Churchill kondigt verscherping van den strijd aan Drukke Zondag aan het Westelijk front De Paaschtragedie van de „Protinus" JL/ EERBERlCïff Dc komende V.D. Kamercandidaten LUCHTDOOP DE SCHAT lijd is een veranderlijke bondgenoot itt cU Utaeilijn Een Japansch- Portugeesch geschil? Eogelaod de roofridder Engeland wenscht geen uit breiding van het strijdtooneel Het incident bij Pernis aangeroerd Postvluchtm DE BILT SEINT x In een Zaterdagavond gehouden ra dio-redevoering, heeft Churchill ge zegd, dat het Britsche rijk en de Fransche republiek thans in een on verbreekbare eenheid zijn verbonden zóó dat hun hoog doel kan worden verwezenlijkt en een geweldige voor uitgang bereikt in bijna iedere rich ting. Tot nu toe is de tijd aan onze zijde geweest, doch de tijd is een ver anderlijke bondgenoot. Het komt mij voor, dat een verscherping van den strijd verwacht moet worden Wij zijn zeer zeker geenszins geneigd daar voor terug te deinzen. God verhoede, dat wij zouden snoeven of spreken in termen van ijdel begrip en over- zelfvertrouwen. Wij hebben nimmer den ver- schrikkclijken aard onderschat, van hetgeen wij op ons namen, toen wij, na zoo lang te hebben gestreeft naar vrede, ons zetten aan de taak af te rekenen met de nationaal- socialistischc en Duitsche dreiging op zoo danige wijze, dat het pad voor den mensche- lijkcn vooruitgang zou worden geëffend en alle landen, groote en kleine, in staat zou den zijn voor een langen tijd vrijelijk te ade men. Wij verkleinen onze taak niet. Wij we ten, dat van de Britsche en Fransche na ties groote inspanningen zullen worden ge- eisclit. Onze bronnen zijn, wanneer zij een maal ten volle tot ontwikkeling zijn ge bracht, zeer veel ruimer dan die van den vijand. De Franschcn en Britten zijn teza men 110 millioen personen, tegenover 70 mil- lioen Duitschers, want op de 16 millioen, die door bruut geweld worden onderdrukt, is niet te rekenen. Vaak wordt mij gevraagd Of de oorlog lang of kort zal duren. Het zou een zeer korte oorlog kunnen zijn misschien zou er geen oorlog zijn geweest indien alle neutrale staten, die onze overtuigingen ten aanzien van fundamenteels zaken deelcn en open lijken in 't geheim met ons sympathiesecren met ons tezamen zouden hebben gestaan. Wij hebben daar niet op gerekend en zijn daarom niet onthutst. Wij vertrouwen op God. Het feit evenwel, dat vele kleine sta ten van Europa geterroriseerd wor den door nationaal-socialistisch ge weld en brutaliteit en Duitschland materiaal moeten leveren voor den modernen oorlog, zou de gchcele we reld kunnen veroordcelen tot een langdurige beproeving met ernstige gevolgen in vele landen. Daarom kan ik U niet verzekeren, dat de oorlog kort zal zijn en nog minder, dat hij gemakkelijk zal zijn. Ten aanzien van de buren van Duitsch land, zeide Churchill, dat hun gevaren en hun standpunt worden bpgrepen, doch dat het niet juist zou zijn of in het algemeen belang, dat hun zwakheid de kracht der aggressors zou voeden en den beker van den menschelijkcn vijand tot overloopens toe zou vullen Er zou geen recht kunnen zijn, al dus Churchill, indien in leven en dood de aanvaller ieder gevoel van mensehelijkhcid zou vertrappen en degenen die hem weer staan, verstrikt zouden blijven in de flarden van geschonden wettige overeenkomsten. Vervolgens sprak de minister over de ver- FEUILLETON door MALCOLM HOWES 26. Ik doe een ernstigen stap, signora, zei hij, maar ik voel, dat de bijzondere