Het jubileum van de Militaire Willems-orde 1815-30 April-1940 Invitatie Comeniusschool Arrondissements rechtbank Alkmaar Kantongerecht Inschrijving Handelsregister Bridge-drive Café Centraal „Lichtkogels" Burgerlijke Stand van Den Helder Deo Hekier De „Pollux" Uit het politie-rapport Voor Moed, Beleid, Trouw Den 3 Os ten April zal het honderdv(jfen- twintig jaar geleden zijn. dat Koning Willem I de Militaire Willemsorde instelde, de mooi ste orde, welke men hier te lande kent, doch tevens ook degene, die 't moeilijkste te ver werven valt. De vraag doet zich aanstonds voor. welke redenen bestaan hebben, om tot de instelling dezer orde over te gaan. Hierop geeft de wet het volgende antwoord in art. 1: „Er wordt ingesteld eene Orde. strek kende tot belooning van uitstekende da den van moed, beleid en trouw, bedreven door diegenen, welke zoo ter zee als te lande, in welke betrekking ook, en zonder onderscheid van stand of rang, Ons en het Vaderland dienen. Deze Orde zal echter in bijzondere ge vallen ook kunnen worden gegeven aan vreemde militairen, niet in Nederlandschen dienst." En in artikel 2 leest men: „De Orde zal den naam dragen van de Militaire Willems-Orde". Reeds spoedig na de instelling deed zich de gelegenheid voor, de onderscheiding uit te reiken: de overwinning bij Waterloo, den 18den Juli 1815, had vele heldendaden doen zien, welke met de M.W.O. beloond werden. Daar was in de eerste plaats de „held van Waterloo", de Prins van Oranje, de latere Koning Willem II, die grootkruisridder werd, en die op den 30sten Juni d.a.v. zijn arm nog in zwart verband, op vreemden bodem aan een tachtigtal dapperen de hooge onderschei ding op de borst spelden. Het grootkruis werd mede uitgereikt aan Prins Frederik der Nederlanden (Het Grootmeesterschap) is onafscheidelijk verbonden aan de Kroon der Nederlanden). Tot de gedecoreerden behoor den ook Wellington en Blücher. Haar naam te danken aan De M.W.O. dankt haar naam intusschen niet aan Koning Willem I, onder wiens be stuur ze, op voorstel van den toenmaligen minister van Oorlog, generaal Janssens, werd ingesteld en te Brussel werd onderteekend, doch aan den eersten prins van Oranje. Wil lem van den Hoorn of Guillaume au Cornet, een zoon van prins Theodone van Bourgon- dië, die omstreeks 950 n. Chr. geboren werd. In een overzicht der Orde. door den gene raal Van Oorschot, in het orgaan van het „Genootschap voor militaire traditie en uni- formkunde", wordt dienaangaande opge merkt: Willem van den Hoorn nam deel aan den grooten strijd der Frankische vorsten en edelen tegen de in Frankrijk nestelende Sa- raceenen. Ht) slaagde er in, deze Mohamme danen uit de stad Orange en haar omgeving te verwijderen. Keizer Karei begiftigde hem daarop met het veroverde gebied als vrij- goed. Hij kon er als een vorst over heerschen. Deze eerste vorst of prins van Oranje was een vroom man. Hij deed in 804 afstand van zijn wereldlijke macht, ten behoeve van zijn zoon, en trad in een door hem in Languedee gesticht klooster. Daar stierf hij op 28 Mei 808. Hjj werd heilig verklaard en komt als Sint Wilhelmus in den heiligen kalender voor. Men kan hem als het ware als de pa troon heilige van de ridders der Militaire Willemsorde beschouwen. 