CHINA Het voetbal menu zal de Japanners Opslokken K.n.U.R. ikCkoJi maAyen In ons district ïl.ü.U.B. Dc Japansche soldaat niet met verlof naar huis Hij moest eens de waar heid over den toestand in China aan het volk thuis vertellen door K. BREDERODE ©te eeWe WLaMeM Een dankbaar onderwerp; het Vreemdelingenlegioen 3 Shanghai. In Maart. Vt'e spraken over den oorlog. den oor- "loar in Europa en dien in China. Het ge zelschap bestond uit eenige oude „Ghina- mannen" en mij, een nieuweling in het groote „Hemelsche Rijk". Oude „Chinaman- nen", in het Engelsch genoemd „old Chinahands" zijn Europeanen en Amerika nen. die al vele jaren in China leven en het land mondig kennen. Over het alge meen verkeeren deze menschen niet meer in de Fransche, de Engelsclie en de Ameri- kaansche clubs. Ze vormen als het ware een apart ras en een kleine, aparte samen leving in het groote China. Ze bezitten een grondige kennis van het land en het volk, een kennis, die ze niet hebben opge daan uit boeken. Onbewust aanvaarden ze de wijsheid van den dichter die schreef: „Het leven alleen is de school van het le ven; s levenservaring. het heilige boek, waar ik niet vruchteloos de waarheid in zoek". Het leven van elk dezer menschen is een wilde avonturenroman. Een hunner heeft nog den Russisch-Japanschen oorlog in Mandsjoerije medegemaakt. Een ander is een Belg. een Vlaming, die den vorigcn oorlog als Belgisch soldaat medemaakte, bij Luik, in Antwerpen, aan den IJzer stond en einde 1915 als instructeur met F.ngelsch geschut door de Witte Zee naar Rusland ging, daar bleef tot de revolutie en toen door Siberië vluchtte naar Wladiwostock en nimmer meer naar zijn vaderland terug keerde, al dien tijd in Mandsjoekwo en China vertoefde. Een derde is een ruiin zes tigjarige Amerikaan, die gedurende den SpaanschAmerikaanschen oorlog als vrij williger naar de Philippijnen trok en na afloop van zijn diensttijd zijn geluk be proefde in China, waar hij nu dus ruim veertig jaren woont. Hij herinnert zich nog het oude Chineesche keizerrijk en velen van het gezelschap herinneren zich nog den tijd, dat alle Chineezen vlechten droe gen. Een belangrijk tijdperk van de Chinee sche geschiedenis hebben zij medegemaakt en ook het opkomen van Japan als een wereldmacht. Er waren juist weder eenige belangrijke veldslagen geleverd tusschen de Japanners en de Chineezen en daarover spraken we. AI deze oude Chinamannen hebben vrien den, jarenlange vrienden, onder de Chinee zen met wie zij nu en dan vertrouwelijk babbelen en zoo kan men bij hen bijzonder heden vernemen, waarvan andere Europea nen niets weten. Onder instemming van de andere oude „Chinamannen" maakte een hunner de opmerking; De Japanners hebben thans veel meer dan een millioen manschappen in China. Ze kunnen rustig nog een paar mil lioen manschappen sturen, maar dit ver andert niets aan den toestand: de Chinee zen slokken hen allen op. Ik keek verbaasd op en de anderen lach ten om mijn verbazing. Een hunner zeide: „Schrik maar niet. De Chineezen zijn geen menscheneters, maar het Chineesche volk heeft 't vermogen, alle vreemde elementen in zich op te nemen en tot Chineezen te maken. Dit procés duurt al vele eeuwen. Menigmaal is China verovert, doch bij slot van rekening verdwenen de veroveraars. Ze losten zich op in het Chineesche volk en China en de Chineezen bleven. Zoo is het gegaan met de Mongolen en met de Mand- sjoes. Op kleiner schaal geschiedde het zelfde met de Portugeezen, die in de zes tiende eeuw in China zoo'n grooten invloed hadden. Duizenden, tienduizenden Portugee zen zijn hier gebleven, maar het aller grootste deel hunner zijn tot Chineezen geworden, zijn „opgeslokt" door de Chi neesche massa. In de middeleeuwen hadden zich in China honderdduizenden Joden ge vestigd. Waar ze vandaan kwamen is on bekend, doch in enkele Chineesche provin cies vindt men nog hun sporen. De Joden zijn