Churchill kondigt verscherping
van den strijd aan
Drukke Zondag aan
het Westelijk front
De Paaschtragedie van
de „Protinus"
JL/ EERBERlCïff
Dc komende V.D.
Kamercandidaten
LUCHTDOOP
DE SCHAT
lijd is een veranderlijke bondgenoot
itt cU Utaeilijn
Een Japansch-
Portugeesch geschil?
Eogelaod de roofridder
Engeland wenscht geen uit
breiding van het strijdtooneel
Het incident bij
Pernis aangeroerd
Postvluchtm
DE BILT SEINT x
In een Zaterdagavond gehouden ra
dio-redevoering, heeft Churchill ge
zegd, dat het Britsche rijk en de
Fransche republiek thans in een on
verbreekbare eenheid zijn verbonden
zóó dat hun hoog doel kan worden
verwezenlijkt en een geweldige voor
uitgang bereikt in bijna iedere rich
ting. Tot nu toe is de tijd aan onze
zijde geweest, doch de tijd is een ver
anderlijke bondgenoot. Het komt mij
voor, dat een verscherping van den
strijd verwacht moet worden Wij zijn
zeer zeker geenszins geneigd daar
voor terug te deinzen.
God verhoede, dat wij zouden snoeven of
spreken in termen van ijdel begrip en over-
zelfvertrouwen. Wij hebben nimmer den ver-
schrikkclijken aard onderschat, van hetgeen
wij op ons namen, toen wij, na zoo lang
te hebben gestreeft naar vrede, ons zetten
aan de taak af te rekenen met de nationaal-
socialistischc en Duitsche dreiging op zoo
danige wijze, dat het pad voor den mensche-
lijkcn vooruitgang zou worden geëffend en
alle landen, groote en kleine, in staat zou
den zijn voor een langen tijd vrijelijk te ade
men. Wij verkleinen onze taak niet. Wij we
ten, dat van de Britsche en Fransche na
ties groote inspanningen zullen worden ge-
eisclit. Onze bronnen zijn, wanneer zij een
maal ten volle tot ontwikkeling zijn ge
bracht, zeer veel ruimer dan die van den
vijand. De Franschcn en Britten zijn teza
men 110 millioen personen, tegenover 70 mil-
lioen Duitschers, want op de 16 millioen, die
door bruut geweld worden onderdrukt, is
niet te rekenen.
Vaak wordt mij gevraagd Of de oorlog lang
of kort zal duren. Het zou een zeer korte
oorlog kunnen zijn misschien zou er geen
oorlog zijn geweest indien alle neutrale
staten, die onze overtuigingen ten aanzien
van fundamenteels zaken deelcn en open
lijken in 't geheim met ons sympathiesecren
met ons tezamen zouden hebben gestaan.
Wij hebben daar niet op gerekend en zijn
daarom niet onthutst. Wij vertrouwen op
God.
Het feit evenwel, dat vele kleine sta
ten van Europa geterroriseerd wor
den door nationaal-socialistisch ge
weld en brutaliteit en Duitschland
materiaal moeten leveren voor den
modernen oorlog, zou de gchcele we
reld kunnen veroordcelen tot een
langdurige beproeving met ernstige
gevolgen in vele landen. Daarom
kan ik U niet verzekeren, dat de
oorlog kort zal zijn en nog minder,
dat hij gemakkelijk zal zijn.
Ten aanzien van de buren van Duitsch
land, zeide Churchill, dat hun gevaren en
hun standpunt worden bpgrepen, doch dat
het niet juist zou zijn of in het algemeen
belang, dat hun zwakheid de kracht der
aggressors zou voeden en den beker van den
menschelijkcn vijand tot overloopens toe zou
vullen Er zou geen recht kunnen zijn, al
dus Churchill, indien in leven en dood de
aanvaller ieder gevoel van mensehelijkhcid
zou vertrappen en degenen die hem weer
staan, verstrikt zouden blijven in de flarden
van geschonden wettige overeenkomsten.
Vervolgens sprak de minister over de ver-
FEUILLETON
door MALCOLM HOWES
26.
