„Gaslicht", Hachelijke reis PE KENNER. leven Onrechtmatige critiek De evacuatie van Den Helder Kleeding voor de Finnen! Zonder licht! Ontwakend De neutralen hebben het gedaan Woensdag 28 Februari 1940 Tweede Blad £tadinieuw~6 11 Bijzonderheden zullen straks door de Burgerlijke Stand van Den Helder Prof. Dr. P. P. van Berkum van Urker botter No. 243 Bij paal 2 gisteravond op strand geloopen Zonder te weten dwars over de mijnenvelden? 4e Abonnementsvoorstelling een perfecte „thriller" Sublieme rollen van Arnoldi, Willy Haak en Cruys Voorbergh Verbetering van havens voor defensiebelangen De officieele mededeeling over de evacuatie In ons land, opgenomen in J; ons nummer van gisteren, behoeft voor i: onze stad eenige aanvulling. In den aanvang van het artikel toch wordt ml meegedeeld, dat thans allen, die in ge- j val van nood hun woonplaats moeten verlaten, daarvan aanzegging hebben :i gekregen. Nu is dat ten opzichte van Den Helder niet juist. Slechts 1 «ijk heeft in het laatst van de vorige week de noodige biljetten ge- jj kregen en ingevuld, aan de andere Si ii wijken van onze stad wordt op het II jj oogenblik hard gewerkt en binnen kor- jj 5: ten tijd zal men bezoek krijgen van de ij groepsleiders, voor het invullen van de jj jj biljetten. li Zooals we reeds eerder meedeelden, jj zal de bevolking van Den Helder in jj I! geval van nood evacueeren naar Texel, Callantsoog, Anna Paulowna, Wierin- jj ii gen, Wieringerwaard en Wieringermeer. jj Ten raadhuize is men druk bezig met het 2 J Ij aanwijzen van hoofd- en groepsleiders voor de eventueele evacuatie. Getracht II zal worden, als het eenmaal noodig I! l a jj mocht zjjn, de bevolking bulten de stel- ling te brengen, de inwoners zooveel mo- jj j j gelijk onder te brengen in gezinnen van j j dezelfde godsdienstige gezindte en de jj onderbrenging te regelen naar het be- jj jj lastbaar inkomen, zoodat men, voor zoover mogelijk, ook ongeveer in het- jj II zelfde milieu komt. verschillende leiders aan de bevolking jj II worden meegedeeld. Legt alles Vrijdagochtend klaar. Zooals men in ons nummer van giste ren gelezen heeft, wordt er Vrijdag en Zaterdag a.s. in Den Helder een kleeding- inzameling gehouden voor de Finnen. Zoo ooit, dan is t h an s hulp dringend gebo den; en gezien het wel zeer verheugend resultaat van de geldelijke collecte van vorige week, mag worden aangenomen, dat ook deze kleeding-inzameling zal slagen. In ieder gezin valt nog wel iets te missen. Liefst wollen kleeding, die reeds gewasschen is. Help er het Finsche volk mee, dat dit alles nu zeer van noode heeft. In de tweede plaats: leg alles Vrijdag morgen bijtijds klaar, opdat het weghalen zoo weinig mogelijk tijd in beslag neemt. Mocht het zijn, dat er nog huismoeders zijn, die geen kleeren, doch daarvoor in de plaats een extra geldelijke bijdrage willen geven, dan zullen zjj daartoe in de gele genheid worden gesteld. In iedere auto zal daarvoor een bus aanwezig zijn. Wanneer uw huis zou worden over geslagen, geeft het dan op aan 't Bureau van Politie en men komt nog bij U. Mevr. S. J. Ritmeestervan der Feen. G. M. Jollesde Bruijn. J. C. Postumavan Vloodorp, (Ned. Ver. v. Huisvrouwen). A. M. KootkerVerberne, (R.-K. Vrouwenbond). L. A. LeverBrouwer, (Ned. Christel. Vrouwenbond). ,t D. van DalenBerg, ((Ned. Vrouwenbond tot verhooging van 't Zedelijk Bewustzijn). E. P. van HasseltKramer, (Vrijzinnig-Dem. Vrouwenclub). M. A. OortgijsenDoorn, (Ned. Padvindstersgilde). Mej. N. Graaff, (Ned. VeE Christ. Jongevrouwen meisjes). Spoorstraat gedeeltelijk in het duister. Reeds enkele dagen zit er een storing in de lichtkabel in de Spoorstraat. Men is aan het zoeken gegaan. Tot vanmorgen echter zonder resultaat. Het gevolg van een en an der was, dat de Spoorstraat gisteravond ge deeltelijk zonder licht zat. Men zag er mid- deleeuwsche verlichtingen achter de vensters. Kaarsjes en oliepitjes. Wat erg fantastisch, maar voor de betrokkenen