omstan digheden dien rechtvaardigen. Ik heb baron von Kerber in vrijheid gesteld. Hij wacht nu op u, en het zal me een groote eer zijn u naar uw rijtuig te geleiden. Toch verzoek ik u, ernstig naar mij te luisteren. Ik heb hem gezegd, wat ik u nu zeg deze onderneming moet u opgeven. Niet alleen is het mijn plicht ze tot eiken prijs te verhinderen, maar dezen nacht nog vertrekt een expeditie naar de Vijf Heuvels. Dus, u ziet, u zult in ieder geval falen. De juiste plaats is bekend en signor Alfieri heeft een gewapende geleide. Ik her haal het, u heeft gefaald. Mijn raad is: keer naar Engeland terug en help mij morgen om signor Fenshawe te overreden om de zaken te laten zooals ze zijn. Als in een droom ging mrs. Haxon met Marchetti naar de binnenplaats. Daar vond ze von Kerber, die haar tegemoet snelde. U bent het dus. riep hij in het Engelsch. Ik dacht het al, ofschoon zij mij niets wilden vertellen. Vanavond heb ik als vriend gesproken, zei de gouverneur tot afscheid; morgen zal ik weer ambtenaar zijn. De alabeeyah ratelde over het plaveisel van het plein naar de poort. De koetsier wendde zijn paarden naar den zeekant. Neen, neen, riep mrs. Haxton. Rijd door den bazaar. Rijd langzaam. En in een adem tde ze von Kerber uit: We moeten Abdul- schrikkingen van den oorlog ter zee, waarbij hij opnieuw zeide, dat in de Britsche en Fransche convooien veiligheid te vinden is. Slechts één op de S00 neutrale schepen, die onze bescherming hebben gezocht, is tot zin ken gebracht. Bijna 200 neutrale schepen zijn vernietigd en bijna 1000 neutrale zeelie den vermoord bij de poging van Hitier al degenen die handel op de Britsche eilanden willen drijven, te terroriseeren. In de laat ste veertien dagen zijn 14 neutrale schepen tot zinken gebracht en slechts één Britsch schip. Tenslotte zijn wij zijn vijanden. Een dergelijke vorm van oorlogvoering is niet toegepast sinds de onderdrukking der zeerooverij en het is een monsterachtige macht, die de neutralen, welke het meest hebben geleden en nog lijden, moeten voeden met middelen voor een toekomstige agressie Dit is een macht, waarvoor zij moeten buigen en tot welker overwinning zij gedwongen zijn bij te dragen, hoewel zij weten, dat de over winning van die macht hun eigen slavernij zou betcekenen. Nog gisteren hebben Nederlandsche vliegers, terwijl opvarenden van een Engelsche duikboot acht nitgeputte Nederlanders, die, na zes dagen in een open boot te hebben rondge zwalkt, op brancards aan land droe gen, in naam van een strikte en on partijdige orthodoxie een Engelsch vliegtuig, dat verdwaald was, neer geschoten. Ik maak den Nederlan ders, onzen dapperen bondgenooten uit vroeger daggen, geen verwijt: mijn sympathie gaat uit naar hen in hun gevaren en hun benardheid, ter wijl zij met den tijger in een kooi wonen. Doch wanneer men ons vraagt de uitleg ging der neutraliteit, te aanvaarden, die alle voordeelen aan den aanvaller toekent en alle nadeelen op rekening van de verdedi gers der vrijheid schrijft, dan herinner ik aan de woorden van Lord Balfour: „Dit is een merkwaardig slecht opgezette wereld, maar niet zoo heel erg slecht opgezet". Doch al deze wandaden op zee verbleeken voor de laaghartige behandeling van hulpe- looze Tsjechen en Oostenrijkers en zinken in het niet bij den wecrloozen doodstrijd v. Po len. Ik heb onlangs in een bekende Enggelsche haven de bemanning van een Poolschen tor pedojager geinspcctecrd. Zelden heb