-DE TDEIRSP De kolenaffaire Het onvergetelijke 40 dagen achtervolgd door jagers diepte bommen en granaten 5 maal op de rotsen gestrand en toch gered WxutA q,aan uce heen Dinsdag 5 Maart 1940 Tweede Blad 100.000 ZEEMIJL Lantaarnpaal gesneuveld De dure bal gehakt Burgerlijke Stand van Den Helder Bridge-drive Uit het politie-rapport Temperatuur en Barometerstand Ongetwijfeld zullen tal van Nieuwe- diepers zich nog de „Orzel" herinneren. De „Orzel", een bij de Nederlandsche scheepswerven gemaakte onderzeeboot, ten dienste de Poolsche marine. Geruimen tijd verbleef dit schip in de haven van Nieuwediep, van waaruit proeftochten werden ondernomen, en menigeen wandelde in die nog rustige dagen, waarin niemand feitelijk oprecht aan de mogelijkheid van een oorlog dacht, langs de steigers om dezen Pool- schen onderzeeër te bezien. Had niemand toen nog aan oorlog kunnen denken, nog minder zou men gemeend hebben, dat deze onderzeeboot zulk een wonderlijk avontuur te wachten stond, niet zoo lang daarna. Een avon tuur, dat ongetwijfeld tot de span nendste behoort, waarover men in dezen oorlog vernomen heeft. In het zoo juist uitgekomen „Marineblad" vinden wy thans het authentieke relaas van dit groote avontuur, overgenomen uit „Shipbuilding Shipping ecord". Wij laten dit artikel hieronder volgen. De „Orzel" lag bij het uitbreken van den oorlog te Gdynia. Gezien de nabijheid van Duitsche vliegbases, besloot de Commandant op 1 September 1939 de haven te verlaten. Hij was echter ziek en behoorde eigenlijk in het hospitaal te zijn opgenomen. Gedurende 4 dagen kruiste hij onder water voor Dantzig en zag door zijn periscoop, hoe de Duitsche bommenwerpers met tusschenpoozen van 10 minuten Poolsche kustplaatsen bombardeer den. In ondiep water werd hg verkend en door vliegtuigen met bommen bestookt. De jacht begint. Een cordon Duitsche duikbootjagers ver spreidde zich over de baai van Dantzig, zoo dat hij besloot het ruime sop te kiezen. Inder daad zag hij kans aan de jagers te ontsnap pen. Van een zuster-onderzeeboot ving hij de boodschap; „Ik ben omsingeld, help mij", op. Gedurende een week zocht hij in de Oostzee naar die boot. Hij was toen echter zoo ziek, dat hij met een touw naar den commando toren moest worden geheschen. Op den 13en dag was zijn toestand echter zoodanig, dat de oudste officier besloot, hem aan land te zetten in een neutrale haven. De keus viel op Tallinn (Estland), waar de „Orzel" 15 September binnenviel. In Tallinn. Deze haven had 2 ingangen, ieder 30 m breed. In het midden van de haven ligt een rotsmassa; schepen kunnen alleen langszij van de werf liggen. Hier trof de „Orzel" een tankboot, een Estlandsche kanonneerboot, 5 jagers en 2 onderzeebooten. Zij kregen een ligplaats tusschen de kanonneerboot en de jagers. De onderzeeboot werd gemeerd met 4 trossen aan den steiger, één tros kwam op den jager en de voorsteven van de „Orzel" werd met een tros aan een anker in de haven bevestigd. De zieke commandant werd aan wal gezet en de oudste officier, luitenant ter zee dér le kl. J. Grudzinski, nam het com mando op zich. t Weinig sportief optreden. Een Duitsch koopvaardijschip was op het punt de haven te verlaten, zoodat de Estland sche autoriteiten geen toestemming gaven om de eerste 24 uur te vertrekken. Na afloop van deze 24 uur hoorde de wnd. commandant tot zijn groote verbazing, dat hij als belligerent te lang in een neutrale haven had gelegen en ge ïnterneerd zou worden. Eerewoord werd niet gevraagd, doch de Estlanders verwijderden de sluitstukken, na men alle kaarten en handvuurwapenen weg en maakten voorbereidingen tot het uit het schip hijschen van de torpedo's met een kraan. Twee wachtslieden werden met de bewaking be last; een aan boord in de centrale en een op den steiger. Het nog in de haven aanwezige