5874 maal toegekend. Het ligt voor de hand, dat de Orde na 1815 herhaaldelijk is toegekend: in totaal 5874 maal, en het ligt evenzeer voor de hand, dat zulks in Nederlandsch-Indië vaker het geval was, dan hier te lande. Toch kwam het in Europa nog voor; wij behoeven slechts te herinneren aan den Belginschen opstand in 1830, den Tiendaagschen Veldtocht. Zoo was b.v. de luitenant ter zee 2e kl. Jan C. J. van Speyk, die den 5den Februari 1831 den hel den dood bij Antwerpen stierf, ridder der M.W.O. Uit die dagen herinneren nog vele Nederlandsche namen, o.a. van dr. A. Rut- gers van der Loeff, van de Groninger en Franeker Flankeurcompagnie (sergeant majoor), van mr. J. F. van Pairoom, oud raadsheer Gerechtshof Den Bosch e.a. Een jaar na de roemruchte daden van Quatre-Bras en Waterloo, kwam onze Marine voor de onderscheiding aan de beurt: een eskader van 6 oorlogssche pen onder bevel van den vice-admiraal T. F. Baron van der Capellen, wist den Bey van Algiers tot onderwerping te dwingen. Van der Capellen's benoeming tot grootkruisridder der Orde volgde. Geven wij echter nog een gedetailleerde opgave, dan blijkt, dat er 80 commandeurs (ridder 2e kl.) zijn benoemd, 387 ridders 3e kl., 5360 ridders 4e klasse en bovendien 3 vaandels. Door deze vermelding komt men als vanzelf tot mededeeling van 't volgende: De M.W.O. kent 4 rangen: Grootkruis, com mandeur, ridder 3e klasse, ridder 4e klasse. Het versiersel bestaat uit (artikel 6 der wet): een geëmailleerd kruis, met acht gou den geparelde punten. Op de armen van het kruis de woorden: Voor Moed, Beleid, Trouw. Hierover ligt het Bourgondische kruis, be staande uit groene laurierstokken, samen- verbonden door den gouden vuurslag. Op de tegenzijde vervangen door een blauw ge ëmailleerd medaillon, waarop in het midden van een laurierkrans W, alles gedekt door een gouden Koninklijken Kroon. Het lint, oranje, met een smalle donker blauwe stre pen. De riddersoldjj. Voor de ridders beneden den rang van offi cier is een riddersoldij aan de Orde verbon den. welke bedraagt: 120 voor een soldaat, 200 voor een sergeant, 270.voor een sergeant-majoor en 325 voor een adjudant onderofficier. In Februari j.1. is een wetsontwerp inge diend. waarbij wordt voorgesteld, dat alle ridders beneden den rang van officier voort aan 300.zullen ontvangen, terwijl bij overlijden de helft van de soldij voor de we duwe is. Speciaal voor den soldaat is dit een aanmerkelijke verbetering! Voorts wordt in dit wetsontwerp voorgesteld, dat aan bur gers en vreemdelingen-niet-militairen de on derscheiding verleend kan worden. Een en ander, gelijk dit (tot vóór den oorlog) ook het geval was met het Fransche Legioen van Eer Officieren-ridder M.W.O. genieten geen voor rechten. Ons land kent thans nog één Commandeur (ridder 2e klasse), n.1. Z. Exc. den gep. luit.- generaal der Infanterie K.N.I.L., H. N. A. Swart, adjudant van H.M. de Koningin, oud militair en civiel Commandant van Atjeh en oud-vice president van den Raad van Indië. Van hen, die in den loop dezer 125 jaren deze zeer hooge onderscheiding verwierven, mogen hier genoemd worden: wijlen Generaal C. J. Snijders (1875), wijlen den oud-Gouverneur- Generaal J. B. van Heutsz, als le luitenant (eere-sabel 1875), Z. Exc. luitenant-generaal tit. der Infanterie K.N.I.L., C. A. Rjjnders, Commandant van het Koninklijk Koloniaal Militair Invalidenhuis op „Bronbeek" (eere sabel op Soembah) en de Minister van Staat, Z. Exc. Dr. H. Coljjn, majoor tit. b.d. der In fanterie K.N.I.L., wegens zijn optreden op Lombok (18 November 1894, eere-sabel, rid der 3e klasse). In Indië is thans nog één actief-dienend of ficier Ridder der M.W.O., n.1. de Kolonel der Infanterie G. F. W. Gosenson, militair Com mandant van Atjeh. De laatste ipaal werd in den Archipel de Orde toegekend aan den ka pitein J. Paris, die op 3 April 