Hoe de „Sliedrecht" getorpedeerd weid
en de
vuren van Tohr
DE SCHAT
in de UtaedUjn
Zijn kind doode'ijk
mishandeld
Lichtsignalen voor
filmopnamen
De moordaanslag in het
zomerhuisje
Onraad in buurraans tuin
door Edgar Rice Burroughs
Kees, Kees, Kees, je hebt
er water bij gedaan
ZES EN TWINTIG MAN IN ZEE
OMGEKOMEN. - GETUIGENIS
VOOR DE SCHEEPSRAAD.
Het eerste Nederlandsche schip,
dat naar den bodem van de zee werd
gezonden door een Duitsche torpedo,
was de tankboot „Sliedrecht", groot
5133 ton en onder commando van
kapitein Boer, van de firma van
Ommeren uit Rotterdam. Op 2A No
vember kwamen vijf opvarenden van
het schip op de Hebriden ten wes
ten van Schotland aan. De namen
dezer geredden luidden: de eerste
gtuurman Piet Brons, de matroos
H. Driesen, de matroos L. v. d.
Knoop, de matroos H. de Jongh, en
de matroos P. Storm. Zij moesten in
volkomen uitgeputten töestand in
een ziekenhuis worden opgenomen,
waaruit zij eerst eenige weken gele
den konden worden ontslagen.
Per K.L.M. kwamen zij in ons land
terug. Zesentwintig zeelieden kwa
men om.
De Raad voor de Scheepvaart hoor-
we gistermiddag den eersten stuur
man, den heer P. Brons.
Bij verhoor van den eersten stuurman, den
heer P. Brons, bleek, dat het schip geladen
was met gasolie. benzine en petroleum voor
Noorwegen. Het kwam van Abadan in Per-
zië.
Er gebeurde, aldus get., aanvankelijk niets
bijzonders. Op 16 November 's avonds om 8
uur nam de derde stuurman mijn wacht
over. Om half negen moest ik op de brug
komen. Daar waren ook de kapitein en de
marconist, er werden aan bakboord seinen
gegeven: „Send a boat with papers" (zendt
een boot met papieren). Van een duikboot
was nog niets ie zien.
President: Wat voor weer was het.
Getuige: Tamelijk ongunstig. Ik moest een
boot bemannen, de kapitein zou de papieren
in orde maken. Het schip slingerde sterk.
Aan bakboord ging de boot over boord. Hier
in konden veertig personen.
President: Hoeveel van deze booten waren
aan boord?
Getuige: Twee voor veertig personen.
Voorts nog twee werkbooten. Ook deze laat
ste hingen in davits. De reddingboot werd
gestreken. Ik vroeg, wie gaan er mee: vier
man sprongen aan boord.
President: Dit zijn ook de geredden, is
hét niet?
Getuige: Ja, zeker.
President: Welke was de inventaris aan
boord van deze boot?
Getuige: We hebben alles achtergelaten,
.vuurpijlen, levensmiddelen.
President: Waarom toch?
Getuige: Omdat de ouderwetsche davits
moeilijkheden gaven met uitdraaien. Daar
enboven dacht ik natuurlijk, terug te komen.
De president: Wat had u over?
Getuige: De riemen, dollen, water, een zee
kaart en scheepsbeschuit.
President: Kon u de mast niet opzetten?
Getuige: Dat zou het roeien hebben be
moeilijkt. Na twintig minuten kwamen we
bij de duikboot. Van dichtbij vroeg men
ons of we Hollanders waren. We gooiden een
vanglijn uit en reikten de papieren over.
De sloep moesten we afhouden, want de
deining was te sterk. Ik kon niet aan boord
van de duikboot komen.
Na vijf minutenkwam de com
mandant terug aan dek. Hij zeide:
„Ik zie u gaat naar Kirkwal, ik moet
u torpedeeren".
Ik merkte op, dat we een neutraal
schip waren, met neutrale lading.
Ik protesteerde tevergeefs. Ik kreeg
FEUILLETON
door MALCOLM HOWES
6.
Het adres was half geschreven, half ge
drukt, en de phonetische spelling van het
laatste woord verried een stoere onafhanke
lijkheid van geest, die werd gestaafd door
Kapitein John Stump's uiterlijk.
