Hoe de „Sliedrecht" getorpedeerd weid en de vuren van Tohr DE SCHAT in de UtaedUjn Zijn kind doode'ijk mishandeld Lichtsignalen voor filmopnamen De moordaanslag in het zomerhuisje Onraad in buurraans tuin door Edgar Rice Burroughs Kees, Kees, Kees, je hebt er water bij gedaan ZES EN TWINTIG MAN IN ZEE OMGEKOMEN. - GETUIGENIS VOOR DE SCHEEPSRAAD. Het eerste Nederlandsche schip, dat naar den bodem van de zee werd gezonden door een Duitsche torpedo, was de tankboot „Sliedrecht", groot 5133 ton en onder commando van kapitein Boer, van de firma van Ommeren uit Rotterdam. Op 2A No vember kwamen vijf opvarenden van het schip op de Hebriden ten wes ten van Schotland aan. De namen dezer geredden luidden: de eerste gtuurman Piet Brons, de matroos H. Driesen, de matroos L. v. d. Knoop, de matroos H. de Jongh, en de matroos P. Storm. Zij moesten in volkomen uitgeputten töestand in een ziekenhuis worden opgenomen, waaruit zij eerst eenige weken gele den konden worden ontslagen. Per K.L.M. kwamen zij in ons land terug. Zesentwintig zeelieden kwa men om. De Raad voor de Scheepvaart hoor- we gistermiddag den eersten stuur man, den heer P. Brons. Bij verhoor van den eersten stuurman, den heer P. Brons, bleek, dat het schip geladen was met gasolie. benzine en petroleum voor Noorwegen. Het kwam van Abadan in Per- zië. Er gebeurde, aldus get., aanvankelijk niets bijzonders. Op 16 November 's avonds om 8 uur nam de derde stuurman mijn wacht over. Om half negen moest ik op de brug komen. Daar waren ook de kapitein en de marconist, er werden aan bakboord seinen gegeven: „Send a boat with papers" (zendt een boot met papieren). Van een duikboot was nog niets ie zien. President: Wat voor weer was het. Getuige: Tamelijk ongunstig. Ik moest een boot bemannen, de kapitein zou de papieren in orde maken. Het schip slingerde sterk. Aan bakboord ging de boot over boord. Hier in konden veertig personen. President: Hoeveel van deze booten waren aan boord? Getuige: Twee voor veertig personen. Voorts nog twee werkbooten. Ook deze laat ste hingen in davits. De reddingboot werd gestreken. Ik vroeg, wie gaan er mee: vier man sprongen aan boord. President: Dit zijn ook de geredden, is hét niet? Getuige: Ja, zeker. President: Welke was de inventaris aan boord van deze boot? Getuige: We hebben alles achtergelaten, .vuurpijlen, levensmiddelen. President: Waarom toch? Getuige: Omdat de ouderwetsche davits moeilijkheden gaven met uitdraaien. Daar enboven dacht ik natuurlijk, terug te komen. De president: Wat had u over? Getuige: De riemen, dollen, water, een zee kaart en scheepsbeschuit. President: Kon u de mast niet opzetten? Getuige: Dat zou het roeien hebben be moeilijkt. Na twintig minuten kwamen we bij de duikboot. Van dichtbij vroeg men ons of we Hollanders waren. We gooiden een vanglijn uit en reikten de papieren over. De sloep moesten we afhouden, want de deining was te sterk. Ik kon niet aan boord van de duikboot komen. Na vijf minutenkwam de com mandant terug aan dek. Hij zeide: „Ik zie u gaat naar Kirkwal, ik moet u torpedeeren". Ik merkte op, dat we een neutraal schip waren, met neutrale lading. Ik protesteerde tevergeefs. Ik kreeg FEUILLETON door MALCOLM HOWES 6. Het adres was half geschreven, half ge drukt, en de phonetische spelling van het laatste woord verried een stoere onafhanke lijkheid van geest, die werd gestaafd door Kapitein John Stump's uiterlijk. De dame, die bij hem was, blijkbaar me vrouw Stump, was door een gelukkig toeval voor hem geschapen. Zij was nog kleiner dan haar echtgenoot, en daarbij buitengewoon dik. Kapitein Stump onderzocht wantrouwig iedere coupé van binnen en toen hij de P. and O.