weinig begeerens- Sraardig. Vandaag hoopt men de oorzaak van de sto- ïing op te sporen. BEVALLEN: J. M. DoornbosDieterich Ö-: C. R. C. SwartVisser d.. OVERLEDEN: P. Jorritsma m. 17 j.; T. C. diepenhorst m. 29 j.; H. Ike m. 79 j. ONDERTROUWD: H. Kroon en N. Kleiss; A. J. Kassels en J. M. Helfensteijn; J. Mars man en G. Renden. WAAR IS DIE BANKSCHROEF? Een bewoner van den Linieweg deed aan gifte dat op onnaspeurlijke wijze een bank schroef uit zijn tuintje was verdwenen. De po litie stelt een onderzoek in, Directeur van het Economisch- Technologiseh Instituut te Til burg geworden. Het bestuur van het Economisch-Tech- nologisch Instituut van de Kath. Econo mische hoogeschool te Tilburg heeft onze oud-stadgenoot, prof. dr. P. P. van Ber kum tot directeur van deze instelling be noemd. Zooals men zich zal herinneren is prof. Van Berkum nu ongeveer een jaar geleden buitengewoon hoogleeraar in de bedrijfsleer te Tilburg geworden; hij was toen chef van het research-bureau van den Economischen Voorlichtingsdienst aan het departement van Economische Zaken. Een jaar tevoren was hij de eerste promovendus aan de Kath. Econ. Hooge school geweest: zijn proefschrift behan delde „De betalingsbalans als uitgangs punt eener beschouwing over de recente structuurwijzigingen in het economische leven". Hbld. Een reis om niet spoedig te vergeten is gemaakt door de Urker botter No. 243, die gisterenavond te omstreeks 9 uur op het strand van Huisduinen, ongeveer ter hoogte van paal 2, strandde. Een reis, waarop niet alleen een deel van het mate rieel aan boord vernield werd, maar die eindigde met een tocht, naar alle waar schijnlijkheid over de mijnenvelden voor onze kust. De schipper meende voor IJmuiden te zijn en bleek hoogeljjk ver baasd te hooren van de kustwacht, dat hij vlak bjj Huisduinen zat. Noch van een onderzoekingsvaartuig, noch van de mij nenvelden had hjj echter iets gemerkt. Zonder twijfel zijn deze schipper en zijn mannen dan ook aan een ontzettend ge vaar ontsnapt. Wat de toedracht van deze stranding be treft, één der leden van het personeel der kustwacht kreeg gisteravond de mededeeling, dat een botter op het strand was geloopen. Toen de man zich persoonlijk wilde gaan over tuigen van een en ander en in de richting van paal 2 liep, kwam hij den schipper reeds tegen, die hem vertelde, op welke wijze hij zoo onge lukkig aan land gekomen was. De schipper vertelde, dat hjj in het begin van de week uitgevaren was en had gevischt 40 mijl west noord west, bij Ter- schellingerbank. Men had evenwel met ernstige handicap te kampen. Bij het kor ren had men veel materieele schade opge- loopen, o.a. kapotte winchen en vernielde netten. De schade was dusdanig, dat men besloot weer tijdig naar IJmuiden op te koersen, teneinde aldaar de schade te her stellen. Gisterenavond meende men zich aan boord (waar zich behalve de schipper 3 man bevinden) vlak in de buurt van IJmuiden te bevinden. Het was vrij on stuimig weer, terwijl het zicht zeer dik was. Om 9 uur liep men aan den grond en al spoedig begon men te begrijpen, dat het niet IJmuiden, doch Den Helder was, waarbij men zich bevond. De schipper deelde mede, dat het hem een volkomen raadsel is op welke w(jze hjj zoo ver uit den koers geraakt kan zjjn. Men kan zich overigens de gewaarwor ding van dezen zeeman voorstellen, toen hjj begreep zonder iets van het bewakings vaartuig gezien te hebben, naar alle waarschjjnljjkheid dwars over de mjjnen- velden gevaren te hebben. Inderdaad is het in dat geval een dubbeltje op z'n kant geweest en mag de Urker zijn goed ge sternte danken, dat hem op zulk een won derbaarlijke wjjze tenslotte nog veilig op het Huisduiner strand bracht. De mogelijkheid bestaat, dat het kompas niet in orde geweest is. De schipper wenschte gisteravond geen gebruik te maken van sleepboothulp. Wel stelde hij zich in verbinding met enkele vletterlui uit den Ouden Helder, teneinde van deze een