De dame, die bij hem was, blijkbaar me
vrouw Stump, was door een gelukkig toeval
voor hem geschapen. Zij was nog kleiner dan
haar echtgenoot, en daarbij buitengewoon dik.
Kapitein Stump onderzocht wantrouwig
iedere coupé van binnen en toen hij de P. and
O.-officieren in de gaten kreeg, gromde hij:
Gooi je roer om, Becky!, en de twee
maakten rechtsomkeert.
Toevallig trad hij Royson's compartiment
binnen. Er waren dien avond niet veel reizi
gers le klas, dus ging Royson dus direct in
zijn eigen hoekje zitten, stak een pijp op en
bestudeerde tersluiks zijn toekomstigen be
velhebber.
Zul je lang in Marseilel blijven, John?,
Vroeg mevrouw.
Misschien een half uur, misschien een
Week. Je weet net, wat ik ook weet, Becky.
Kapitein Stump spuwde en stemde toe, dat
het dat was bijzonder vreemd.
Op het oogenblik, dat de trein zich in be
weging zette, zag Royson een man in de
coupé loeren, alsof hij iemand zocht. Hij meen
de, dat het de particulier-detectieve was, dien
hij zoo goed van zich had afgeschud in Hyde
Par'-. Het half duister van het station en het
feit, dat het gezicht van den man in de scha
duw was, deden hem twijfelen, maar toen de
trein meer vaart kreeg, knikte de man op het
perron hem toe en glimlachte spottend. Ka
pitein Stump had scherpe oogen. Hij wendde
zich tot Royson.
een half uur tijd, mits we niet zou
den seinen.
Daarop gooide ik de boot los. Van eenigen
afstand riep ik, dat ieder in de booten
moest gaan, omdat het schip werd getorpe
deerd. Ik wist precies de tijd niet. ik meen
de 35 minuten geroeid te hebben. Daarom
kwam ik niet terug aan boord.
Daarop gingen we van het schip weg. Een
tweede boot wepd uitgezet met de rest» van
de bemanning. Ik koos ligplaats achter het
schip. De andere boot verwijderde zich te
snel met 26 man in zuidoostelijke richting.
Die kon ik niet inhalen, met mijn vier man.
President: Waar was de duikboot?
Ook schuin aohter het schip. Na
tien minuten klonk er een doffe
knaleen ontzettende vuurstraal
schoot naar boven.Ik wilde bij
het schip blijven, omdat het de bes
te kans was opgemerkt te worden.
W e meenden zoowel schip als duik
boot te zien, doch later bleken dit de
twee helften van de Sliedrecht te
zijn, die onmiddellijk in tweeën was
gebroken.
's Avonds om zeven uur, 17 November,
ging het achterschip naar de diepte.
Het lot van de 26...
Pres.: Wat gebeurde er verdér'?
Get.: Wat moesten we doen? Ik had geen
seinen. Het weer werd steeds slechter. Den
derden nacht hadden wij het zeer slecht,
hooge zee, veel wind en water.
Mijn vermoeden is, dat de sloep
met 26 man in dit noodweer is ge
bleven. Wij hadden het al vrecselijk
moeilijk. Het was ontzettend.
In den middag van den vierden dag werd
het beter weer. De vijfde nacht hadden we
weer storm.
President: Wat deed u met het scheeps
beschuit?
Dit rantsoen was voor veertig mensclien.
Voor ons dus voldoende.
We zijn zes dagen van de zeven doornat
geweest. 22 November gingen we zeilen met
twee jassen. We oriënteerden ons op de
sterren. Om 7 uur zagen we helder licht
rechtuit. Het licht naderde. Toen de maan
doorbrak, zag ik flauw land.
Een trawler zag ons tenslotte. Het laat
ste uur hebben we geroeid tot het einde
van onze krachten. liet was hoogste tijd
dat de trawler kwam. We hadden 280 mijl
gezwalkt. We konden niet meer staan,
slechts kruipen
Op dat oogenblik is de heer Brons
diep ontroerd. De getuige kan
nauwelijks verder spreken...
President: Hoe lang bent u in het ros-
pilaal geweest?
Getuige: Negen weken lang... onze bee-
nen weigerden iederen dienst. Zo waren
totaal doorweekt en gevoelloos.
Te veel menschen in de tweede
sloep.
