„Gaslicht",
Hachelijke reis
PE KENNER.
leven
Onrechtmatige
critiek
De evacuatie
van Den Helder
Kleeding voor de
Finnen!
Zonder licht!
Ontwakend
De neutralen hebben
het gedaan
Woensdag 28 Februari 1940
Tweede Blad
£tadinieuw~6
11
Bijzonderheden zullen straks door de
Burgerlijke Stand van Den Helder
Prof. Dr. P. P. van Berkum
van Urker botter
No. 243
Bij paal 2 gisteravond
op strand geloopen
Zonder te weten dwars
over de mijnenvelden?
4e Abonnementsvoorstelling
een perfecte „thriller"
Sublieme rollen van Arnoldi,
Willy Haak en Cruys Voorbergh
Verbetering van havens
voor defensiebelangen
De officieele mededeeling over de
evacuatie In ons land, opgenomen in J;
ons nummer van gisteren, behoeft voor i:
onze stad eenige aanvulling. In den
aanvang van het artikel toch wordt
ml
meegedeeld, dat thans allen, die in ge- j
val van nood hun woonplaats moeten
verlaten, daarvan aanzegging hebben
:i gekregen. Nu is dat ten opzichte van
Den Helder niet juist.
Slechts 1 «ijk heeft in het laatst van
de vorige week de noodige biljetten ge- jj
kregen en ingevuld, aan de andere Si ii
wijken van onze stad wordt op het II
jj oogenblik hard gewerkt en binnen kor- jj
5: ten tijd zal men bezoek krijgen van de
ij groepsleiders, voor het invullen van de jj
jj biljetten.
li Zooals we reeds eerder meedeelden, jj
zal de bevolking van Den Helder in jj
I! geval van nood evacueeren naar Texel,
Callantsoog, Anna Paulowna, Wierin- jj
ii gen, Wieringerwaard en Wieringermeer. jj
Ten raadhuize is men druk bezig met het
2 J
Ij aanwijzen van hoofd- en groepsleiders
voor de eventueele evacuatie. Getracht
II zal worden, als het eenmaal noodig I!
l a
jj mocht zjjn, de bevolking bulten de stel-
ling te brengen, de inwoners zooveel mo- jj
j j gelijk onder te brengen in gezinnen van j j
dezelfde godsdienstige gezindte en de jj
onderbrenging te regelen naar het be- jj
jj lastbaar inkomen, zoodat men, voor
zoover mogelijk, ook ongeveer in het- jj
II zelfde milieu komt.
verschillende leiders aan de bevolking jj
II worden meegedeeld.
Legt alles Vrijdagochtend klaar.
Zooals men in ons nummer van giste
ren gelezen heeft, wordt er Vrijdag en
Zaterdag a.s. in Den Helder een kleeding-
inzameling gehouden voor de Finnen. Zoo
ooit, dan is t h an s hulp dringend gebo
den; en gezien het wel zeer verheugend
resultaat van de geldelijke collecte van
vorige week, mag worden aangenomen,
dat ook deze kleeding-inzameling zal
slagen.
In ieder gezin valt nog wel iets te
missen. Liefst wollen kleeding, die reeds
gewasschen is. Help er het Finsche volk
mee, dat dit alles nu zeer van noode
heeft.
In de tweede plaats: leg alles Vrijdag
morgen bijtijds klaar, opdat het weghalen
zoo weinig mogelijk tijd in beslag neemt.
Mocht het zijn, dat er nog huismoeders
zijn, die geen kleeren, doch daarvoor in de
plaats een extra geldelijke bijdrage willen
geven, dan zullen zjj daartoe in de gele
genheid worden gesteld. In iedere auto
zal daarvoor een bus aanwezig zijn.
Wanneer uw huis zou worden over
geslagen, geeft het dan op aan 't Bureau
van Politie en men komt nog bij U.
Mevr. S. J. Ritmeestervan der Feen.
G. M. Jollesde Bruijn.
J. C. Postumavan Vloodorp,
(Ned. Ver. v. Huisvrouwen).
