fsJIEUWE
ENTEBODEN De Noren en hun Frithiof-sage
DE MOT
KRUIMKES
Moeders vijand
nummer één
Saterdag 13 April 1940
Vierde blad
Als de klok achteruit is
Modern wandelcostuum
Twee keurige ceintuurs
Parijsche elegantie
voor verstand en hart
hiof laten verwoesten en... hij had Ingeborg
gehuwd.
Vol smart kwam Frihiof bij zijn pleegva
der Hilding aan. Eén troost had deze voor
hem: Ingeborg beminde hem nog steeds.
Maar ook deze gedacht kon Frithiof niet
kalmeeren. Vervuld van wraakgedachten
ontmoette hij in den tempel van Balder
Helge en in zijn woede sloeg hij hem met
een zak met goud in het gezicht.
Er ontstond een gevecht tusschen beiden
en daarbij wierp Frithiof het beeld van den
god Baldcr omver. Het viel in het offer
vuur en verbrandde... Ook de tempel werd
door het vuur verwoest.
Het volk liep te hoop en Frithiof werd
uit het land verbannen en vogelvrij ver
klaard. Met op roof uit zijnde Vikingers
ging hij naar Griekenland, maar na drie
jaren werd hem het verlangen naar Inge
borg te machtig. In de vermomming van
een bedelaar ging hij naar het hof van Ko
ning Iling om de geliefde vrouw nog een
maal te zien. Het koningspaar schepte be
hagen in den „zeeman", die tot den bedel
staf was geraakt en die hen met zijn verha
len vermaakte. Zij verzóchten hem geduren
de den winter aan het hof te blijven.
Alzoo geschiedde. En die winter bood
Frithiof de gelegenheid het leven van het
koningspaar te redden, toen het op een
sledetocht door het bevroren meer was ge
zakt. In het daarop volgende voorjaar bleef
de reeds oude koning tijdens een jachtpartij
achter. Frithiof was in zijn nabijheid en
de koning stelde hem voor in het bosch
eenigen tijd te rusten. De jonge man ont
raadde het hem, bevreesd als hij was de
verleiding om don koning te dooden niet
te kunnen weerstaan. Maar de koning hield
aan. Frithiof breidde zijn mantel over zijn
knieën uit on de koning legde zijn ver
moeide hoofd in Frithiof's schoot.
Een zwaren strijd streed Frithiof. Zou hij
de gelegenheid waar nemen?... Maar het
goede in hem overwon en hij slingerde zijn
zwaard ver van zich af. Het gebaar deed
den koning ontwaken, als hij tenminste ge
slapen had!
Want hij bekende Frithiof, dat hij hem
op de proef had willen stellen, om te onder
zoeken of hij hem zijn vertrouwen kon ge
ven. Korten tijd daarna stierf koning Ring
en Frithiof werd door het volk als voogd
over zijn beide jonge zoons aangesteld. Frit
hiof vond echter geen rust. Hij keerde naar
het land, dat hem verbannen had, terug en
op de plek, waar eens de verbrande tempel
had gestaan, bouwde hij een nieuwen tem
pel. wederom gewijd aan den god Balder.
Hij verzoende zich met Halfdan Helge
was intusschen gestorven en deze be
werkte zijn verbintenis met Ingeborg.
Op het schiereiland Vangsnes herinnert
een geweldig beeld van den jonden Noor
nog altijd aan diens liefde en strijd.
R. Ot,
HET BEKLIMMEN VAN KOKOSPALMEN.
De bewonderenswaardige bekwaamheid
van inboorlingen om kokospalmen zoo te
beklimmen, dat het lijkt, alsof men er te
gen op loopt, kunnen Europeanen zelden
verwerven. Daartoe behooren in de eerste
plaats de naakte voeten met zolen, die
door eelt verhard zijn en verder een training
van kind af aan.
Ooggetuigen bevestigen, dat een zesjarig
kind binnen een minuut de top van een
zestig voet hooge palm bereikte. Zulke kin
derprestaties, als het klauteren in palmen
en het duiken naar in zee geworpen geld,
zijn gebeurtenissen, waaraan iedere wereld
reiziger gewoon is. Oefening baart ook hier
kunst: wanneer Europeesche kinderen in
deze omgeving zouden kunnen worden op
gevoed, zouden ze zeker niet onderdoen
voor de kleine inboorlingen. Hoe zou het
anders «mogelijk zijn, dat dikke inwoners,
die bij iedere pas op den begancn grond de
zwaarte van hun lichaam voelen en zich
daarom zoo weinig mogelijk bewegen, ge
lijk apen in hooge palmen verdwijnen, wan
neer ze een kokosnoot ruiken of als ze de
lucht beneden te zwaar wordt?
