Roemenië en de Donau HEMME HEN IE PE1IEK Het reddende gebaar Omgeving Zeven Britsche duikbooten vernietigd Ontwikkelingsgang der militaire titels Roemenië verbiedt tarweuitvoer Marktberichten Kort verhaal Britsche landing „militair zinloos" Parijs enthousiast over Engelsch optreden De Amerikaansche vliegtuigen voor de geallieerden Weer Duitsche duikbootoperaties bij Amerika? Tal van Duitsche agenten in Zaid-SlaviS gearresteerd. Van welingelichte zijde verluidt, dat Roe menië voor de beveiliging van den Donau heeft bepaald, dat oorlogsschepen en gewa pende koopvaardijschepen den Donau niet meer mogen binnenvaren. Roemenië zal zijn eigen Donauwetten toepassen, die doorvoer van wapenen en oorlogsmateriaal alleen met vergunning van den ministerraad toe"laten. De bemanning der schepen zal aan een nauwkeurige controle onderworpen worden. Voor het passeeren van de IJzeren Poort worden beperkingen ingevoerd, die ten doel hebben te voorkomen, dat de scheepvaart door gezonken schepen met zware ladingen belemmerd zou worden. Al deze maatregelen zijn binnenlandsche politiebepalingen, daar Roemenië op het standpunt staat, dat het in tijd van oorlog het recht heeft, zelf over de veiligheid op den Donau te waken. De activiteit van de Gestapo in Zuid-Slavië beteugeld. Op 15 April is te Belgrado een aantal sen sationeels arrestaties verricht, toen de poli tie bezoek bracht aan huizen van personen, die er van verdacht worden Duitsche agen ten te zijn. Men gelooft dat deze arrestaties het begin vormen van een krachtige campagne de acti viteit van agenten der Gestapo in Zuid-Sla vië te beteugelen. Door de Duitsche afweer, zegt Berlijn, De Duitsche duikbootafweer in de Noord zee, welke in den laatsten tijd groote activi teit heeft ontplooid, heeft op 13 en 14 April zeven vijandelijke duikbooten vernietigd. Twee daarvan werden, toen zij boven water waren, door Duitsche gevechtsvliegtuigen ge bombardeerd en tot zinken gebracht. Een Britsche duikboot werd door Duitsche zeestrijdkrachten tot zinken gebracht, juist toen zij zich gereed maakte voor een aanval op Duitsche transportschepen. De duikboot werd onder water aangevallen en tot zinken gebracht. Er zijn slechts eenige wrakstuk ken te voorschijn gekomen.- Ondanks lang zoeken is het niet mogelijk geweest overle venden van de vijandelijke duikboot te red den. „Belachelijk". De Duitsche beweringen, dat de Britsche verliezen bij de operaties in de Noordzee sedert 8 April ten minste vier slagschepen, acht kruisers en 11 torpedobootjagers heb ben bedragen, worden in gezaghebbende kringen te Londen belachelijk genoemd. Te Londen wordt opnieuw verklaard, dat de Britsche verliezen slechts vier torpedojagers betreffen. De „Admiral Scheer". De marine-correspondent van Reuter schrij ft: Zelfs wanneer de „Amiral Scheér" is blij ven drijven na den aanval van de Britsche duikboot „Spearfish", kan aangenomen wor den, dat de bodem zoo zwaar beschadigd is, dat hij voor een zeer langen tijd buiten ge vecht zal zijn. Het is echter bekend, dat de admiraliteit Britsche successen nooit te hoog schat eri des te meer beteekenis hebben de woorden in het communiqué, „met succes aangevallen". DUITSCHE MEENING OVER HET BRITSCHE OPTREDEN IN NOORWEGEN. Naar van welingelichte Duitsche zijde over de Engelsche beweringen inzake landingen van Engelschen in Noorwegen wordt ver klaard, zou het tot nu toe onbevestigde be richt over een landing ergens in Noord- Noorwegen misschien van 't standpunt der Engelsche prestige-propaganda een zeker succes beteekenen voor diegenen te Lon den, die ter geruststelling