A. M. KootkerVerberne,
(R.-K. Vrouwenbond).
L. A. LeverBrouwer,
(Ned. Christel. Vrouwenbond).
,t D. van DalenBerg,
((Ned. Vrouwenbond tot verhooging
van 't Zedelijk Bewustzijn).
E. P. van HasseltKramer,
(Vrijzinnig-Dem. Vrouwenclub).
M. A. OortgijsenDoorn,
(Ned. Padvindstersgilde).
Mej. N. Graaff,
(Ned. VeE Christ. Jongevrouwen
meisjes).
Spoorstraat gedeeltelijk in het
duister.
Reeds enkele dagen zit er een storing in
de lichtkabel in de Spoorstraat. Men is aan
het zoeken gegaan. Tot vanmorgen echter
zonder resultaat. Het gevolg van een en an
der was, dat de Spoorstraat gisteravond ge
deeltelijk zonder licht zat. Men zag er mid-
deleeuwsche verlichtingen achter de vensters.
Kaarsjes en oliepitjes. Wat erg fantastisch,
maar voor de betrokkenen weinig begeerens-
Sraardig.
Vandaag hoopt men de oorzaak van de sto-
ïing op te sporen.
BEVALLEN: J. M. DoornbosDieterich
Ö-: C. R. C. SwartVisser d..
OVERLEDEN: P. Jorritsma m. 17 j.; T. C.
diepenhorst m. 29 j.; H. Ike m. 79 j.
ONDERTROUWD: H. Kroon en N. Kleiss;
A. J. Kassels en J. M. Helfensteijn; J. Mars
man en G. Renden.
WAAR IS DIE BANKSCHROEF?
Een bewoner van den Linieweg deed aan
gifte dat op onnaspeurlijke wijze een bank
schroef uit zijn tuintje was verdwenen. De po
litie stelt een onderzoek in,
Directeur van het Economisch-
Technologiseh Instituut te Til
burg geworden.
Het bestuur van het Economisch-Tech-
nologisch Instituut van de Kath. Econo
mische hoogeschool te Tilburg heeft onze
oud-stadgenoot, prof. dr. P. P. van Ber
kum tot directeur van deze instelling be
noemd. Zooals men zich zal herinneren
is prof. Van Berkum nu ongeveer een jaar
geleden buitengewoon hoogleeraar in de
bedrijfsleer te Tilburg geworden; hij was
toen chef van het research-bureau van
den Economischen Voorlichtingsdienst
aan het departement van Economische
Zaken. Een jaar tevoren was hij de eerste
promovendus aan de Kath. Econ. Hooge
school geweest: zijn proefschrift behan
delde „De betalingsbalans als uitgangs
punt eener beschouwing over de recente
structuurwijzigingen in het economische
leven".
Hbld.
Een reis om niet spoedig te vergeten
is gemaakt door de Urker botter No. 243,
die gisterenavond te omstreeks 9 uur op
het strand van Huisduinen, ongeveer ter
hoogte van paal 2, strandde. Een reis,
waarop niet alleen een deel van het mate
rieel aan boord vernield werd, maar die
eindigde met een tocht, naar alle waar
schijnlijkheid over de mijnenvelden voor
onze kust. De schipper meende voor
IJmuiden te zijn en bleek hoogeljjk ver
baasd te hooren van de kustwacht, dat hij
vlak bjj Huisduinen zat. Noch van een
onderzoekingsvaartuig, noch van de mij
nenvelden had hjj echter iets gemerkt.
Zonder twijfel zijn deze schipper en zijn
mannen dan ook aan een ontzettend ge
vaar ontsnapt.
Wat de toedracht van deze stranding be
treft, één der leden van het personeel der
kustwacht kreeg gisteravond de mededeeling,
dat een botter op het strand was geloopen.
Toen de man zich persoonlijk wilde gaan over
tuigen van een en ander en in de richting van
paal 2 liep, kwam hij den schipper reeds tegen,
die hem vertelde, op welke wijze hij zoo onge
lukkig aan land gekomen was.