vlet te krjjgen. Men zou nl. hedenmorgen 12 uur trachten van den vloed gebruik te maken en zich, door het uitzetten van 2 ankers van het strand te bevrijden. Het plan was, naar IJmuiden op te koersen, teneinde aldaar de noodige her stellingen te laten verrichten. Een reis, die dezen Urker schipper nog lang zal heugen. AANRIJDING BIJ DE ZEEDOKSLUIS. Gisterenavond geschiedde een aanrijding bij de Zeedoksluis op de Buitenhaven tusschen een militaire auto en een milicien. De jonge man werd bewusteloos opgenomen en naar het Marine-hospitaal vervoerd. Volgens ooggetuigen zou het slachtoffer een en ander aan zichzelf te wijten hebben gehad. COCKTAIL UNITED CIGARETTE FACTORIES INC Wij leven in den tijd van den „thriller". De „thriller" is het fenomeen, dat de menschheid van 1940 onthaalt op van vernuft schitterende politie-speurders, op van hun stoel gegleden bankdirecteuren, die bij nader inzien het stoffelijke met het eeuwige verwisseld hebben, op mannen in monnikspijen, wier zielen door hun ongeëvenaarde slechtheid voor eeuwig tot zwerven gedoemd zijn, van knal lende schoten uit zwarte brownings en niet te vergeten van mysterieuze schaduwen in afgelegen landhuizen... Ook het stuk „Gaslucht", dat gisterenavond als tooneelabonnementsvoorstelling door het gezelschap „Het Masker" gebracht is, vaart onder de vlag van „thriller", zelfs van „Vic- torian thriller", hetgeen de zaak extra pikant maakt. Vandaar waarschijnlijk dan ook, dat de verwachtingen hoog gespannen waren. Nietwaar... Arnoldi in een detective-story! Dit stuk is een vondst van Patrick Hamil- ton. Men zou haast zeggen: een geniale vondst. Want hij heeft kans gezien hier een mensche- lijk drama te construeeren, dat inderdaad alle factoren van een „thriller" bezit, en waarin men nochtans vergeefs zoekt naar die klas sieke hulpmiddelen, waarmede de geijkte poli- tie-romans versierd worden. Integendeel, Pa trick Hamilton heeft bewezen een uiterst in telligent psycholoog te zijn, een auteur die kennelijk in de leer is geweest bij de groot meesters der crimineele literatuur: Conan Doyle en Edgar Allan Poe. Speciaal bij den laatste. Het is een wonderlijke geschiedenis. Ergens in een even oud als somber Londensch huis wonen een man en een vrouw. En in dat huis voelt, speurt en tast men het noodlot dat daar dreigend hangt tusschen het licht der gas lampen, waarvan men het suizen kan hooren, als men heel goed luistert. De man, een vreemde figuur, die zijn vrouw suggereert dat zij, evenals haar moeder, krankzinnig wordt. Een vrouw, die niet weet dat die man een duivel is, een moordenaar, die 20 jaar daarvoor een oude vrouw van het leven beroofde en na die 20 jaar naar dat huis teruggekeerd is om de robijnen te halen, die hij bij zijn misdrijf niet kon vinden. De man, die gaat vermoeden, dat zijn vrouw te veel begint te weten en haar geestelijk gaat dooden. En de oude, op non-actief gestelde politie-speurder, die na 20 jaar plotseling den Er nahet sich, der holde Lenz, Schon fühlen wir den linden Hauch, Bald lebet alles wieder auf. (Jahreszeiten). Nog vele jaren zal de afgeloopen winter ons heugen. Berijpte boomen, witte daken tegen donkere luchten, wilde gevechten van hongerige meeu wen langs den grachtkant, vroolijke middagen op heerlijke ijsbanen, gladde wegen en elfsteden tocht. En al was dit alles er niet geweest, toch zal de winter van '39'40 als een bizondere in de analen der wereldgeschiedenis vermeld worden. Want een volk begon den strijd voor zijn onafhankelijkheid. Met eerbied en ach ting denken we aan dat kleine, jonge volk in het verre Noorden, dat als David nieï toegaf aan de eischen van Goliath, maar de uitdaging aanvaardde. David zou niets tegen den Reus uitrichten, dacht men. Toch werd tegen elke verwachting in de Reus verslagen. Dat de onderneming van dezen aDvid van heden met eenzelfden uitslag zal eindigen is veler wensch. De winter wijkt. De lente is in aantocht. Overal staat