olietankschip had de Duitsche vlag geheschen; de bemanning stond langs de verschansing, balde haar vuisten en schold de Polen uit. Krijgslist. Zondagmiddag waren 15 torpedo's uit de „Orzel" verwijderd. De wnd. oudste officier Piasecki had toen kans gezien ongemerkt de talie van de hijschkraan door te vijlen, zoodat deze op een goed moment brak. Er waren toen nog 5 torpedo's aan boord. De niets ver moedende Estlanders geloofden het toen ver der wel en besloten de rest van de torpedo's den volgenden dag uit te laden. Middelerwijl hield de commandant zich on ledig met het geleidelijk doorhakken en zagen der trossen, totdat deze op een enkele na door waren. De officier M.S.D. Pierzchewski werd be vorderd tot officier van navigatie. Men be schikte slechts over een lijstje van vuurtorens en lichtschepen van de Oostzee. Hij vervaar digde echter een noodkaartje op een vierkant stuk papier, waarop hij de benaderde positie van de lichten zette. Deze constructie moest hij echter verrichten in de enkele oogenblik- ken, dat de wacht op dek klom om een siga- van Albert Chambon Een ecM HoMatidicA boek! Zeemanshumor.... spanning Het werk van den Onderzee- SleclltS dienst op alle oceanen. f 2.50 B(j den Boekhandel en K V. Drukkery en Uitgeverij v h C. de Boer Jr. Den Helder. retje te rooken of om een praatje te maken met zijn.collega op den steiger. In deze mo menten werden de ontvluchtingsplannen ge smeed. Men besloot om te middernacht de wachtslieden te overrompelen, de laatste strengen van de trossen, die de boot nog met den wal verbonden, te kappen en zoo snel mogelijk te verdwijnen. De grootste moeilijk heid was het gyroscopische compas, dat ge durende eenige uren moest loopen voordat het bruikbaar was. Teneinde het zoemen van de gyro te overstemmen, werd de snelheid van de ventilatoren verhoogd onder het voor wendsel, dat er te weinig versche lucht was in de boot. Vervolgens ging een ieder naar kooi. Het moment nadert. Te middernacht gingen 2 stoere leden van de bemanning naar dek, zeggende, dat zij wat wilden rooken. De wachtsman op den steiger was in het gezelschap van een vriend, die met hem bleef praten. Met tusschenpoozen keer den de Polen naar het bovendek terug. De „Orzel" en de steiger er naast werden met een zoeklicht beschenen, dat er boven hing. Ook beschikte de wacht over een telefoon. Ten 2 uur v.m. vertrok de bezoeker. De 2 Poolsche zeelieden boden den wacht een sigaret aan; deze werd evenwel door hem geweigerd. Alarm. Om hem dichter naar de loopplank te lokken, vestigden zy zjjn aandacht op een bijzonderheid van de geschutsopstelling. Dit bleek hem te interesseeren en hij kwam dichterbij. Het volgend oogenblik hadden zij hem gegrepen, een prop in den mond gestopt, gebonden en in de „Orzel" afgevierd. Op hetzelfde moment werd zijn collega in de onderzeeboot overrompeld en een officier rende den wal op om de kabels van zoeklicht en telefoon door te snyden. Voordat men echter den mond had kunnen snoeren van den schildwacht op den steiger, had deze krachtig om hulp geschreeuwd, hetgeen op de jagers was gehoord. Door een regen van kogels de vryheid tegemoet. De verzwakte trossen, die de „Orzel" aan den wal verbonden, knapten gemakkelijk af; de voortros, die aan een anker in de haven was bevestigd, legde men om het spil, doch het geluid van het spil verraadde de bedoelin gen van de „Orzel"; de jagers ontstaken hun zoeklichten en openden vuur met geweren. De „Orzel" voer naar den haveningang, ver blind door zoeklichten; kogels spatten rechts en links in het water. Met moeite zag men er uit eerbied voor het internationale recht van af, om de Duitsche tankboot te torpedee- ren. Vlak bij den ingang raakte de „Orzel" geboeid. Er werd nu op korten afstand van alle richtingen op de Polen gevuurd. De tanks werden geblazen, volle