De schipper vertelde, dat hjj in het
begin van de week uitgevaren was en had
gevischt 40 mijl west noord west, bij Ter-
schellingerbank. Men had evenwel met
ernstige handicap te kampen. Bij het kor
ren had men veel materieele schade opge-
loopen, o.a. kapotte winchen en vernielde
netten. De schade was dusdanig, dat men
besloot weer tijdig naar IJmuiden op te
koersen, teneinde aldaar de schade te her
stellen. Gisterenavond meende men zich
aan boord (waar zich behalve de schipper
3 man bevinden) vlak in de buurt van
IJmuiden te bevinden. Het was vrij on
stuimig weer, terwijl het zicht zeer dik
was. Om 9 uur liep men aan den grond en
al spoedig begon men te begrijpen, dat het
niet IJmuiden, doch Den Helder was,
waarbij men zich bevond.
De schipper deelde mede, dat het hem
een volkomen raadsel is op welke w(jze
hjj zoo ver uit den koers geraakt kan zjjn.
Men kan zich overigens de gewaarwor
ding van dezen zeeman voorstellen, toen
hjj begreep zonder iets van het bewakings
vaartuig gezien te hebben, naar alle
waarschjjnljjkheid dwars over de mjjnen-
velden gevaren te hebben. Inderdaad is
het in dat geval een dubbeltje op z'n kant
geweest en mag de Urker zijn goed ge
sternte danken, dat hem op zulk een won
derbaarlijke wjjze tenslotte nog veilig op
het Huisduiner strand bracht.
De mogelijkheid bestaat, dat het kompas
niet in orde geweest is.
De schipper wenschte gisteravond geen
gebruik te maken van sleepboothulp. Wel
stelde hij zich in verbinding met enkele
vletterlui uit den Ouden Helder, teneinde
van deze een vlet te krjjgen. Men zou nl.
hedenmorgen 12 uur trachten van den
vloed gebruik te maken en zich, door het
uitzetten van 2 ankers van het strand te
bevrijden.
Het plan was, naar IJmuiden op te
koersen, teneinde aldaar de noodige her
stellingen te laten verrichten.
Een reis, die dezen Urker schipper nog
lang zal heugen.
AANRIJDING BIJ DE ZEEDOKSLUIS.
Gisterenavond geschiedde een aanrijding bij
de Zeedoksluis op de Buitenhaven tusschen
een militaire auto en een milicien. De jonge
man werd bewusteloos opgenomen en naar
het Marine-hospitaal vervoerd.
Volgens ooggetuigen zou het slachtoffer
een en ander aan zichzelf te wijten hebben
gehad.
COCKTAIL UNITED CIGARETTE FACTORIES INC
Wij leven in den tijd van den „thriller".
De „thriller" is het fenomeen, dat de
menschheid van 1940 onthaalt op van vernuft
schitterende politie-speurders, op van hun stoel
gegleden bankdirecteuren, die bij nader inzien
het stoffelijke met het eeuwige verwisseld
hebben, op mannen in monnikspijen, wier
zielen door hun ongeëvenaarde slechtheid voor
eeuwig tot zwerven gedoemd zijn, van knal
lende schoten uit zwarte brownings en niet
te vergeten van mysterieuze schaduwen in
afgelegen landhuizen...
Ook het stuk „Gaslucht", dat gisterenavond
als tooneelabonnementsvoorstelling door het
gezelschap „Het Masker" gebracht is, vaart
onder de vlag van „thriller", zelfs van „Vic-
torian thriller", hetgeen de zaak extra pikant
maakt. Vandaar waarschijnlijk dan ook, dat
de verwachtingen hoog gespannen waren.
Nietwaar... Arnoldi in een detective-story!
Dit stuk is een vondst van Patrick Hamil-
ton. Men zou haast zeggen: een geniale vondst.