De inspecteur-generaal van de Scheep
vaart, de heer P. S. van 't Haaff, memo
reerde in de eerste plaats de 26 slachtof
fers, die hun leven hebben gelaten en aan
hun angelaten betrekkingen.
Loos alarm!
Nu het publiek in de laatste we
ken telkens wordt bezig gehouden
door berichten over geheimzinnige
lichtsignalen, achten de bevoegde
autoriteiten het gewenscht, de aan
dacht er op te vestigen, dat heden
avond tusschon 7 en 8 uur in de on
middellijke nabijheid van Amster
dam lichtsignalen zullen kunnen
worden waargenomen, veroorzaakt
door seinpatronen, die met hun me
deweten en volledige instemming
worden afgeschoten.
Het betreft nl. de verfilming van
een scène uit de film „Ergens in
Nederland'welke door Filrnex in
de Cinetone Studio's te Duiven-
drecht wordt opgenomen mot mede
werking van cie Koninklijke Mari
ne. Het afschieten der seinpatronen
zal nabij de studio door marine
personeel geschieden.
De oorzaak van deze ramp is bekend.
Torpedeering. Spr. zal zich over de aan
leiding van een meening onthouden, omdat
bevoegde instanties haar opinie daarom
trent wel weten kenbaar te maken. Het
groot aantal menschen in de tweede sloep
is oorzaak van het ongeluk geweest Er
moesten zoo wel slachtoffers vallen.
Den stuurman komt lof toe voor zijn
doorzettingsvermogen en zijn standvastig
heid. Spr. brengt hulde aan allen, die red
dingspogingen hebben ondernomen, zoowel
Engelschen als Nederlanders. De leering
uit deze ramp is vastgelegd in een nieuw
Koninklijk Besluit, dat vier dagen geleden
verscheen.
Prof. Taverne sprak eveneens woorden
van dank tot de redders en zwaaide den
stuurman lof toe.
De raad zal later uitspraak doen.
Dader vandaag voor den Officier
van Justitie.
De dader van den moordaanslag op mevr.
van der Griendt te Socsterberg zal vandaar
voor den officier van justitie te Utrecht
worden geleid.
Door de verslagen van het gebeurde zijn
alelreli verhalen bij den burgemeester van
Soest binnengekomen van menschen, die
Leeuwenkamp hadden gezien.
Drie berichten bleken juist te zijn, name
lijk dat men hem te 's Graveland had ge
zien en L. in een garage was geweest om
zich per auto naar Amsterdam te laten
brengen. De chauffeur, die hem gereden
heeft, verklaarde dat L. een aanzienlijk
bedrag aan bankpapier bij zich had, dat
vermoedelijk uit de woning van het slacht-'
offer is ontvreemd.
Uit een bericht uit Hilversum bleek, dat
verdachte in een winkel was geweest om
sigaren te koopon. In Amsterdam was men
evenwel het spoor kwijtgeraakt.
Hii schijnt van Amsterdam in de rich
ting Rotterdam te ztjn vertrokken, in
Pijnacker, bij Rotterdam, heeft hij een
nacht in een tuinhuisje geslapen. Toen de
eigenaar des morgens in den tuin kwam,
trof hij L. in het huisje. De bewoner wist
niet, dat hij met den dader van den moord
aanslag te Soest te doen had. L. kreeg nog
kleeren van den heer des huizes Hij is
daarop naar Den Haag vertrokken, wa'i'
hij tenslotte werd gearresteerd.
Twee rijwieldieven gearresteerd.
Een bewoner van de Duinlaan in Kijk
duin, die Dinsdagavond laat nog een korte
wandeling maakte, ontdekte in don tuin van
een buurman onraad. De'deur van de ga
rage naast de villa stond op een kier én hij
meende, dat uit de garage ecnig gerucht
kwam. Toen de wandelaar een onderzoek
wilde instellen en daarvoor den tuin inlien,
werd de garagedeur plotseling opengegooid
en stormden twee mannen naar buiten. Een
van hen gaf den wandelaar een vuistslag in
het gezicht, waardóór hij even buiten ge
vecht werd gesteld en de vlöchtendc mannen
een voorsprong konden nemen. Het slacht
offer herstelde zich echter spoedig en waar
schuwde do politie, die met enkele motoren
't donkere en eenzame Kijkduin ging door
kruisen. Een dezer mo'orbrigades ontmoette
nabij het Quickterrein een jongeman, dien
het was aan te zien, dat hij deze ontmoeting
niet prettig vond. De motoragenten hielden
hem staande, namen hem mee en inderdaad
bleek hij één der gezochten te zijn.