men gereed om haar met vreugde welkom te heeten. In de Hohe Tatra, het kleine maar toch in drukwekkende bergland in het vroegere Poolsch-Tsjechische grensgebied, viert een volk het feest in de lente. Den winter hebben ze doorgebracht in hun kleine woningen, maar nu vliegen de deuren open en gaat men naar buiten om de lente tegemoet te vliegen de buiten om de lente tegemoet te treden. Meis jes, in schitterende met gouddraad bewerkte kleederdracht, dansen op de weiden en vor men een kring om een pop, die Morane, de go din van winter en dood voorstelt. Ze dansen, dansen en zingen... De klanken van hun ty- draad van de eens verloren gegane zaak weer opneemt en den man ontmaskert. Zooals men ziet: stof te over voor 10 „thril lers" en 25 draken. Dat het desondanks een uiterst spannend, en een met een groote mate van intelligentie geschreven (en gespeeld) stuk is geworden, dankt men zoowel den schrijver als het gezelschap „Het Masker". De sfeer bleek in ieder opzicht meesterlijk door de regie geschapen te kunnen worden: de fladderende schaduwen over de yoorouders- portretten aan den wand, het zachte golven van de satijnen gordijnen, de stilte rondom het huis... kortom een mise en scène, waarin de sfeer van noodiotsbedreiging bijna voelbaar werd. In die sfeer dan de menschen: met lange rokken, in satijnen robes, en de mannen met bakkebaardjes, en hooge hoeden. De één een duivel, spelend met schoone woorden, zijn in tellect gebruikend als een mes, waarmede hij de ziel van zijn vrouw op de snijtafel legt en deze tracht te dooden. Een vrouw, onschuldig en aanvankelijk niets vermoedend van de roi, die de man, die zich haar echtgenoot noemt, met haar speelt. Een luguber spel van kat en muis, met een uiterst raffinement door den eerste weergegeven. En voorts de grijze detec tive in ruste, die plotseling weer opleeft als hij licht ziet in een zaak, van 20 jaar geleden. Een goedmoedig en door het leven tam ge maakte figuur, die weer zijn vitaliteit terug- rugkrijgt en met een haast jeugdig élan de gerechtigheid doet zegevieren. Het zijn deze drie personen, die dit stuk tot leven brengen: respectievelijk Cruys Voor bergh, Willy Haak en Ko Arnoldi. Arnoldi is het, die een vervaarlijk knap stuk werk laat zien in zijn detective-rol. Deze man in pellerine, die als een door de gerechtigheid gezonden afgezant dat sinistere huis binnen valt en klaarheid brengt. Nu eens goedmoedig, dan weer spelend met een vaart, die den waren tooneelspeler kenmerken. Diep-begaan met het slachtoffer van den duivel, maar fel-ge- beten op den misdadiger. Een groote rol, on verbeterlijk weergegeven. Willy Haak maakte van Bella Manningham een levende figuur. De vrouw, die geplaagd wordt, gesard tot het uiterste, die op weten schappelijke wijze krankzinnig gemaakt dreigt te worden. Vertwijfeld en gelaten, maar aan het einde haar spel uitvierend in een aan val van razende hysterie, waarin zij op bijna angstaanjagende wijze het doodelijke spel en de werkelijkheid tot één brengt en in deze creatie de spanning en emotie tot het uiterste weet op te voeren. En dan Voorbergh, die zijn rol speelt met alle sinisterheid, alle ge meenheid van den „psychologischen misdadi ger". Die recht op zijn doel afgaat, die de ziel van de vrouw met verbijsterend raffinement stuk maakt, faze na faze. Drie rollen, waarin men drie levende men schen ziet. Drie menschen en een „thriller", waarbij geen schot valt, en geen enkel ljjk voor het voetlicht neervalt. Het publiek reageerde zooals het op een zoo goede „thriller" wel moest reageeren: de spanning in de zaal manifesteerde zich keer op keer in opluchtend kuchen en zuchten bij dc minder spannende intermezzi, of in een nerveus lachen bij momenten, waarbij veelal volstrekt niet gelachen behoefde te worden. Maar dat was feitelijk een compliment aan het sublieme spel van het drietal Arnoldi- Haak-Voorbergh, dat met „Gaslicht" op on dubbelzinnige wijze van zijn