Onzekerheid.
ROODE STER
Een gedroomd voordeel,
dat in een nadeel dreigt te veranderen
Zaterdag 13 April 1940
Tweede Blad
Madinieiuui Weerbepaling op langen
termijn
Promotie voor onderwijzers
De boeren in het geweer
De oudste automobilist
van Nederland?
De heer Koch neemt afscheid
Een meevaller voor „Beatrix"
Pensionhouders opgelet I
Finschc dank voor
Heldersche rolschaatsers
Vernieling en opbouw
De Lier aan de Wilgen
Het begint zoo langzamerhand usance te
gorden, dat pers en publiek een uurtje
moeten antichambreeren in hall of bode-
Jcamer van ons stadhuis, alvorens de gast
vrije deuren van de raadszaal worden ge
opend, waar de bezoekers dan worden ont
vangen met een soort gasaanval van zwaar
rookende raadsleden.
Geheime vergaderingen gaan in den laatsten
tijd stelselmatig aan de openbare vooraf en
ook Donderdagavond was het al ruim negen
jiur, voordat de voorzitter, burgemeester Rit
meester, de vergadering opende, meedeelend,
dat wethouder v. Loo, wegens een lichte
operatie afwezig was, welke operatie ge
lukkig goed geslaagd was, zoodat we mogen
hopen, dat de heer v. Loo de volgende zit
ting weer op zijn zetel achter de groene
tafel kan bijwonen. Donderdagavond heeft
hij niet veel gemist, of het zou het duel ge
weest moeten zijn tusschen den burgemeester
en Dr. Feenstra Kuiper, over de vergoeding
voor de Comeniusschool.
Zooals men weet, had het bestuur van de
Comeniusschool, in zeker opzicht misleid
door een Kon. besluit voor de gemeente Kol-
lum, gemeend voortaan onafhankelijk van de
gemeente steun te kunnen leven, door zich
zelf in het bezit te stellen van eigen school
gelden. De gang van zaken was altijd zoo ge
weest, dat de gemeente een vergoeding be
taalde voor de instandhouding van deze
bizondere school, daartegenover stond de ver
plichting van de Comeniusschool om al zijn
schoolgelden aan de gemeente af te dragen.
Nu bedroeg de gemeentelijke vergoeding
jaarlijks ongeveer 2500 gulden en het school
geld pl.m. 5000 gulden, zoodat de gemeente
daarvan een voordeel genoot van 2500 gulden.
Door een Kon. besluit was nü in de gem.
Kollum bepaald, dat een bizondere school zijn
schoolgelden mocht houden en dan geen ver
goeding ontving. De Comeniusschool zag
daarin een voordeel en bedankte eveneens
voor de vergoeding of liever, vroeg deze niet
aan voor de daarvoor gestelden termijn en
had het plan nu de schoolgelden in eigen
zak te steken.
Het gemeentebestuur waarschuwde het
schoolbestuur dezen weg niet te bewandelen
en de aanvraag alsnog in te dienen. Deze
raad sloeg het bestuur van de Comenius
school in den wind. De 2500 pegulanten voel
den zij reeds tusschen hun vingers door
glijden,
„Als u voor de gemeente zoo'n belasting
voordeeltje zou kunnen krijgen, zou u het
toch ook met beide handen aangrijpen", zoo
argumenteerde Dr. Feenstra Kuiper op het
Verwijt van den burgemeester, dat de Co
meniusschool getracht had het gemeentebe
stuur te benadeelen.
Om kort te gaan, het bestuur liet de ter
mijn van aanvrage voor de vergoeding ver-
loopen. Eerst toen een later ministrieel be
sluit kwam, dat de Kon. beslissing te Kollum
niet van toepassing achtte voor andere ge
meenten en dat een andere interpretatie van
de wet gaf, begaf het bestuur den moed om
langer op zijn standpunt te blijven staan en
wilde het de zaken weer als van ouds gere
geld zien. Maar toen was het gemeente
bestuur er niet voor te vinden om zijn hou
ding te wijzigen. De vergoeding was te laat
aangevraagd, dusmen krijgt die vergoe
ding niet meer, zoo besloot de raad in Sep
tember van het vorig jaar. Ged. Staten was
het daar niet mee eens en vernietigde dit
raadsbesluit. Dan gaan we in beroep bij de
Kroon, zei de burgemeester en de raad zei het
hem Donderdagavond, zonder woorden, na.