van hun volk iets dergelijks dringend noodig hebben. Een landing in de onherbergzame fjorden is natuurlijk op een of an dere plaats mogelijk, doch militair zinloos. Een dergelijke landing zou geen enkel militair belang hebben. Tusschen Drontheim en Narvik strekt zich een meer dan 600 K.M. lang woest Noorsch hooggebergte uit. Tusschen Narvik en Drontheim bestaat geen spoorwegverbin ding. Een operatiemogelijkheid in deze buurt van eventueel gelande Engelsche troe- pendeelen tegen de basis der Duitsche oor logvoering in het Noorsche gebied, dus te gen midden- en Zuid-Noorwegen, dat vast in Duitsche handen is, zou daardoor niet zijn ontstaan. „SPORTPLICHTIGE" TURKENI Vier uur per week aan de rekstok. Het Turksche staatsblad publiceert thans de wet over de verplichte sportbeoefening voor mannen en vrouwen. De vrouwen zijn tot 30 iaar „sportplichtig", de mannen tot 45 jaar. Men moet drie tot vier uur per week sport beoefenen! WAAROM HEET HET VOETVOLK: INFANTERIE? WAT HEEFT EEN MAARSCHALK MET EEN PAARDENSTAL TE MA KEN? In deze van oorlogsrumoer ver vulde dagen stuit de krantenlezer op tal van militaire uitdrukkingen, die hem, als leek, dikwijls niet ge heel duidelijk zijn. Doch zelfs wan neer men hem zou vragen, waarom een soldaat een soldaat heet, een in fanterist een infanterist, een luite nant zou hij den meesten tijd het antwoord schuldig moeten blijven. Toch is het interessant om na te gaan wat de oorsprong van deze be namingen is. Het woord soldaat bijvoorbeeld is ontleend aan het Italiaansch. soldato. Dit woord is op zijn beurt afgeleid van soldare, d.w.z. sol dij betalen. Uit het Italiaansch heeft het woord zich burgerrecht verzekerd over de geheele wereld. Alleen de Franschen heb ben een tijdlang gesproken van soudard, waarbij het woord „sou" (stuiver) de plaats innam van het woord soldij. Het woord infanterist is natuurlijk afge leid van infanterie, dat op zijn beurt zijn ontstaan dankt aan de Infante Isahella van Spanje, een dochter van Filips II. Zij bezat een opmerkelijk organisatie-talent en reor ganiseerde het voetvolk van het Spaansche leger. Deze volgens haar voorschriften her vormde troepen werden daarna te harer eere infanterie genoemd. Reeds een korporaal is een aan voerder. Bij vele militaire titels speelt het hoofd in het Italiaansch: capo de hoofdrol. Het woord korporaal zou eigenlijk kaporaal moe ten worden geschreven. Het eerste is ont staan uit de omstandigheid, dat men het Italiaansche capo en het Fransche corps door De Roemeensche regeering heeft besloten, den uitvoer van tarwe te verbieden. De reeds gesloten contracten zullen niet onder dit verbod vallen. Ook zijn maatregelen genomen om den uitvoer van zonnebloempitten, die tot dus ver in groote hoeveelheden door Duitsch- land werden gekcht, te verbieden. Zweedsche ijzermijnen zullen on bruikbaar worden gemaakt ln ge val van Duitsche agressie tegen Zweden. In Parijs heeft men de berichten, dat de Engelsche mijnen hebben gelegd in de Oost zee, en eert, groote overwinning hebben be haald in de fjord van Narvik, met groote in stemming ontvangen. Nu zullen de Duitschers niet langer ont kennen kunnen, zoo schrijft een correspon dent van het Hsb., dat Engeland zich met terdaad in de strijd waagt. De Duitschers plaatsten op verschillende punten van het Westelijk front borden, waar op zij hadden geschreven: „Ou sont les an- glais?" (Waar zijn de Engelschen?) Een humoristisch teekenaar heeft daar nu een antwoord voor gevonden „Vraag't maar eens aan admiraal Raeder!" Gewezen wordt op het groote belang van de verordening van Narvik, die