-officieren in de gaten kreeg, gromde hij: Gooi je roer om, Becky!, en de twee maakten rechtsomkeert. Toevallig trad hij Royson's compartiment binnen. Er waren dien avond niet veel reizi gers le klas, dus ging Royson dus direct in zijn eigen hoekje zitten, stak een pijp op en bestudeerde tersluiks zijn toekomstigen be velhebber. Zul je lang in Marseilel blijven, John?, Vroeg mevrouw. Misschien een half uur, misschien een Week. Je weet net, wat ik ook weet, Becky. Kapitein Stump spuwde en stemde toe, dat het dat was bijzonder vreemd. Op het oogenblik, dat de trein zich in be weging zette, zag Royson een man in de coupé loeren, alsof hij iemand zocht. Hij meen de, dat het de particulier-detectieve was, dien hij zoo goed van zich had afgeschud in Hyde Par'-. Het half duister van het station en het feit, dat het gezicht van den man in de scha duw was, deden hem twijfelen, maar toen de trein meer vaart kreeg, knikte de man op het perron hem toe en glimlachte spottend. Ka pitein Stump had scherpe oogen. Hij wendde zich tot Royson. een half uur tijd, mits we niet zou den seinen. Daarop gooide ik de boot los. Van eenigen afstand riep ik, dat ieder in de booten moest gaan, omdat het schip werd getorpe deerd. Ik wist precies de tijd niet. ik meen de 35 minuten geroeid te hebben. Daarom kwam ik niet terug aan boord. Daarop gingen we van het schip weg. Een tweede boot wepd uitgezet met de rest» van de bemanning. Ik koos ligplaats achter het schip. De andere boot verwijderde zich te snel met 26 man in zuidoostelijke richting. Die kon ik niet inhalen, met mijn vier man. President: Waar was de duikboot? Ook schuin aohter het schip. Na tien minuten klonk er een doffe knaleen ontzettende vuurstraal schoot naar boven.Ik wilde bij het schip blijven, omdat het de bes te kans was opgemerkt te worden. W e meenden zoowel schip als duik boot te zien, doch later bleken dit de twee helften van de Sliedrecht te zijn, die onmiddellijk in tweeën was gebroken. 's Avonds om zeven uur, 17 November, ging het achterschip naar de diepte. Het lot van de 26... Pres.: Wat gebeurde er verdér'? Get.: Wat moesten we doen? Ik had geen seinen. Het weer werd steeds slechter. Den derden nacht hadden wij het zeer slecht, hooge zee, veel wind en water. Mijn vermoeden is, dat de sloep met 26 man in dit noodweer is ge bleven. Wij hadden het al vrecselijk moeilijk. Het was ontzettend. In den middag van den vierden dag werd het beter weer. De vijfde nacht hadden we weer storm. President: Wat deed u met het scheeps beschuit? Dit rantsoen was voor veertig mensclien. Voor ons dus voldoende. We zijn zes dagen van de zeven doornat geweest. 22 November gingen we zeilen met twee jassen. We oriënteerden ons op de sterren. Om 7 uur zagen we helder licht rechtuit. Het licht naderde. Toen de maan doorbrak, zag ik flauw land. Een trawler zag ons tenslotte. Het laat ste uur hebben we geroeid tot het einde van onze krachten. liet was hoogste tijd dat de trawler kwam. We hadden 280 mijl gezwalkt. We konden niet meer staan, slechts kruipen Op dat oogenblik is de heer Brons diep ontroerd. De getuige kan nauwelijks verder spreken... President: Hoe lang bent u in het ros- pilaal geweest? Getuige: Negen weken lang... onze bee- nen weigerden iederen dienst. Zo waren totaal doorweekt en gevoelloos. Te veel menschen in de tweede sloep. De inspecteur-generaal van de Scheep vaart, de heer P. S. van 't Haaff, memo reerde in de eerste plaats de 26 slachtof fers, die hun leven hebben gelaten en aan hun angelaten betrekkingen. Loos