Onzekerheid. ROODE STER Een gedroomd voordeel, dat in een nadeel dreigt te veranderen Zaterdag 13 April 1940 Tweede Blad Madinieiuui Weerbepaling op langen termijn Promotie voor onderwijzers De boeren in het geweer De oudste automobilist van Nederland? De heer Koch neemt afscheid Een meevaller voor „Beatrix" Pensionhouders opgelet I Finschc dank voor Heldersche rolschaatsers Vernieling en opbouw De Lier aan de Wilgen Het begint zoo langzamerhand usance te gorden, dat pers en publiek een uurtje moeten antichambreeren in hall of bode- Jcamer van ons stadhuis, alvorens de gast vrije deuren van de raadszaal worden ge opend, waar de bezoekers dan worden ont vangen met een soort gasaanval van zwaar rookende raadsleden. Geheime vergaderingen gaan in den laatsten tijd stelselmatig aan de openbare vooraf en ook Donderdagavond was het al ruim negen jiur, voordat de voorzitter, burgemeester Rit meester, de vergadering opende, meedeelend, dat wethouder v. Loo, wegens een lichte operatie afwezig was, welke operatie ge lukkig goed geslaagd was, zoodat we mogen hopen, dat de heer v. Loo de volgende zit ting weer op zijn zetel achter de groene tafel kan bijwonen. Donderdagavond heeft hij niet veel gemist, of het zou het duel ge weest moeten zijn tusschen den burgemeester en Dr. Feenstra Kuiper, over de vergoeding voor de Comeniusschool. Zooals men weet, had het bestuur van de Comeniusschool, in zeker opzicht misleid door een Kon. besluit voor de gemeente Kol- lum, gemeend voortaan onafhankelijk van de gemeente steun te kunnen leven, door zich zelf in het bezit te stellen van eigen school gelden. De gang van zaken was altijd zoo ge weest, dat de gemeente een vergoeding be taalde voor de instandhouding van deze bizondere school, daartegenover stond de ver plichting van de Comeniusschool om al zijn schoolgelden aan de gemeente af te dragen. Nu bedroeg de gemeentelijke vergoeding jaarlijks ongeveer 2500 gulden en het school geld pl.m. 5000 gulden, zoodat de gemeente daarvan een voordeel genoot van 2500 gulden. Door een Kon. besluit was nü in de gem. Kollum bepaald, dat een bizondere school zijn schoolgelden mocht houden en dan geen ver goeding ontving. De Comeniusschool zag daarin een voordeel en bedankte eveneens voor de vergoeding of liever, vroeg deze niet aan voor de daarvoor gestelden termijn en had het plan nu de schoolgelden in eigen zak te steken. Het gemeentebestuur waarschuwde het schoolbestuur dezen weg niet te bewandelen en de aanvraag alsnog in te dienen. Deze raad sloeg het bestuur van de Comenius school in den wind. De 2500 pegulanten voel den zij reeds tusschen hun vingers door glijden, „Als u voor de gemeente zoo'n belasting voordeeltje zou kunnen krijgen, zou u het toch ook met beide handen aangrijpen", zoo argumenteerde Dr. Feenstra Kuiper op het Verwijt van den burgemeester, dat de Co meniusschool getracht had het gemeentebe stuur te benadeelen. Om kort te gaan, het bestuur liet de ter mijn van aanvrage voor de vergoeding ver- loopen. Eerst toen een later ministrieel be sluit kwam, dat de Kon. beslissing te Kollum niet van toepassing achtte voor andere ge meenten en dat een andere interpretatie van de wet gaf, begaf het bestuur den moed om langer op zijn standpunt te blijven staan en wilde het de zaken weer als van ouds gere geld zien. Maar toen was het gemeente bestuur er niet voor te vinden om zijn hou ding te wijzigen. De vergoeding was te laat aangevraagd, dusmen krijgt die vergoe ding niet meer, zoo besloot de raad in Sep tember van het vorig jaar. Ged. Staten was het daar niet mee eens en vernietigde dit raadsbesluit. Dan gaan we in beroep bij de Kroon, zei de burgemeester en de raad zei het hem Donderdagavond, zonder woorden, na. Dr. Feenstra Kuiper kwam met moreele ar- gumenten, met vriendelijke argumentaties, Een 86-jarig oud-stadgenoot nog dagelijks achter het stuur. Kort geleden plaatsten we in onze krant een interview met een