Op Hanavava, een van de Martjuesas-
eilanden, klom een man eerst zestien meter
om daarna op te houden en eerst een siga
ret aan te steken; daarna bereikte hij den
top.
Natuurlijk gebruiken de inboorlingen graag
hulpmiddelen, die hun het klauteren ver
gemakkelijken om niet te zeggen veraange
namen. Op de Marquessaseilanden worden
in die boomen, die in zekeren zin tot de
„akker vand en inboorling behooren, ker
ven gesneden. Deze kerven zijn niet diep
en zoowel naar binnen als naar buiten
aangebracht, opdat het hout van de stam
niet beschadigd wordt en opdat het regen-
w ater zich niet in de putten verzamelen
kan en daardoor de stam tot rotten bren
gen.
De kerven bevinden zich op een meter
afstand van elkaar en worden als volgt
benut: men slaat een touw in de tweede
kerf van onderen en zet zijn voeten in de
eerste, dan trekt men zich op; vervolgens
wordt het touw in de derde kerf gehaakt
en met de voeten in de tweede trekt men
zich weer op.
Vanzelfsprekend zijn de gekerfde stam
men in de minderheid. Moe' nu een „wil
de" beklommen worden, dan heeft de in
boorling een even eenvoudig als practisch
hulpmiddel. Nooit staat een palm geheel
recht zooals bij ons vele boomen: als zich
nu in een stam geen kerven bevinden, slaat
de klimmer een touw om de beide voetzo
len, drukt zich tegen de stam en kan, ten
gevolge van de schuine stand der palm. het
touw klem zetten en zich telkens over een
hoog trekken. Dit gaat even snel, als wan-
neerde inkee pingen benut worden.
De mottenkinderen.
Een geweldig beeld aan den
oever van de Sogneford herin
nert nog altijd aan Frithiof's
liefde en strijd.
Op het tegenwoordige schiereiland Vangsnes
in de Sognefpord bevond zich in de veertien
de eeuw de hoeve van Thorsten Vikingsson,
wiens erfgenaam Frithiof werd opgevoed bij
den vrijboer Hilding. Ook de dochter van
koning Bele, die op den legenovergestelden
oever woonde, (waar nu Balholmen ligt) en
die de geheele landstreek beheerschte, werd
op Hilding's hoeve grootgebracht. Ingeborg
heette zij en toen zij den kinderschoenen ont
wassen waren, ontwaakte in Frithiof een
groote voor Ingeborg.
Bijna gelijktijdig stierven beider vaders.
Vóór hun dood hadden zij de beide konings
zonen Helge en Halfdan en ook Frithiof la
ten beloven, dat zij in vrede met elkaar zou
den leven. Toen echter Frithiof den beiden
broeders de hand van hun zuster Ingehorg
vroeg, weigerden zij hooghartig.
Nimmer zal ik mijn zuster, zeide Helge,
aan een ltoerenzoon afstaan.
Frithiof mocht wèl als hij wilde, een plaats
in zijn gevolg innemen. Verontwaardigd
wees Frithiof dit van de hand. Hij trok zijn
zwaard en kloofde daarmee met één slag
het gouden schild van Helge, dat aan den
gerechtsboom, vlak bij het graf van koning
Bele was opgehangen. Vol woede over den
hem aangedatien smaad keerde hij huis
waarts.
Niet lang daarna verschenen aan het hof
te Balholmen afgezanten van den bejaarden
koning Ring, die in het Noorden woonde, om
voor hem de hand van Ingeborg te vragen.
Maar ook dezen vorst wezen de broeders
af. Koning Ring zon op wraak. Hij rustte een
vloot van drakenschepen uit en verklaarde
Helge en Halfdan den oorlog Veel machtiger
was hij dan de beide koningszonen en dezen
brachten hun zuster in veiligheid in den tem
pel van den lichtgod Balder, die op een
heuvel was gebouwd.