Want hij heeft kans gezien hier een mensche-
lijk drama te construeeren, dat inderdaad alle
factoren van een „thriller" bezit, en waarin
men nochtans vergeefs zoekt naar die klas
sieke hulpmiddelen, waarmede de geijkte poli-
tie-romans versierd worden. Integendeel, Pa
trick Hamilton heeft bewezen een uiterst in
telligent psycholoog te zijn, een auteur die
kennelijk in de leer is geweest bij de groot
meesters der crimineele literatuur: Conan
Doyle en Edgar Allan Poe. Speciaal bij den
laatste.
Het is een wonderlijke geschiedenis. Ergens
in een even oud als somber Londensch huis
wonen een man en een vrouw. En in dat huis
voelt, speurt en tast men het noodlot dat daar
dreigend hangt tusschen het licht der gas
lampen, waarvan men het suizen kan hooren,
als men heel goed luistert.
De man, een vreemde figuur, die zijn vrouw
suggereert dat zij, evenals haar moeder,
krankzinnig wordt. Een vrouw, die niet weet
dat die man een duivel is, een moordenaar,
die 20 jaar daarvoor een oude vrouw van het
leven beroofde en na die 20 jaar naar dat huis
teruggekeerd is om de robijnen te halen, die
hij bij zijn misdrijf niet kon vinden.
De man, die gaat vermoeden, dat zijn vrouw
te veel begint te weten en haar geestelijk gaat
dooden. En de oude, op non-actief gestelde
politie-speurder, die na 20 jaar plotseling den
Er nahet sich, der holde Lenz,
Schon fühlen wir den linden Hauch,
Bald lebet alles wieder auf.
(Jahreszeiten).
Nog vele jaren zal de afgeloopen winter ons
heugen.
Berijpte boomen, witte daken tegen donkere
luchten, wilde gevechten van hongerige meeu
wen langs den grachtkant, vroolijke middagen
op heerlijke ijsbanen, gladde wegen en elfsteden
tocht. En al was dit alles er niet geweest, toch
zal de winter van '39'40 als een bizondere
in de analen der wereldgeschiedenis vermeld
worden. Want een volk begon den strijd voor
zijn onafhankelijkheid. Met eerbied en ach
ting denken we aan dat kleine, jonge volk in
het verre Noorden, dat als David nieï toegaf
aan de eischen van Goliath, maar de uitdaging
aanvaardde. David zou niets tegen den Reus
uitrichten, dacht men. Toch werd tegen elke
verwachting in de Reus verslagen. Dat de
onderneming van dezen aDvid van heden met
eenzelfden uitslag zal eindigen is veler wensch.
De winter wijkt.
De lente is in aantocht. Overal staat men
gereed om haar met vreugde welkom te heeten.
In de Hohe Tatra, het kleine maar toch in
drukwekkende bergland in het vroegere
Poolsch-Tsjechische grensgebied, viert een
volk het feest in de lente. Den winter hebben
ze doorgebracht in hun kleine woningen, maar
nu vliegen de deuren open en gaat men naar
buiten om de lente tegemoet te vliegen de
buiten om de lente tegemoet te treden. Meis
jes, in schitterende met gouddraad bewerkte
kleederdracht, dansen op de weiden en vor
men een kring om een pop, die Morane, de go
din van winter en dood voorstelt. Ze dansen,
dansen en zingen... De klanken van hun ty-
draad van de eens verloren gegane zaak weer
opneemt en den man ontmaskert.
Zooals men ziet: stof te over voor 10 „thril
lers" en 25 draken. Dat het desondanks een
uiterst spannend, en een met een groote mate
van intelligentie geschreven (en gespeeld)
stuk is geworden, dankt men zoowel den
schrijver als het gezelschap „Het Masker".
De sfeer bleek in ieder opzicht meesterlijk
door de regie geschapen te kunnen worden:
de fladderende schaduwen over de yoorouders-
portretten aan den wand, het zachte golven
van de satijnen gordijnen, de stilte rondom
het huis... kortom een mise en scène, waarin
de sfeer van noodiotsbedreiging bijna voelbaar
werd.
