Roemenië en
de Donau
HEMME HEN
IE PE1IEK
Het reddende
gebaar
Omgeving
Zeven Britsche
duikbooten vernietigd
Ontwikkelingsgang
der militaire
titels
Roemenië verbiedt
tarweuitvoer
Marktberichten
Kort verhaal
Britsche landing
„militair zinloos"
Parijs enthousiast over
Engelsch optreden
De Amerikaansche vliegtuigen
voor de geallieerden
Weer Duitsche duikbootoperaties
bij Amerika?
Tal van Duitsche agenten in
Zaid-SlaviS gearresteerd.
Van welingelichte zijde verluidt, dat Roe
menië voor de beveiliging van den Donau
heeft bepaald, dat oorlogsschepen en gewa
pende koopvaardijschepen den Donau niet
meer mogen binnenvaren. Roemenië zal zijn
eigen Donauwetten toepassen, die doorvoer
van wapenen en oorlogsmateriaal alleen met
vergunning van den ministerraad toe"laten.
De bemanning der schepen zal aan een
nauwkeurige controle onderworpen worden.
Voor het passeeren van de IJzeren Poort
worden beperkingen ingevoerd, die ten doel
hebben te voorkomen, dat de scheepvaart
door gezonken schepen met zware ladingen
belemmerd zou worden.
Al deze maatregelen zijn binnenlandsche
politiebepalingen, daar Roemenië op het
standpunt staat, dat het in tijd van oorlog
het recht heeft, zelf over de veiligheid op
den Donau te waken.
De activiteit van de Gestapo in
Zuid-Slavië beteugeld.
Op 15 April is te Belgrado een aantal sen
sationeels arrestaties verricht, toen de poli
tie bezoek bracht aan huizen van personen,
die er van verdacht worden Duitsche agen
ten te zijn.
Men gelooft dat deze arrestaties het begin
vormen van een krachtige campagne de acti
viteit van agenten der Gestapo in Zuid-Sla
vië te beteugelen.
Door de Duitsche afweer, zegt
Berlijn,
De Duitsche duikbootafweer in de Noord
zee, welke in den laatsten tijd groote activi
teit heeft ontplooid, heeft op 13 en 14 April
zeven vijandelijke duikbooten vernietigd.
Twee daarvan werden, toen zij boven water
waren, door Duitsche gevechtsvliegtuigen ge
bombardeerd en tot zinken gebracht.
Een Britsche duikboot werd door Duitsche
zeestrijdkrachten tot zinken gebracht, juist
toen zij zich gereed maakte voor een aanval
op Duitsche transportschepen. De duikboot
werd onder water aangevallen en tot zinken
gebracht. Er zijn slechts eenige wrakstuk
ken te voorschijn gekomen.- Ondanks lang
zoeken is het niet mogelijk geweest overle
venden van de vijandelijke duikboot te red
den.
„Belachelijk".
De Duitsche beweringen, dat de Britsche
verliezen bij de operaties in de Noordzee
sedert 8 April ten minste vier slagschepen,
acht kruisers en 11 torpedobootjagers heb
ben bedragen, worden in gezaghebbende
kringen te Londen belachelijk genoemd. Te
Londen wordt opnieuw verklaard, dat de
Britsche verliezen slechts vier torpedojagers
betreffen.
De „Admiral Scheer".
De marine-correspondent van Reuter
schrij ft:
Zelfs wanneer de „Amiral Scheér" is blij
ven drijven na den aanval van de Britsche
duikboot „Spearfish", kan aangenomen wor
den, dat de bodem zoo zwaar beschadigd is,
dat hij voor een zeer langen tijd buiten ge
vecht zal zijn. Het is echter bekend, dat de
admiraliteit Britsche successen nooit te hoog
schat eri des te meer beteekenis hebben de
woorden in het communiqué, „met succes
aangevallen".
DUITSCHE MEENING OVER HET
BRITSCHE OPTREDEN IN NOORWEGEN.
