tje en den winkel uitstapte. Rosa! Rosa! De eenoogige vrouw kwam binnen. Toen ze den diadeem in zijn hand zag, sloot ze vlug de deur. Wat heb je daar?, informeerde ze. Warden stond op. Ons fortuin is gemaakt, Rosa! Jij zult een groote dame worden, dat zul je! Hij zette haar den diadeem op het hoofd. Zij liep haastig naar den spiegel. Alle- menschen, wat is dat prachtig! Ik ga vannacht naar Parijs, zei hij. En mondje dicht. Het moet honderden waard zijn, stamel de ze vol ontzag. Honderden? Duizenden, Rosa, duizen den! (Wordt vervolQd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1940 | | pagina 7