In die sfeer dan de menschen: met lange
rokken, in satijnen robes, en de mannen met
bakkebaardjes, en hooge hoeden. De één een
duivel, spelend met schoone woorden, zijn in
tellect gebruikend als een mes, waarmede hij
de ziel van zijn vrouw op de snijtafel legt en
deze tracht te dooden. Een vrouw, onschuldig
en aanvankelijk niets vermoedend van de roi,
die de man, die zich haar echtgenoot noemt,
met haar speelt. Een luguber spel van kat en
muis, met een uiterst raffinement door den
eerste weergegeven. En voorts de grijze detec
tive in ruste, die plotseling weer opleeft als
hij licht ziet in een zaak, van 20 jaar geleden.
Een goedmoedig en door het leven tam ge
maakte figuur, die weer zijn vitaliteit terug-
rugkrijgt en met een haast jeugdig élan de
gerechtigheid doet zegevieren.
Het zijn deze drie personen, die dit stuk tot
leven brengen: respectievelijk Cruys Voor
bergh, Willy Haak en Ko Arnoldi.
Arnoldi is het, die een vervaarlijk knap stuk
werk laat zien in zijn detective-rol. Deze man
in pellerine, die als een door de gerechtigheid
gezonden afgezant dat sinistere huis binnen
valt en klaarheid brengt. Nu eens goedmoedig,
dan weer spelend met een vaart, die den waren
tooneelspeler kenmerken. Diep-begaan met
het slachtoffer van den duivel, maar fel-ge-
beten op den misdadiger. Een groote rol, on
verbeterlijk weergegeven.
Willy Haak maakte van Bella Manningham
een levende figuur. De vrouw, die geplaagd
wordt, gesard tot het uiterste, die op weten
schappelijke wijze krankzinnig gemaakt
dreigt te worden. Vertwijfeld en gelaten, maar
aan het einde haar spel uitvierend in een aan
val van razende hysterie, waarin zij op bijna
angstaanjagende wijze het doodelijke spel en
de werkelijkheid tot één brengt en in deze
creatie de spanning en emotie tot het uiterste
weet op te voeren. En dan Voorbergh, die
zijn rol speelt met alle sinisterheid, alle ge
meenheid van den „psychologischen misdadi
ger". Die recht op zijn doel afgaat, die de ziel
van de vrouw met verbijsterend raffinement
stuk maakt, faze na faze.
Drie rollen, waarin men drie levende men
schen ziet. Drie menschen en een „thriller",
waarbij geen schot valt, en geen enkel ljjk
voor het voetlicht neervalt.
Het publiek reageerde zooals het op een
zoo goede „thriller" wel moest reageeren:
de spanning in de zaal manifesteerde zich keer
op keer in opluchtend kuchen en zuchten bij
dc minder spannende intermezzi, of in een
nerveus lachen bij momenten, waarbij veelal
volstrekt niet gelachen behoefde te worden.
Maar dat was feitelijk een compliment aan
het sublieme spel van het drietal Arnoldi-
Haak-Voorbergh, dat met „Gaslicht" op on
dubbelzinnige wijze van zijn bijzonder kunnen
blijk gegeven heeft.
Aanvullende begrooting aangenomen.
Batavia. De Volksraad heeft zonder hoofde
lijke stemming aangenomen een aanvullende
begrooting van verkeer en waterstaat, waar
bij een credietverhooging werd gevraagd van
440.000 voor de havens en voor den bagger
dienst, en 151.000 voor gebouwen
Bij de behandeling hiervan had de regeerings-
gemachtigde voor verkeer en waterstaat, ir.
Van Haeften, op vragen van den heer Mussert
(B.B.) medegedeeld, dat de in het voorstel der
regeering bedoelde werken, hoewel op zichzelf
geen militair karakter dragend, nochtans een
waarbij ook de aanleg van defensiewerken is
betrokken. Spreker verzekerde voorts, dat het
onderdeel vormen van een uitgebreid plan.
niet in de bedoeling ligt om de kosten van
deze werken te verhalen op de gebruikers van
de havens, zoolang dezen daarvan geen ge
bruik maken. (Aneta).