den Duit schers de belangrijkste weg voor ertstrans porten afsnijdt, en die tegelijk het voor de geallieerde legers mogelijk maakt om bij de eerste dreiging der Duitschers tegen Zweden de ijzermijnen voorloopig volkomen onbruik baar maken, zoodat zelfs in het geval van een geheele Duitsche overwinning in Scan dinavië die in Parijs echter als uitgeslo ten wordt beschouwd de kans daar nog verder ijzer vandaan te halen toch in ieder geval voor Duitschland verkeken is. Parijs noemt het leggen van Engelsche mij nen langs de heele Duitsche kust „een onver gelijkelijk staaltje van ondernemingsgeest en behendigheid." Te meer opvallend acht men dit succes omdat de Engelschen gedurende de heele Wereldoorlog er niet in geslaagd zijn de Oostzee binnen te dringen. Men neemt in Parijs aan, dat, gezien de ge weldige verliezen der Duitsche vloot bij het Scandinavisch avontuur, deze onderneming tegen de wil van de Duitsche marineautori teiten, en alleen op uitdrukkelijk bevel van Hitier zelf ondernomen is. Men heeft in de Fransche hoofdstad over het verdere optreden van Duitschland, als grootste waarschijnlijkheid de hypothese op gesteld, een ultimatum aan Zweden tot het doorlaten van Duitsche troepen. Een ultima tum, dat, daar is men overtuigd van, door de Zweden zal worden afgewezen. Ook wordt de mogelijkheid geopperd, dat de Duitschers den Zweden een ruilhandel zouden willen voorstellen. De Duitschers zou den dan, zoo stelt men zich voor, tegen toe zegging van eerbiediging van de Zweedsche territoriale neutraliteit door de troepen van de Zweden toestemming willen ontvangen tot doorvoer van Duitsche munitie en wape nen bestemd voor de Duitsche troepen in Noorwegen. Mocht Zweden op een dergelijke „ruilhan del" niet willen ingaan, dan zou het volgens deze Parijsche verzekeringen, een aanval elkaar heeft gehaald. De oorspronkelijke be teekenis van korporaal was die van een man, die aan het hoofd van een klein corps stond. Om in de militaire rangorde te blijven: het woord sergeant is afkomstig van ser- viens, het Latijnsche werkwoord, dat „dienen" beteekent. Het woord adjudant is afkomstig uit het Spaansch, namelijk van het woord ayudar, dat zooveel beduidt als helpen. Een adjudant was dus oorspron kelijk een helper van eenigszins beteren rang. Het_ woord luitenant is samengesteld uit de beide Fransche woorden lieu en te nant. Het beteekende derhalve in den oorspronkelijken vorm zooveel als ..plaats houder" of „plaatsvervanger". Het is reeds van zeer oud endatum, daar men het reeds in het jaar 1540 ontmoet Een maarschalk commandeerde oor spronkelijk in den paardenstal. Het woord kapitein ls niet alleen een woord, dat op den bevelhebber van een schip betrekking heeft, doch ook een mi litaire waardigheid aanduidt, die in de meeste legers nog steeds is gehandhaafd. In dit woord herkent men onmiddellijk weder het reeds genoemde woord capo hoofd. De kapitein is degene, die aan het hoofd van den troep staat, die het bevel voert. Ook dit woord kende men reeds in de middeleeuwen. Het woord kolonel is eveneens weder afkomstig uit het Italiaansch en beteekent: de man die aan het hoofd van een colon ne marcheert. Generaals kende men even eens reeds in de 15de eeuw. Doch toen sprak men van „kapitein-generaal" het geen den rang duidelijker omschreef. Eerst later is men uitsluitend van geneaal gaan spreken. Eigenaardig is de oorsprong van het woord maarschalk. Hierin vindt men het Latijnsche woord marscalcus, later ver basterd in een Frankisch woord: marsh- kalk. Dit woord werd oorspronkelijk ge bezigd voor den man, die