Ik doe een ernstigen stap, signora, zei
hij, maar ik voel, dat de bijzondere omstan
digheden dien rechtvaardigen. Ik heb baron
von Kerber in vrijheid gesteld. Hij wacht nu
op u, en het zal me een groote eer zijn u
naar uw rijtuig te geleiden. Toch verzoek ik
u, ernstig naar mij te luisteren. Ik heb hem
gezegd, wat ik u nu zeg deze onderneming
moet u opgeven. Niet alleen is het mijn plicht
ze tot eiken prijs te verhinderen, maar dezen
nacht nog vertrekt een expeditie naar de Vijf
Heuvels. Dus, u ziet, u zult in ieder geval
falen. De juiste plaats is bekend en signor
Alfieri heeft een gewapende geleide. Ik her
haal het, u heeft gefaald. Mijn raad is: keer
naar Engeland terug en help mij morgen om
signor Fenshawe te overreden om de zaken
te laten zooals ze zijn.
Als in een droom ging mrs. Haxon met
Marchetti naar de binnenplaats. Daar vond
ze von Kerber, die haar tegemoet snelde.
U bent het dus. riep hij in het Engelsch.
Ik dacht het al, ofschoon zij mij niets wilden
vertellen.
Vanavond heb ik als vriend gesproken,
zei de gouverneur tot afscheid; morgen zal
ik weer ambtenaar zijn.
De alabeeyah ratelde over het plaveisel van
het plein naar de poort. De koetsier wendde
zijn paarden naar den zeekant.
Neen, neen, riep mrs. Haxton. Rijd door
den bazaar. Rijd langzaam. En in een adem
tde ze von Kerber uit: We moeten Abdul-
schrikkingen van den oorlog ter zee, waarbij
hij opnieuw zeide, dat in de Britsche en
Fransche convooien veiligheid te vinden is.
Slechts één op de S00 neutrale schepen, die
onze bescherming hebben gezocht, is tot zin
ken gebracht. Bijna 200 neutrale schepen
zijn vernietigd en bijna 1000 neutrale zeelie
den vermoord bij de poging van Hitier al
degenen die handel op de Britsche eilanden
willen drijven, te terroriseeren. In de laat
ste veertien dagen zijn 14 neutrale schepen
tot zinken gebracht en slechts één Britsch
schip. Tenslotte zijn wij zijn vijanden.
Een dergelijke vorm van oorlogvoering is
niet toegepast sinds de onderdrukking der
zeerooverij en het is een monsterachtige
macht, die de neutralen, welke het meest
hebben geleden en nog lijden, moeten voeden
met middelen voor een toekomstige agressie
Dit is een macht, waarvoor zij moeten buigen
en tot welker overwinning zij gedwongen zijn
bij te dragen, hoewel zij weten, dat de over
winning van die macht hun eigen slavernij
zou betcekenen.
Nog gisteren hebben Nederlandsche
vliegers, terwijl opvarenden van een
Engelsche duikboot acht nitgeputte
Nederlanders, die, na zes dagen in
een open boot te hebben rondge
zwalkt, op brancards aan land droe
gen, in naam van een strikte en on
partijdige orthodoxie een Engelsch
vliegtuig, dat verdwaald was, neer
geschoten. Ik maak den Nederlan
ders, onzen dapperen bondgenooten
uit vroeger daggen, geen verwijt:
mijn sympathie gaat uit naar hen in
hun gevaren en hun benardheid, ter
wijl zij met den tijger in een kooi
wonen.
Doch wanneer men ons vraagt de uitleg
ging der neutraliteit, te aanvaarden, die alle
voordeelen aan den aanvaller toekent en
alle nadeelen op rekening van de verdedi
gers der vrijheid schrijft, dan herinner ik
aan de woorden van Lord Balfour: „Dit is
een merkwaardig slecht opgezette wereld,
maar niet zoo heel erg slecht opgezet".
Doch al deze wandaden op zee verbleeken
voor de laaghartige behandeling van hulpe-
looze Tsjechen en Oostenrijkers en zinken in
het niet bij den wecrloozen doodstrijd v. Po
len.