ik flin kere menschcn gezien: ik was getroffen door hun tucht en hun optreden. Doch hoe tra gisch was hun lot. Hun schip was vrij, maar hun land was ineengestort Doch toen ik rondzag naar al die groote oorlogsschepen en naar de voorbereidingen die overal getroffen worden om dezen oor log tot icdcren prijs verder te strijden, troostte ik mij met de gedachte dat wanneer deze Poolsche zeelieden hun arbeid met de Britsche vloot voltooid hebben, wij er spe ciale zorg voor zullen dragen, dat zij op nieuw een huis zullen hebben om in te wo nen. Met het lot van de Polen voor oogen vra gen gcdachtelooze menschcn niettemin soms: Waar vechten Engeland en Frank rijk voor?" Ik antwoord daarop: „als wij den strijd zouden staken, zoudt gij weldra antwoord op uw vraag krijgen". Wij zullen dezen oorlog voortzetten, waartoe hij ons ook mag leiden, doch wij wcnschcn het terrein van het conflict niet uit te breiden. Bij het uitbreken van den oorlog wisten wij niet, of Italië niet onzen vijand zou zijn en wij konden er niet ze ker van zijn, dat Japan niet tegen ons zou vechten. Velen hoopten, dat Rusland zou helpen bij de bescherming het arbeidende volk in de geheele wereld tegen de natio- naal-socialistische agressie Doch geen dezer dingen, goed of siecht, is gebeurd. Wij heb- bch geen twist met Italië of Japan. Wij zullen ons best doen in zoo goed mogelijke verhouding met hen te leven. Het behoort niet tot onze politiek oorlog met Rusland te zoeken. De Russische regeering heeft bij haar aanval op de heldhaftige Finnen voor de geheele wereld duidelijk gemaakt welke verwoestingen het communisme veroor zaakt in 't karakter van elk volk. dat het slachtoffer wordt van die doodelijke gees telijke en moreele ziekte. Resultaten van het Russische leger en de Russische luchtmacht hebben de wereld verbaasd en alle staten, die aan Rusland grenzen, bemoedigd. Doch Rusland behoeft niet In dezen strijd getrokken te worden, tenzij het dat wenscht uit een verouderde imperialistische ambitie en haar gewicht in de schaal werpt aan de zijde van Duitsch land. Wij hebben te doen met Hitier en de nazi-Duiteche macht. Daar is het hoofd en de voorste linie van de aanvallers En daar alleen trachten wij te staan. Aan 't Westelijk front is alles dus- tig en ter zee of in de lucht is niets gebeurd, doch meer dan een millioen Duitsche soldaten, met in begrip van vrijwel al hun actieve gepantserde divisies, staan gereed om langs de grenzen van Luxem burg, België en Nederland binnen enkele uren na het bevel hun slag te slaan. Elk oogenblik kunnen deze neutrale landen geplaatst worden te genover een lawine van staal en vuur. De beslissing ligt in de han den van een enkelen man. Zoo ziet de toestand in Europa er uit. Kan het iemand verwonderen dat wij vast besloten zijn zoo spoedig mogelijk en voor goed een einde te maken aan dezen af- schurwelijken toestand van alarm en be- drejging? Weinigen van hen, die terugzien- op de zeven maanden oorlog zullen eraan twijfelen, dat de volken van Frankrijk en Engeland in hun recht stonden, toen zij 't zwaard van gerechtigheid en vergelding trokken. Nog geringer is het aantal van hen, die zouden wenschen, het in de schee- de te steken, voordat het sombere werk der gerechtigheid gedaan is. Ernstige situatie in Portugeesche nederzetting aan de Kantonrivier Hoewel dit nog officieel wordt tegen gesproken, ontwikkelt zich te Macao, de Portugeesche nederzetting aan de Kanton