1926 bij een klewanggevecht op Atjeh sneuvelde, en op 13 Maart 1928 werd benoemd tot ridder 4e klasse. Een posthume onderscheiding. Ridderdagen. Jaarlijks wordt, meestal te Amsterdam, een z.g. „Ridderdag" gehouden, waar de Stichting „Fonds Ridderdagen" (voorzitter de heer M. C. Koning, oud-Directeur van de Soomvaart- maatschappjj „Nederland", oud-officier) de Ridders bijeen roept, die 25 of 40 jaar gele den „het Ridder" verdienden. Zij worden dan gehuldigd. Dit Fonds is voor velen, beneden den rang van officier bestemd, een groote steun en zegen! In Indië heerscht reeds vele jaren orde en rust: een bewjjs daarvoor kan men o.m. óók zien in het feit, dat na 1926 geen M.W.O. meer is toegekend. Dat een dergelijke toestand be staat, kan neen, moet worden toege schreven aan de mannen, die steeds op de bres stonden hun leven te geven voor het heil van Koningin en Vaderland, meestal onder de moei lijkst denkbare omstandigheden. Daarom is het goed, dat én hier te lande én op Java, binnenkort een officieele her denking zal plaats vinden, een hulde aan hen, die dit zoo volkomen verdiend hebben, en die steeds voor oogen hadden: Moed, Beleid en Trouw! Moge het gansche Nederlandsche Vol) dit beseffen! Wjj zjjn dezen dapperen kerels dank, gróóten dank verschuldigd voor hun moedig optreden, want voor een niet-gering deel zijn zij het geweest, die ertoe bijdroegen, dat Ne derlandsch-Indië in de geheele wereld zulk een voortreffeljjken naam bezit! Dat is wel een hunner grootste verdiensten! 5 tot 12 Maart 1940. Wierlngen Nieuwe zaken. IJ. Dikkerboom's Aannemersbedrijf, Akker- weg B 15, water- en wegenbouwwerken. Bestuurswijzigingen. Texel: „Unitas", Den Hoorn 81. Andere wijzigingen. Bloemenmag. „Fresia" C. Koopman, Koning straat 93; handelsnaam gewijzigd en het filiaal te Den Helder, Emmastraat 103 op geheven. Opheffingen. R. Spits, Californiestraat 3, grossier in galan terieën, enz. Gisterenavond werd in Café „Centraal" een geslaagde Bridge-Drive gehouden over 9 tafels. De winnaars waren: Groep O.W.: le prijs: de heeren Been en Mulder. 31 punten. 2e prijs de heeren P. Bakker en P. Slemmer, 34 punten. 3e prijs de heeren D. de Graaf en C. Bregman, 39 punten. Groep N.Z.: le prijs de heeren S. de Snaaijer en A. van Gelder, 29 punten. 2e prijs: de heeren H. Henning en R. Heuve- link, 32 punten. 3e prijs: Mevr. en de heer Buurman, 34 punten. VERMISTE FIETSEN. Twee personen deden gisteren aangifte dat hun rijwielen, die zij ergens hadden gedepo neerd, spoorloos verdwenen waren. Sloten koopen! ARBEIDSWET. De Arbeidswet werd gisteren tot tweemaal toe in Den Helder overtreden. En tweemaal volgde bekeuring. OP STAP., Op verzoek van de ouders werd gisteren een minderjarig meisje aangehouden, dat zonder toestemming de ouderlijke woning had verlaten. Ze is ernaar teruggebracht. De dichterlijke onderwijzer van de Come niusschool. de heer Prinsen, heeft het volgende rijm geschapen, dat ons beleefd ter plaatsing werd aangeboden, door het hoofd van de school, den heer Jager. We vinden het vers inderdaad te aardig om het niet aan onze abonné's voor te zetten. En wij twijfelen er niet aan of het zal ook resultaat opleveren in een groot aantal bezoekers aan het tentoon gestelde werk. Overigens verwijzen we voor bijzonderheden naar de advertentie, die in ons nummer van Vrijdag zal worden opgenomen. Red. Held. Crt. Annie, Karei, Frits en Janfsje, Gerrtt. Sonja. kleine Piet. Koos. Marietje, Tom en Fransje... (nóg meer namen noem ik niet). Meer dan tien maal twintig snaken tussen zes en veertien