RIJTIJDENWET.
Een chauffeur werd gisteren op de bon
gezet terzake overtreding van de wet op de
rijtijden.
pische Slavische liederen weerkaatsen in alle
richtingen van de bergwanden. Op een gegeven
oogenblik wordt de godin onder gejuich aan
flarden gescheurd. Met de stukgetrokken pop
hollen de meisjes naar de woeste bergbeek,
steken haar in brand en werpen haar in den
stroom, die de overblijfselen van de eens zoo
machtige godin in snelle vaart meevoert. De
winter is verjaagd en de lente mag komen. Ze
laat niet lang op zich wachten, want spoedig
bungelen de eerste zilverglansende wilgen
katjes in den frisschen bergwind en groote
voorjaarswolken waaien langs een blauwe
lucht.
Ook in de Alpen is het voorjaar op komst.
Vele maanden lagen de dalen en de dorpen
onder een dikke sneeuwlaag bedolven. De
naaldwouden stonden stil en sneeuwbevracht
tegen de hellingen. Hoog de stralend blauwe
lucht in torenden de reusachtige toppen, alle
omhuld met witte mantels. Maar de kracht
der zonnestralen neemt toe en eerst in de laag
gelegen, maar al spoedig ook in de hoogere
dalen begint de sneeuw te smelten, langzaam
maar zeker. Meter voor meter moet de win
ter het veld ruimen voor de lente, moet de
schijnbare dood wijken voor een nieuwen groei.
Tallooze kleine stroompjes voeren het koude
smeltwater naar het dal, waar het opgenomen
wordt door de onstuimige bergbeek. Dan is
eindelijk de lange, lange winter voorbij en
wordt ook het groen van de alpenweiden weer
zichtbaar. Nog plekt hier en daar wat sneeuw,
maar daartusschen bloeien reeds schuchter de
eerste alpenbloemen. Nu gaan in het dorp de
staldeuren open en trekt de koejongen met zijn
beesten weer naar de golvende weiden. Weer
klinkt van alle kanten het lichte geluid van
de koeklokken en het doffe gebas van den al
penhoorn. In alles hoort en ziet men de lente.
Men hoort haar in de winden die door de
wouden gaan, in het geruisch en het kolken
van den bergstroom en in het blijde jodellied
van de herders op de alpen. Lente, lente, overal.
Voortdurend dichter nadert de lente ons
land.
Als het voorjaar aan de oevers van de
blauwe Italiaapsche meren en ln de alpen
De neutrale mogendheden ondervinden da
gelijks de critek van de oorlogvoerenden. Is
het Duitschland niet, dat zijn ontstemming te
kennen geeft over de neutralen, dan stuurt
Engeland zijn giftpijlen naar de landen, die
trachten alle klippen te omzeilen om zelf niet
te stranden in het oorlogsgebied. De positie
van de neutralen is verre van benijdenswaard
en het vereischt groote tact en uiterste voor
zichtigheid om buiten het conflict te blijven.
Aan die beide laatste eigenschappen ont
breekt het de neutrale mogendheden over het
algemeen niet.
Natuurlijk begaan zij ook wel eens een
onvoorzichtigheid, doch daarvoor moeten ze
dan ook zwaar boeten. De onbarmhartige cri
tiek die op Noorwegen is losgelaten in ver
band met de „Altmark", zal de Noren nog
lang heugen en zal hen in de toekomst wel
tot grooter voorzichtigheid aanmanen.
De Britsche minister van marine, Chur-
chill, heeft gisteren weer eens op zeer
openhartige, zij het niet tactische wijze,
zijn meening geuit over de neutrale mo
gendheden, die veel meer critiek, volgens
den Engelschen minister zouden hebben
gehad op zijn redevoering van eenige we
ken geleden, dan op de Duitsche onrecht
matige oorlogsdaden tegen de neutralen.