rivier, een ernstige situatie. Verklaard wordt, dat de Japanneezen van de regeering van Macao o.a. het volgende eischen: Ontruiming door de Portugeezen van de buiten Macao gelegen eilanden Lappa en Wantsai. Erkenning door de Portugeezen van de door de Japanneezen ingestelde schijnre- gering in het district Tsoengsjan. Aanvaarding te Macao van de Japansche militaire yen-biljetten. Het recht, huiszoekingen, te verrichten voor het opsporen van anti-Japansche ele menten. Tijd voor een nieuw Europa met een revolutionnaiiren inslag, In een te Ludwighafen gehouden bctooging heeft Alfred Rosenbcrg o.a. het volgende verklaard: Engeland neemt tegenover Europa de plaats in van de roofridders uit de middeleeuwen te genover de reizigers, die zij op de wegkrui,- singen overvielen. Engeland snijdt de kleine volkeren van de rest der wereld af. Londen en Parijs verzekeren een nieuw Europa te willen bouwen. Na Versailles en den Volken bond past het den westelijken mogendheden echter slecht, van een nieuw Europa te spre ken. Het wordt tijd, dat een nieuw Europ; met revolutionnairen inslag een nieuw tijd perk begint, Duitschland staat in een groo ten revolutionnairen strijd en oorlog. De Duit sche weermacht is een rcvolutionnaire weer macht. Wat op het oogenbliik gebeurt, is een politieke en sociale revolutie, een revolutie der discipline en niet der versplintering. ACTIVITEIT IN DE LUCHT EN TE LAND. Uit de communiqué's, zoowel van Duitsche als van geallieerde zijde blijkt, dat gisteren aan het Westelijk front te land en in de lucht groote activiteit heeft geheerscht. Volgens het D.N.B. is gisteren een aantal luchtgevechten gevoerd. Duitsche jachtvlieg tuigen die de grens bewaken, zijn op ver scheidene plaatsen slaags geraakt met de modernste Fransche vliegtuigen. In totaal hebben 25 Messerschmidt-toestellen tegen 36 Marane-vliegtuigen gestreden; zeven Fran sche vliegtuigen werden omlaag geschoten, zonder dat een Duitsch vliegtuig verloren ging- De Fransche berichten maken van dit luchtgevecht geen melding. Volgens het Duitsche legerbericht is het gisteren meermalen tot botsingen gekomen tusschen groepen verkenners. Verscheidene krijgsgevangenen zijn gemaakt. Volgens het Engelsche persbureau Reuter hebben de Duitschers gisterenmorgen vroeg een aanval ondernomen. De Duitschers werden evenwel teruggedreven met verlies aan manschap pen. Voorts hebben de Duitschers na voor bereiding der artillerie, twee vlak bij elkaar gelegen Fransche buitenposten aangevallen. Beide aanvallen werden afgeslagen en de Duitschers leden verliezen. Wegens het slech te weer was er weinig actie fn de lucht, Duitsch overzicht van den oorlog. ...Sedert de mededeeling van het opperbe vel der weermacht, op 2 Maart uitgegeven over het militaire resultaat van zes maan den oorlogsvoering tot 21 Februari 1940, zijn volgens officieele bron 22 vijandelijke vliegtuigen (tiwaalf Britsche en tien Fran sche) zoomede een Fransche kabelballon omlaaggeschoten. In denzelfden tijd werden 7 eigen vliegtuigen verloren. Sedert het be gin van den oorlog zijn in het geheel 357 vijandelijke vliegtuigen omlaaggeschoten, tegen slechts 85 Duitsche. Niet de sloep, maar het schip be schoten. Onbeschrijflijk lijden in open reddingboot. Zaterdag gaven wij reeds een relaas van het vreeselijk lijden, dat de man nen van de „Protinus", den IJmuiden schcn treiler, hebben doorgestaan Een nieuw ooggetuigeverslag geeft echter een eenigszins andere