alarm! Nu het publiek in de laatste we ken telkens wordt bezig gehouden door berichten over geheimzinnige lichtsignalen, achten de bevoegde autoriteiten het gewenscht, de aan dacht er op te vestigen, dat heden avond tusschon 7 en 8 uur in de on middellijke nabijheid van Amster dam lichtsignalen zullen kunnen worden waargenomen, veroorzaakt door seinpatronen, die met hun me deweten en volledige instemming worden afgeschoten. Het betreft nl. de verfilming van een scène uit de film „Ergens in Nederland'welke door Filrnex in de Cinetone Studio's te Duiven- drecht wordt opgenomen mot mede werking van cie Koninklijke Mari ne. Het afschieten der seinpatronen zal nabij de studio door marine personeel geschieden. De oorzaak van deze ramp is bekend. Torpedeering. Spr. zal zich over de aan leiding van een meening onthouden, omdat bevoegde instanties haar opinie daarom trent wel weten kenbaar te maken. Het groot aantal menschen in de tweede sloep is oorzaak van het ongeluk geweest Er moesten zoo wel slachtoffers vallen. Den stuurman komt lof toe voor zijn doorzettingsvermogen en zijn standvastig heid. Spr. brengt hulde aan allen, die red dingspogingen hebben ondernomen, zoowel Engelschen als Nederlanders. De leering uit deze ramp is vastgelegd in een nieuw Koninklijk Besluit, dat vier dagen geleden verscheen. Prof. Taverne sprak eveneens woorden van dank tot de redders en zwaaide den stuurman lof toe. De raad zal later uitspraak doen. Dader vandaag voor den Officier van Justitie. De dader van den moordaanslag op mevr. van der Griendt te Socsterberg zal vandaar voor den officier van justitie te Utrecht worden geleid. Door de verslagen van het gebeurde zijn alelreli verhalen bij den burgemeester van Soest binnengekomen van menschen, die Leeuwenkamp hadden gezien. Drie berichten bleken juist te zijn, name lijk dat men hem te 's Graveland had ge zien en L. in een garage was geweest om zich per auto naar Amsterdam te laten brengen. De chauffeur, die hem gereden heeft, verklaarde dat L. een aanzienlijk bedrag aan bankpapier bij zich had, dat vermoedelijk uit de woning van het slacht-' offer is ontvreemd. Uit een bericht uit Hilversum bleek, dat verdachte in een winkel was geweest om sigaren te koopon. In Amsterdam was men evenwel het spoor kwijtgeraakt. Hii schijnt van Amsterdam in de rich ting Rotterdam te ztjn vertrokken, in Pijnacker, bij Rotterdam, heeft hij een nacht in een tuinhuisje geslapen. Toen de eigenaar des morgens in den tuin kwam, trof hij L. in het huisje. De bewoner wist niet, dat hij met den dader van den moord aanslag te Soest te doen had. L. kreeg nog kleeren van den heer des huizes Hij is daarop naar Den Haag vertrokken, wa'i' hij tenslotte werd gearresteerd. Twee rijwieldieven gearresteerd. Een bewoner van de Duinlaan in Kijk duin, die Dinsdagavond laat nog een korte wandeling maakte, ontdekte in don tuin van een buurman onraad. De'deur van de ga rage naast de villa stond op een kier én hij meende, dat uit de garage ecnig gerucht kwam. Toen de wandelaar een onderzoek wilde instellen en daarvoor den tuin inlien, werd de garagedeur plotseling opengegooid en stormden twee mannen naar buiten. Een van hen gaf den wandelaar een vuistslag in het gezicht, waardóór hij even buiten ge vecht werd gesteld en de vlöchtendc mannen een voorsprong konden nemen. Het slacht offer herstelde zich echter spoedig en waar schuwde do politie, die met enkele motoren 't donkere en eenzame Kijkduin ging door kruisen. Een dezer mo'orbrigades ontmoette nabij het Quickterrein een jongeman, dien het was aan te zien, dat hij deze