Naar van welingelichte Duitsche zijde over
de Engelsche beweringen inzake landingen
van Engelschen in Noorwegen wordt ver
klaard, zou het tot nu toe onbevestigde be
richt over een landing ergens in Noord-
Noorwegen misschien van 't standpunt der
Engelsche prestige-propaganda een zeker
succes beteekenen voor diegenen te Lon
den, die ter geruststelling van hun volk iets
dergelijks dringend noodig hebben.
Een landing in de onherbergzame
fjorden is natuurlijk op een of an
dere plaats mogelijk, doch militair
zinloos. Een dergelijke landing zou
geen enkel militair belang hebben.
Tusschen Drontheim en Narvik strekt
zich een meer dan 600 K.M. lang woest
Noorsch hooggebergte uit. Tusschen Narvik
en Drontheim bestaat geen spoorwegverbin
ding. Een operatiemogelijkheid in deze
buurt van eventueel gelande Engelsche troe-
pendeelen tegen de basis der Duitsche oor
logvoering in het Noorsche gebied, dus te
gen midden- en Zuid-Noorwegen, dat vast
in Duitsche handen is, zou daardoor niet
zijn ontstaan.
„SPORTPLICHTIGE" TURKENI
Vier uur per week aan de rekstok.
Het Turksche staatsblad publiceert thans
de wet over de verplichte sportbeoefening
voor mannen en vrouwen. De vrouwen zijn
tot 30 iaar „sportplichtig", de mannen tot
45 jaar. Men moet drie tot vier uur per
week sport beoefenen!
WAAROM HEET HET VOETVOLK:
INFANTERIE?
WAT HEEFT EEN MAARSCHALK
MET EEN PAARDENSTAL TE MA
KEN?
In deze van oorlogsrumoer ver
vulde dagen stuit de krantenlezer
op tal van militaire uitdrukkingen,
die hem, als leek, dikwijls niet ge
heel duidelijk zijn. Doch zelfs wan
neer men hem zou vragen, waarom
een soldaat een soldaat heet, een in
fanterist een infanterist, een luite
nant zou hij den meesten tijd het
antwoord schuldig moeten blijven.
Toch is het interessant om na te
gaan wat de oorsprong van deze be
namingen is.
Het woord soldaat bijvoorbeeld is ontleend
aan het Italiaansch. soldato. Dit woord is
op zijn beurt afgeleid van soldare, d.w.z. sol
dij betalen. Uit het Italiaansch heeft het
woord zich burgerrecht verzekerd over de
geheele wereld. Alleen de Franschen heb
ben een tijdlang gesproken van soudard,
waarbij het woord „sou" (stuiver) de plaats
innam van het woord soldij.
Het woord infanterist is natuurlijk afge
leid van infanterie, dat op zijn beurt zijn
ontstaan dankt aan de Infante Isahella van
Spanje, een dochter van Filips II. Zij bezat
een opmerkelijk organisatie-talent en reor
ganiseerde het voetvolk van het Spaansche
leger. Deze volgens haar voorschriften her
vormde troepen werden daarna te harer eere
infanterie genoemd.
Reeds een korporaal is een aan
voerder.
Bij vele militaire titels speelt het hoofd
in het Italiaansch: capo de hoofdrol. Het
woord korporaal zou eigenlijk kaporaal moe
ten worden geschreven. Het eerste is ont
staan uit de omstandigheid, dat men het
Italiaansche capo en het Fransche corps door
De Roemeensche regeering heeft besloten,
den uitvoer van tarwe te verbieden. De
reeds gesloten contracten zullen niet onder
dit verbod vallen.
Ook zijn maatregelen genomen om den
uitvoer van zonnebloempitten, die tot dus
ver in groote hoeveelheden door Duitsch-
land werden gekcht, te verbieden.
Zweedsche ijzermijnen zullen on
bruikbaar worden gemaakt ln ge
val van Duitsche agressie tegen
Zweden.
In Parijs heeft men de berichten, dat de
Engelsche mijnen hebben gelegd in de Oost
zee, en eert, groote overwinning hebben be
haald in de fjord van Narvik, met groote in
stemming ontvangen.
Nu zullen de Duitschers niet langer ont
kennen kunnen, zoo schrijft een correspon
dent van het Hsb., dat Engeland zich met
terdaad in de strijd waagt.