Dr. Feenstra Kuiper kwam met moreele ar-
gumenten, met vriendelijke argumentaties,
Een 86-jarig oud-stadgenoot nog
dagelijks achter het stuur.
Kort geleden plaatsten we in onze krant een
interview met een tachtigjarigen automobilist
te 't Zand. Wij noemden hem den oudsten auto
mobilist van Nederland. Een van onze abonné s
Komt dit bericht rectificeeren.
Hij schrijft ons:
Een zestig jaar geleden woonde in Den Hel
der een zekeren heer M. Hildering, die daar
een naaimachinehandel vestigde. In 1914 schaf
te hij zich een „Standard" auto aan en van
dien tijd af was de heer Hildering een en al
auto-enthousiasme. De eene auto volgde op de
andere en nu heeft deze, thans 86-jarige heer,
zich een maand geleden een modern en flatteus
wagentje aangeschaft, een „Citroën"-automo-
biel.
Het feit, dat iemand op 86-jarigen leef
tijd nog de gevaren van het moderne snel
verkeer durft te trotseeren, zoo zegt onze
berichtgever, mag kenmerkend heeten voor
de oude „Nieuwediepsche vitaliteit De
Uitdrukking is van onzen vriendelijken
lezer, die zelf al jarenlang elders woont,
maar zijn hart toch nog verpand schijnt te
hebben aan zijn oude woonstad.
De 86-jarige heer Hildering woont thans te
Soest, Pr. Hendriklaan 3.
Wij informeerden naar de juisthei va"
bericht bij den eigenaar van den bekenden
machinehandel in de Spoorstraat, den e
Hildering, die het ons bevestigde. De 86-jange
is een broer van zijn grootvader en blijkt ln
daad nog steeds in zijn wagen langs ce g
te zijn! Als voorganger van een Apos o
gemeente spreekt hij op verschillende P
en dan maakt hjj van zijn wagen gebr
vervoermiddel.
Inderdaad een kranige oude baas.
met vredesvoorstellen, maar de burgemeester
schudde halsstarrig zijn hoofd. Men heeft niet
willen luisteren, nu moet men maar voelen.
Hij zei het anders, maar daar kwam het op
neer.
Voor de Comeniusschool staat 2500 gulden
op het spel. Wie zal het gokje winnen...?
Van veel vriendelijker aard was de stem
ming voor de benoeming van een tweetal
hoofdonderwijzers en een drietal onder
wijzers (essen). Een der raadsleden ging in
zijn enthousiasme zelfs zoover, deelde de bur
gemeester tijdens de stemming mee, dat hij
voor een candidaat, tweemaal stemde, waar
door de stemming opnieuw moest plaats heb
ben.
Benoemd werden als hoofd van school 2,
de heer J. Adolfs, onderwijzer aan de Tuin-
dorpschool, de heer R. Windsma, onderwijzer
aan de school voor het Centraal zevende leer
jaar, tot hoofd van school 6. De heer
B. Ouwerling ontving een onderwijzersbenoe
ming voor school 6, mej. J. de Jong voor
school 14 en mej. A. C. Moor, voor de B.L.O.
school.
De groote eenstemmigheid, alle benoemin
gen geschiedden met elgemeene stemmen, gaf
eenig vermoeden over het doel van de geheime
vergadering.
Een klein stormpje in een nog kleiner glas
water werd ontketend, naar aanleiding van
een verzoek van de ver. van kleinhandelaren
in aardappelen, groente en fruit „Ons Be
lang" om het den werkloozen te verbieden
aardappelen uit de Wieringermeer mee te
nemen.