lezing van het gebeurde. Niet de sloep, waarin de mannen na de ramp rond dreven, werd door de Duitschers van uit de lucht bestookt, doch de „Pro tinus" zelve was het mikpunt der Duitsche bommen. Een der opvarenden, de tweede machinist Bertus Glazemaker heeft nl. verklaard, dat een Duitsch gevechtsvliegtuig boven den trei Ier verscheen. De opvarenden, meenende, dat het een geallieerd toestel was, wuifden het vliegtuig toe. Dit werd beantwoord met een regen van bommen. Een .bom trof de brug en doodde den kapitein K. Wijkcr en den matroos S. Buis. Het vliegtuig maakte toen een duik vlucht en richtte mitrailleurvuur op het schip, terwijl de bemanning naar de redding boot ging. Niemand werd getroffen. Een graf in de golven. Uren van onbeschrijfelijk leed hebben de mannen in de open reddingboot doorgemaakt De stoker Piers en de tremmer G. Worting konden de ontberingen niet doorstaan en dierven resp. op Goeden Vrijdag en 2e 'aasclulag. Uit pieteit hebben hun kamera len de lijken niet terstond overboord willen ■etten, doch toen enkele andere schipbreuke- ingen dezelfde ziekteverschijnselen als Piers en Worting gingen vertoonen, waren zij wel genoodzaakt de dooden in zee te be graven. Een ongelukkige omstandigheid was, dat de reddingboot in zeer slechte conditie ver keerde. Het drinkwater wasbrak, de scheeps beschuit muf, de riemen rot... Het mag een wonder heeten, dat de overige acht man nen er het leven nog hebben afgebcacht. Een hunner kon echter niet meer loopen en moest met groote moeite aan boord van den Engelschen onderzeeër worden ge bracht, toen deze op tweeden Paaschdag ter redding verscheen. Ten tweeden male door Duitsch vliegtuig bedreigd. De Britten hadden niet direct hulp dur ven bieden, daar zij vreesden in een duik- bootval te loopen. Vanuit de verte hebben zij zelfs de begrafenis gadegeslagen. De duikboot zette haar patrouille vier dagen voort, alvorens zij de geredden aan land bracht. Tijdens deze patrouille dook zij nog eenmaal onder om aan de aandacht van een Duitsch vliegtuig te ontsnappen. lah zoeken. Hij is ergens in de hoofdstraat. Voor alles moeten we Adullah zoeken. Alfieri verlaat vannacht Massoea en hij gaat naar de Vijf Heuvels. Abdullah is onze eenige hoop. HOOFDSTUK XII. Stump gaat af op wat hg ziet. Na acht uur van droomeloozen slaap ont waakte Irene tot een vage maar zalige over tuiging, dat je bed de behagelijkste plaats is, wanneer je lichaam pijn doet en de minste beweging hinderlijk wordt gemaakt door een geschaafde huid. En aan de beweging van het schip bemerkte zij, dat de Aphrodite in volle zee was. Zij drukte op een electrische bel. Ja, juffrouw, zei de kamenier op de tot haar gerichte vraag, we zijn als sinds mid dernacht op weg. Zoodra mrs Haxton en baron von Kerber aan boord kwamen. Baron von Kerber?, onderbrak Irene haar ademloos. Ja, juffrouw. Hij kwam met mevrouw Haxton mee. Ik heb hem niet gezien, maar een van de hofmeesters vertelde me, dat de baron rechtstreeks naar mr. Fenshawe's kajuit ging en onmiddellijk werd het bevel gegeven om het anker te lichten. Ondanks haar pij nlijk lichaam kleedde Irene zich snel. Ze brandde van verlangen om te hooren, hoe von Kerber zijn vrijheid had terug gekregen en op welke nieuwe verwik keling het onverwachte vertrek van het schip wees. Toen ze zich naar de brug haastte, was de eerste, dien ze ontmoette, Royson, en mis schien zou een van de oude godheden van Memphis geheimzinnig