zeer moeilijk te assimileeren, maar de Chineezen hebben hen opgeslokt en het eenige, wat men van hen vindt is een ze ker Joodsch type in sommige Chineezen. De Japanners laten hun soldaten, dezelfde soldaten, te lang in China en dit vormt voor hen een gevaar, dat de machthebbers te Tokio niet schijnen in te zien". Toevallig ontmoette ik korten tijd na dit gesprek een Nederlander, die geruimen tijd in China vertoeft en een groot deel van het land heeft bereisd. Hij spreekt zoowel Chineesch als Japansch en woont in het „vrije" China en in het door Japanners be zette deel van China. Op zijn reizen had hij meermalen gele genheid gehad met Japanners in China, ook met soldaten en onder-officieren in aanra king te komen en hij vertelde me in ande ren vorm ongeveer 't zelfde als de oude ..Chinaman". In het binnenland van China had hij opgemerkt, hoe Japansche soldaten, die reeds meer dan een jaar in China ver toefden, op goeden voet stonden met dc Chi neesche bevolking, waardoor tegelijk de discipline in het Japansche leger was ver zwakt. Ik dacht aan het gesprek met de oude „Chinamannen" en vroeg ine af of daar mede het „opslikken" der Japansche sol daten door de Chineesche gemeenschap be gint. Echter, de Nederlander vertelde me meer van zijn ervaringen tusschen de Japanners. De Japansche soldaat is over het al gemeen niet zoo geestdriftig over de veldtocht in China, als de Ja pansche pers het wil voorstellen. Voor de eer voor zijn keizer te vechten schenen die Japansche sol daten niet veel meer te gevoelen. De groote meerderheid, vooral on der de manschappen, die zich reeds lang in China bevinden, verlangt naar huis en hoopt op een spoedig einde van het eindelooze Chinee sche avontuur. Met verlof gaan deze mannen niet en tienduizenden hunner zijn reeds vanaf het begin van den veldtocht, dus ruim twee jhar, in China. Verlof naar Japan wordt alleen, en dan nog in geringe mate, ver leend aan officieren, voornamelijk hoogere officieren. Slechts bij uitzondering wordt aan manschappen en onder-officieren verlof verleend naar Japan. De Japansche autoriteiten vreezen name- liik, dat door zulke verlofgangers de werke lijke staat van zaken in China onder het Japansche volk algemeen bekend zou wor den en dit tracht men te vermijden. Ik heb zelfs eenige malen door oude „Chinamannen" de meening hooren verkon digen, dat Japan aan den China-oorlog geen einde kan maken, daar een terugkeer van meer dan een millioen ontevreden Ja pansche soldaten een hoogst ernstig gevaar zou vormen voor de machthebbers in Ja pan. Zouden deze massas terugkeeren zon der dat belangrijke voordeelen in China waren behaald, dan zou deze ontevredenheid der manschappen wel eens uitermate be smettelijk kunnen zijn en op de groote mas sa der bevolking kunnen overslaan. Daar om. beweren sommigen, is Japan wel ge dwongen den oorlog in China voort te zet ten, hoewel heldere koppen te Tokio reeds lang hebben ingezien, dat Japan in China op den duur niets te winnen heeft. Steeds meer geld en steeds meer manschappen vraagt het Chineesche avontuur aan Japan en het einde van dit avontuur is nog lange niet in het verschiet. Nu en dan verspreidt het Japansche legerbestuur berichten, die als troost voor 't Japansche volk moeten dienen, maar bij nader beschouwing niet veel waard zijn. Juist gisteren deelde het Japansche legerbestuur mede, dat de Ja pansche troepen rijke kolenmijnen in Chi na hadden bezet. Dit klinkt dan als een groot succes voor de Japansche wapenen, doch ver liest vrijwel alle beteekenis, als men dan ontdekt, dat deze kolenmijnen zijn gelegen ongeveer honderd kilometer van Peking, in een gebied dus, dat in naqm reeds twee jaar geleden door de Japanners werd bezet. In dit gebied zelfs nog moeten de Japan ners vechten om kolenmijnen in hun bezit te nemen. CHINEESCHE PADVINDERS AAN HE FRONT HELPEN BIJ HET VERVOER DER GEWONDEN. De kolenmijnen