Opnieuw heeft de minister herhaald, dat
Engeland in het vervolg zich meer -zal
laten leiden door zijn billijkheidsgevoel,
dan door de letter van de wet. Dat be-
teekent dus zooveel, dat de neutrale mo
gendheden nog meer aan den willekeur
van de groote oorlogvoerende mogend-
zuilen zijn overgeleverd, dan tot tot nu
toe het geval was. En het was al niet
eenvoudig voor de neutrale landen om
tusschen alle klippen door te zeilen. Men
moest zich al vele dingen laten welge
vallen, die in strijd warpn met alle wetten
van recht en billijkheid.
Duitschland behandelt de neutrale mogend
heden dikwijls zeer onredelijk. De protesten
te Berlijn getuigen, dat men in die neutrale
landen grootelijks ontstemd is over de wijze
waarop verschillende Duitsche duikboot-kapi
teins meenen te mogen optreden tegen sche
pen, die neutrale goederen naar neutrale ha
vens vervoeren. Dat is in strijd met alle recht
en de diepe verontwaardiging bij de regee
ring van de neutrale mogendheden is volko
men te begrijpen. Maar ook Engeland matigt
zich rechten aan, die in strijd zijn met een
reeële opvatting van de houding van de oor
logvoerenden tegenover de neutralen. Men
schendt de wet, men vertrapt het recht, om
zichzelf de meeste voordeelen te bezorgen.
De neutrale mogendheden hebben het
niet gemakkelijk. Zjj immers willen niet
anders dan neutraal z(jn, niet anders dan
zorgen voor de levensbehoeften van het
eigen volk, niet anders dan de handhaving
van eigen zelfstandigheid. En dat weet
men zoowel in Engeland als in Duitsch
land, waarom dan die onbillijkheid tegen
de neutrale staten? \V\j blijven neutraal,
nu en in de toekomst. Laat men dien
wensch dan eerbiedigen!
hoogtij viert, zien we haar voorboden reeds
langs den Duitschen Rijn. Het is of de oude
roofburchten op hun hooge verhevenheden, die
in den winter waren omhuld door nevelige
sluiers en somber stonden onder een nog som
berder wolkendek, nu al hun grauwheid ver
liezen en onder de lichte lenteluchten iets van
hun oude glorie terugkrijgen. Op de wijnber
gen verschijnt het eerste groen en het woe
lige water van den Rijn in de diepte krijgt
weer kleur.
En als we even de grens overwippen, zien
we dat in de „Bourgondische Poort" uit de
knoestige koppen der knotwilgen nieuwe groe
ne loten schieten. De lente komt! Op de vij
vers van het Bois de Boulogne in Parijs zwem
men al jonge eendjes en tusschen het over-
jaarsche riet broeden de groote witte zwanen.
Alle boomen staan dik in het jonge blad en
op de breede gazons bloeien sierstruiken in
tientallen kleuren.
Maar ook in ons land zelf breekt nu einde
lijk de lente door! Eerst zijn het de bloeiende
berken en elzen, die het boerenerf omzoomen,
daarna de geelgroene nog niet geheel ontvou
wen blaadjes van den vlierstruik achter de
schuur, het eerste kievietsei, het wegtrekken
van de bonte kraaienlegers. En al komt ge
heelemaal niet buiten de stad, als ge uw
oogen en ooren goed gebruikt, merkt ge ook
daar dat het voorjaar is gekomen. De mode
huizen brengen de nieuwste voorjaarstoiletjes
en de reisbureaux maken door middel van
bontgekleurde affiches reclame voor tochten
naar de bloeiende Betuwe en de bollenvelden.
Ja, het is lente. Heel Europa viert het feest
van de lente, het feest van het ontwakende
leven...
Overal rondom u ziet ge nieuwen groei,
nieuw leven, het oude heeft afgedaan. Pro
beer ook in uw hart een vernieuwing, een
streven naar het betere te brengen. Veran
derde menschen kunnen de staten veranderen
en veranderde staten beteekent een veran
derde. een nieuwe wereld.
Maar begin met uzelf, vandaag nog.
Wim Kok.