De Duitschers plaatsten op verschillende
punten van het Westelijk front borden, waar
op zij hadden geschreven: „Ou sont les an-
glais?" (Waar zijn de Engelschen?) Een
humoristisch teekenaar heeft daar nu een
antwoord voor gevonden „Vraag't maar eens
aan admiraal Raeder!"
Gewezen wordt op het groote belang van
de verordening van Narvik, die den Duit
schers de belangrijkste weg voor ertstrans
porten afsnijdt, en die tegelijk het voor de
geallieerde legers mogelijk maakt om bij de
eerste dreiging der Duitschers tegen Zweden
de ijzermijnen voorloopig volkomen onbruik
baar maken, zoodat zelfs in het geval van
een geheele Duitsche overwinning in Scan
dinavië die in Parijs echter als uitgeslo
ten wordt beschouwd de kans daar nog
verder ijzer vandaan te halen toch in ieder
geval voor Duitschland verkeken is.
Parijs noemt het leggen van Engelsche mij
nen langs de heele Duitsche kust „een onver
gelijkelijk staaltje van ondernemingsgeest en
behendigheid." Te meer opvallend acht men
dit succes omdat de Engelschen gedurende
de heele Wereldoorlog er niet in geslaagd
zijn de Oostzee binnen te dringen.
Men neemt in Parijs aan, dat, gezien de ge
weldige verliezen der Duitsche vloot bij het
Scandinavisch avontuur, deze onderneming
tegen de wil van de Duitsche marineautori
teiten, en alleen op uitdrukkelijk bevel van
Hitier zelf ondernomen is.
Men heeft in de Fransche hoofdstad over
het verdere optreden van Duitschland, als
grootste waarschijnlijkheid de hypothese op
gesteld, een ultimatum aan Zweden tot het
doorlaten van Duitsche troepen. Een ultima
tum, dat, daar is men overtuigd van, door
de Zweden zal worden afgewezen.
Ook wordt de mogelijkheid geopperd, dat
de Duitschers den Zweden een ruilhandel
zouden willen voorstellen. De Duitschers zou
den dan, zoo stelt men zich voor, tegen toe
zegging van eerbiediging van de Zweedsche
territoriale neutraliteit door de troepen van
de Zweden toestemming willen ontvangen
tot doorvoer van Duitsche munitie en wape
nen bestemd voor de Duitsche troepen in
Noorwegen.
Mocht Zweden op een dergelijke „ruilhan
del" niet willen ingaan, dan zou het volgens
deze Parijsche verzekeringen, een aanval
elkaar heeft gehaald. De oorspronkelijke be
teekenis van korporaal was die van een man,
die aan het hoofd van een klein corps stond.
Om in de militaire rangorde te blijven:
het woord sergeant is afkomstig van ser-
viens, het Latijnsche werkwoord, dat
„dienen" beteekent. Het woord adjudant is
afkomstig uit het Spaansch, namelijk van
het woord ayudar, dat zooveel beduidt als
helpen. Een adjudant was dus oorspron
kelijk een helper van eenigszins beteren
rang. Het_ woord luitenant is samengesteld
uit de beide Fransche woorden lieu en te
nant. Het beteekende derhalve in den
oorspronkelijken vorm zooveel als ..plaats
houder" of „plaatsvervanger". Het is
reeds van zeer oud endatum, daar men het
reeds in het jaar 1540 ontmoet
Een maarschalk commandeerde oor
spronkelijk in den paardenstal.
Het woord kapitein ls niet alleen een
woord, dat op den bevelhebber van een
schip betrekking heeft, doch ook een mi
litaire waardigheid aanduidt, die in de
meeste legers nog steeds is gehandhaafd.
In dit woord herkent men onmiddellijk
weder het reeds genoemde woord capo
hoofd. De kapitein is degene, die aan het
hoofd van den troep staat, die het bevel
voert. Ook dit woord kende men reeds in
de middeleeuwen.