tachtigjarigen automobilist te 't Zand. Wij noemden hem den oudsten auto mobilist van Nederland. Een van onze abonné s Komt dit bericht rectificeeren. Hij schrijft ons: Een zestig jaar geleden woonde in Den Hel der een zekeren heer M. Hildering, die daar een naaimachinehandel vestigde. In 1914 schaf te hij zich een „Standard" auto aan en van dien tijd af was de heer Hildering een en al auto-enthousiasme. De eene auto volgde op de andere en nu heeft deze, thans 86-jarige heer, zich een maand geleden een modern en flatteus wagentje aangeschaft, een „Citroën"-automo- biel. Het feit, dat iemand op 86-jarigen leef tijd nog de gevaren van het moderne snel verkeer durft te trotseeren, zoo zegt onze berichtgever, mag kenmerkend heeten voor de oude „Nieuwediepsche vitaliteit De Uitdrukking is van onzen vriendelijken lezer, die zelf al jarenlang elders woont, maar zijn hart toch nog verpand schijnt te hebben aan zijn oude woonstad. De 86-jarige heer Hildering woont thans te Soest, Pr. Hendriklaan 3. Wij informeerden naar de juisthei va" bericht bij den eigenaar van den bekenden machinehandel in de Spoorstraat, den e Hildering, die het ons bevestigde. De 86-jange is een broer van zijn grootvader en blijkt ln daad nog steeds in zijn wagen langs ce g te zijn! Als voorganger van een Apos o gemeente spreekt hij op verschillende P en dan maakt hjj van zijn wagen gebr vervoermiddel. Inderdaad een kranige oude baas. met vredesvoorstellen, maar de burgemeester schudde halsstarrig zijn hoofd. Men heeft niet willen luisteren, nu moet men maar voelen. Hij zei het anders, maar daar kwam het op neer. Voor de Comeniusschool staat 2500 gulden op het spel. Wie zal het gokje winnen...? Van veel vriendelijker aard was de stem ming voor de benoeming van een tweetal hoofdonderwijzers en een drietal onder wijzers (essen). Een der raadsleden ging in zijn enthousiasme zelfs zoover, deelde de bur gemeester tijdens de stemming mee, dat hij voor een candidaat, tweemaal stemde, waar door de stemming opnieuw moest plaats heb ben. Benoemd werden als hoofd van school 2, de heer J. Adolfs, onderwijzer aan de Tuin- dorpschool, de heer R. Windsma, onderwijzer aan de school voor het Centraal zevende leer jaar, tot hoofd van school 6. De heer B. Ouwerling ontving een onderwijzersbenoe ming voor school 6, mej. J. de Jong voor school 14 en mej. A. C. Moor, voor de B.L.O. school. De groote eenstemmigheid, alle benoemin gen geschiedden met elgemeene stemmen, gaf eenig vermoeden over het doel van de geheime vergadering. Een klein stormpje in een nog kleiner glas water werd ontketend, naar aanleiding van een verzoek van de ver. van kleinhandelaren in aardappelen, groente en fruit „Ons Be lang" om het den werkloozen te verbieden aardappelen uit de Wieringermeer mee te nemen. Het college, dat dit adres weinig en on volledig geargumenteerd vond, wilde het voor kennisgeving aannemen, maar daarvoor waren de heeren Terra en Makelaar niet te vinden, die .het veroordeelden, dat werkloozen als kleinhandelaren op gingen treden en de goedkoop gekochte aardappelen en groente in Den Helder verkochten en alzoo de plaat selijke handelaren schade aan deden. De Heeren Boogaard en Uithol meenden, dat dit niet tot de competentie van B. en W. of. den raad behoorde en eerstgenoemde gun de zijn vrienden wel zoo'n voordeeltje, al meende hij, dat de verkoop lichtelijk over dreven werd. De burgemeester tilde ook niet al te zwaar aan de concurrentie mogelijkheden van de werkloozen. Overigens: de handel is vrij en zou dit niet zoo. zijn, dan is het nog moeilijk te controleeren of de menschen hun gekochte waren voor eigen gebruik meenemen of ver- koopen. Wij gelooven ook niet, dat het zoo'n vaart zal loopen met dien verkoop. De autobus ondernemer zal er wel voor waken, dat men niet al te groote hoeveelheden meeneemt, want daarvoor zou hijzelf moeilijkheden met zijn vervoer oploopen en... geld om hoeveel heden van beteekenis