Haar voormalige pleegvader, Hilding,
werd naar Frithiof gezonden, om hem te ver
zoeken hulp te verleenen. Frithiof had daar
op in den tempel een samenkomst met Inge
borg, die hem smeekte zich met haar broers
te verzoenen en hen te helpen. Frithiof nam
het verzoek in overweging, maar den volgen
den morgen, ook ditmaal op de gcrcchts-
paltas, waar de strijders waren saamgeko
men, vroeg hij wederom eerst om Ingeborgs
hand. Pas als men zijn verzoek inwilligde
was hij tot gewapende hulp bereid.
Alleen Helge weigerde. Een tempelschen
der noemde hij Frithiof, die zijn eer alleen
kon herstellen door het vervullen van een
moeilijke opdracht: den gevreesden Jarl
Aganty op de West-eilanden dwingen een
door hem gedane belofte na te komen. De
zending gelukte, maar toen Frithiof terug
keerde vond hij slechts puinhoopen. Koning
Ring had de beide broeders overwonnen, hij
had de hofstede van zijn medeminnaar Frit-
De Romeinen wisten in tegenstelling met
de oude Grieken en Babyloniëers niet veel
af van den loop der zon en sterren. Hun
tijdrekening was daarom ook niet erg pre
cies. Toen de Romeinsche soldaten eens,
gedurende een oorlog, een zonnewijzer buit
maakten, stelden zij deze in hun vaaerland
op, zonder rekening te houden met het geo
grafische verschil. Honderd jaar zou het
duren aleer men tot de ontdekking kwam,
dat,een zonnewijzer aan de plaatselijke om
standigheden aangepast moest worden en
zoodoende gebruikten de Romeinen meer
dan honderd jaar een klok, die achter liep,
Dit was echter niet de eenige fout, die
door dit land gemaakt werd op het gebied
van de dag-indeeling. Toen zij 300 jaar
voor Christus van de Grieken de uur-indee
ling van den dag overnamen, rekenden zij
hierbij niet van middernacht tot midder
nacht. maar eenvoudig van zonsopgang tot
zonsondergang. Wat daar tusschen lag was
de dag en die tijd werd verdeeld in 12 uren
Daai-oin waren de uren in den zomer bedui
dend langer dan in den winter.
DE ECHTE KLEEDINGMOT.
Is geelbruin en glanzend. Het achterste
vleugelpaar is lichter dan liet voorste en
uien zal op alle vleugels vergeefs naar
eenige teekening zoeken. De viltmot
heeft een gele kop. Bij haar is het voorste
paar vleugels zwartbruin gevlekt en het
achterste aschgrauw. De pelsmot heeft van
voren leemgele vleugels, de achterste zijn
aschgrauw maar glanzend. De eieren der
motten zijn zonder uitzondering zeer klein,
meestal nog niet een millimeter in door
snee.'Het wijfje legt ze op de stoffen en
hi het pelswerk. Overigens vliegt het wijfje
slechts zeer zelden, gewoonlijk houdt zij
zich verborgen en wanneer zij al eens te
voorschijn komt, verdwijnt ze weer zoo
schielijk mogelijk. Maar waar zoo'n wijfie
"it 200 eieren legt zal de jacht in het bij-
zoncier haar gelden en niet zoo zeer de
Zwermende mannenmot.
In dit voorjaar zijn jasjes zeer geliefd.
Een zeer nieuw snufje is het pastelkleurigc
jasje, dat bijzonder goed afkleedt op een
zwarte japon. Ons model hier is water-
blauw. Men kan natuurlijk ook alleen een
egale kleur nemen als zwak Turksch paarl-
grijs of een nog gedempter tint. Het gaat er
als steeds om wat u zelf... het beste staat.
De eene ceintuur is uit één stuk stof ge
maakt die ongeveer 12 cm. breed en 5 cm.
langer dan de taillewijdte is. Men zoomt
het zeer precies aan alle kanten en naait
twee groote haken en oogen als sluitsel
aan. 't Tweede is een zeer vroolijk gekleur
de ceintuur die met gestrengelde zij ge
voerd is. Van voren wordt zij samenge-
gebonden.
De larven dus zien er uit als kleine
Vormpjes, hebben jammer genoeg echter
*cherpe „eetwerktuigen", welke zij ook
maar ai te ijverig gebruiken. De mot die
zoover is dat zij kan vliegen gebruikt maar
geinig voedsel meer. Zoon mottenlarve
iPegt echter na ongeveer negentig dagen
driehonderd maal zoo veel als op den eer-
fen dag. Gedurende de eetperiode SP"" de
larve zich in een plooi van de stof of tus
schen haren van het pelswerk en graaft er
gelijk fijne tunnels door. Deze zijn meei-
dere centimeters lang en worden weer me
en stukje van de stof bedekt. in dez
hel waar de mot zich ongestoord bewegen
*an is zij verzekerd dat geen d™?