jaar, zenden U een invitatie als een hoffelijk gebaar. Even hebben zij de motor van het school-schip stop gezet, hijsen ze de vlag der vreugde en de wimpels van de pret. Extra is het dek gezwabberd, en de statie-trap, vol pracht, is-al buitenboord gehesen, juist omdat men U verwacht! Komt U kijken? Komt U kijken? luidt de vriendelijke vraag, want hun knapheid demonstreren doen zij allen even graag. Gunt U hun dus deze vreugde, Staakt Uw drukke bezigheid en bezoekt de Expositie als waardering van hun vlijt. U zult zien hoe kwieke kwekers zelfs in barre wintertijd d'eerste Lente-boden schiepen door geduld en zorgzaamheid. Hyacinthen-geuren drijven boven bonte bloemenpracht, en verwekken een illusie van het Voorjaar dat ons wacht. Meisjes hebben handwerk-schoonheid elegant geëtaleerd. Naar zjj met veel ernst verklaarden zit er niet één draad verkeerd! Kleine dingen, grote stukken, niemand heeft zich ooit vergist. (En wës er een steek gevallen, dan heeft Juf die opgevist!) Nu de knapen! Ja, dien tonen, als ik me niet sterk vergis, dat het ras der grote schilders nog niet uitgestorven is. Soms met aapleg, (vaak ook zonder), maar altijd met veel plezier, wierpen zij hun kunst-gewrochten met een potlood op papier! Over handen-arbeid zwijg ik. Goede wijn behoeft geen krans! Maar U krijgt de overtuiging: „Jongens zijn toch héél wat mans". Geef een Zaag, karton of triplex, geef wat verf en goede raad, dan wordt soms een „zwakke broeder" plots een kerel van de daad! Afgesproken dus, U komt ook even naar de Vlamingstraat, waar op Zaterdag en Zondag onze deur wijd-open staat? Toegangsprijs: Nihil of gratis! Evening-dress is niet verplicht, mits U jeugdig zijt van harte en met vriendelijk gezicht! C. Prinsen. HOLLAND—AMERIKA LIJN Westernland 11 Maart te New York. JAVA—NEW-YOKK LIJN. Japara 11 Maart v. New York. Kota Tjandi 10 Maart te Batavia. ROTTF.RDAMSCHE LLOYD. Bengalen (u., 12 Maart te Antwerpen. Blitar, u., 12 Maart te Sabang. Indrapoera, u., 11 Maart van Suez. Marken, t., 11 Maart van Belawan. Mobilisatie-futsen Geeft acht! Voorwaarts marrrrrschü 6 man verdwenen in den donkeren nacht, onder leiding van een korporaal. Onder de 6 dapperen bevonden zich ook Tom, Boris en Jaap, hetgeen als vanzelfspre kend beschouwd kan worden. Wat was de bedoeling van deze nachtelijke expeditie, welke bepakt met warme koffie en ettelijke dik belegde boterhammen en een ge laden karabijn zoo laat op pad ging? In den laatsten tijd waren er herhaaldelijk lichtkogels gesignaleerd, dan hier, dan daar, en nu zou deze groep er ook eens op uittrek ken, om te probeeren wat meer licht te bren gen in deze geheimzinnigheid, welke nu al reeds enkele weken de gemoederen bezig hield! Af deeling halt! Op de plaats rust! Jongens, we gaan ons nu eens hier ergens verdekt opstellen en dan maar afwachten of er nog het een en ander te zien zal zijn, maar denk er om, niet hard praten hoor! Geeft acht! Ingerukt marsch! Zeg, Boris, ik zol mien wat lachen, als wie is zoo'n luchtraketten-schutter te pakken kon den kriegen, wat ie! 