Het woord kolonel is eveneens weder
afkomstig uit het Italiaansch en beteekent:
de man die aan het hoofd van een colon
ne marcheert. Generaals kende men even
eens reeds in de 15de eeuw. Doch toen
sprak men van „kapitein-generaal" het
geen den rang duidelijker omschreef. Eerst
later is men uitsluitend van geneaal gaan
spreken. Eigenaardig is de oorsprong van
het woord maarschalk. Hierin vindt men
het Latijnsche woord marscalcus, later ver
basterd in een Frankisch woord: marsh-
kalk. Dit woord werd oorspronkelijk ge
bezigd voor den man, die belast was met
de verzorging van den „marstall" of paar
denstal. Uit deze nederige funct'e verhief
zich de maarschalk in den loop der tijden
tot hoo^e Ieger-autoriteit.
Oorspong van andere militaire
termen.
Weinigen zullen zich er rekenschap van
geven, dat het woord blokkade afkomstig
is van het woord blokhuis .Dit laatste werd
gebezigd om een kleine versterking aan te
duiden. Van het gebied, dat door het vuur
uit het blokhuis werd bestreken, zeide
men, dat het geblokkeerd was; en hieruit
ontstond het woord blokkade. Ook het
woord étappe heeft verschillende wijzigin
gen ondergaan, voordat het zijn tegen
woordige beteekenis kreeg. Naar het schijnt
is het afkomstig van het woord stappen,
stampen. Aanvankelijk beteekende het de
marschroute van de afdeeling in dagmar-
schen.
van Duitschland hebben te venvachten, daar
Duitschland geen andere mogelijkheid heeft,
dan via Zweden de geisoleerde troepenafdee-
lingen met succes te hulp te komen.
NOORDHOLLANDSCHE LANDBOUW-
ONDERLINGE.
Gisteren werd te Amsterdam de jaarlijk-
sche algemeene ledenvergadering gehouden
van de Noordhollandsche Landbouw-Onder-
linge, afdeeling van De Centrale I.andbouw-
Onderlinge, bedrijfsvereeniging ingevolge de
Land- en Tuinbouwongevallenwet 1922.
Aan het ter vergadering uitgebrachte ver
slag over het boekjaar 1938—1939 ontleenen
wij het navolgende: het aantal leden steeg
in den loop van het verslagjaar van 3888 tot
3913, vertegenwoordigende een verzekerd
loonbedrag van f 4.600.59G.(vorig jaar
f4.412.290.Aangifte werd gedaan van 923
ongevallen, waarvan 852 als bedrijfsongeval
konden worden erkend In het voorafgaan
de boekjaar bedroegen deze getallen resp.
850 en 788.
Tot leden van het bestuur werden herko
zen de heeren Jm. Blaauboer Gzn. te Kol-
horn en A. C. Pruisscn te Nieuw-Vennep,
terwijl als plaatsvervangende leden van het
bestuur opnieuw werden aangewezen de
heeren H. S. Eriks te Petten en K. Zijp Jzn.
te Abbekerk.
Ter vergadering werd o.a. de heer N.
Raap te Anna Paulowna, die gedu
rende 25 jaren in een Plaatselijken
Ongevallen-Commissie zijn medewer
king aan de Landbouw-Onderlinge
heeft verleend, gehuldigd. Hij ont
ving als blijk van waardeering een
oorkonde met herinneringsmedaille.
De Amerikaansche minister van financiën
Morgenthau heeft verklaard, dat alle hinder
palen voor den verkoop van Amerikaansche
vliegtuigen aan de geallieerden zijn wegge
nomen, aangezien de BritschFransche in
koopcommissie de voorwaarden der Ameri
kaansche regeering voor het vrijgeven der
nieuwste types heeft aanvaard. Een dezer
voorwaarden zou zijn, dat de geallieerden
minstens een gedeelte betalen van de kosten,
die het ontwerpen der nieuwste modellen
heeft meegebracht
Een Amerikaansch r adio-station meldt
noodseinen te hebben opgevangen van het
Britsche s.s. Graig, groot 3683 ton. De sei
nen meldden: „Duikboot komt nabij De
positie werd opgegeven als ongeveer 800
mijl ten Noordoosten van New York.
Hetzelfde station deelt mede, dat een Ca-
nadeesch draadloos station, dat de seinen
van de „Graig" heeft opgepikt en doorge
zonden, een uur later meldde, een tweede
sein van de „Graig" te hebben opgevangen.