Het college, dat dit adres weinig en on
volledig geargumenteerd vond, wilde het
voor kennisgeving aannemen, maar daarvoor
waren de heeren Terra en Makelaar niet te
vinden, die .het veroordeelden, dat werkloozen
als kleinhandelaren op gingen treden en de
goedkoop gekochte aardappelen en groente
in Den Helder verkochten en alzoo de plaat
selijke handelaren schade aan deden.
De Heeren Boogaard en Uithol meenden,
dat dit niet tot de competentie van B. en W.
of. den raad behoorde en eerstgenoemde gun
de zijn vrienden wel zoo'n voordeeltje, al
meende hij, dat de verkoop lichtelijk over
dreven werd.
De burgemeester tilde ook niet al te zwaar
aan de concurrentie mogelijkheden van de
werkloozen. Overigens: de handel is vrij en
zou dit niet zoo. zijn, dan is het nog moeilijk
te controleeren of de menschen hun gekochte
waren voor eigen gebruik meenemen of ver-
koopen.
Wij gelooven ook niet, dat het zoo'n vaart
zal loopen met dien verkoop. De autobus
ondernemer zal er wel voor waken, dat men
niet al te groote hoeveelheden meeneemt,
want daarvoor zou hijzelf moeilijkheden met
zijn vervoer oploopen en... geld om hoeveel
heden van beteekenis mee te nemen bezitten
onze werkloozen evenmin.
De rondvraag leverde een blanco vel papier,
zoodat de voorzitter na dit groente-inter
mezzo, de hamer voor het laatst liet vallen.
Na drie en dertig jaar in dienst van de ge
meente te zijn geweest is voor den heer Koch
thans de tijd aangebroken waarop hij den pen
sioengerechtigden leeftijd heeft bereikt. Giste
ren vond in verband daarmee in het gebouw
van de Centrale Kas aan de Weststraat een
intiem afscheid plaats. Hierbij voerde de ge
meente-ontvanger, de heer P. van Dalen, het
woord. Hij zeide o.m. dat het gelukkig is, dat
aan de ambtenaren, nadat zij hun heele leven
gewerkt hebben, nog een onbezorgden ouden
dag wordt bezorgd. Spreker bracht tevens naar
voren, dat hy gedurende vele jaren de pret
tigste herinneringen van den heer Koch heeft
behouden, en wenscht hem tenslotte een pret-
tigen rusttijd toe, waarin hij nog lang van zijn
pensioen zal mogen genieten. Namens het ge-
heele personeel van de Centrale Boekhouding,
de Centrale Kas en de collega's van den heer
Koch werd hierop een horloge met inscriptie
overhandigd.
De heer Koch dankte voor het mooie cadeau
en de prettige woorden tot hem gericht, de
hoop uitsprekend, dat hij nog lang het hem ge
geven geschenk zou mogen gebruiken.
Zooals men zich ongetwijfeld nog zal herin
neren, werd eenigen tijd geleden door den heer
Van Leeuwen, degene die het bekende Lewa
bleekwater in den handel brengt, het sympa
thiek besluit genomen van iedere verkochte
flesch Lewa bleekwater 1 cent af te staan ten
bate van een vereeniging, welke een philantro-
pisch doel beoogt. Als eerste vereeniging werd
gekozen de plaatselijke Baby- en Moederzorg-
vereeniging „Beatrix".
Deze week heeft de heer Van Leeuwen een
flink bedrag afgedragen aan de vereeniging.
Het bestuur deelde ons di,t mede en verzocht
tevens op deze plaats een woord van hartelij-
ken dank te willen brengen voor dit even origi-
neele als sympathieke idee. Iets, waaraan wij
gaarne voldoen.
KOLEXDAMPONTPLOFFING.
Gistermorgen ontstond ten huize van een be
woner der Nieuwstraat het begin van brand.
De oorzaak daarvan was, dat zich waarschijn
lijk kolendamp in de kachel ontwikkeld heeft
en deze op een gegeven oogenblik tot ontplof
fing kwam.