ontmoeting niet prettig vond. De motoragenten hielden hem staande, namen hem mee en inderdaad bleek hij één der gezochten te zijn. De jongeman, een 22-;arige los werkman, bekende, dat hij tezamen met een 18-:arigen vriend de garage was binnengeslopen, mot het doe! rijwiolbelastingmcrken te stelen. Twee exemplaren, dié zij reeds in hun bez't hadden, toen zij in hun werk weidon ge stoord, hadden zij tijdens de vlucht in liet water gegooid. De vriend is in den loop van uen avond gearresteerd. Beiden zijn inge sloten. Vader te Haarlem gearrestee'd. Berouw komt altijd te laat De Haarlemsehe politie heeft een Sa-jari gen los arbeider gearresteerd, die de vorige week in een vlaag van drift zijn eenig kind, een meisje van vier jaar, een hevige klap tegen het hoofdje had gegeven, tengevolge waarvan de kleine Zaterdagochtend is over leden. Neemt u me niet kwalijk, meneer, maar is dat een vriend van u? Neen, zei Dick. Wel, hij gaf iemand een signaal en het was niet tegen my. Weet u, hoe laat wjj in Dover benne?, vroeg de kapitein na een paar trekken aan zijn pijp. Ja, om 10.50! We hebben daar niet lang oponthoud? Neen, de boot vertrekt 10 minuten later. Maar het zal nog een heelen tijd duren, vóór u in Marseille bent. Ik veronderstel, dat u mijn ouwetje en mij over Marseille hoorde praten, gromde Stump. Maar hoe weet u, dat ik kap tein ben Het staat op uw tasch! Bovendien, ging Dick voort, vastbesloten het ijs te breken, ben ik uw tweede stuurman. Wat? brulde Stump, zich voorover bui gend, met een hand op elke knie, terwijl zijn woeste blik elk detail van Royson's verschij ning opnam. U mijn tweede stuurman? De woorden vormden een crescendo van verachtelijk onderzoek. Maar Dick trotseerde den storm moedig. Ja, zei hij. Ik zie er geen kwaad in om u dat mee te deelen, nu ik weet wie u bent. Kwaad! Wie zei er iets van kwaad? Maar wat voor zeeman ben je eigenlijk? Wie heeft er ooit gehoord van een zeeman met een sportbroek Toen drong het tot Royson door, dat de toon van den kapitein begrijpelijk was. De afkeer van het kantoorpak had hem er toe gebracht zich te steken in een sportcostuum, dat hem herinnerde aan een verrukkelijken zomer in de heuvels van Westmoreland. Tweede stuurman! brulde Stump weer, terwjjl hg den hemel tot getuige nam, dat zoo iets nog nooit vertoond was. Waar is je diploma? Zien is gelooven, zeggen ze weieens. Met wien heb je gevaren? Wanneer heb je examen gedaan? Ik heb geen certificaat, als u dat be doelt en ik ben nog nooit op zee geweest, zei Royson?. Stump's blik rustte op zyn kousen, wijde broek, Norfolk jas en jagerspet. Wel! grinnikte hij, 't is nog loll'ger dan een pantomime. Tweede stuurman! Zijn er nog meer zooals jy in den tren Misschien is die vent in de kajuit hiernaast met de bontjas en hoogen hoed de hofmeester. En wat Zal Tagg zegge? Dat weet ik heusch niet, antwoordde Dick. Wie is Tagg, om te beginnen? Stump zweeg onmiddellijk. Hij scheen zich zyn „orders" te herinneren. Hij mompelde iets over „me voor den gek houen" en zweeg koppig. Aan boord van de boot echter overwon de nieuwsgierigheid de voorzichtigheid. Na Dick's ongewone afmetingen van verschillende kan ten bekeken te hebben, kwam hij naar hem toe en zei, op wat hij als een hoonenden toon be doelde Zeg eens, meneer de tweede stuurman, ik zie het Plimsoll Merk niet op den schoorsteen. Jij Neen, kapitein. Ik vermoed, dat het er afgeregend is. Als ik jou was, zou ik er den Board of Trade (het Departement van Handel) over schrijven. Beter geen slapende honden wakker te maken, kapitein! Waarom? Omdat ze naar het uwe zouden zoeken, en aangezien