bijzonder kunnen blijk gegeven heeft. Aanvullende begrooting aangenomen. Batavia. De Volksraad heeft zonder hoofde lijke stemming aangenomen een aanvullende begrooting van verkeer en waterstaat, waar bij een credietverhooging werd gevraagd van 440.000 voor de havens en voor den bagger dienst, en 151.000 voor gebouwen Bij de behandeling hiervan had de regeerings- gemachtigde voor verkeer en waterstaat, ir. Van Haeften, op vragen van den heer Mussert (B.B.) medegedeeld, dat de in het voorstel der regeering bedoelde werken, hoewel op zichzelf geen militair karakter dragend, nochtans een waarbij ook de aanleg van defensiewerken is betrokken. Spreker verzekerde voorts, dat het onderdeel vormen van een uitgebreid plan. niet in de bedoeling ligt om de kosten van deze werken te verhalen op de gebruikers van de havens, zoolang dezen daarvan geen ge bruik maken. (Aneta). RIJTIJDENWET. Een chauffeur werd gisteren op de bon gezet terzake overtreding van de wet op de rijtijden. pische Slavische liederen weerkaatsen in alle richtingen van de bergwanden. Op een gegeven oogenblik wordt de godin onder gejuich aan flarden gescheurd. Met de stukgetrokken pop hollen de meisjes naar de woeste bergbeek, steken haar in brand en werpen haar in den stroom, die de overblijfselen van de eens zoo machtige godin in snelle vaart meevoert. De winter is verjaagd en de lente mag komen. Ze laat niet lang op zich wachten, want spoedig bungelen de eerste zilverglansende wilgen katjes in den frisschen bergwind en groote voorjaarswolken waaien langs een blauwe lucht. Ook in de Alpen is het voorjaar op komst. Vele maanden lagen de dalen en de dorpen onder een dikke sneeuwlaag bedolven. De naaldwouden stonden stil en sneeuwbevracht tegen de hellingen. Hoog de stralend blauwe lucht in torenden de reusachtige toppen, alle omhuld met witte mantels. Maar de kracht der zonnestralen neemt toe en eerst in de laag gelegen, maar al spoedig ook in de hoogere dalen begint de sneeuw te smelten, langzaam maar zeker. Meter voor meter moet de win ter het veld ruimen voor de lente, moet de schijnbare dood wijken voor een nieuwen groei. Tallooze kleine stroompjes voeren het koude smeltwater naar het dal, waar het opgenomen wordt door de onstuimige bergbeek. Dan is eindelijk de lange, lange winter voorbij en wordt ook het groen van de alpenweiden weer zichtbaar. Nog plekt hier en daar wat sneeuw, maar daartusschen bloeien reeds schuchter de eerste alpenbloemen. Nu gaan in het dorp de staldeuren open en trekt de koejongen met zijn beesten weer naar de golvende weiden. Weer klinkt van alle kanten het lichte geluid van de koeklokken en het doffe gebas van den al penhoorn. In alles hoort en ziet men de lente. Men hoort haar in de winden die door de wouden gaan, in het geruisch en het kolken van den bergstroom en in het blijde jodellied van de herders op de alpen. Lente, lente, overal. Voortdurend dichter nadert de lente ons land. Als het voorjaar aan de oevers van de blauwe Italiaapsche meren en ln de alpen De neutrale mogendheden ondervinden da gelijks de critek van de oorlogvoerenden. Is het Duitschland niet, dat zijn ontstemming te kennen geeft over de neutralen, dan stuurt Engeland zijn giftpijlen naar de landen, die trachten alle klippen te omzeilen om zelf niet te stranden in het oorlogsgebied. De positie van de neutralen is verre van benijdenswaard en het vereischt groote tact en uiterste voor zichtigheid om buiten het conflict te blijven. Aan die beide laatste eigenschappen ont breekt het de neutrale mogendheden over het algemeen niet. Natuurlijk begaan zij ook wel eens een onvoorzichtigheid, doch daarvoor moeten ze dan ook zwaar boeten. De onbarmhartige cri tiek die op Noorwegen is losgelaten in ver band met de „Altmark", zal de Noren nog lang heugen en zal hen in de toekomst wel tot grooter voorzichtigheid aanmanen. De Britsche minister van marine, Chur- chill, heeft gisteren weer eens