kracht achteruit ge slagen en de „Orzel" gleed van de rotsen. Ver volgens weer vooruit en dezen keer zag zij kans door den 30 m breeden ingang te komen; in den nacht, de vryheid tegemoet... Op goed geluk. Buiten Tallinn liggen enkele versterkte eilandjes; een half uur later zochten de zoek lichten van deze kustforten de zee af en ont dekten de „Orzel". Vuur werd geopend met zware artillerie, hetgeen de „Orzel" deed onderduiken. Daarop hoorde men het geluid van de schroeven van de torpedojagers en motorbooten. Den geheelen nacht vluchtte zij onderwater weg; op goed geluk navigeerend, zonder kaart, welke aanwijzingen gaf. Over dag lag de „Orzel" op den zeebodem. Den ge heelen dag hoorden de Polen hoe jagers over hen heen voeren; dieptebommen kwamen dichtbij en verderaf tot ontploffing; zij kon den niet meer bijhouden hoeveel het er waren geweest. Ten 9 u. n.m. was er een pauze en te middernacht rees de „Orzel" behoedzaam naar de oppervlakte... Er was niets in zicht. De geheele bewapening bestond slechts uit 3 torpedo's de kanonnen waren onbruikbaar; geweren en revolvers had men van boord ge haald. De Commandant besloot in de Oost zee te gaan kruisen, teneinde Duitsche sche pen te zoeken, zoolang hij nog torpedo's had, om vervolgens te trachten naar Engeland te varen. Allereerst moest hij een schuilplaats vinden, waar hij ongezien aan de oppervlakte kon liggen om de batterijen op te laden; ver volgens moest hij trachten een Duitsch koop vaardijschip buit te maken en den kapitein dwingen zijn kaarten af te staan alvorens het schip tot zinken te brengen. De schuilplaats werd gevonden en de batterijen geladen. 5 keer liep de „Orzel" op ondiepten en rotsen vast, zoodat het schip steeds meer averij opliep. Gevangenen vrijgelaten. Men kreeg ruimschoots genoeg van de ge vangenen, die voortdurend bleven jammeren en zich zorgen maakten over hun families. De Duitsche radio dit was het eenige nieuws, dat z(j hoorden bracht hen op de hoogte van het feit,' dat zij er van beschuldigd werden de Estlandsche schildwachten te hebben ver moord. Tenslotte koersten zij om de Zuid en op een doodstillen nacht stopten zij bij een eilandje, lieten het jolletje te water, scheepten de beide Estlanders er in met geld, sigaretten en whisky en zagen hen naar de op 1.5 mijl verwijderde kust roeien. Daarop zonden deze Polen, die hun land en hun families hadden verloren, een draadloos bericht uit, dat de Estlanders veilig waren, zoodat men geen zorgen meer behoefde te hebben over hun wel en wee. Dit was den 22en Augustus. Gedurende 14 dagen kruisten zij "nu op de Oostzee en zagen de schepen veilig binnen de territoriale wate ren varen, waar het internationale recht hen beschermde tegen torpedo's. Eiken nacht werd er jacht op hen gemaakt, hetgeen het opladen der batteryen onmogelyk maakte. Op een haar na! Overdag kruisten zij onder water, nimmer wetend, wanneer zij een rots zouden raken, of zij lagen stil op den bodem. De watervoorraad raakte zoo langzamerhand op; gedurende 14 dagen hadden zij zich niet kunnen wasschen of water kunnen' gebruiken om te koken. De kok had bloedvergiftiging gekregen als gevolg van een schram aan zijn hand. Den 38sten dag besloten zij te trachten de Oostzee te verlaten en Engeland te bereiken. Zij herkenden een licht en liepen de Zweedsche kust aan. Hier kregen zij een flottielje Duitsche jagers in het zicht; er stond slechts 7 vaam water, te weinig dus om met eenige kans op succes aan te vallen. Zij gingen op den bodem liggen en luisterden naar de schroefgeluiden van de patrouilleerende jagers. Met donkerworden rezen zy naar peri- seoopdiepte en vervolgden den tocht; spoedig raakten zy echter den grond. Nu rezen zy totdat de commando-toren boven water kwam. De „Orzel" liep weer aan den grond. Daarop kwam de boot geheel