De kachel liep schade op, terwijl enkele gor
dijnen door het overspringen van vonken even
eens door het vuur aangetast werden.
ONJUIST PARREEREX.
Voor het onjuist parkeeren in de Spoorstraat
werd gisteren iemand op de bon gezet.
De heer Visser uit De Bilt spreekt
voor den Weer- en Sterrenkundigen
Kring.
Vooral voor den landbouw is het van het
allergrootste belang, dat eenigen tijd van te
voren reeds met eenige zekerheid kan worden
voorspeld, of er een droge zomer of een
strenge winter in aantocht is. Het is met dit
doel, dat de Weerkunde zich toelegt op het
voorspellen van het weer over langen termijn.
Hiervoor staan twee wegen open. Men kan
trachten in de weersgesteldheid een bepaalde
periodiciteit te ontdekken, en men is hier in
derdaad in geslaagd. Voor den neerslag in
Nederland ontdekte men een periode van
27 maanden. Telkens na 27 maanden is er een
droge periode, deze viel achtereenvolgens in
den zomer van 1937, in den herfst van 1939
en zal dus nu in den winter van 1941 vallen.
Ook ontdekte men een periode van vijf en een
kwart jaar voor de temperatuur. Deze pe
riodes gelden niet slechts voor Nederland en
West-Europa, doch voor de geheele Atlanti
sche kust. De veel genoemde „Zonnevlek"-
periode van 11 jaren is van geen enkel belang
met betrekking tot de weervoorspelling. Een
tweede methode om tot weervoorspellingen
te komen is die van de correlatie. In dit woord
herkent men 't woord relatie, en deze methode
werkt dan ook middels vergelijking met de weers
gesteldheid op andere plaatsen ter werld. Zoo
kan men zich voorstellen, dat een weerstoe-
stand. als zich b.v. op een bepaalde plaats
voordoet, zich na eenigen tijd precies of on
geveer hetzelfde op een andere plaats voor
doet. Het is inderdaad gelukt betrekkingen
te vinden tusschen het klimaat op verschil
lende deelen van de aarde en den toestand van
het weer in Nederland. Zoo oefent na een be
paalden tijd de N.O. passaat een invloed op
ons weer uit, evenals de Labradorstroom. Ook
de weersgesteldheid in O.-Europa en Centraal-
Azië doet hier zijn invloed gelden. Doch de be
trekking tusschen het weer alhier en andere
punten berust niet alleen op afstanden. Nauw
keurige waarnemingen op drieduizend meter
hoogte hebben namelijk uitgewezen, dat er
oko overeenstemming bestaat tusschen het
weer op drieduizend meter hoogte en den toe
stand, die enkele maanden later in Nederland
optreedt. Het is te begrijpen, dat men natuur
lijk met alle omstandigheden rekening moet
houden. De verschillende invloeden werken
allen, de een meer, de andere minder. Door nu
na te gaan welke waarde men aan de diverse
factoren kan teokennen, komt men tenslotte
tot een vrij nauwkeurige weersbepaling. In
de eerste jaren van de onderzoekingen kon
men natuurlijk slechts over weinig gegevens
beschikken, maar toch is men er toen reeds
in geslaagd van de zestien voorspellingen 12
juiste uitkomsten te verkrijgen. Na eenigen
tijd, als men over nog meer materiaal kan be
schikken, zullen de voorspellingen nog veel-
vuldiger juist zijn.
Hiermede besloot de heer Visser zijn inte
ressante voordracht, waarna de voorzitter, de
heer Grobben, den avond met een hartelijk
woord van dank aan den spreker besloot.
Blijkens een in dit nummer geplaatste adver
tentie worden pensionhouders uitgenoodigd
voor 20 April hun adressen op te geven aan
't Verkeershuis van de V.V.V., Kanaalweg 91,
telefoon 308. Gaarne met volledige inlichtin
gen. Binnenkort wordt een nieuwe Hotel-Pen
sion- en Restaurantgids uitgegeven door de
plaatselijke V.V.V.