De jongeman, een 22-;arige los werkman,
bekende, dat hij tezamen met een 18-:arigen
vriend de garage was binnengeslopen, mot
het doe! rijwiolbelastingmcrken te stelen.
Twee exemplaren, dié zij reeds in hun bez't
hadden, toen zij in hun werk weidon ge
stoord, hadden zij tijdens de vlucht in liet
water gegooid. De vriend is in den loop van
uen avond gearresteerd. Beiden zijn inge
sloten.
Vader te Haarlem gearrestee'd.
Berouw komt altijd te laat
De Haarlemsehe politie heeft een Sa-jari
gen los arbeider gearresteerd, die de vorige
week in een vlaag van drift zijn eenig kind,
een meisje van vier jaar, een hevige klap
tegen het hoofdje had gegeven, tengevolge
waarvan de kleine Zaterdagochtend is over
leden.
Neemt u me niet kwalijk, meneer, maar
is dat een vriend van u?
Neen, zei Dick.
Wel, hij gaf iemand een signaal en het
was niet tegen my.
Weet u, hoe laat wjj in Dover benne?,
vroeg de kapitein na een paar trekken aan
zijn pijp.
Ja, om 10.50!
We hebben daar niet lang oponthoud?
Neen, de boot vertrekt 10 minuten later.
Maar het zal nog een heelen tijd duren, vóór
u in Marseille bent.
Ik veronderstel, dat u mijn ouwetje en
mij over Marseille hoorde praten, gromde
Stump. Maar hoe weet u, dat ik kap tein ben
Het staat op uw tasch! Bovendien, ging
Dick voort, vastbesloten het ijs te breken,
ben ik uw tweede stuurman.
Wat? brulde Stump, zich voorover bui
gend, met een hand op elke knie, terwijl zijn
woeste blik elk detail van Royson's verschij
ning opnam. U mijn tweede stuurman?
De woorden vormden een crescendo van
verachtelijk onderzoek. Maar Dick trotseerde
den storm moedig.
Ja, zei hij. Ik zie er geen kwaad in om
u dat mee te deelen, nu ik weet wie u bent.
Kwaad! Wie zei er iets van kwaad?
Maar wat voor zeeman ben je eigenlijk? Wie
heeft er ooit gehoord van een zeeman met
een sportbroek
Toen drong het tot Royson door, dat de
toon van den kapitein begrijpelijk was. De
afkeer van het kantoorpak had hem er toe
gebracht zich te steken in een sportcostuum,
dat hem herinnerde aan een verrukkelijken
zomer in de heuvels van Westmoreland.
Tweede stuurman! brulde Stump weer,
terwjjl hg den hemel tot getuige nam, dat
zoo iets nog nooit vertoond was. Waar is je
diploma? Zien is gelooven, zeggen ze weieens.
Met wien heb je gevaren? Wanneer heb je
examen gedaan?
Ik heb geen certificaat, als u dat be
doelt en ik ben nog nooit op zee geweest,
zei Royson?.
Stump's blik rustte op zyn kousen, wijde
broek, Norfolk jas en jagerspet.
Wel! grinnikte hij, 't is nog loll'ger dan
een pantomime. Tweede stuurman! Zijn er
nog meer zooals jy in den tren Misschien is
die vent in de kajuit hiernaast met de bontjas
en hoogen hoed de hofmeester. En wat Zal
Tagg zegge?
Dat weet ik heusch niet, antwoordde Dick.
Wie is Tagg, om te beginnen?
Stump zweeg onmiddellijk. Hij scheen zich
zyn „orders" te herinneren. Hij mompelde iets
over „me voor den gek houen" en zweeg
koppig.
Aan boord van de boot echter overwon de
nieuwsgierigheid de voorzichtigheid. Na Dick's
ongewone afmetingen van verschillende kan
ten bekeken te hebben, kwam hij naar hem toe
en zei, op wat hij als een hoonenden toon be
doelde
Zeg eens, meneer de tweede stuurman, ik
zie het Plimsoll Merk niet op den schoorsteen.
Jij
Neen, kapitein. Ik vermoed, dat het er
afgeregend is.