't Jonge Tom, mien knuisten jeuken al, as ik er an denken, wat ie Jaap? Nou jonges, we motten succes hebben, an ders gao ik niet terug. Plotseling vloog een roode lichtkogel. op niet al te grooten afstand van de bivakkee- renden de lucht in. Wel sapperdekrikkrak, noe zul Ie 't hebben, Tom. Wel alle duvels, Boris, kom op en noe er as de weerlicht op af. Dat werd me een geren van je welste. Zitting van Dinsdag 12 Maart. Den Helder. Een noodlotitge aanrijding. Het was op den avond van 20 October, van het vorige jaar, omstreeks half zeven, dat de motorrijder G. v. d. Z. uit Den Helder van Anna Paulowna naar z'n woonplaats terug keerde. Hij dimde z'n licht, hetgeen ook een hem tegemoetkomende auto deed. Op dat moment reed de man pardoes op tegen een zekeren J. B. uit Den Helder, die een bakfiets voortduwde omdat er een „stijven wind stond. De aangeredene kwam er niet al te best af, want hij liep een gecompliceerde breuk op aan het linker onderbeen en moest vervoerd worden naar het Militair Hospitaal te Den Helder, waar hij gedurende twee maanden verpleegd werd. U had toch de bakfiets moeten zien door uw eigen verlichting; meende mr. Lede boer. Ik zag heelemaal geen rood licht, ant woordde verd. Get. B., koopman uit Den Helder, had naast zijn bakfiets geloopen. Aan welken kant? vroeg de president. Aan den linker kant. antwoordde getuige. Dat was erg onverantwoordelijk van U; meende mr. Ledeboer. Dan heeft misschien de motorrijder niet kunnen zien, dat de bak fiets een rood licht voerde. Er ontspon zich tusschen dezen getuige en den verdediger, mr. Hoek uit Rotterdam, een langdurig dispuut waar de roode achterlamp had gehangen en of deze inderdaad wel had gebrand? Mr. Hoek merkte op, dat de ge tuige bij de politie had verklaard, dat de lantaarn meer naar rechts hing. Hij slingerde van den linkerkant, ant woordde get. De brigadier van den Rijksveldwacht, C. J. V., was van het vliegveld geroepen en di rect naar de plaats van het ongeval gegaan. Deze vertelde, dat de lantaarn aan het mid den van den achterkant aan een spijker hing. Hij had de twee voorlampen en ook de ach terlamp rondgezwaaid en deze waren alle perfect in orde. De verdediger wees er get. op, dat tot tweemaal toe een voorlamp was uitgegaan door den harden wind. De bankwerker A. H. uit Den Helder was de bakfiets gepasseerd; toen brandde het roode achterlicht. Pres.: Zag u het steeds? Get.: Dan weer wel en dan weer niet. Als ik het licht niet zag, was vermoedelijk het lichaam vgn de bakfiets er tusschen. Heeft u ook een auto of een motor gezien? was de vraag van den president. Neen, antwoordde get. De Officier van Justitie requisitoir nemend, vond het gevaarlijk, dat het roode licht nu en dan werd onderschept. Of het roode licht ge brand heeft, kon Mr. v. d. Feen de Lille niet zeggen. Maar daarmede was verdachte's schuld niet weg te cijferen. In een straal van 25 m licht had hij de bakfiets toch moeten zien, juist omdat het hier een klein obstakel be trof. Spr. voelde een en ander aan als grove schuld van verd. en gelet op 's mans geldmid delen kon hjj niet anders eischen dan een hechtenisstraf voor den tijd van één maand. In een zeer uitvoerig pleidooi trachtte de verdediger van verd. de grove schuld van zijn cliënt te ontzenuwen en wees er in het bijzon der op, dat get. B. zich geheel verkeerd had opgesteld. Ook nam de verdediger direct aan, dat er een tegenligger aankwam, anders had verd. niet gedimd. Pleiter concludeerde der halve tot vrijspraak. Na re- en dupliek werd de uitspraak in de zaak bepaald op heden over acht dagen. van 12 Maart 1940. BEVALLEN: S. A. J. HenschenVan Bil- jouw, d. G. P. OttenDriece, z. M. A. van der VringHofer, d. OVERLEDEN: P. A. Dal, m., 2 maanden. ONDERTROUWD: C. J. Kuiper en C. M. van der Meijden. W. A. Wahlers en B. M. K. de Heer. B. M. J. J. E. Smulders en N. van Horik. VERDWENEN COQOSMATTEN. Een stadgenoote was gisteren bezig haar cocosmatten uit te kloppen op de straat. Toen zjj even wegging en daarna weer terug keerde waren de matten