mee te nemen bezitten onze werkloozen evenmin. De rondvraag leverde een blanco vel papier, zoodat de voorzitter na dit groente-inter mezzo, de hamer voor het laatst liet vallen. Na drie en dertig jaar in dienst van de ge meente te zijn geweest is voor den heer Koch thans de tijd aangebroken waarop hij den pen sioengerechtigden leeftijd heeft bereikt. Giste ren vond in verband daarmee in het gebouw van de Centrale Kas aan de Weststraat een intiem afscheid plaats. Hierbij voerde de ge meente-ontvanger, de heer P. van Dalen, het woord. Hij zeide o.m. dat het gelukkig is, dat aan de ambtenaren, nadat zij hun heele leven gewerkt hebben, nog een onbezorgden ouden dag wordt bezorgd. Spreker bracht tevens naar voren, dat hy gedurende vele jaren de pret tigste herinneringen van den heer Koch heeft behouden, en wenscht hem tenslotte een pret- tigen rusttijd toe, waarin hij nog lang van zijn pensioen zal mogen genieten. Namens het ge- heele personeel van de Centrale Boekhouding, de Centrale Kas en de collega's van den heer Koch werd hierop een horloge met inscriptie overhandigd. De heer Koch dankte voor het mooie cadeau en de prettige woorden tot hem gericht, de hoop uitsprekend, dat hij nog lang het hem ge geven geschenk zou mogen gebruiken. Zooals men zich ongetwijfeld nog zal herin neren, werd eenigen tijd geleden door den heer Van Leeuwen, degene die het bekende Lewa bleekwater in den handel brengt, het sympa thiek besluit genomen van iedere verkochte flesch Lewa bleekwater 1 cent af te staan ten bate van een vereeniging, welke een philantro- pisch doel beoogt. Als eerste vereeniging werd gekozen de plaatselijke Baby- en Moederzorg- vereeniging „Beatrix". Deze week heeft de heer Van Leeuwen een flink bedrag afgedragen aan de vereeniging. Het bestuur deelde ons di,t mede en verzocht tevens op deze plaats een woord van hartelij- ken dank te willen brengen voor dit even origi- neele als sympathieke idee. Iets, waaraan wij gaarne voldoen. KOLEXDAMPONTPLOFFING. Gistermorgen ontstond ten huize van een be woner der Nieuwstraat het begin van brand. De oorzaak daarvan was, dat zich waarschijn lijk kolendamp in de kachel ontwikkeld heeft en deze op een gegeven oogenblik tot ontplof fing kwam. De kachel liep schade op, terwijl enkele gor dijnen door het overspringen van vonken even eens door het vuur aangetast werden. ONJUIST PARREEREX. Voor het onjuist parkeeren in de Spoorstraat werd gisteren iemand op de bon gezet. De heer Visser uit De Bilt spreekt voor den Weer- en Sterrenkundigen Kring. Vooral voor den landbouw is het van het allergrootste belang, dat eenigen tijd van te voren reeds met eenige zekerheid kan worden voorspeld, of er een droge zomer of een strenge winter in aantocht is. Het is met dit doel, dat de Weerkunde zich toelegt op het voorspellen van het weer over langen termijn. Hiervoor staan twee wegen open. Men kan trachten in de weersgesteldheid een bepaalde periodiciteit te ontdekken, en men is hier in derdaad in geslaagd. Voor den neerslag in Nederland ontdekte men een periode van 27 maanden. Telkens na 27 maanden is er een droge periode, deze viel achtereenvolgens in den zomer van 1937, in den herfst van 1939 en zal dus nu in den winter van 1941 vallen. Ook ontdekte men een periode van vijf en een kwart jaar voor de temperatuur. Deze pe riodes gelden niet slechts voor Nederland en West-Europa, doch voor de geheele Atlanti sche kust. De veel genoemde „Zonnevlek"- periode van 11 jaren is van geen enkel belang met betrekking tot de weervoorspelling. Een tweede methode om tot weervoorspellingen te komen is die van de correlatie. In dit woord herkent men 't woord relatie, en deze methode werkt dan ook middels vergelijking met de weers gesteldheid op andere plaatsen ter werld. Zoo kan men zich voorstellen, dat een weerstoe- stand. als zich b.v. op een bepaalde plaats voordoet, zich na eenigen tijd precies of on geveer hetzelfde op een andere plaats voor doet. Het is inderdaad gelukt betrekkingen te vinden tusschen het klimaat op verschil lende deelen van de aarde en den toestand van het weer in Nederland. Zoo oefent na een be paalden tijd de N.O. passaat een invloed op ons weer uit, evenals de Labradorstroom. Ook de weersgesteldheid in O.