Als ik jou was, zou ik er den Board of
Trade (het Departement van Handel) over
schrijven.
Beter geen slapende honden wakker te
maken, kapitein!
Waarom?
Omdat ze naar het uwe zouden zoeken,
en aangezien het om uw hals behoorde te
TARZAN
52.
De onvrijwillige toeschouwers verstijfden
van schrik, toen ze de blauwe vlammen uit
he.t binnenste der aarde zagen opstijgen. De
vlammen lekten óm het rooster, waarop de
gevangene met kettingen lag vastgebonden.
De pr'esters h'even een extatisch gezang aan,
gewijd aan de Godheid van Pantu. Gedurende
enige tijd dansten de vlammen hun macabe-
ren dans met den dood. Met een vlugge stap
naar de hefboom haalde Ahtea deze weer
over en het gat voor het standbeeld sloot
zich weer. De vuurzuil was verdwenen. De
twaalf priesters, die nog zongen, verlieten
heel rustig het vertrek. Stilte! Athea keerde
zich trots tot haar gasten. Onthoud, Tarzan
van de Apen en jij, Janette Burton! Onthoud
de vernietigende macht van Pantu, de vuur
god van Tohr!" Majoor Burton keek naar
het rooster, waarop de gevangene met ket
tingen was vastgebonden. „O, de man is ver
dwenen!"
„De vuren van Thor vernietigen volko
men," antwoordde de koningin, „en dit is het
lot van allen, die handelen tegen mijn wil...
Nu, Tarzan van de Apen, het is de wil van
Ahtea, dat je in Tohr blijft als koning
over de gele mannen en als echtgenoot van
Ahtea. Wat is hierop je antwoord?"
S 1 I I i
De vader \vas Zaterdag op het politie
bureau te Haarlem gekomen om mede te
deelen, dat zijn vierjarig dochtertje dien
ochtend was overleden, vermoedelijk tenge
volge van een val.
De politie vond het gedrag van den man
cenigszins vreemd en nam het lijkje in be
slag. Bij sectic bleek dat het kind een gc-
welddadigen dood moest zijn gestorven.
Op last van den Officier van Justitie werd
de vader daarna gearresteerd en gaf bij een
nader verhoor tenslotte toe, dat hij zich de
vorige week Woensdag erg kwaad had ge
maakt, omdat het meisje niet wilde eten. Op
een oogenblik, dat liij zich niet kon beheer-
sclien, had hij het kind een hardon klap te
gen de rechterzijde van liet hoofdje gegeven.
Korten tijd daarna was het rechter oortje
hevig opgezwollen, terwijl het linkerbeen van
het meisje verlamd bleek te zijn.
De ouders durfden aanvankelijk geen ge
neeskundige hulp in te roepen, doch de toe
stand van het kind verergerde voortdurend
en eerst Zaterdag ging de vader er eindelijk
toe over den huisdokter te waarschuwen.
Deze zag onmiddellijk, dat de toestand van
de kleine zeer ernstig was, doch zijn pogin
gen om het ionge leven te redden, mochten
niet meer baten.
De man, die in het politiebureau is Opge
sloten, toont thans zeer veel berpuw over de
gevolgen van zijn hardhandige terechtwij
zing.
Hij zal heden ter beschikking van de
Justiiie worden gesteld.
De.moeder is ook aan een verhoor onder
worpen, doch werd daarna op vrije voeten
gesteld.
hangen, zouden ze zeggen, dat u onzeewaar
dig bent.
Dus je weet, wat het is, jij lange sla
dood?
Ja. Ga mee wat drinken. Dan zal ik wel
grond bij je raken.
Royson had de juiste manier te pakken om
met Stump om te springen. De schipper re
kende op nog meer grappen -en ze daalden
raar den salon.
Hoe heet je?
King! Richard King.
Verduiveld: je begint me te bevallen,
"egen dat de Aphrod.te terugkomt zul je wel
mores hebben geleerd.
Ze gingen naar de kajuit en alleen al door
het zonderlinge contract dat ze vormden,
trokken ze de aandacht.
Inmiddels vlotte de conversatie tusschen
het twei tal by een.ge glazen whiskey-and-soda
aller-u tnemendst en de kapitein viel van de
eene verbazing in de nadere, toen hij zijn reis
genoot een soort informeel examen afnam en
een verbijsterende kennis van alles wat op de
scheepvaart betrekking had, ontdekte.