aan de oppervlakte, om echter weer te stranden. Een zoeklichtbundel van een der jagers miste hen toen met enkele meters. De bundel zwaaide heen en weer, doch miste de „Orzel" net; toen realiseerden zy zich, dat zy in een dusdanige ondiepe geul terecht waren gekomen, dat de Duitschers het niet noodig vonden, deze af te zoeken. „Orzel" onhandelbaar. Nu werden in wanhoop alle tanks maar ge blazen; de „Orzel" raakte vlot en voer naar dieper water. Tengevolge van de verschillende soortelijke gewichten van het zeewater hier, bleek het echter zeer moeilijk om de juiste trim voor onderwatervaart te vinden. De „Orzel" was voor de Oostzee getrimd, doch in het Kattegat ontmoette zij op verschillende hoogten stroomen van gedeeltelijk zoet water, dat uit de fjorden kwam. Dientengevolge werd de boot vrijwel onhandelbaar; bij een poging om de boot te doen onderduiken met behulp van de horizontale roeren, toen zij volle kracht vooruit liep op de Diesels, veroorzaakte dit te veel lawaai, zoodat zij direct door de torpedo jagers ontdekt werd. Zij zagen kans den bodem te"bereiken en hier lag de „Orzel" gedurende vele uren bewegingloos, totdat de jagers zich verwijderden. Tenslotte rezen zij naar de oppervlakte en vervolgden de reis, om weder naar den zeebodem te duiken, toen de 40ste dag aanbrak. Zij kregen dorst en de vergiftigingsver schijnselen van den kok werden ernstig. Nu trachtten zij den koers op Engeland te be palen. De draadlooze was echter beschadigd door geweervuur; verkenningsseinen hadden zij niet en eenmaal in de Noordzee zouden zij vogelvrij zijn: uit de lucht, voor bovenwater patrouilles en onderzeebooten. De oudste offi cier, Piasecki, sprak echter Engelsch 14 October ten 6 uur v.m. ving een Britsch walstation het volgende zwakke bericht op: „Gegist bestek 6 u. 30 op aangegeven plaats voor Poolsche zeemacht. Vraag een loods en toestemming om binnen te loopen. Heb echter geen kaart Orzel". Enkele uren later werd de „Orzel" door een Britschen jager gevonden, die de Poolsche onderzeeboot ln triomf binnen loodste. Hier hoorden de Fölen, dat de zuster- boot (de onderzeeboot „Wllk", eveneens in Holland gebouwd) ook ln veiligheid was. Zij hadden slechts S verzoeken: den zieken kok aan wal te mogen zetten, den watervoorraad aan te vullen en sluit stukken voor hun kanons te mogen ont vangen. Daarna waren zy bereid uitge zonden te worden voor elke taak, waar voor de Britsche vloot hen kon gebruiken. Met luide hoezee's werden zy ontvangen, toen zij zich voegden by de Britsche zee- strydkracliten. Nadat gedurende eenigen tijd de lantaarn palen in onze stad weer een betrekkelijke rust genoten hadden nadat er een groot aantal op het veld van eer gesneuveld was) werd er gisterenmiddag weder een slacht offer. Dat was de paal op den hoek Weezen- straatKeizerstraat. Een militaire auto pas seerde, doch de chauffeur verzuimde te stop pen, toen een tegenligger op het zelfde oogenblik voorbij wilde gaan. De militaire auto ramde den lantaarnpaal, die afknapte en ter aarde viel. Ook de kap kwam daarbij te breken. ZEEMIJN MET GOEDEN INHOUD. De nogal vreedzame zeemijn, welke staat opgesteld in de hal van de Handelsblad- Cineac aan het Damrak te Amsterdam, is gisteren op haar inwendig organisme geïn specteerd. Zooals men weet, is deze myn er geplaatst als collectebus voor het Marine- rampenfonds en het bleek, dat het publiek zich niet uitsluitend tot nieuwsgierigheid heeft bepaald, maar dat het ook de geldgleuf in deze mijn gezien heeft en daardoor zijn goede gaven naar binnen heeft laten glijden. Gisteren zijn de mijn-ontvangsten geïnspec teerd en het vreedzame monster bleek een gelukkigen inhoud van 759.60 ryk te zyn! Een milicien van de landmacht, die wel eens wat anders dan rats, kuch en boonen wilde genieten, had Zondagmiddag 'zijn troost