liggen in Noord-China en er was voor de Japanners een kort ge vecht noodig om ze in bezit te krijgen. In Zuid-China echter moeten dc Japanners te gen de legermacht van Tsang-Kei-Tsjek herhaaldelijk groote veldslagen leveren en daar vallen aan weerszijden veel meer men schen, dan tot nu toe aan het Westfront in Europa. Het groote pubiek in Japan weet dit ech ter niet en beschouwt deze bezetting van kolenmijnen als een groote zegepraal voor het Japansche lger. De zich in China be vindende Japansche soldaten weten lang zamerhand wel, wat zulke „overwinningen' bcteekenen en het is begrijpelijk, dat het Japansche legerbestuur zulke mannen liever in China laat, daar hun nadere inlichtingen liet Japansche volk wel eens tot andere in zichten zouden kunnen brengen. Zondag a.s. belooft een dag te worden met rare uitslagen. Verscheidene vereenigingen, vooral de Helderschen, kunnen door het Intrek ken van de verloven niet met hun volledige elftallen uitkomen. Indien er dus geen uitstel wordt verleend, wordt het morgen een dag van verrassingen. AFDEELING I. De groote vraag is hier, of Blauw Wit nog een steek zal laten vallen. Geschiedt dit, dan is de spanning definitief teruggekeerd. Morgen is er wel een kleine kans op, want een ploeg als V.S.V. is een moeilijken tegen stander voor de Zebra's. Er zal door de Am sterdammers in ieder geval beter gespeeld moeten worden dan tegen Stormvogels Zon dag j.1. Doen ze dat niet, dan vreezen we voor hen, dat V.S.V. met de winst gaat strijken. In afwachting hiervan gaan D.W.S. en A.D.O. weer op het oorlogspad om nieuwe triomphen te vieren. Maar... ook deze clubs zien zich morgen voor lastige obstakels ge plaatst. A.D.O. moet naar IJmuiden, waar Storm vogels brandt van verlangen om de A.D.O.- ers te verslaan en D.W.S. brengt een ^bezoek aanAjax. Neen, ook voor A.D.O. en D.W.S. wordt het een zwaren Zondag. De strijd om de laatste plaats wordt voort gezet met den kamp HaarlemD.O.S., waar in we de Haarlemmers favoriet achten. K.F.C. heeft misschien kans op één punt in haar uit wedstrijd tegen 't Gooi. AFDEELING II. Beide kampioenscandidaten zijn in derby's gewikkeld. Feijenoord krijgt het zich kranig herstellende R.F.C. op bezoek, terwijl Sparta naar Schiedam „tijgt" om Hermes partij te geven. Met eenige moeite kunnen deze wedstrijden o.i. zoowel voor Feijenoord als de Spangen bewoners de volle winst opleveren. Voorts bezegelt V.U.C. C.V.V.'s lot, want het is niet aan te nemen, dat Charlois nu plotseling in staat is om De Harder c.s. ook maar één punt af te snoepen. D.H.C.D.F.C. en XerxesH.B.S. zijn wed strijden, waarbij niets meer op het spel staat. De bezoekers zijn favoriet. HET OOSTEN, TubantiaHeracles, ziedaar het treffen, dat in afdeeling III in het middelpunt der belangstelling staat. Beide clubs staan precies gelijk, op twee punten gevolgd door A.G.O.V.V. en N.E.C. De winnaar van dezen kamp krijgt dus een voorsprong op alle concurrenten. Had Tubantia Zondag n.1. niet zoo vol komen gefaald, we zouden haar de meeste kans gegeven hebben, ook al door het terreinvoordeel. Maar nu zien we er voor de Hengeloërs hoogstens een gelijk spel in. A.G.O.V.V. en N.E.C., de ploegen, die Opnieuw is het enerveerende be drijf van den oorlogsfilm-reporter in hooge mate actueel geworden. De gevaren aan dit werk verbonden zijn natuurlijk groot en veelvul dig, gelijk iinmer voor den film reporter. Het is in verschillende binnen- en buiten- landsche bioscooptheaters gewoonte gewor den, om aan het einde van het wereld- nieuws-journaal de speciale reportages van het oorlogsfront aan te kondigen en het is waarlijk geen wonder, dat de aandacht in de zaal dan plotseling in hooge mate ge spannen is en dat nien geboeid naar liet doek kijkt, om te zien welke nieuwe opna men de operateurs gemaakt hebben. Het behoeft nauwelijks betoog dat de camera- mensclien der journaal-film-maatschappijen die naar