Ik heb onlangs in een bekende Enggelsche
haven de bemanning van een Poolschen tor
pedojager geinspcctecrd. Zelden heb ik flin
kere menschcn gezien: ik was getroffen door
hun tucht en hun optreden. Doch hoe tra
gisch was hun lot. Hun schip was vrij, maar
hun land was ineengestort
Doch toen ik rondzag naar al die groote
oorlogsschepen en naar de voorbereidingen
die overal getroffen worden om dezen oor
log tot icdcren prijs verder te strijden,
troostte ik mij met de gedachte dat wanneer
deze Poolsche zeelieden hun arbeid met de
Britsche vloot voltooid hebben, wij er spe
ciale zorg voor zullen dragen, dat zij op
nieuw een huis zullen hebben om in te wo
nen.
Met het lot van de Polen voor oogen vra
gen gcdachtelooze menschcn niettemin
soms: Waar vechten Engeland en Frank
rijk voor?" Ik antwoord daarop: „als wij
den strijd zouden staken, zoudt gij weldra
antwoord op uw vraag krijgen".
Wij zullen dezen oorlog voortzetten,
waartoe hij ons ook mag leiden, doch wij
wcnschcn het terrein van het conflict niet
uit te breiden. Bij het uitbreken van den
oorlog wisten wij niet, of Italië niet onzen
vijand zou zijn en wij konden er niet ze
ker van zijn, dat Japan niet tegen ons zou
vechten. Velen hoopten, dat Rusland zou
helpen bij de bescherming het arbeidende
volk in de geheele wereld tegen de natio-
naal-socialistische agressie Doch geen dezer
dingen, goed of siecht, is gebeurd. Wij heb-
bch geen twist met Italië of Japan. Wij
zullen ons best doen in zoo goed mogelijke
verhouding met hen te leven. Het behoort
niet tot onze politiek oorlog met Rusland
te zoeken. De Russische regeering heeft bij
haar aanval op de heldhaftige Finnen voor
de geheele wereld duidelijk gemaakt welke
verwoestingen het communisme veroor
zaakt in 't karakter van elk volk. dat het
slachtoffer wordt van die doodelijke gees
telijke en moreele ziekte.
Resultaten van het Russische leger en de
Russische luchtmacht hebben de wereld
verbaasd en alle staten, die aan Rusland
grenzen, bemoedigd. Doch Rusland behoeft
niet In dezen strijd getrokken te worden,
tenzij het dat wenscht uit een verouderde
imperialistische ambitie en haar gewicht
in de schaal werpt aan de zijde van Duitsch
land. Wij hebben te doen met Hitier en de
nazi-Duiteche macht. Daar is het hoofd en
de voorste linie van de aanvallers En daar
alleen trachten wij te staan.
Aan 't Westelijk front is alles dus-
tig en ter zee of in de lucht is
niets gebeurd, doch meer dan een
millioen Duitsche soldaten, met in
begrip van vrijwel al hun actieve
gepantserde divisies, staan gereed
om langs de grenzen van Luxem
burg, België en Nederland binnen
enkele uren na het bevel hun slag
te slaan. Elk oogenblik kunnen deze
neutrale landen geplaatst worden te
genover een lawine van staal en
vuur. De beslissing ligt in de han
den van een enkelen man.
Zoo ziet de toestand in Europa er uit.
Kan het iemand verwonderen dat wij vast
besloten zijn zoo spoedig mogelijk en voor
goed een einde te maken aan dezen af-
schurwelijken toestand van alarm en be-
drejging? Weinigen van hen, die terugzien-
op de zeven maanden oorlog zullen eraan
twijfelen, dat de volken van Frankrijk en
Engeland in hun recht stonden, toen zij 't
zwaard van gerechtigheid en vergelding
trokken. Nog geringer is het aantal van
hen, die zouden wenschen, het in de schee-
de te steken, voordat het sombere werk der
gerechtigheid gedaan is.
Ernstige situatie in Portugeesche
nederzetting aan de Kantonrivier
Hoewel dit nog officieel wordt tegen
gesproken, ontwikkelt zich te Macao, de
Portugeesche nederzetting aan de Kanton
rivier, een ernstige situatie.
Verklaard wordt, dat de Japanneezen van
de regeering van Macao o.a. het volgende
eischen:
Ontruiming door de Portugeezen van de
buiten Macao gelegen eilanden Lappa en
Wantsai.