weg. Had iemand spjjkers onder z'n zolen Hé struikroovers, loop niet zoo idioot, want zoo meteen kwak ie nog óe een of andere sloot in! Holt joen kop Jaop en loop wat-ie loopen kunt. Weer vloog een roode, direct gevolgd door een groene lichtkogel, door het luchtruim. We loopen goed, boys, tanden op elkaar en moedig veurwaorts. Gaan jullie met z'n drieën dien kant uit, dan loopen wij in een boog er omheen, dan kunnen de boeven ons niet meer ontsnappen. Hier was geen vergissing meer mogelijk, hier waren de daders, die al zoo lang iedereen in opschudding gebracht hadden, met hun kogels. 't Wordt een strijd op leven en dood, Boris, wat ik oe brom! 't Kan me niks schelen, Tom, voorüit, loop oe de beenen is wat harder onder 't hemd van daon, globetrotter! Hiér bint we er anders toch niet meer zoo ver vandaon lui, hijgde Jaap. Ssssstssssst Wat wa3 dat? Plotseling schoten er wel drie, vier roode en groene ballen tegelijk de lucht in, die echter op een zekere hoogte uit elkander sprongen, en in een prachtigen sterrenregen overgin gen Hebt ze 't noe, of krieg ik het Tom? Wat veur den duvel, had ik dat goed gezien Ha... ha... ha, hij is goed, lui! Wat Jaop, mot ie noe nog lachen ook, het wordt noe heelemaole meenes! Wat meenes, ha... ha, groote ezels die jullie er zijn, heb ie noe nog niet in de gaoten, dat dat ze daor een vuurwark an 't afsteken bennen Wa-blief Jao, kiek maor, daor vliegen er nog meer van die vuurpijlen en luchtraketten de lucht in Ik gao nog is veur detective speulen, benne ze noe heelemaol betoeterd. Een koppie troost op de goeie buit, boys. Kom an, dat zal wel smaokenü DICK. Twee zaken voor de balie. Wederom moest gistermiddag het geheel justitioneele apparaat in werking worden ge- steld voor het houden van een Kantonge rechtszitting, waarvoor in totaal waren ver schenen 1 minderjarig jongmensch en 1 volwassen persoon. Wat den laatste betreft, deze had het bestaan op 6 Maart j.1. in den „kennelijken staat" (joor de Spoorstraat te ijsbeeren, hetgeen een politie-agent niet ont ging. zoodat A. v. V. ingerekend werd en over gebracht naar het plaatsje, waar drinkende broeders hun roes plegen uit te slapen. De kantonrechter, Mr. Arn. Veltman, infor meerde naar het hoe en waarom van deze dronkenschap. We hooren dat verd. op zoek was naar een geschikt kosthuis en daarbij via de café's ging In diverse taveernen had hjj een „taaie" gepikt, met het noodlottige ge volg. De kantonrechter vindt het een vrij dwaas systeem om een kosthuis te zoeken via de Ook de waarnemend ambtenaar, de officier van administratie der le kl. D. B. A. Fran ken. is het er niet mee eens en vordert 6. of 4 dagen. De kantonrechter waarschuwt verd. voor herhaling. Voor deze maal nog 4.of 4 dagen. VIJF ONGEWONE NIEUWE BOEKEN Sahara Horizonnade Zonidyile Sym- phonie en Zeekristal. Uitgever Rath Doode- heefver, Amsterdam. Er wordt meer gelezen dan vroeger. In het bijzonder boeken op politiek en sociaal gebied zijn zeer gezocht, zegt men. Maar zooveel is zeker, de boeken die wij hier bedoelen, zullen in 1940 door de handen gaan van onnoemelijk veel Nederlanders. Dee „boeken" passen zich bjj uitstek aan aan het Hollandsche, menschenslag, aan onzen veelgeroemden karaktertrek: nuchterheid. De ze boeken hebben de verdienste om de aan dacht af te leiden van het politiek gebeuren om ons heen. Zrj voeren terug naar de werke lijkheid, naar blijmoedige ontspanning bjj en naar bekoring van den huiselijken haard. Deze boeken rangschikken zich ontegenzeg gelijk onder het cultureele genre, want zij