Geheel kosteloos kunnen belanghebbenden
hierin hun adressen vermelden, mits zij lid zijn
van de V.V.V., tenminste voor 1.per jaar.
De gidsen worden ruim verspreid en bij iedere
pensionaanvrage door 't Verkeershuis afge
geven.
Er was eens een jager in Stroe,
Die op jachi liever lui was dan moe.
Roode Ster en zijn rust
Waren 's jagertjes lust
En zoo kwam hij aan *t jagen niet toe.
Zeldzaam zacht en
licht in- de pijp!
Hedenmorgen ontvingen wij het vol
gende schrjjven:
Redactie der Heldersche
Courant, Den Helder.
Mjjne Heeren,
Het Consul-Generaal van Finland be
vestigt dankend de goede ontvangst van
Uw postwissel ad. resp. Hfl. 3.30 '/2 en
Hfl. 8.34, welke bedragen werden opge
haald door rolschaatsende jongens in
Den Helder, dien wy onzen hartelyken
dank betuigen voor de door hen getoon
de sympathie.
Hoogachtend,
voor het Consul-Generaal:
Emio Allmar.
Secretaris.
Er gebeurt de laatste dagen zooveel gewel
digs in de wereld, dat we de kleine dingen om
ons heen haast zouden vergeten. Toch gaan
die stil hun gang. Het gras is weer begon
nen te groeien, de vogels zijn terug... de lente
heeft haar intrede gedaan. Achter de huizen
van Tuindorp, van den weg af vrijwel onzicht
baar, ligt de schoolwerktuin, opnieuw gespit en
bemest, gereed het zaad te ontvangen, dat vele
kleine handen er in zullen werpen.
De laatste maanden hebben ons wel het
noodzakelijke van onze bodemproductie geleerd.
En al dwingt de bange nood nog niet, toch moet
de grond niet braak blijven liggen.
Dat behoeft ook niet. Uw kinderen kunnen
er aan medewerken en de vruchten van eigen
liefhebberij en vlijt mede naar huis brengen.
Men zie daarvoor de advertentie der Schooi
en Werktuinvereeniging in het nummer van
heden.
ARBEIDSWET.
Voor het overtreden van de Arbeidswet wer
den gisteren nog enkele personen verbaliseerd.
Casino was Donderdagavond vol.
Compleet ..besproken-uitverkocht
Zelfs de ..doove 'rijen", op de stoelen
waarvan men zittende een stijve nek
krijgt van het staren in de verten, waren
mannetje-aan-mannctje bezet.
Het was een avond van groot succes.
De Ramblers pleegden dansmuziek en
in dit genre zijn ze onovertrefbaar. Geen
wonder, met zulk een voortvarenden
„leader of the band".
En tóch was er iets. wat ons dien
avond trof en tot een zekere weemoed
stemde. Dat was naar aanleiding van
het optreden van Albert de Booy. den
bekenden zanger, die men enkele malen
mocht beluisteren in liedjes in het genre
a la Willy Derby en Kees Pruis. Nu is
niets ons meer verre dan te beweren, dat
een goede zanger van „levensliederen"
geen artist is. Integendeel. Maar het is
wel jammer, dat een zanger van for
maat, waartoe De Booy toch zonder
twijfel gerekend mag worden, om welke
reden dan ook. zich moet plaatsen op het
niveau dezer kleinkunstenaars.
Wij gaan in onze herinnering terug.
Vele jaren. En dan herinneren wij ons
een zanger, die in de vertolking van het
bel canto opmerkelijk successen behaal
de. Dat was een zanger die men een
groote toekomst voorspelde. Als hij zong
luisterde men en hij zong het beste wat
het goede zangrepertoire te bieden had.
Dat was Albert de Booy.