Erkenning door de Portugeezen van de
door de Japanneezen ingestelde schijnre-
gering in het district Tsoengsjan.
Aanvaarding te Macao van de Japansche
militaire yen-biljetten.
Het recht, huiszoekingen, te verrichten
voor het opsporen van anti-Japansche ele
menten.
Tijd voor een nieuw Europa met
een revolutionnaiiren inslag,
In een te Ludwighafen gehouden bctooging
heeft Alfred Rosenbcrg o.a. het volgende
verklaard:
Engeland neemt tegenover Europa de plaats
in van de roofridders uit de middeleeuwen te
genover de reizigers, die zij op de wegkrui,-
singen overvielen. Engeland snijdt de kleine
volkeren van de rest der wereld af. Londen
en Parijs verzekeren een nieuw Europa te
willen bouwen. Na Versailles en den Volken
bond past het den westelijken mogendheden
echter slecht, van een nieuw Europa te spre
ken. Het wordt tijd, dat een nieuw Europ;
met revolutionnairen inslag een nieuw tijd
perk begint, Duitschland staat in een groo
ten revolutionnairen strijd en oorlog. De Duit
sche weermacht is een rcvolutionnaire weer
macht. Wat op het oogenbliik gebeurt, is een
politieke en sociale revolutie, een revolutie
der discipline en niet der versplintering.
ACTIVITEIT IN DE LUCHT EN TE LAND.
Uit de communiqué's, zoowel van Duitsche
als van geallieerde zijde blijkt, dat gisteren
aan het Westelijk front te land en in de
lucht groote activiteit heeft geheerscht.
Volgens het D.N.B. is gisteren een aantal
luchtgevechten gevoerd. Duitsche jachtvlieg
tuigen die de grens bewaken, zijn op ver
scheidene plaatsen slaags geraakt met de
modernste Fransche vliegtuigen. In totaal
hebben 25 Messerschmidt-toestellen tegen 36
Marane-vliegtuigen gestreden; zeven Fran
sche vliegtuigen werden omlaag geschoten,
zonder dat een Duitsch vliegtuig verloren
ging-
De Fransche berichten maken van dit
luchtgevecht geen melding.
Volgens het Duitsche legerbericht is het
gisteren meermalen tot botsingen gekomen
tusschen groepen verkenners. Verscheidene
krijgsgevangenen zijn gemaakt. Volgens het
Engelsche persbureau Reuter hebben de
Duitschers gisterenmorgen vroeg een aanval
ondernomen. De Duitschers werden evenwel
teruggedreven met verlies aan manschap
pen. Voorts hebben de Duitschers na voor
bereiding der artillerie, twee vlak bij elkaar
gelegen Fransche buitenposten aangevallen.
Beide aanvallen werden afgeslagen en de
Duitschers leden verliezen. Wegens het slech
te weer was er weinig actie fn de lucht,
Duitsch overzicht van den oorlog.
...Sedert de mededeeling van het opperbe
vel der weermacht, op 2 Maart uitgegeven
over het militaire resultaat van zes maan
den oorlogsvoering tot 21 Februari 1940,
zijn volgens officieele bron 22 vijandelijke
vliegtuigen (tiwaalf Britsche en tien Fran
sche) zoomede een Fransche kabelballon
omlaaggeschoten. In denzelfden tijd werden
7 eigen vliegtuigen verloren. Sedert het be
gin van den oorlog zijn in het geheel 357
vijandelijke vliegtuigen omlaaggeschoten,
tegen slechts 85 Duitsche.
Niet de sloep, maar het schip be
schoten. Onbeschrijflijk lijden in
open reddingboot.
Zaterdag gaven wij reeds een relaas
van het vreeselijk lijden, dat de man
nen van de „Protinus", den IJmuiden
schcn treiler, hebben doorgestaan
Een nieuw ooggetuigeverslag geeft
echter een eenigszins andere lezing
van het gebeurde. Niet de sloep,
waarin de mannen na de ramp rond
dreven, werd door de Duitschers van
uit de lucht bestookt, doch de „Pro
tinus" zelve was het mikpunt der
Duitsche bommen.