gezocht in een café ter plaatse en daar een warmen maaltyd besteld, die hem nog lang heugen zal. Niet dat de maaltijd niet goed was. Die was prima in orde, doch terwijl de milicien zich te goed deed aan een smeuigen bal gehakt, schoot een klein stukje daarvan in „z'n verkeerde keelgat", zooals men dat pleegt te zeggen. De jongeman kuchte en hoestte, maar het dierlijk overblijfsel bleef in z'n keel. Door spoelen trachtte hij het weg te krijgen, maar inplaats dat hij de vleesch- resten wegspoelde, spoelde hij een gedeelte van zijn gebit naar binnen. De jongeman kreeg het hierdoor zeer be nauwd. Zweetdroppels parelden op zijn ge zicht. Een taxi werd besteld en met vaart reed men naar het Hospitaal. De chirurg moest ingrijpen en langs operatieven weg moest het gebit weer naar buiten worden ge bracht. In ieder geval, de milicien bracht er het leven af, doch zal zich voorloopig en uit sluitend bepalen tot z'n rats kuch en boonen, die hem nog nimmer zulke benauwde oogen- blikken hebben bezorgd, als Zondag de culi naire disch in het café „ergens ter plaatse". Opgave van 4 Maart 1940. BEVALLEN: F. SlotemakerDrijver, d.; P. Pronkvan den Oever, z.; E. Spaans- van Straaten, d.; Chr. C. WebelingSiraal, z.; B. VoermanMiedema, d.; L. Klercq— Wiggers, d.; A. M. van Zonvan Lienen, z.; J. BijlMandersloot, d. OVERLEDEN: A. Oost, echtgenoote van P. N. Ronde, 60 jaar; W. Biersteker, m., 67 j. Op Dinsdag 12 Maart wordt in „Centraal", Kanaalweg, een Bridge-Drive 'gehouden. Zie de advertentie in de Held. Courant van heden. De bedoeling is, dat iedereen die iets voor Bridgen gevoelt, aan deze Drive mede doet, om een waardig besluit van het Bridge-seizoen te vormen. AANRIJDING. Gisterenavond vond een aanrijding plaats tusschen een militaire en een „civiele" auto op den hoek KeizerstraatMolenstraat. Beide auto's kregen eenige schade te boeken. De politie onderzocht de aangelegenheid en maakte proces-verbaal op. KIJKT UW BEL NA! Wederom zijn gisteren 3 personen op de bon gezet, vanwege het feit, dat hun fiets bel-loos was. Kijk de Uwe na, om erger te voorkomen. WIE KAN DIE HOND GEBRUIKEN? In de garage van het politiebureau (som tijds asylbevindt zich weer eens een hond. Een jong, bruin dier. Wie kan 'm ge bruiken VERKEERSDELICTEN. Iemand, die met de fiets over het trottoir reed kreeg een bekeuring. Idem een ander die geen licht bezat. ONTUCHT. Tegen een marineman werd proces-verbaal opgemaakt, terzake het plegen van niet na der te noemen handelingen met een minder jarig meisje. Na het onderzoek is de persoon ter beschikking van zijn commandant gesteld. Een advertentie opmaken kan iedereen; a j Een goede advertentie ontwerpen is echter een kunst I s a a Laat ONS het daarom voor U doen... j j het kost U niets extra! i.i Aquarium Zoöl Station. Voor het publiek geopend: dagelijks van 912 en van 13.30 17 u. Zaterdags van 912 uur. Natuurhistorisch Museum, le Vroontsraat lederen Woensdag van 35 uur. lederen Zaterdag van 710 uur. Bovendien den eersten Zondag van elkfe maand van 3—5 uur en den eersten Woens dag van 810 uur. BIOSCOPEN; Kialto, Spoorstraat, acht uur: „Es war einde rauschende Ballnacht". Tivoli-Theater, Spoorstraat, acht uur; „Cassidy's meesterwerk" en „De passagier die verdwen". Witte Bioscoop, Koningstraat, acht uur: „Het Masker van „De Spin"." Woensdag 6 Maart. Casino 8 uur: Jubileumavond Ned. Ver. v. Huisvrouwen. Zooals men reeds sedert verscheidene dagen in onze krant leest, is er momen teel bezig een ernstige kolen-kwestie te rijzen tuschen Engeland eenerzijds en Italië anderzijds. Het betreft hier het be sluit van de Britsche regeering, hetwelk verbiedt dat nog langer Duitsche kolen via Nederlandsche havens overzee naar Italië getransporteerd worden. Eenige maanden heeft Londen deze verschepingeil ooglui kend toegezien, doch thans