De Booy heeft de lier der Groote
Muze helaas aan den kapstok moeten
hangen. Naar alle waarschijnlijkheid ge
drongen door de tijdsomstandigheden,
trad hij in het leger der cabaretzangers
en levensliederen-plegers. Een confe
rencier die zijn nummer ongetwijfeld be
schaafd brengt, maar van wien men
weet. dat dit zijn genre niet is, en dat
hij in feite zijn groote kunst heeft moe
ten versjaggeren voor de „kleinkunst"
Dat stemde weemoedig. Het heeft na
tuurlijk niets te maken met critiek op
deze omroepverceniging. Integendeel.
De V.A.R.A. zou. we zijn er van over
tuigd. niets liever willen dan De Booy
zijn eigen genre te laten zingen. Maar
men staat als omroepvereeniging ten
slotte machteloos tegen het tienduizend-
koppige monster, dat Luisteraarsgezin
heet, en dat zijn eischen stelt. Een tee-
ken des tijds. Een teeken, dat men bij
alle omroepvereenigingen ziet. En ook
in eigen stad. Ook wij in Den Helder
hebben een jong zanger, die een toe
komst dacht te vinden in het serieuze
genre. Er bleek geen sprake van te zijn
en ook hij zingt thans de populaire deu
nen en schlagers, die weliswaar aange
naam in het gehoor liggen, doch met
goede vocale kunst niets van doen
hebben.
Dit moest ons van het hart, nadat wij
Donderdagavond Albert de Booy stor
men van hilariteit zagen opwekken door
zijn potsenmakerij daar op het Casino-
tooneel. Toen hij, de goede zanger, ter
wille van den broode zich moest ver
lagen het woord is er uittot gro
teske hansworsterij en gein.
Eén voorbeeld uit ontelbare.
Een voorbeeld, waaruit de vervlak
king en verpopulariseering van alles wat
met goede kunst te maken heeft, wel
schril aan den dag treedt.
Het is jammer. Jammer voor de kun
stenaars die voor hun kunst geen debiet
hebben en jammer voor de luisteraars,
die hiermede het bewijs leveren, dat het
met hun cultureele opvoeding weinig
hoopvol gesteldOf ze nu tot het
A.V.R.O.. KRO. of V.A.R.A-gezin
behooren!
„Onzekerheid is een .demoraliseerende fac
tor, doch vooral in een onrustige periode is
het van belang, de kalmte en het vertrou
wen te bewaren", zoo heeft gisterenavond de
Zweedsche president voor de radio tot zyn
volk gezegd. Het is een woord, dat ook ons
volk ter harte mag nemen. Alle neutrale sta
ten verkeeren in die positie van onzekerheid
en het is te begrijpen, dat daardoor de ner-
neusiteit toe neemt. Juist het onzekere
element in den internationalen toestand
geeft velen aanleiding tot fantasie, men
verliest de nuchterheid en vaak de feiten uit
het oog en geeft zich over aan alle moge
lijke veronderstellingen, die meestal direct
als onwaarschijnlijk moeten worden afge
wezen.
Onzekerheid en fantasie zyn een paar
gevaarlijke factoren voor een volk, dat
onder spanning leeft. Nuchterheid en
vastberadenheid hebben we noodig in
dezen tijd. Een bericht als gisteren door
ons gebullitineerd, betreffende het leggen
van nieuwe mijnenvelden door Engeland,
gaf aanleiding tot geruchten in de stad,
dat langs onze grens binnen de territoriale
wateren, mijnenvelden waren gelegd. En
er is dan verder weinig fantasie voor
noodig om het gerucht te verspreiden,
dat Duitschland besloten heeft ons zijn
bescherming aan te bieden.
Er was voor deze onrust geen enkele
aanleiding. Zooals men uit de avond
bladen heeft kunnen zien, was het bericht
door ons veel rustiger geredigeerd, dan
het door het A.X.P. was doorgegeven,
maar toch leest men nog verkeerd. Neem
de waarschuwing van den Zweedschen
president in acht, blyf kalm en bewaar
uw vertrouwen.