het front worden gestuurd om met nieuwe actualiteiten terug te komen, he in dezen tijd buitengewoon moeilijk hebben. Deze „film-oorlog-verslaggevers", behooren in Frankrijk tot de „Service Ci- nematographique de 1'Armée", de „S.C.A.' In de eerste maanden van den oorlog heb ben zij geleerd hoe de zuiver filmtechnische moeilijkheden overwonnen moeten worden en zij hebben zich in dien tijd bepaald tot enkele korte reportages, die overigens dik wijls in artistiek opzicht ver uitstaken bo ven de gebruikelijke journaal-opnamen. Te moeilijker was hun opgave dik wijls, omdat zij zich dikwijls be vinden tegenover het probleem een handeling te laten zien. wanneer er in werkelijkheid niets gebeurt. Des ondanks gaven zij een suggestief beeld van wat zich achter het front afspeelt en van de systema tische arbeid die daar wordt ver richt. Deze opnamen worden door .speakers" in geleid met verklarende uitleggingen, maar dikwijls luidde de eerste woorden van zulk een inleiding: „Rien a signalerEen uitdrukking die in wezen neerkomt op het klassieke „lm Westen nichts Neues". Toch volgt er op dat „Er is niets te melden", dikwijls „maar"en dat maar wordt dan op het doek getoond: de groote stuk ken geschut worden in stelling gebracht respectievelijk verdekt opgesteld of geladen; de granaten wórden opgestapeld en naar de voorste linies gebracht; de waarnemings posten nemen hun plaatsen in bij de „ooren van het leger"; de ingenieuze, prach tige apparaten met behulp waarvan de he mel wordt „afgeluisterd", zoodat de nade ring van eventueele vliegmachines ter stond kan worden vastgesteld; vliegtuigmo toren worden gereviseerd; er moet dwars door het prikkeldraad heen eten worden gebracht naar een of andere voorpost; de Rijn stroomt rustig en kalmpjes, maar in de verte zien wij de vijandelijke kazematten. Ziedaar het leven van alledag aan het front en dat alledaagsche leven nu wordt door de operateurs van de S.C.A (en in andere landen door de filmreporteurs van andere organisaties en maatschappijen) met een dikwijls adembeklemmende suggestivi- teit op het doek gebracht. Het vreemdelingenlegioen. Voor het Fransche publiek in het bijzonder is er dan nog een ander onderwerp waarvoor het altoos een niatelooze belangstelling heeft. Dat handelt over het vreemdenlegioen en verleden jaar heeft de speelfilm „De groote onbekende" daar alles van laten zien. De cameramenschen van de Noord-Afri- kaansche afdeeling van de S.C.A. hebben toen de marsch van de legionnairs uit Sidi-Bel-Abbes gedraaid. Dat was natuur lijk geen spel meer, maar rechtstreeksche en levensechte werkelijkheid, maar dat neemt niet weg dat de tafereelen zooals die op het doek werden vertoond, dank zij de vaardige regie, maar dank zij ook de zgn. „technische instellingen", waarvoor de „cutter" verantwoordelijk is, een dusdanig geheel vormden, dat het resultaat terecht een .groote speelfilm" mocht heeten en een product werd dat zich met de beste Ane- rikaansche meten kon. Oorlogspositie. Dc camera-menschen bepaalden zich er niet toe alleen de plechtige marsch te verfil men op tie bekende, (vooral sedert de groo te parade van i Juli 1939 ock in Parijs zoo populaire) marschmelodie, der legioennairs maar zij zochten het vooral ook in allerlei persoonlijke details van de mannen van 't vreemdenlegioen zelve en daardor kreeg de film tal van aantrekkelijke accenten, zoo dat het karakter van het journaal of de documentaire geheel verdween. Men ziet de door de zon gebruinde gezichten met de liarde trekken, men ziet hoe deze menschen met kinderlijke zorg hun spulletjes inpak ken, men ziet ook hoe zij afscheid nemen van hun verwanten en vrienden, (zulks ter geruststelling van de velen die in de dwaze veronderstelling leven dat de legioennairs geen familieleden of vrienden hebben), en tenslotte ziet men hoe zij zich, uitgeleide gedaan door velen, op weg begeven. Dan stoomt de trein