op zeer openhartige, zij het niet tactische wijze, zijn meening geuit over de neutrale mo gendheden, die veel meer critiek, volgens den Engelschen minister zouden hebben gehad op zijn redevoering van eenige we ken geleden, dan op de Duitsche onrecht matige oorlogsdaden tegen de neutralen. Opnieuw heeft de minister herhaald, dat Engeland in het vervolg zich meer -zal laten leiden door zijn billijkheidsgevoel, dan door de letter van de wet. Dat be- teekent dus zooveel, dat de neutrale mo gendheden nog meer aan den willekeur van de groote oorlogvoerende mogend- zuilen zijn overgeleverd, dan tot tot nu toe het geval was. En het was al niet eenvoudig voor de neutrale landen om tusschen alle klippen door te zeilen. Men moest zich al vele dingen laten welge vallen, die in strijd warpn met alle wetten van recht en billijkheid. Duitschland behandelt de neutrale mogend heden dikwijls zeer onredelijk. De protesten te Berlijn getuigen, dat men in die neutrale landen grootelijks ontstemd is over de wijze waarop verschillende Duitsche duikboot-kapi teins meenen te mogen optreden tegen sche pen, die neutrale goederen naar neutrale ha vens vervoeren. Dat is in strijd met alle recht en de diepe verontwaardiging bij de regee ring van de neutrale mogendheden is volko men te begrijpen. Maar ook Engeland matigt zich rechten aan, die in strijd zijn met een reeële opvatting van de houding van de oor logvoerenden tegenover de neutralen. Men schendt de wet, men vertrapt het recht, om zichzelf de meeste voordeelen te bezorgen. De neutrale mogendheden hebben het niet gemakkelijk. Zjj immers willen niet anders dan neutraal z(jn, niet anders dan zorgen voor de levensbehoeften van het eigen volk, niet anders dan de handhaving van eigen zelfstandigheid. En dat weet men zoowel in Engeland als in Duitsch land, waarom dan die onbillijkheid tegen de neutrale staten? \V\j blijven neutraal, nu en in de toekomst. Laat men dien wensch dan eerbiedigen! hoogtij viert, zien we haar voorboden reeds langs den Duitschen Rijn. Het is of de oude roofburchten op hun hooge verhevenheden, die in den winter waren omhuld door nevelige sluiers en somber stonden onder een nog som berder wolkendek, nu al hun grauwheid ver liezen en onder de lichte lenteluchten iets van hun oude glorie terugkrijgen. Op de wijnber gen verschijnt het eerste groen en het woe lige water van den Rijn in de diepte krijgt weer kleur. En als we even de grens overwippen, zien we dat in de „Bourgondische Poort" uit de knoestige koppen der knotwilgen nieuwe groe ne loten schieten. De lente komt! Op de vij vers van het Bois de Boulogne in Parijs zwem men al jonge eendjes en tusschen het over- jaarsche riet broeden de groote witte zwanen. Alle boomen staan dik in het jonge blad en op de breede gazons bloeien sierstruiken in tientallen kleuren. Maar ook in ons land zelf breekt nu einde lijk de lente door! Eerst zijn het de bloeiende berken en elzen, die het boerenerf omzoomen, daarna de geelgroene nog niet geheel ontvou wen blaadjes van den vlierstruik achter de schuur, het eerste kievietsei, het wegtrekken van de bonte kraaienlegers. En al komt ge heelemaal niet buiten de stad, als ge uw oogen en ooren goed gebruikt, merkt ge ook daar dat het voorjaar is gekomen. De mode huizen brengen de nieuwste voorjaarstoiletjes en de reisbureaux maken door middel van bontgekleurde affiches reclame voor tochten naar de bloeiende Betuwe en de bollenvelden. Ja, het is lente. Heel Europa viert het feest van de lente, het feest van het ontwakende leven... Overal rondom u ziet ge nieuwen groei, nieuw leven, het oude heeft afgedaan. Pro beer ook in uw hart een vernieuwing, een streven naar het betere te brengen. Veran derde menschen kunnen de staten veranderen en veranderde staten beteekent een veran derde. een nieuwe wereld. Maar begin met uzelf, vandaag nog. Wim Kok.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1940 | | pagina 5