het om uw hals behoorde te TARZAN 52. De onvrijwillige toeschouwers verstijfden van schrik, toen ze de blauwe vlammen uit he.t binnenste der aarde zagen opstijgen. De vlammen lekten óm het rooster, waarop de gevangene met kettingen lag vastgebonden. De pr'esters h'even een extatisch gezang aan, gewijd aan de Godheid van Pantu. Gedurende enige tijd dansten de vlammen hun macabe- ren dans met den dood. Met een vlugge stap naar de hefboom haalde Ahtea deze weer over en het gat voor het standbeeld sloot zich weer. De vuurzuil was verdwenen. De twaalf priesters, die nog zongen, verlieten heel rustig het vertrek. Stilte! Athea keerde zich trots tot haar gasten. Onthoud, Tarzan van de Apen en jij, Janette Burton! Onthoud de vernietigende macht van Pantu, de vuur god van Tohr!" Majoor Burton keek naar het rooster, waarop de gevangene met ket tingen was vastgebonden. „O, de man is ver dwenen!" „De vuren van Thor vernietigen volko men," antwoordde de koningin, „en dit is het lot van allen, die handelen tegen mijn wil... Nu, Tarzan van de Apen, het is de wil van Ahtea, dat je in Tohr blijft als koning over de gele mannen en als echtgenoot van Ahtea. Wat is hierop je antwoord?" S 1 I I i De vader \vas Zaterdag op het politie bureau te Haarlem gekomen om mede te deelen, dat zijn vierjarig dochtertje dien ochtend was overleden, vermoedelijk tenge volge van een val. De politie vond het gedrag van den man cenigszins vreemd en nam het lijkje in be slag. Bij sectic bleek dat het kind een gc- welddadigen dood moest zijn gestorven. Op last van den Officier van Justitie werd de vader daarna gearresteerd en gaf bij een nader verhoor tenslotte toe, dat hij zich de vorige week Woensdag erg kwaad had ge maakt, omdat het meisje niet wilde eten. Op een oogenblik, dat liij zich niet kon beheer- sclien, had hij het kind een hardon klap te gen de rechterzijde van liet hoofdje gegeven. Korten tijd daarna was het rechter oortje hevig opgezwollen, terwijl het linkerbeen van het meisje verlamd bleek te zijn. De ouders durfden aanvankelijk geen ge neeskundige hulp in te roepen, doch de toe stand van het kind verergerde voortdurend en eerst Zaterdag ging de vader er eindelijk toe over den huisdokter te waarschuwen. Deze zag onmiddellijk, dat de toestand van de kleine zeer ernstig was, doch zijn pogin gen om het ionge leven te redden, mochten niet meer baten. De man, die in het politiebureau is Opge sloten, toont thans zeer veel berpuw over de gevolgen van zijn hardhandige terechtwij zing. Hij zal heden ter beschikking van de Justiiie worden gesteld. De.moeder is ook aan een verhoor onder worpen, doch werd daarna op vrije voeten gesteld. hangen, zouden ze zeggen, dat u onzeewaar dig bent. Dus je weet, wat het is, jij lange sla dood? Ja. Ga mee wat drinken. Dan zal ik wel grond bij je raken. Royson had de juiste manier te pakken om met Stump om te springen. De schipper re kende op nog meer grappen -en ze daalden raar den salon. Hoe heet je? King! Richard King. Verduiveld: je begint me te bevallen, "egen dat de Aphrod.te terugkomt zul je wel mores hebben geleerd. Ze gingen naar de kajuit en alleen al door het zonderlinge contract dat ze vormden, trokken ze de aandacht. Inmiddels vlotte de conversatie tusschen het twei tal by een.ge glazen whiskey-and-soda aller-u tnemendst en de kapitein viel van de eene verbazing in de nadere, toen hij zijn reis genoot een soort informeel examen afnam en een verbijsterende kennis van alles wat op de scheepvaart betrekking had, ontdekte. De conclusie waartoe hij kwam was dan ook geen andere dan dat mr. King hem met zijn mededeeling, dat hij nooit naar zee was ge weest, snoodelijk voor de mal had gehouden en integendeel een bevaren zeeman moest zijn. De opkomende toorn van den ouden zeerob, noodzaakte Royson wat mededeelzamer te zijn en hij zei: Ik heb geen bezwaar, kapitein, om u te vertellen, hoe ik er toe kwam om heel wat voor een leek ongewone kennis van de scheep vaart op te doen, maar ik stel eens en vooral de voorwaarde, dat er niet verder naar mijn vroeger leven zal gevraagd worden. Steek van wal, jong! 