door het Noord-Afrikaan- sche landschap en de silhouet van een oor logsschip wordt zichtbaar. Het behoeft nauwelijks betoog dat er heel veel poezie in dergelijke opnamen schuilt, oorlogspoëzie weliswaar, maar dan toch gezien en geïn terpreteerd door filmkunstenaars, die daar uit een mooie filmische compositie weten te scheppen. Fantastische moeilijkheden. Natuurlijk kan niet worden gezegd dat een film-opname als die waar van wij hierboven enkele bijzonder heden vertelden, nu precies de meest karakteristieke oorlogs-jour- naal-opname is, te meer waar bet hier ging om een wezenlijke speel film met „journalistiekeei inslag". In werkelijkheid komt er bij de „oorlogsfilms" die niet in de film studio maar wel degelijk aan het front worden opgenomen, nog wat anders kijken. Men kan over het algemeen gerust zeggen dat de filmbezoeker die vanuit zijn gemak kelijke feauteuil in het bioscoopzaal tie dc tafereelen vóór hem op het doek bekijkt, er geen notie van heeft welke moeilijkheden en ontberingen dikwijls moesten worden overwonnen en doorstaan alvorens derge lijke opnamen tot stand konden komen. Een energieke camera-reporter moet na tuurlijk de kunst verstaan om overal door te dringen, ook op plaatsen waar zijn aan wezigheid verboden of levensgevaarlijk is. En op dat gebied worden heel wat stoute stukjes uitgehaald. Ook buiten den oorlog. Herinnert de lezer zich bij voorbeeld het sensationeele Hauptmann-proces in Fle- mington? De eerste dagen werden de film-reporteurs uit de zaal verwijderd, maar een hunner kroop 's nachts het ge bouw binnen, logeerde er klandestien tot den volgenden dag en draaide toen precies wat hij hebben wilde, riskeerend dat hij gearresteerd zou worden wegens inslui ping. Filmreportages aan het front stellen na tuurlijk nog andere voorwaarden, in de eerste plaats: onverschrokkenheid. Waar kogels rondvliegen kunnen zij verdwalen en waar met bommen wordt gegooid i« het levensgevaarlijk. Vele filmreporters trek ken zich daar geen steek van aan; zij dringen door waar zij zijn willen en zij draaien. Om den verwenden bioscoopbe zoeker te laten zien wat hij graag zien wil. G. H. W,1 OT) de loer USSen, ontmoeten de bet«j, lijders" uit het Oosten Wanneer er geen on. dèrschatting in het spel is, blgven deze club, ^Hengelo. die ook nog een klein kansje be. zit zal in Nijmegen moeite genoeg hebben om tegen Quick met de hakken over de sloot 18 EnschedeGo Ahead is van weinig belang. De Enschede-ers kunnen nog wel een punt}, gebruiken in verband met de dreiging van de 10e plaats. HET ZUIDEN. Ook in het Zuiden een big-match, n.1. JulianaN.O.A.D. Alleen zijn we hier overtuigd van een zege der Spekholzena- ren daar we de productiviteit van Vroo- men c.s. veel hooger aanslaan dan die der Tilburgernaren. Slechts een N.O.A.D. op haar best kan aan Juliana weerstand bieden. MV.V., der „Dritte im Bunde", heeft het veel gemakkelijker. Roermond, dat naar Maastricht moet, heeft geen schijn van ^Eén geluk voor de Roermondenaren, dat haar mede-candidaten voor de laatste plaat. Helmond en Limburgia in Tilburg tegen resp. Willem II en Longa evenmin kans op succes hebben. In Eindhoven gaat de derby Eindhoven—P.S.V., die wel de noodige be- langstelling zal trekken. Tenslotte spelen in Den Bosch B.V.V. en N.A.C. tegen elkaar. HET NOORDEN. Als G.V.A.V. in dit seizoen nog een keer struikelt, dan is daar morgen o.L de grootste kans op. Sneek op eigen ter rein met De Bock in de gelederen, is een kwade tegenpartij. Wie weet! H.S.C. zal goed doen om in Winschoten W.V.V. „van de sokken" te spelen, wil ze ten minste haar theoretische kansje ook nog niet verliezen. Achilles wint van Be Quick, terwijl in Veendam Heerenveen een warme ontvangst bereid zal worden. Toch gelooven we, dat Lenstra c.s. met de punten gaan strijken. Zal H.R.C. zich herstellen van haar jongste nederlaag. Dat is de groote vraag, die hier de gemoederen