Een der opvarenden, de tweede machinist
Bertus Glazemaker heeft nl. verklaard, dat
een Duitsch gevechtsvliegtuig boven den trei
Ier verscheen. De opvarenden, meenende,
dat het een geallieerd toestel was, wuifden
het vliegtuig toe.
Dit werd beantwoord met een regen van
bommen. Een .bom trof de brug en doodde
den kapitein K. Wijkcr en den matroos S.
Buis. Het vliegtuig maakte toen een duik
vlucht en richtte mitrailleurvuur op het
schip, terwijl de bemanning naar de redding
boot ging. Niemand werd getroffen.
Een graf in de golven.
Uren van onbeschrijfelijk leed hebben de
mannen in de open reddingboot doorgemaakt
De stoker Piers en de tremmer G. Worting
konden de ontberingen niet doorstaan en
dierven resp. op Goeden Vrijdag en 2e
'aasclulag. Uit pieteit hebben hun kamera
len de lijken niet terstond overboord willen
■etten, doch toen enkele andere schipbreuke-
ingen dezelfde ziekteverschijnselen als
Piers en Worting gingen vertoonen, waren
zij wel genoodzaakt de dooden in zee te be
graven.
Een ongelukkige omstandigheid was, dat
de reddingboot in zeer slechte conditie ver
keerde. Het drinkwater wasbrak, de scheeps
beschuit muf, de riemen rot... Het mag een
wonder heeten, dat de overige acht man
nen er het leven nog hebben afgebcacht.
Een hunner kon echter niet meer loopen
en moest met groote moeite aan boord van
den Engelschen onderzeeër worden ge
bracht, toen deze op tweeden Paaschdag ter
redding verscheen.
Ten tweeden male door Duitsch
vliegtuig bedreigd.
De Britten hadden niet direct hulp dur
ven bieden, daar zij vreesden in een duik-
bootval te loopen. Vanuit de verte hebben
zij zelfs de begrafenis gadegeslagen.
De duikboot zette haar patrouille vier
dagen voort, alvorens zij de geredden aan
land bracht. Tijdens deze patrouille dook
zij nog eenmaal onder om aan de aandacht
van een Duitsch vliegtuig te ontsnappen.
lah zoeken. Hij is ergens in de hoofdstraat.
Voor alles moeten we Adullah zoeken. Alfieri
verlaat vannacht Massoea en hij gaat naar
de Vijf Heuvels. Abdullah is onze eenige
hoop.
HOOFDSTUK XII.
Stump gaat af op wat hg ziet.
Na acht uur van droomeloozen slaap ont
waakte Irene tot een vage maar zalige over
tuiging, dat je bed de behagelijkste plaats
is, wanneer je lichaam pijn doet en de minste
beweging hinderlijk wordt gemaakt door een
geschaafde huid. En aan de beweging van
het schip bemerkte zij, dat de Aphrodite in
volle zee was. Zij drukte op een electrische
bel.
Ja, juffrouw, zei de kamenier op de tot
haar gerichte vraag, we zijn als sinds mid
dernacht op weg. Zoodra mrs Haxton en
baron von Kerber aan boord kwamen.
Baron von Kerber?, onderbrak Irene
haar ademloos.
Ja, juffrouw. Hij kwam met mevrouw
Haxton mee. Ik heb hem niet gezien, maar
een van de hofmeesters vertelde me, dat de
baron rechtstreeks naar mr. Fenshawe's
kajuit ging en onmiddellijk werd het bevel
gegeven om het anker te lichten.
Ondanks haar pij nlijk lichaam kleedde
Irene zich snel. Ze brandde van verlangen om
te hooren, hoe von Kerber zijn vrijheid had
terug gekregen en op welke nieuwe verwik
keling het onverwachte vertrek van het schip
wees. Toen ze zich naar de brug haastte, was
de eerste, dien ze ontmoette, Royson, en mis
schien zou een van de oude godheden van
Memphis geheimzinnig geglimlacht hebben,
als hij het voorrecht had gehad den verra
derlijken blos te zien, die op beider gezicht
kwam.
Goeie genade, mr. Royson, zei ze, wat
beeft dit te beduiden?