Zweden bereidt zich intusschen op alles
voor. Het ligt in een uiterst gevaarlijken
hoek en moet daarom klaar zijn, als men er
toe zou overgaan zijn neutraliteit aan te
tasten. In Zweden bestaat de vaste wil zich
tot het uiterste te verdedigen. Het werkt
daardoor met man en macht aan zijn defen
sie en de regeering vindt het heele volk ach
ter zich in haar wil de onafhankelijkheid van
het land te bewaren.
De vastberadenheid, die men op het oogen
blik bij de Zweden vindt, ziet men ook in
Noorwegen. Men verzet zich met kracht te
gen de aanvallers. Groote scharen vrijwilli
gers melden zich aan, de mobilisatie van het
geheele volk wordt met kracht voortgezet.
Het Noorsche leger bevindt zich rond de
hoofdstad en dringt steeds meer op. Voor
de Duitschers zal de positie moeilyk wor
den, als ze geen versterkingen kunnen aan
voeren. Of dat voor hen nog mogelijk is, is
slecht uit te maken. De berichten van het
oorlogstooneel zijn te tegenstrijdig. Men
krijgt er geen duidelijk inzicht in, of het
Engeland nu inderdaad gelukt is, het Ska-
gerak en Kattegat zoodanig af te sluiten,
dat troepentransporten van Duitschland
onmogelijk zijn geworden. De mededeelin-
gen van de Duitsche admiraliteit, over het
leggen van nieuwe mijnenvelden zouden
doen gelooven, dat men er inderdaad in
geslaagd is de toegangswegen naar de Os
lofjord af te sluiten. De toestand voor de
Duitsche troepen in Noorwegen wordt dan
penibel.
Mocht de strijd in het Noorden voor Duitsch
land een verloren zaak worden, zoover is het
nog niet, dan zal men langs anderen weg de
geallieerden zoeken. Daarop heeft Churchill van
de week gezinspeeld, toen hij zei, dat de strijd
in het Noorden als een voorspel te beschouwen
was voor een groot offensief, dat hij te land
verwachtte. Waar zou dien aanval verwacht
kunnen worden?
De „Maasbode" gaf gisterenavond eenige
veronderstellingen, waaraan we het volgende
ontleenen:
„Verwachten de Engelschen en Franschen
een grooten aanval van de Duitsche troepen op
de Maginot-linie zoo zegt het blad. Men zou
het inderdaad zeggen. En toch blijft de vraag
gerechtvaardigd, of Duitschland een dergelijk
offensief, hetwelk onmetelijke voorraden mate
riaal waarschijnlijk op zeer langen termjjn
zal eischen, zal ondernemen, vóór het abso
luut verzekerd is van een ongestoorde voor
ziening, met die grondstoffen, welke voor de
moderne gemechaniseerde oorlogvoering bitter
noodzakelijk zijn; m.a.w. vóór het ertstransport
uit Zweden volkomen veilig gesteld is, vóór de
olie-aanvoeren uit Roemenië niet meer bedreigd
kunnen worden.
In de afschuwelijke, doemwaardige logica
van den oorlog zou men derhalve en ern
stige symptomen wijzen er ook op reke
ning moeten houden met een uitbreiding
van den oorlog naar Zweden, en daarna
naar Zuid-Oost-Europa? En eerst dan zou
Duitschland kunnen pogen met Engeland
en Frankrijk af te rekenen.
Met dit al is de internationale positie in deze
dagen uiterst verwikkeld en bovendien zeer ge
vaarlijk. Daarom spreekt het vanzelf, dat ge
heel Europa: oorlogvoerenden en neutralen,
zijn waakzaamheid en paraatheid zoo hoog
mogelijk opvoert om op alle gebeurlijkheden,
verwachte en verrassende, volkomen voorbe
reid te zijn. Niets mag aan het toeval worden
overgelaten: slechts wie werkelijk op alles
voorbereid is, kan sterk naar buiten en naar
binnen de toekomst met een redelijke gerust
heid tegemoet zien".