bezig houdt. Er is kans op, maar... Alkmaar- sche Boys in Alkmaar is een tegenstan der, die H.R.C. vaak nogal „zwarigheid" op heeft geleverd. De Racers zullen hun best® spel moeten spelen, willen ze zich volledig kunnen rehabiliteeren. Helder krijgt alweer een interessante thuiswedstrijd te verwerken. Alcmaria komt op bezoek en de traditie wil, dat deze kamp altijd één van de interessant ste en beste van een heel seizoen is ge weest. We zullen hopen, dat beide ploe gen deze traditie getrouw zullen blijven. Een voorspelling? Helder kan winnen! O.S.V., de trotsche overwinnaar van H.R.C., trekt naar Wieringen om te probeeren Suc ces wederom er onder te houden. De Wierin- gers echter, gesterkt door het fraaie succes tegen de Boys, zullen echter hun huid duur verkoopen. Een gelijk spel zou ons niet vreemd voorkomen. West Frisia zal thuis met Purmerstejjn niet al te veel moeite hebben, terwijl Z.F.C. en W.F.C. tenslotte de beste kansen hebben in hun wedstrijden tegen resp. Hollandia en Zaandijk; al is uit de praktijk bewezen, dat de derde klasers fel van zich kunnen af bijten. Afdeeling E. Oudesluis en BKC hebben beide een lastige karwei te verwerken. BKC ontvangt Water vogels, wat in normale omstandigheden geen overmaat van zorgen zou baren voor de Pol- derschen, maar nu zonder verlofgangers en zonder bewegingsvrijheid voor Paardekooper, Valk en Blok etc. zeker wel. Mogelijk is ook Watervogels eenigszins sterk gehandicapt en zal het voor de Polderschen nog wel losloopen. Er is voor BKC n.1. juist alles aan gelegen om thans te winnen, want Oudesluis moet b(j HRC 2 op bezoek. De Racers zijn er beter ingekomen zooals men weet en ze hunkeren naar de gelegenheid om tegen de koploopers te toonen wat ze waard zijn. We benijden Oudesluis niet en we vreezen, dat ze niet zon der kleerscheuren uit Den Helder terugkeert. Atlas ontvangst HRC 3. Wanneer Wijker c.s. niet zelf op de laatste plaats wil be landen, zullen ze de Racers er onder moeten houden. Helder 2 toert naar Wieringerwaard. Dit zal, gezien de omstandigheden, niet al te sterk kunnen uitkomen, zoodat de witjakken een redelijke kans hebben. Afdeeling G, Alcmaria 2 en CSV staan te beginnen aan hun vóór-laatsten wedstrijd met elk 15 pun ten. Alcmaria 2 ontvangt DTS, dat zelf ook nog een theoretische kans heeft en CSV moet naar Uitgeest, dat onberekenbare buien bljjkt te hebben. We wachten het dus maar af al meenen we, dat én DTS èn Uitgeest het loodje moeten leggen. Nieuwe Niedorp ontvangt Ber gen. Hoe zullen beiden kunnen uitkomen? Daarvan hangt alles af. Afdeeling E. Petten—JVC is hier de eenige wedstrijd. Maar dit is er dan ook een van groot formaat die van welhaast beslissende beteekenis is. oor JVC, die bij een nederlaag uitgeschakeld wordt. Maar voor Petten ook, welke bij verlies volkomen afhankelijk is geworden van den wedstrijd JVC—Helder 3. Tenslotte ook voor Helder 3, die alleen bij een Petten-nederlaag Tvr- 'tans, krijgt zich via een overwinning op vari t kampioenschap te verzekeren. Hoe t af zal loopen aan de Hondsbossche durven we niet te voorspellen. Het is jammer dat deze ielangrijke wedstrijd nu juist op zoo'n on welkom oogenblik wordt gespeeld. De kwestie is: wie is de gelukkige die de minste spelers onder de wapen heeft. Afdeeling K. Atlas 2 zal trachten haar verlies wat bij te spijkeren door thuis van Helder 4 te winnen (10 uur). We zien echter nogal wat haken en oogen voor dit zoover zal zijn. J Afdeeling B. Werkdorp Nieuwesluis bezoekt BKC 3. De gasten kunnen altijd volledig uitkomen, zoo dat ze de Polderschen er wel onder zullen weten te houden. ieringerwaard 2 ontvangt Oudesluis 2 (10 uur). De punten gaan hier ook mee met de bezoekers. Adspiranten. u „Helder a—Succes a (10 uur); HRCa Helder b (10 uur). Afd. P: BKC a—HRC c (10.30 uur); HRCd Winkel a (U.15 uur).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1940 | | pagina 16