Het schip gaf toen S.O.S. en gaf te kennen,
dat het werd aangevallen.
Weg PettenCamperduin afgezet.
VANMORGEN ZIJN TE PETTEN VIER
MIJNEN AANGESPOELD. ZIJ LIGGEN TE
GEN DE ZEEWERING TUSSCHEN PET
TEN EN KAMPERDUIN. IN VERBAND
HIERMEDE HEBBEN DE MILITAIRE AU
TORITEITEN DEN WEG PETTEN—KAM
PERDUIN AFGEZET. DE MJNEN LEVE
REN GROOT GEVAAR OP.
Uit
onze
ANNA PAULOWNA
BREEZAND.
HET TURNLIED IN MINEUR.
De uitvoering slecht bezocht.
t Is in den Polder tegenwoordig treurig
gesteld met«de opkomst van het publiek bij
tooneel-, muziek-, zang- en gymnasliekuit-
voeringen. kortom bij die vereenigingen en
instellingen, die een cultureel doel nastre
ven. Dit is zeer te betreuren. Is er geen be
langstelling meer voor dergelijke, opvoeden
de zaken? Moeten deze vereenigingen, deze
uitvoeringen verdwijnen? Als 't zoo blijft
gaan. is daar alle kans op.
De uitvoering, die D.O.K.E.V. gaf in zaal
Bort, was zóó slecht bezocht, dat het een
vraag werd voor het Bestuur, of men het
programma zou afwerken of niet. 't Is voor
een vereeniging wel om moedeloos te wor
den.
Toch gaf leider Sieuwers het aanvangs-
sein. Het viel ons op, hoe alle nummers met
volle overgave werden uitgevoerd, met hoe
veel ambitie iedere gymnast haar of zijn
oefening tot een goed einde trachtte te bren
gen. ondanks het deprimeerende van een bij
na leege zaal. Bravo D.O.K.E.V.! Vermelden
we tenslotte, dat het trio Prins op verdien
stelijke wijze het muzikale gedeelte ver
zorgde.
WERINGEN
albert de booy had succes.
De muziekvereeniging „Kunst na Arbeid"
gaf wederom een feestavond, die als goed-
gedaagd beschouwd mag worden.
Het gezelschap De Booy verleende mede-
werking en hiermede had de vereenigine
een goede keus gedaan. De stemming was er
goed in. Er is genoten voor 100 procent.
De opkomst was goed.
RUILVERKAVELING.
De Minister van Economische Zaken heeft
als landmeter-deskundige voor de ruilverka
veling in deze gemeente aangewezen dei*
landmeter van het Kadaster, O. J. Jones,
Hoofd van het Bureau van den ruilverkave-
lingsdienst te Arnhem en als dienst plaats-
vervanger den. landmeter van liet kadaster,
F. G. Hassels, aldaar.
VOLKSHUISVESTING.
Aan S. de Vries Wz. ajjjier is door Burge
meester en Wethouders vergunning verleend
tot het afbreken van een bestaande boeren
woning en het oprichten van 4 arbeiderswo-
ningen op een terrein aan de Beltstraat
„HARMONIE."
De Kon. Muziekvereeniging „Harmonie"
dir. P. Kregger gaf Zondag j.1. haar uitvoe
ring voor gehuwde leden. In z'n openings
woord herdacht voorzitter het zoo tragisch
verscheiden van den heer Jb. Bruul op de
vorige uitvoering waardoor die werd afge
broken. Eenige oogenblikken stilte werden in
acht genomen.
Na eenige goed uitgevoerde muzieknum
mers werd opgevoerd het blijspel: „Vrijdag
de Dertiende." Een spel waar hartelijk om
gelachen werd. Ey geanimeerd bal met mu
ziek onder leiding van H. Zon besloot dezen
avond.
AMSTERDAM, 15 April.
Veemarkt. 422 Vette koeien, le kw. 82
—90 ct., 2e kw. 7080 ct., 3e kw. 54r-68 ct
per Kg. slachtgewicht85 melk- en kalf-
koeien f 180—260 per stuk, 45 vette kalveren
2e kw. 66—76 ct.. 3e kw. 56—64 ct. per Kg.
levend gewcht; 215 nuchtere kalveren f 7—
11 per stuk, 23 schapen f 15—30 per stuk.