geglimlacht hebben, als hij het voorrecht had gehad den verra derlijken blos te zien, die op beider gezicht kwam. Goeie genade, mr. Royson, zei ze, wat beeft dit te beduiden? Ik weet het niet, zei hij. Kapitein Stump en meneer Tagg hebben samengezworen om me in bed te houden. Ik ben nog geen vijf minuten aan dek. Hebt u gehoord, dat de baron terug is? Ja, miss Fenshawe, dat wist ik gister avond al. Ik hoorde zijn boot de wacht aan roepen. Het is allemaal heel vreemd en geheim zinnig, zei Irene, starend naar de purperen bergen, die den Zuid-Westelijken horizon om zoomden. Het spijt me, dat we El Jaridiai niet hebben kunnen beloonen en ik had ei mijn hart op gezet om Moti te koopen. Ik brand om te hooren, wat er gebeurd is er waar we naar toe gaan. Van branden gespro ken, mr. Royson, kijk mijn polsen eens! Ze stak beide handen naast elkaar uit, de palm naar beneden. Royson merkte onmid dellijk. dat ze een prachtigen marqulsering droeg aan den middelvinger van haar lin kerhand. Hij wist mets van de beteekenis van juweelen. Een gladde gouden ring aan den zcogenaamden ringvinger van een dame, kou hij thuisbrengen, maar hij had er geen flauw idee van, waar een verlovingsring ge dragen behoort te worden en hij trok de conclusie, dat het meisje er een aan had. Waarom har! nij het nooit eerder opgemerkt, vroeg hij zichzelf af? Was het een wenk? Waarschijnlijk zou Irene zelf verbaasd zijn geweest te hooren, dat het vroeger de ge woonte was van verloofde jongedames om hun geluk te toonen door een ring aan den mid delvinger, terwijl zij, die vrij waren, maar bereid te huwen, het feit schuchter mochten aankondigen door een ring aan den wijsvin ger. Maar hoe het ook zij, Royson stond ver steld op het gezicht van de schitterende dia manten. Ze knipoogden hem boosaardig toe, en hij stamelde: Ik kan u niet zeggen, hoe het mij spijt! Irene liet haar handen zakken. Tenzij u scheel kunt zien, hebt u heele- maal niet naar mijn polsen gekeken, riep ze uit. Een bel luidde in de kajuit en ze snelde weg. Dick ging naar de kaartenkamer, waar voor Tagg over de verschansing voor zich uit hing te kijken. Dat heb je vlug gedaan, zei de eerste stuurman. Houd haar recht veertig graden Zuid bij Oost, tot de Oude bovenkomt. Als de wind gaat liggen, moet je hem roepen. Toen herinnerde Dick zich, dat Tagg hem had opgedragen te ontbijten vóór hij zijn dienst aanving. Hij zei niets, maar nam zijn piaats op de O rug in. Tagg, die mank was, verKoos zich op het hoofddek te laten zak ken, vanwaar hij naar de kleine kajuit hinkte, waar de officieren hun maaltijden ge bruikten. Hij kwam onmiddellijk terug. Wat mankeert er aan?, vroeg hjj be- Op de heenreis fereikten pister"- de „Buizerd" met lezagvoeri Veenendaal Bandofng en de .-Och met gezagvoerder Bondong Op de terugreis Igidde de met gezagvoerder poth te Ba- I ft. Verwachting: In den vroegen ochtend zachter, overdag zelfde temperatuur als gis teren, betfokken tot half- bewolkt, kans op eenigen regen, voornamelijk in het Westen, »vakke tot mati ge, aan de kust tijdelijk krachtige meest Zuidweste lijke wind* Ook de burgemeester van Den Helder op de lijst voor kieskring Den Helder. In aansluiting op ons desbetreffende be richt laten wij hieronder volgen de namen der V.D. Kamercandidaten die volgens de Prov. Noordh. Courant op de lijst voor den kieskring Den Helder zullen voorkomen: 1. Mr. P. J. Oud, burgemeester van Rot terdam, en oud-Purmerender; nog is niet met zekerheid bekend, of hij een candida- tuur zal aanvaarden, doch dit wordt wel waarschijnlijk geacht. 