Ik weet het niet, zei hij. Kapitein Stump
en meneer Tagg hebben samengezworen om
me in bed te houden. Ik ben nog geen vijf
minuten aan dek.
Hebt u gehoord, dat de baron terug is?
Ja, miss Fenshawe, dat wist ik gister
avond al. Ik hoorde zijn boot de wacht aan
roepen.
Het is allemaal heel vreemd en geheim
zinnig, zei Irene, starend naar de purperen
bergen, die den Zuid-Westelijken horizon om
zoomden. Het spijt me, dat we El Jaridiai
niet hebben kunnen beloonen en ik had ei
mijn hart op gezet om Moti te koopen. Ik
brand om te hooren, wat er gebeurd is er
waar we naar toe gaan. Van branden gespro
ken, mr. Royson, kijk mijn polsen eens!
Ze stak beide handen naast elkaar uit, de
palm naar beneden. Royson merkte onmid
dellijk. dat ze een prachtigen marqulsering
droeg aan den middelvinger van haar lin
kerhand. Hij wist mets van de beteekenis
van juweelen. Een gladde gouden ring aan
den zcogenaamden ringvinger van een dame,
kou hij thuisbrengen, maar hij had er geen
flauw idee van, waar een verlovingsring ge
dragen behoort te worden en hij trok de
conclusie, dat het meisje er een aan had.
Waarom har! nij het nooit eerder opgemerkt,
vroeg hij zichzelf af? Was het een wenk?
Waarschijnlijk zou Irene zelf verbaasd zijn
geweest te hooren, dat het vroeger de ge
woonte was van verloofde jongedames om hun
geluk te toonen door een ring aan den mid
delvinger, terwijl zij, die vrij waren, maar
bereid te huwen, het feit schuchter mochten
aankondigen door een ring aan den wijsvin
ger. Maar hoe het ook zij, Royson stond ver
steld op het gezicht van de schitterende dia
manten. Ze knipoogden hem boosaardig toe,
en hij stamelde: Ik kan u niet zeggen, hoe
het mij spijt! Irene liet haar handen zakken.
Tenzij u scheel kunt zien, hebt u heele-
maal niet naar mijn polsen gekeken, riep ze
uit. Een bel luidde in de kajuit en ze snelde
weg. Dick ging naar de kaartenkamer, waar
voor Tagg over de verschansing voor zich uit
hing te kijken.
Dat heb je vlug gedaan, zei de eerste
stuurman. Houd haar recht veertig graden
Zuid bij Oost, tot de Oude bovenkomt. Als
de wind gaat liggen, moet je hem roepen.
Toen herinnerde Dick zich, dat Tagg hem
had opgedragen te ontbijten vóór hij zijn
dienst aanving. Hij zei niets, maar nam zijn
piaats op de O rug in. Tagg, die mank was,
verKoos zich op het hoofddek te laten zak
ken, vanwaar hij naar de kleine kajuit
hinkte, waar de officieren hun maaltijden ge
bruikten. Hij kwam onmiddellijk terug.
Wat mankeert er aan?, vroeg hjj be-
Op de heenreis fereikten pister"-
de „Buizerd" met lezagvoeri
Veenendaal Bandofng en de .-Och
met gezagvoerder Bondong
Op de terugreis Igidde de
met gezagvoerder poth te Ba-
I ft.
Verwachting: In den vroegen
ochtend zachter, overdag
zelfde temperatuur als gis
teren, betfokken tot half-
bewolkt, kans op eenigen
regen, voornamelijk in het
Westen, »vakke tot mati
ge, aan de kust tijdelijk
krachtige meest Zuidweste
lijke wind*
Ook de burgemeester van Den
Helder op de lijst voor kieskring
Den Helder.
In aansluiting op ons desbetreffende be
richt laten wij hieronder volgen de namen
der V.D. Kamercandidaten die volgens de
Prov. Noordh. Courant op de lijst voor den
kieskring Den Helder zullen voorkomen:
1. Mr. P. J. Oud, burgemeester van Rot
terdam, en oud-Purmerender; nog is niet
met zekerheid bekend, of hij een candida-
tuur zal aanvaarden, doch dit wordt wel
waarschijnlijk geacht.