413 varkens: vleeschvarkens, wegende van
90—110 Kg. 71—73 ct.. enkele hooger, zware
varkens en vette varkens 7173 ct. per Kg.
slachtgewicht. Aangevoerd 3 wagons ge
slachte runderen uit Denemarken.
Overzicht.
Slachtrunderen ruime aanvoer, zeer stug
ge handel. Tweede en derde kwaliteit hooge-
re prijzen. Melkkoeien matige aanvoer, stille
handel. Vette kalveren matige aanvoer, stug
ge handel. Hoogere prijzen. Nuchtere kalve
ren ruime aanvoer, vlugge handel. Prijzen
van de zware iets hooger. Schapen zeer mati
ge aanvoer, stugge handel. Varkens ruime
aanvoer, stugge handel. Prijzen onveranderd.
WARMENHUIZEN, 15 April.
Uien 1.70, grove uien 1.701.80, roode kool
8.508.70, gele kool 5.40, Deensche witte
kool 4.704.80, peen 1.60. Aan'voer: 2025 Kg.
uien, 15200 Kg. roode kool, 1000 Kg. gele
kool, 17.900 Kg. Deensche witte kool, 600
Kg. peen.
PURMEREND, 16 April.
Veemarkt. Koeien, totaal 680 stuks:
290 vette koeien 6684 ct. per Kg., gelde
koeien f 110190, melkkoeien f 180—260,
stieren 50—64 ct. per Kg., 12 paarden f 90—
290, vette kalveren 7895 ct.p er Kg., 1200
nuchtere kalveren f 519, graskalveren 40—
80, 185 vette varkens 59—61 ct. per Kg., 65
magere varkens f 2035. 340 biggc- f 14—22
900 schapen f 1635, 60 bokken f 312.
NOORDSCHARWOUDE, 16 April.
Uien 227.0 drielingen 11.10; grove 2.20
2.70; neen 1.502; roode kool 8.4010.80;
witte kool 4.505; gele kool 5.506.30.
De veiling duurt voort.
BROEK OP LANGENDIJK 16 April.
BI. eigenheimers 2.70; uien 1.202.40; gro
ve 1.40—2.10; peen 1.70—2.70; kroten 1.40—
1.70; roode kool 8.3010.70; gele kool 5.40-5.80
De veiling duurt voort.
door J. L1MAX.
Toen ze allemaal gesproken hadden, hoog
geplaatste personen en tal van bewonderaars
en collega's, begreep van Beersen, dat het nu
zijn beurt was, Bet woord ter hand te ne
men. Overstelpt door al die huldebetuigin
gen, stond hij een oogenblik roerloos. Toen
begon hij met zachten stem:
„Ik begrijp dat ik iets zeggen moet. Maar
waar vind ik de woorden die precies zullen
weergeven wat ik voel? Het is te mooi ge
weest. Wat een liefde is er zooeven naar me
toegestroomd. Ik vraag me af: heb ik dat al
les wel verdiend?" Er ontstond een korte
stilte. Het publiek luisterde gespannen. Ver
diend? Van Beersen, die in zooveel prachtige
rollen voor hen had gestaan, richtte nu per
soonlijk het woord tot zijn getrouwen. Dat
was een kostelijk moment, waarvan men
zich niets wilde laten ontgaan. Heel den
avond hadden ze erop gewacht. Hoe zou hij
zich in deze uitzonderlijke situatie houden?
O. men twijfelde er niet aan: het zou wel
weer iets heel bijzonders worden. Een oogen
blik scheen het, of de groote antpur, over
mand door zijn aandoening, werkelijk niet
verder kon. Maar toch kreeg hij de macht
over zichzelf terug, en met zijn doordringend
geluid, sleepte hij zijn toehoorders mee, zoo
als ze dat van hem gewend waren. De woor
den kwamen vanzelf. Hij haalde herinnerin
gen op uit zijn eersten, moeilijken tijd, sprak
van zijn liefde voor bepaalde rollen, van de
aanmoediging die hij van het publiek had
ondervonden en waarvoor hij nooit dankbaar
genoeg kon zijn, enzoovoort.