-Europa en Centraal- Azië doet hier zijn invloed gelden. Doch de be trekking tusschen het weer alhier en andere punten berust niet alleen op afstanden. Nauw keurige waarnemingen op drieduizend meter hoogte hebben namelijk uitgewezen, dat er oko overeenstemming bestaat tusschen het weer op drieduizend meter hoogte en den toe stand, die enkele maanden later in Nederland optreedt. Het is te begrijpen, dat men natuur lijk met alle omstandigheden rekening moet houden. De verschillende invloeden werken allen, de een meer, de andere minder. Door nu na te gaan welke waarde men aan de diverse factoren kan teokennen, komt men tenslotte tot een vrij nauwkeurige weersbepaling. In de eerste jaren van de onderzoekingen kon men natuurlijk slechts over weinig gegevens beschikken, maar toch is men er toen reeds in geslaagd van de zestien voorspellingen 12 juiste uitkomsten te verkrijgen. Na eenigen tijd, als men over nog meer materiaal kan be schikken, zullen de voorspellingen nog veel- vuldiger juist zijn. Hiermede besloot de heer Visser zijn inte ressante voordracht, waarna de voorzitter, de heer Grobben, den avond met een hartelijk woord van dank aan den spreker besloot. Blijkens een in dit nummer geplaatste adver tentie worden pensionhouders uitgenoodigd voor 20 April hun adressen op te geven aan 't Verkeershuis van de V.V.V., Kanaalweg 91, telefoon 308. Gaarne met volledige inlichtin gen. Binnenkort wordt een nieuwe Hotel-Pen sion- en Restaurantgids uitgegeven door de plaatselijke V.V.V. Geheel kosteloos kunnen belanghebbenden hierin hun adressen vermelden, mits zij lid zijn van de V.V.V., tenminste voor 1.per jaar. De gidsen worden ruim verspreid en bij iedere pensionaanvrage door 't Verkeershuis afge geven. Er was eens een jager in Stroe, Die op jachi liever lui was dan moe. Roode Ster en zijn rust Waren 's jagertjes lust En zoo kwam hij aan *t jagen niet toe. Zeldzaam zacht en licht in- de pijp! Hedenmorgen ontvingen wij het vol gende schrjjven: Redactie der Heldersche Courant, Den Helder. Mjjne Heeren, Het Consul-Generaal van Finland be vestigt dankend de goede ontvangst van Uw postwissel ad. resp. Hfl. 3.30 '/2 en Hfl. 8.34, welke bedragen werden opge haald door rolschaatsende jongens in Den Helder, dien wy onzen hartelyken dank betuigen voor de door hen getoon de sympathie. Hoogachtend, voor het Consul-Generaal: Emio Allmar. Secretaris. Er gebeurt de laatste dagen zooveel gewel digs in de wereld, dat we de kleine dingen om ons heen haast zouden vergeten. Toch gaan die stil hun gang. Het gras is weer begon nen te groeien, de vogels zijn terug... de lente heeft haar intrede gedaan. Achter de huizen van Tuindorp, van den weg af vrijwel onzicht baar, ligt de schoolwerktuin, opnieuw gespit en bemest, gereed het zaad te ontvangen, dat vele kleine handen er in zullen werpen. De laatste maanden hebben ons wel het noodzakelijke van onze bodemproductie geleerd. En al dwingt de bange nood nog niet, toch moet de grond niet braak blijven liggen. Dat behoeft ook niet. Uw kinderen kunnen er aan medewerken en de vruchten van eigen liefhebberij en vlijt mede naar huis brengen. Men zie daarvoor de advertentie der Schooi en Werktuinvereeniging in het nummer van heden. ARBEIDSWET. Voor het overtreden van de Arbeidswet wer den gisteren nog enkele personen verbaliseerd. Casino was Donderdagavond vol. Compleet ..besproken-uitverkocht Zelfs de ..doove 'rijen", op de stoelen waarvan men zittende een stijve nek krijgt van het staren in de verten, waren mannetje-aan-mannctje bezet. Het was een avond van groot succes. De Ramblers pleegden dansmuziek en in dit genre zijn ze onovertrefbaar. Geen