'k Heb je met de emmer naar de pomp zien gaan Eenige weken geleden heeft voor den Delfteehen kantonrechter terecht gestaan de melkveehouder A. O. uit Don Hoorn, wegens het vervalschen van zijn melk. Hij werd toen veroordeeld tot driehonderd gulden boete, terwijl hij ook vroeger reeds herhaaldelijk^ met den strafrechter in aanraking was ge feest. Gisterochtend stond dezelfde man voor een soortgelijk feit terecht. Hem werden thans drie weken gevangenisstraf opgelegd. Er zijn twee monsters genomen, waaruit gebleken was, dat er hoeveelheden water van 12 tot 18 procent bij de melk waren gevoegd. Wel, ik heb van mijn tiende jaar af, tot ik bijna twintig was, heel wat dagen doorge bracht op een als schoener opgetuigd jacht op het Windermere-meer. MÜn makker en leermeester was een gepensionneerde com mandant van de marine en het was zijn groot ste lust om mij in al de finesses van het vak in te wijden. Ik leerde er meer van dan van een van de gewone vakken op school. Het was mijn liefhebberij en ik ben er niets van verge ten, hoeweL het eenige water dat ik de laat stee jaren heb gezien, de Theems is en ik ben overtuigd dat u een week of zoo mijn ge brek aan ervaring door de vingers wilt zien, ik best in staat zal zijn alle werkjes die u ge daan wilt hebben, op te knappen. Tijdens de reis door Frankrijk ontdekte Dick weldra, tot zijn groote verbazing, dat Stump de Aphrodite nog nimmer gezien had. Neen, zei hij, toen een toevallige opmer king van Royson dit vreemde feit aan het licht had gebracht, ze is een vreemde voor me. Ik en Tagg Tagg is mijn eerste stuur man, snap je hadden juist de „Chirria" verlaten, toen ze uit de vaart op Oost-Indië aan de Duitschers verkocht werd en we ke ken uit naar wat zich zou voordoen, toen de man, die de Aphrodite charterde, ons dit baan tje gaf. Tagg is met het grootste deel van de bemanning vooruit gegaan, maar ik moest nog een paar dagen in Londen blyven om een beetje op de zaak te letten. In plaats van 's nachts in Marseille aan te komen, zooals ze hadden verwacht, reden ze wegens een groote vertraging op klaarlichten dag door de schilderachtige straten. Zoowel Royson als de kapitein waren verrukt over de lijnen van de Aphrodite, toen ze haar in het ruime bassin zagen liggen. Haar spitse boeg en ranke bouw deden haar grooter schijnen dan zij werkelijk was. Royson was zeeman genoeg om, toen hij het dek betrad, op te mer ken, dat alleen mannen, die aan boord van een oorlogsschip gedrild waren, het touwwerk zóó hadden kunnen oprollen en het blinkende koper zóó glazend poetsen. Zijn moed ontzonk hem toen wel een beetje. De gezichten v^n de enkele matrozen, die hij te zien kreeg, toen hij aan boord kwam, ver rieden hun opleiding bij de marine. Hij was bijna zenuwachtig, toen een klein, harig personage, met een grijnzend gezicht uit de opening van een kajuitstrap te voor schijn kwam en Stump vroolijk aanriep. Toen deed de kapitein iets. dat bewees, dat wa^ beschaving geen kwestie is van gedrag eg uitspraak. (Wordt vervolge

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1940 | | pagina 7