2. mr. A. M. Joekes, voorzitter der Twee-
de-Kamer-fractie, Den Haag.
3. D. Kooiman, wethouder van Purme-
rend en Dijkgraaf van Noordhollands Noor
derkwartier.
4. mevr. Bakker—Nort, Den Haag.
5. F. E. H. Ebels. Nieuw Beerta.
6. G. Ritmeester, burgemeester van Den
Helder.
1. J. J. Feringa, Insp, L.O.. Alkmaar,
8. Mr. K. Bijlsma, Franeker.
9. Mr. L. G. v. Dam, Haarlem.
10. J.Schildhuis, Den Haag.
HET NIEUWE VLIEGTUIG VAN DE
KON. MIJ, DE SCHELDE INGEVLOGEN.
Zaterdagmiddag heeft het nieuwe vlieg
tuig S 20, gebouwd in de Koninklijke Maat
schappij ,De Schelde" door den bekenden
vliegtuigconstructeur T. E. Slot, zijn lucht
doop ondergaan. Dit feit was streng ge
heim gehouden en op het vliegveld Vlissin-
gen werd geen enkele onbevoegde toege
laten.
Nadt de S. 20 eerst eenige startproeven had
genomen, trok de invlieger de heer Joh.
Th. Reintjes, die vergezeld was van een
werktuigkundige, het toestel van den
grond en vloog laag over het veld, om
aan de andere zijde neer te komen. Daar
na startte het toestel opnieuw en steeg tot
plm. 100 meter hoogte. Na drie minuten
landde het. Kort daarop bracht de heer
Reintjes he toestel opnieuw in de lucht, nu
op 300 tot 400 meter hoogte boven de stad.
waar de S 20 grote belangstelling trok. De
machine bleef nu tien minuten in de lucht.
Zoowel de invlieger als de heer Slot wa
ren hoogst tevreden over de wijze, waarop
de S 20 de luchtdoop had ondergaan. Zij
hadden vele gelukwenschen in ontvangst te
nemen.
langstellend. Je hebt niks gegeten. Voel je je
ziek?
Nee, o nee! Royson lachte en werd rood.
Wat is er dan Had je geen trek in
koffie en spek na den fijnen kost aan land?
De zaak is, dat ik miss Fenshawe ont
moette en die hield me een paar minuten op.
Is dat een reden om niet te eten?
Heelemaal niet. Ik... e... heb het wer
kelijk vergeten.
Je ontbijt vergeten! Kom d'r af!
Tagg klom als een aap naar boven.
Neem m'n raad aan, zei hij ernstig.
Dit is een slecht klimaat om nuchter te zijn.
Je zou in minder dan geen tijd een zonne
steek krijgen.
Kort voor twaalf uur kwam kapitein
Stump aan dek.
Je zult merken, dat het in Aden min
der levendig is dan in Massoea, zei hij.
We varen dus naar Aden.
Waar dacht je dan dat we naar toe
gingen? Melbournè?
Wel, Sir, als ik erover nadacht, was ik
meer genegd aan te nemen, dat we naar onze
oorspronkelijke bestemming voeren.
En waar was dat?
Een baai, een weinig ten Zuiden van
dit punt, niet ver van Perim
Heb je iets nieuws gehoord? vroeg
Stump snel.
Geen woord. Maar als we naar Aden
gaan, vermoed ik, dat de expeditie zal wor
den opgegeven.
Ze kletsen er nu over in den salon, zei
de schipper en hij keek om zich heen, om
zich te overtuigen, dat niemand hem hooren
kon. Zijn zeemansoog gleed terzelfder tijd
langs den horizon en hg zag *en rookpluim
eenige mijlen achter het schip. Plotseling het
gesprek afbrekende ging hij het kaartenhuis
in en kwam terug met een kjjker, dien hij
op een stang liet rusten.
D'r komt een stoomboot achter ons
aan met een reuze-haast, kondigde hij aan,
toen een langdurige beschouwing hem in
staat had gesteld een oordeel te vormen. Ze
komt uit Massoea. De gewone route is vijftig
mijlen oostelijker. Ik zal wat zeggen: Het is
die Italiaansche kanonneerboot, waar de gou
verneur het over had.
(Wordt vtriolgd.)