Hij richtte zich opnieuw tot de zaal. Met
tranen in zijn stem riep hij uit:
„En dit moet vooral nog van mijn hart. Ik"
zijn stem begaf zich even. Men zag duidelijk
dat het hem moeite kostte, tot het einde
voort te gaan. Doodstil wachtte men. Het
slot, waardoor al het voorafgaande ongetwij
feld nog zou worden overtroffen. Van Beer
sen streek met de hand ver zijn hoofd... deed
een paar stappen en zuchtte diep. „Ik..." be
gon hij opnieuw, ik"... stoke 't weer. Op 't
tooneel, in de stalles, de loges, het parket,
op alle rangen was de spanning merkbaar.
Wat greep den geliefden tooneelspeler zoo
aan? Toen hij nog eens naar de lichten van
de zaal en naar den grond gekeken had, gaf
hij 't op en stamelde: „Ik had U nog zooveel
willen zeggen, maar..."
Iets van teleurstelling maakte zich van de
toehoorders meester.
Dat iemand als Van Beersen zich niet uit
deze moeilijke situatie kon redden hadden
ze niet verwacht. Maar de vrees was dan
ook ongegrond. Want al vond hij niet het
woord, dat zijn gevoelens vertolken moest,
hij nam zijn toevlucht tot dat andere mid
del. waarmee een kunstenaar als hij, de
zaal aan zijn voeten bracht, hij maakte
een gebaar, zoo prachtig, zoo alles-zeg-
gend. dat men een oogenblik roerloos van
verrukking zat. Daarop barstte een don
derend applaus los, door geroep, geschreeuw
en gejubel begeleid: van Beersen had voor
de zooveelste maal over zijn auditorium
getriompheerd.
Zoodra hii in zijn kleedkamer was, waar
hij zich verkleeden moest voor het souner.
dat wachtte, riep hij opgewonden: „Waar
zit Pieters" Maar Pieters was nergens te
vinden. Enfin, dat was van later zorg. Het
samenzijn in „Royal" was buitengewoon
geslaagd. Wat een bewondering om hem
heen. Van Beersen keek de tafel eens rond.
Opeens bleef zijn oog rusten op Pieters, die
aan het andere eind zat. en die zijn blik
blijkbaar ontweek. Nu, morgen zou van
Beersen hem de waarheid zeggen!
Het werd dien „morgen" half zes. Geen
wonder dus, dat van Beersen den volgen
den morgen pas om half twaalf wakker
werd. Wie stond daar voor zijn bed? Pi6*
ters! Met het ochtendblad in zijn handen.
„Heeft U 't al gelezen", begon Pieters di
rect. Hoor eens: „Het dankwoord van den
juhilaris was een meesterstuk op zie*1
zelf. Alles wat hij zei, kwam zoo uit zijn
hart. Spontaan wist hij de woorden te
vinden, die een diepe ontroering teweeg
brachten. En tot slot creeërde hij een van
de gebaren, die ons voor altijd voor den
geest zullen blijven, en die Van Beersen
tot een groot kunstenaar stempelen."
De twee mannen keken elkaar aan. „Was
bet werkelijk zoo geweldig?" vroeg Van
Reersen gestreeld. De ander knikte.
zoo stond ik", herinnerde van Beersen zich
nu, meer dan voldaan over zichzelf, en
maakte nog eens „het" gebaar.
„Ik zag dat aankomen", zei Pieters. en
hij trok een doodeerlijk gezicht. Daarom
hield ik toen mijn mond. „Dank je wel",
zei Van Beersen en hij dacht ineens heel
anders over Pieters dan gisteravond. „Ik
wilde ie nog een extraatje geven, hier is een
tientje".
Met een dankbare buiging, en de
dachte, dat hij nu gelukkig niet hoefde te
vertellen, dat hii 't laatste blaadje, waar
mee hij werken moest, verloren had. ver
dween souffleur Pieters uit Van Beersen's
gezichtskring.