2. mr. A. M. Joekes, voorzitter der Twee- de-Kamer-fractie, Den Haag. 3. D. Kooiman, wethouder van Purme- rend en Dijkgraaf van Noordhollands Noor derkwartier. 4. mevr. Bakker—Nort, Den Haag. 5. F. E. H. Ebels. Nieuw Beerta. 6. G. Ritmeester, burgemeester van Den Helder. 1. J. J. Feringa, Insp, L.O.. Alkmaar, 8. Mr. K. Bijlsma, Franeker. 9. Mr. L. G. v. Dam, Haarlem. 10. J.Schildhuis, Den Haag. HET NIEUWE VLIEGTUIG VAN DE KON. MIJ, DE SCHELDE INGEVLOGEN. Zaterdagmiddag heeft het nieuwe vlieg tuig S 20, gebouwd in de Koninklijke Maat schappij ,De Schelde" door den bekenden vliegtuigconstructeur T. E. Slot, zijn lucht doop ondergaan. Dit feit was streng ge heim gehouden en op het vliegveld Vlissin- gen werd geen enkele onbevoegde toege laten. Nadt de S. 20 eerst eenige startproeven had genomen, trok de invlieger de heer Joh. Th. Reintjes, die vergezeld was van een werktuigkundige, het toestel van den grond en vloog laag over het veld, om aan de andere zijde neer te komen. Daar na startte het toestel opnieuw en steeg tot plm. 100 meter hoogte. Na drie minuten landde het. Kort daarop bracht de heer Reintjes he toestel opnieuw in de lucht, nu op 300 tot 400 meter hoogte boven de stad. waar de S 20 grote belangstelling trok. De machine bleef nu tien minuten in de lucht. Zoowel de invlieger als de heer Slot wa ren hoogst tevreden over de wijze, waarop de S 20 de luchtdoop had ondergaan. Zij hadden vele gelukwenschen in ontvangst te nemen. langstellend. Je hebt niks gegeten. Voel je je ziek? Nee, o nee! Royson lachte en werd rood. Wat is er dan Had je geen trek in koffie en spek na den fijnen kost aan land? De zaak is, dat ik miss Fenshawe ont moette en die hield me een paar minuten op. Is dat een reden om niet te eten? Heelemaal niet. Ik... e... heb het wer kelijk vergeten. Je ontbijt vergeten! Kom d'r af! Tagg klom als een aap naar boven. Neem m'n raad aan, zei hij ernstig. Dit is een slecht klimaat om nuchter te zijn. Je zou in minder dan geen tijd een zonne steek krijgen. Kort voor twaalf uur kwam kapitein Stump aan dek. Je zult merken, dat het in Aden min der levendig is dan in Massoea, zei hij. We varen dus naar Aden. Waar dacht je dan dat we naar toe gingen? Melbournè? Wel, Sir, als ik erover nadacht, was ik meer genegd aan te nemen, dat we naar onze oorspronkelijke bestemming voeren. En waar was dat? Een baai, een weinig ten Zuiden van dit punt, niet ver van Perim Heb je iets nieuws gehoord? vroeg Stump snel. Geen woord. Maar als we naar Aden gaan, vermoed ik, dat de expeditie zal wor den opgegeven. Ze kletsen er nu over in den salon, zei de schipper en hij keek om zich heen, om zich te overtuigen, dat niemand hem hooren kon. Zijn zeemansoog gleed terzelfder tijd langs den horizon en hg zag *en rookpluim eenige mijlen achter het schip. Plotseling het gesprek afbrekende ging hij het kaartenhuis in en kwam terug met een kjjker, dien hij op een stang liet rusten. D'r komt een stoomboot achter ons aan met een reuze-haast, kondigde hij aan, toen een langdurige beschouwing hem in staat had gesteld een oordeel te vormen. Ze komt uit Massoea. De gewone route is vijftig mijlen oostelijker. Ik zal wat zeggen: Het is die Italiaansche kanonneerboot, waar de gou verneur het over had. (Wordt vtriolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1940 | | pagina 2