De conclusie waartoe hij kwam was dan ook
geen andere dan dat mr. King hem met zijn
mededeeling, dat hij nooit naar zee was ge
weest, snoodelijk voor de mal had gehouden
en integendeel een bevaren zeeman moest zijn.
De opkomende toorn van den ouden zeerob,
noodzaakte Royson wat mededeelzamer te
zijn en hij zei:
Ik heb geen bezwaar, kapitein, om u te
vertellen, hoe ik er toe kwam om heel wat
voor een leek ongewone kennis van de scheep
vaart op te doen, maar ik stel eens en vooral
de voorwaarde, dat er niet verder naar mijn
vroeger leven zal gevraagd worden.
Steek van wal, jong!
'k Heb je met de emmer naar de
pomp zien gaan
Eenige weken geleden heeft voor den
Delfteehen kantonrechter terecht gestaan de
melkveehouder A. O. uit Don Hoorn, wegens
het vervalschen van zijn melk. Hij werd toen
veroordeeld tot driehonderd gulden boete,
terwijl hij ook vroeger reeds herhaaldelijk^
met den strafrechter in aanraking was ge
feest.
Gisterochtend stond dezelfde man voor een
soortgelijk feit terecht. Hem werden thans
drie weken gevangenisstraf opgelegd. Er zijn
twee monsters genomen, waaruit gebleken
was, dat er hoeveelheden water van 12 tot
18 procent bij de melk waren gevoegd.
Wel, ik heb van mijn tiende jaar af, tot
ik bijna twintig was, heel wat dagen doorge
bracht op een als schoener opgetuigd jacht
op het Windermere-meer. MÜn makker en
leermeester was een gepensionneerde com
mandant van de marine en het was zijn groot
ste lust om mij in al de finesses van het vak
in te wijden. Ik leerde er meer van dan van
een van de gewone vakken op school. Het was
mijn liefhebberij en ik ben er niets van verge
ten, hoeweL het eenige water dat ik de laat
stee jaren heb gezien, de Theems is en ik ben
overtuigd dat u een week of zoo mijn ge
brek aan ervaring door de vingers wilt zien,
ik best in staat zal zijn alle werkjes die u ge
daan wilt hebben, op te knappen.
Tijdens de reis door Frankrijk ontdekte
Dick weldra, tot zijn groote verbazing, dat
Stump de Aphrodite nog nimmer gezien had.
Neen, zei hij, toen een toevallige opmer
king van Royson dit vreemde feit aan het
licht had gebracht, ze is een vreemde voor
me. Ik en Tagg Tagg is mijn eerste stuur
man, snap je hadden juist de „Chirria"
verlaten, toen ze uit de vaart op Oost-Indië
aan de Duitschers verkocht werd en we ke
ken uit naar wat zich zou voordoen, toen de
man, die de Aphrodite charterde, ons dit baan
tje gaf. Tagg is met het grootste deel van de
bemanning vooruit gegaan, maar ik moest
nog een paar dagen in Londen blyven om
een beetje op de zaak te letten.
In plaats van 's nachts in Marseille aan te
komen, zooals ze hadden verwacht, reden ze
wegens een groote vertraging op klaarlichten
dag door de schilderachtige straten. Zoowel
Royson als de kapitein waren verrukt over de
lijnen van de Aphrodite, toen ze haar in het
ruime bassin zagen liggen. Haar spitse boeg
en ranke bouw deden haar grooter schijnen
dan zij werkelijk was. Royson was zeeman
genoeg om, toen hij het dek betrad, op te mer
ken, dat alleen mannen, die aan boord van
een oorlogsschip gedrild waren, het touwwerk
zóó hadden kunnen oprollen en het blinkende
koper zóó glazend poetsen.
Zijn moed ontzonk hem toen wel een beetje.
De gezichten v^n de enkele matrozen, die hij
te zien kreeg, toen hij aan boord kwam, ver
rieden hun opleiding bij de marine.
Hij was bijna zenuwachtig, toen een klein,
harig personage, met een grijnzend gezicht
uit de opening van een kajuitstrap te voor
schijn kwam en Stump vroolijk aanriep. Toen
deed de kapitein iets. dat bewees, dat wa^
beschaving geen kwestie is van gedrag eg
uitspraak.
(Wordt vervolge