wonder, met zulk een voortvarenden „leader of the band". En tóch was er iets. wat ons dien avond trof en tot een zekere weemoed stemde. Dat was naar aanleiding van het optreden van Albert de Booy. den bekenden zanger, die men enkele malen mocht beluisteren in liedjes in het genre a la Willy Derby en Kees Pruis. Nu is niets ons meer verre dan te beweren, dat een goede zanger van „levensliederen" geen artist is. Integendeel. Maar het is wel jammer, dat een zanger van for maat, waartoe De Booy toch zonder twijfel gerekend mag worden, om welke reden dan ook. zich moet plaatsen op het niveau dezer kleinkunstenaars. Wij gaan in onze herinnering terug. Vele jaren. En dan herinneren wij ons een zanger, die in de vertolking van het bel canto opmerkelijk successen behaal de. Dat was een zanger die men een groote toekomst voorspelde. Als hij zong luisterde men en hij zong het beste wat het goede zangrepertoire te bieden had. Dat was Albert de Booy. De Booy heeft de lier der Groote Muze helaas aan den kapstok moeten hangen. Naar alle waarschijnlijkheid ge drongen door de tijdsomstandigheden, trad hij in het leger der cabaretzangers en levensliederen-plegers. Een confe rencier die zijn nummer ongetwijfeld be schaafd brengt, maar van wien men weet. dat dit zijn genre niet is, en dat hij in feite zijn groote kunst heeft moe ten versjaggeren voor de „kleinkunst" Dat stemde weemoedig. Het heeft na tuurlijk niets te maken met critiek op deze omroepverceniging. Integendeel. De V.A.R.A. zou. we zijn er van over tuigd. niets liever willen dan De Booy zijn eigen genre te laten zingen. Maar men staat als omroepvereeniging ten slotte machteloos tegen het tienduizend- koppige monster, dat Luisteraarsgezin heet, en dat zijn eischen stelt. Een tee- ken des tijds. Een teeken, dat men bij alle omroepvereenigingen ziet. En ook in eigen stad. Ook wij in Den Helder hebben een jong zanger, die een toe komst dacht te vinden in het serieuze genre. Er bleek geen sprake van te zijn en ook hij zingt thans de populaire deu nen en schlagers, die weliswaar aange naam in het gehoor liggen, doch met goede vocale kunst niets van doen hebben. Dit moest ons van het hart, nadat wij Donderdagavond Albert de Booy stor men van hilariteit zagen opwekken door zijn potsenmakerij daar op het Casino- tooneel. Toen hij, de goede zanger, ter wille van den broode zich moest ver lagen het woord is er uittot gro teske hansworsterij en gein. Eén voorbeeld uit ontelbare. Een voorbeeld, waaruit de vervlak king en verpopulariseering van alles wat met goede kunst te maken heeft, wel schril aan den dag treedt. Het is jammer. Jammer voor de kun stenaars die voor hun kunst geen debiet hebben en jammer voor de luisteraars, die hiermede het bewijs leveren, dat het met hun cultureele opvoeding weinig hoopvol gesteldOf ze nu tot het A.V.R.O.. KRO. of V.A.R.A-gezin behooren! „Onzekerheid is een .demoraliseerende fac tor, doch vooral in een onrustige periode is het van belang, de kalmte en het vertrou wen te bewaren", zoo heeft gisterenavond de Zweedsche president voor de radio tot zyn volk gezegd. Het is een woord, dat ook ons volk ter harte mag nemen. Alle neutrale sta ten verkeeren in die positie van onzekerheid en het is te begrijpen, dat daardoor de ner- neusiteit toe neemt. Juist het onzekere element in den internationalen toestand geeft velen aanleiding tot fantasie, men verliest de nuchterheid en vaak de feiten uit het oog en geeft zich over aan alle moge lijke veronderstellingen, die meestal direct als onwaarschijnlijk moeten worden afge wezen. Onzekerheid en fantasie zyn een paar gevaarlijke factoren voor een volk, dat onder spanning leeft. Nuchterheid en vastberadenheid hebben we noodig in dezen tijd. Een bericht als gisteren door ons gebullitineerd, betreffende het leggen van nieuwe mijnenvelden door Engeland, gaf aanleiding tot geruchten in de stad, dat langs onze grens binnen de territoriale