P kan ongestoord „werken F-111(10
D en begin Maart is het tijdperk der ge
daanteverwisseling afgeloopen. De motten
beginnen dan te zwermen en leggen m
APnl hun eieren weer. Dit broedselI is dan
bt Augustus zoover dat het uitvlieg
Eenige ellen kant of een volant uit stuk
ken Crêpe de Chine kunnen wonderen ver
richten, wanneer het er om gaat een don
ker kleedingstuk wat op te fleuren. Pro
beert u liet eens.
THANS IS HET TIJD OM DE EITJES TE
VERNIETIGEN.
Men kan een vijand, dien men niet kent,
Piet met succes bestrijden. De mot behoort
tot de grootste vijanden van de vlijtige huis
vrouw en daarom is het wel zeer nuttig
om te weten hoe een mot nu precies han
delt en wandelt. Er zijn veel soorten van
motten en de diertjes, welke wij bijv.
des avonds wanneer de lamp is aangesto
ken met grooten en vaak komischen ijver
Vervolgen, zoodra zij zich in de nabijheid
van de lichtkring wagen zijn gewoonlijk.,
de meest ongevaarlijke wezentjes. Of 't zijn
niet eens echte motten, of zij behooren mis
schien wel tot de uitgebreide mottenfamilie,
maar zijn van buiten af ons huis binnenge
komen. Zij hebben zich dus niet tusschen
onze kleeren of meubelen bevonden.
De Augustusmotten leggen eieren in Sep
tember. Het is dus het beste kleed'ingstuk-
ken, tapijten en pelswerk in het begin van
de lente en in het begin van de herfst
grondig af te borstelen en uit te kloppen.
De eitjes liggen dan los in de stof en vallen
er gemakkelijk uit. De zon doet de rest en
droogt ze op. Alle andere middelen om de
motten te verdelgen zijn van weinig
waarde.
Is huiselijkheid in het gezin niet een
bron van voortdurend stil en sterk geluk?
Voor den pessimist is het leven niet veel
anders dan het wachten van de eene narig
heid op de andere.
Toewijding eischt soms van ons, om het
werk, dat men lief heeft, los te laten.
Leef, zooals ge bij uw sterven wenschen
zoudt, geleefd te hebben.
Eén groot offer is gemakkelijker in één uur
te brengen dan duizend kleine opofferingen
in den loop van vele jaren.
Deugd is de eenige adel, waarop men
trotsch mag zijn.
Voorzorg voorkomt veel zorg.
WELKE OOK DE MODEKLEUREN MOGE
ZIJN, MEN KAN ER VAN OVERTUIGD
ZIJN, DAT ELK JAAR OPNIEUW MICT DF
VOORJAARSZON, HET WIT MET MARI
NEBLAUW OPDUIKT. GAVEN WIJ DE VO
RIGE WEEK REEDS IN DEZE RUBRIFK
DE AFBEELDING VAN EEN WIT LINNEN
VOORJAARSMANTEL MET GARNF.ERING
VAN MARINEBLAUW, HIERNAAST ZIEN
WE EEN DERGELIJK ENSEMBLE AFGE
BEELD. DITMAAL IS DE GARNEERING
WIT, BESTAANDE UIT STIJVE MANCHET
TEN EN EEN SLAPPE HALSDOEK EEN
HOED IN DEZELFDE TINTEN COMPLE
TEERT DEZE FRISSCHF, VOORJAARSUIT-
RUSTING.
EEN VAN DE VELE FANTASTISCHE
EXEMPLAREN OP HET GEBIED VAN DA
MESHOEDEN, OF WAT ER VOOR DOOR
MOET GAAN. HET GEHEEL IS SAMENGE
STELD UIT EEN HOOGE KRANS VAN
MAISGEEL STROO, WAAR DOORHEEN
EEN BREEDE BAND VAN ZWARTE ZIJDE
IS GETROKKEN, WELKE BAND DE FEITE
LIJKE „HOOFDBEDEKKING" VORMT EN
LANGS HALS EN RUG AFHANGT.