brengen de menschen op het idee: hoe ieder voor zich zijn eigen „etiquette-der-woongezel- ligheid" kan samenstellen. En het materiaal, dat hiertoe noodig is, bevindt zich ook in die zelfde boeken, zoodat men desgewenscht da delijk een keus kan doen. En nu weet U het dus meteen... het zijn behangboeken. Waarom zulks ook verzwegen Uitgever is de firma Rath Doodeheefver te Amsterdam en alle bovengenoemde nieuwe vjjf boeken zjjn vanaf 1 Januari ter „lezing" en doorzage verkrijgbaar bij iederen bonafiden behangerspatroon. Dit zijn inderdaad méér dan gewone stalien- boeken. Naast lezenswaardige, interessante teksten, prachtige natuuropnamen en interieur afbeeldingen, bevatten deze boeken heel veel practische raadgevingen, vaak leuk en onder houdend gezegd. Het leven gaat zijn gewonen gang. En zoo moet het ook. Menschen moeten eten, zich kleeden, wonen en dit laatste héél belangrijk. Het ligt geheel in de lijn van onzen volksaard, dat de Nederlandsche huisvrouwen straks ook nü heel gewoon haar kamers weer onder han den zullen nemen. Dat zij temeer in dezen tijd, waarin weliswaar veel wankelt en onzeker is, doch waarin het persoonlijk bezit, de woning, ook al is zij gehuurd, toch onzegbaar veel aan ideëele waarde wint, al datgene aan haar huis zullen doen en besteden wat men met goeden smaak en weinig kosten verworven kan wor den Lichtere wanden, meer gezelligheid bin nenshuis. Juist nü, nu licht „contrabande" schijnt, doch in werkelijkheid geenszins be hoeft te zijn. Het is goed, dat de roep naar meer licht zich allerwegen vermeere, ook op het terrein van het wonen. Méér licht in donkere wonin gen, méér licht in donker omwolkte harten. Dan zal het vertrouwen winnen, dat het don ker wjj ken gaat! Dat zoo velen de zegswijze „Achter de wolken schijnt de zoi!" mogen vervoegen aldus: minstens wil ik wonen in zonnig en licht behangen kamers! De Minister van Economische Zaken heeft zijn goedkeuring gehecht aan het besluit van de Kamer van Koophandel tot toekenning van een subsidie, groot 2500 gulden, aan het Ma- trozeninstituut der Koninklijke Nederlandsche Zeil- en Roeivereeniging, teneinde dit lichaam in staat te stellen het opleidingsschip „Pollux" te vervangen door een nieuw. Deze brik, die nu al vele jaren stil ligt in het Oosterdok, heeft zoo langzamerhand een eerbiedwaardigen ouderdom gekregen. Als zjj nog een paar jaar meegaat, zal zjj haar eeuw feest kunnen vieren. Thans begint het vaar tuig zooveel ouderdomsgebreken te vertoonen, dat het zelfs als woning voor de jongens van het Matrozeninstituut niet meer aan alle eischen voldoet. Er moet een nieuw schip ko men, want voor een matrozenschool aan den wal voelt men niets. De „Pollux" maakte in de vorige eeuw deel uit van de Kon. Marine. Zjj had een zuster schip. dat „Castor" heette. Dit laatste schip is sinds lang verdwenen. WIE HAALDE DIE LAMP Iemand deed aangifte, dat een lamp, die hjj in een zaak aan het einde van 't vorige jaar in reparatie gebracht had, door een ander bleek te zijn afgehaald. Rare manieren. VESTIGINGSWET. Wegens het overtreden van de Vestigings wet Klein bedrijf ging gisteren iemand op de bon. RUIT INGEGOOIT. Een bewoner van de Stakmanbossestraat deed aangifte dat bij hem een ruit was in gegooid. ZWEMVEST AANGESPOELD. Gisteren werd door iemand op het Hoofd bureau van Politie gedeponeerd een door hem aan den zeedjjk, tusschen de Poststeeg en het Helden der Zeeplein, gevonden zwemvest. Er stond op geschreven „Leopard 164".

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1940 | | pagina 6