wateren, mijnenvelden waren gelegd. En er is dan verder weinig fantasie voor noodig om het gerucht te verspreiden, dat Duitschland besloten heeft ons zijn bescherming aan te bieden. Er was voor deze onrust geen enkele aanleiding. Zooals men uit de avond bladen heeft kunnen zien, was het bericht door ons veel rustiger geredigeerd, dan het door het A.X.P. was doorgegeven, maar toch leest men nog verkeerd. Neem de waarschuwing van den Zweedschen president in acht, blyf kalm en bewaar uw vertrouwen. Zweden bereidt zich intusschen op alles voor. Het ligt in een uiterst gevaarlijken hoek en moet daarom klaar zijn, als men er toe zou overgaan zijn neutraliteit aan te tasten. In Zweden bestaat de vaste wil zich tot het uiterste te verdedigen. Het werkt daardoor met man en macht aan zijn defen sie en de regeering vindt het heele volk ach ter zich in haar wil de onafhankelijkheid van het land te bewaren. De vastberadenheid, die men op het oogen blik bij de Zweden vindt, ziet men ook in Noorwegen. Men verzet zich met kracht te gen de aanvallers. Groote scharen vrijwilli gers melden zich aan, de mobilisatie van het geheele volk wordt met kracht voortgezet. Het Noorsche leger bevindt zich rond de hoofdstad en dringt steeds meer op. Voor de Duitschers zal de positie moeilyk wor den, als ze geen versterkingen kunnen aan voeren. Of dat voor hen nog mogelijk is, is slecht uit te maken. De berichten van het oorlogstooneel zijn te tegenstrijdig. Men krijgt er geen duidelijk inzicht in, of het Engeland nu inderdaad gelukt is, het Ska- gerak en Kattegat zoodanig af te sluiten, dat troepentransporten van Duitschland onmogelijk zijn geworden. De mededeelin- gen van de Duitsche admiraliteit, over het leggen van nieuwe mijnenvelden zouden doen gelooven, dat men er inderdaad in geslaagd is de toegangswegen naar de Os lofjord af te sluiten. De toestand voor de Duitsche troepen in Noorwegen wordt dan penibel. Mocht de strijd in het Noorden voor Duitsch land een verloren zaak worden, zoover is het nog niet, dan zal men langs anderen weg de geallieerden zoeken. Daarop heeft Churchill van de week gezinspeeld, toen hij zei, dat de strijd in het Noorden als een voorspel te beschouwen was voor een groot offensief, dat hij te land verwachtte. Waar zou dien aanval verwacht kunnen worden? De „Maasbode" gaf gisterenavond eenige veronderstellingen, waaraan we het volgende ontleenen: „Verwachten de Engelschen en Franschen een grooten aanval van de Duitsche troepen op de Maginot-linie zoo zegt het blad. Men zou het inderdaad zeggen. En toch blijft de vraag gerechtvaardigd, of Duitschland een dergelijk offensief, hetwelk onmetelijke voorraden mate riaal waarschijnlijk op zeer langen termjjn zal eischen, zal ondernemen, vóór het abso luut verzekerd is van een ongestoorde voor ziening, met die grondstoffen, welke voor de moderne gemechaniseerde oorlogvoering bitter noodzakelijk zijn; m.a.w. vóór het ertstransport uit Zweden volkomen veilig gesteld is, vóór de olie-aanvoeren uit Roemenië niet meer bedreigd kunnen worden. In de afschuwelijke, doemwaardige logica van den oorlog zou men derhalve en ern stige symptomen wijzen er ook op reke ning moeten houden met een uitbreiding van den oorlog naar Zweden, en daarna naar Zuid-Oost-Europa? En eerst dan zou Duitschland kunnen pogen met Engeland en Frankrijk af te rekenen. Met dit al is de internationale positie in deze dagen uiterst verwikkeld en bovendien zeer ge vaarlijk. Daarom spreekt het vanzelf, dat ge heel Europa: oorlogvoerenden en neutralen, zijn waakzaamheid en paraatheid zoo hoog mogelijk opvoert om op alle gebeurlijkheden, verwachte en verrassende, volkomen voorbe reid te zijn. Niets mag aan het toeval worden overgelaten: slechts wie werkelijk op alles voorbereid is, kan sterk naar buiten en naar binnen de toekomst met een redelijke gerust heid tegemoet zien".

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1940 | | pagina 5