vindt men, dat dit oogluiken lang genoeg geduurd heeft en moet er een einde komen aan deze wijze van blokkade-breken. Men is maar al te spoedig geneigd deze zaak als een min of meer onschuldige kwestie te zien, die in alle gemoede wel weer beslecht zal worden. Welnu, dit is zeer wel mogelijk. Anderzijds bestaat echter de mogelijkheid, dat dit geschil (want dat het een geschil wordt is bijkans wel zeker) nog interessante aspec ten zal opleveren. Italië heeft, volgens een ruwe schatting, jaarlijks ongeveer een 10 millioen ton steen kolen noodig, die haar door den export be reiken. Meer dan 3 millioen ton van deze 10 milioen komen binnen via Rotterdam en Ant werpen uit Duitschland. Dat Londen te zijner tyd een stokje voor deze transporten, die men objectief ge zien ook inderdaad als blokkade-brekende factoren kan zien, zou steken, werd alge meen verwacht. Aan den anderen kant doet het vreemd aan, dat Italië tot nu toe blykbaar nog geen enkele maatregel heeft genomen, teneinde zich voor deze, onge twijfeld zware klap, te vrywaren. Integen deel, men krygt den indruk, dat Rome van de veronderstelling is uitgegaan, dat het waarlyk met die kolentransporten zoo'n vaart niet zou loopen en dat tijd raad zou brengen. Thans is de storm in de eenstem mige Italiaansche pers opgestoken en zijn de onvriendclykheden, die over het Brit sche Impire uitgestort worden, weer eens legio. Deze „aanvullende blokkade" is dan ook wel een strop voor Italië. Daarvan niet. Het land kan niet buiten die 3 millioen ton en zal, kost wat kost, maatregelen moeten nemen dat deze toch in zijn bezit komen. Welke dat zullen zijn, moet voorshands worden afgewacht. Men zou kunnen aannemen, dat, waar de transporten over zee thans onmogelijk gemaakt worden, deze eenvoudig via land dienen te geschieden, maar dan vergeet men, dat de transportmoeilijkheden, waar- j mede het Derde Rijk te kampen heeft, dit ten eenenmale onmogelijk maken, terwijl een dergelijk transport bovendien veel te duur zou worden. Deze oplossing kan men gevoegelyk uitschakelen. •i Hoe danDe eenvoudigste oplossing lijkt, dat Italië de onontbeerlijke brandstof dan betrekt uit landen die het w e 1 goedkoop kunnen leveren: óf Engeland öf Amerika. Amerika eischt zooals men weet, boter bij de visch. Wat gekocht wordt, moet terstond be taald worden. Italië kan dit niet. Engeland geeft daarentegen crediet. Het is gaarne be reid in ruil voor de geleverde kolen motoren, machines en andere eindproducten van de op hooge toeren werkende Italiaansche industrie te ontvangen en het kan wel niet anders of Mussolini zal daar ooren naar hebben. Waar mede wij zeggen willen, dat men binnenkort wel weer een krachtproef van de as zal gaan beleven. Duitschland geeft nog altijd hoog op van de hechtheid van deze as, maar Rome toont zich ietwat gereserveerder. Indien er één land in Europa is, dat tot nu toe van den oorlog heeft geprofiteerd, dan is dat Italië. Het plukt alle vruchten van zyn rol van „afzydige", en men kan er op rekenen, dat Mussolini zal trachten deze rol zoo lang mogelijk te blyven spelen. Hetgeen te begrypen is. Moet men daarom de mogelykheid niet zoo ver weg gooien, dat het de steenkolen, die het, zooals gezegd, niet missen kan, van Engeland gaat betrekken? De onderlinge verhouding tusschen beide imperia is, on danks de aanvallen in de Romeinsche pers, goed. Zal men het dus gaan beleven, dat een der as-partners het met de voornaamste geallieerde op een accoordje gooit? Het zou Interesante aspecten opleveren. Barometerstand Den Helder: 759.4 Maximum temperatuur lucht: 2.0 Laagste temperatuur: 1.2 Wind: richting: N.W., kracht: 7 Licht op: 6.16 HET TREFPUNT VOOR VELEN die gezelligheid zoeken en waar U van zorg wordt ontlast is:

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1940 | | pagina 5