belast was met de verzorging van den „marstall" of paar denstal. Uit deze nederige funct'e verhief zich de maarschalk in den loop der tijden tot hoo^e Ieger-autoriteit. Oorspong van andere militaire termen. Weinigen zullen zich er rekenschap van geven, dat het woord blokkade afkomstig is van het woord blokhuis .Dit laatste werd gebezigd om een kleine versterking aan te duiden. Van het gebied, dat door het vuur uit het blokhuis werd bestreken, zeide men, dat het geblokkeerd was; en hieruit ontstond het woord blokkade. Ook het woord étappe heeft verschillende wijzigin gen ondergaan, voordat het zijn tegen woordige beteekenis kreeg. Naar het schijnt is het afkomstig van het woord stappen, stampen. Aanvankelijk beteekende het de marschroute van de afdeeling in dagmar- schen. van Duitschland hebben te venvachten, daar Duitschland geen andere mogelijkheid heeft, dan via Zweden de geisoleerde troepenafdee- lingen met succes te hulp te komen. NOORDHOLLANDSCHE LANDBOUW- ONDERLINGE. Gisteren werd te Amsterdam de jaarlijk- sche algemeene ledenvergadering gehouden van de Noordhollandsche Landbouw-Onder- linge, afdeeling van De Centrale I.andbouw- Onderlinge, bedrijfsvereeniging ingevolge de Land- en Tuinbouwongevallenwet 1922. Aan het ter vergadering uitgebrachte ver slag over het boekjaar 1938—1939 ontleenen wij het navolgende: het aantal leden steeg in den loop van het verslagjaar van 3888 tot 3913, vertegenwoordigende een verzekerd loonbedrag van f 4.600.59G.(vorig jaar f4.412.290.Aangifte werd gedaan van 923 ongevallen, waarvan 852 als bedrijfsongeval konden worden erkend In het voorafgaan de boekjaar bedroegen deze getallen resp. 850 en 788. Tot leden van het bestuur werden herko zen de heeren Jm. Blaauboer Gzn. te Kol- horn en A. C. Pruisscn te Nieuw-Vennep, terwijl als plaatsvervangende leden van het bestuur opnieuw werden aangewezen de heeren H. S. Eriks te Petten en K. Zijp Jzn. te Abbekerk. Ter vergadering werd o.a. de heer N. Raap te Anna Paulowna, die gedu rende 25 jaren in een Plaatselijken Ongevallen-Commissie zijn medewer king aan de Landbouw-Onderlinge heeft verleend, gehuldigd. Hij ont ving als blijk van waardeering een oorkonde met herinneringsmedaille. De Amerikaansche minister van financiën Morgenthau heeft verklaard, dat alle hinder palen voor den verkoop van Amerikaansche vliegtuigen aan de geallieerden zijn wegge nomen, aangezien de BritschFransche in koopcommissie de voorwaarden der Ameri kaansche regeering voor het vrijgeven der nieuwste types heeft aanvaard. Een dezer voorwaarden zou zijn, dat de geallieerden minstens een gedeelte betalen van de kosten, die het ontwerpen der nieuwste modellen heeft meegebracht Een Amerikaansch r adio-station meldt noodseinen te hebben opgevangen van het Britsche s.s. Graig, groot 3683 ton. De sei nen meldden: „Duikboot komt nabij De positie werd opgegeven als ongeveer 800 mijl ten Noordoosten van New York. Hetzelfde station deelt mede, dat een Ca- nadeesch draadloos station, dat de seinen van de „Graig" heeft opgepikt en doorge zonden, een uur later meldde, een tweede sein van de „Graig" te hebben opgevangen. Het schip gaf toen S.O.S. en gaf te kennen, dat het werd aangevallen. Weg PettenCamperduin afgezet. VANMORGEN ZIJN TE PETTEN VIER MIJNEN AANGESPOELD. ZIJ LIGGEN TE GEN DE ZEEWERING TUSSCHEN PET TEN EN KAMPERDUIN. IN VERBAND HIERMEDE HEBBEN DE MILITAIRE AU TORITEITEN DEN WEG PETTEN—KAM PERDUIN AFGEZET. DE MJNEN LEVE REN GROOT GEVAAR OP. Uit onze ANNA PAULOWNA BREEZAND. HET TURNLIED IN MINEUR. De uitvoering slecht bezocht. t Is in den Polder tegenwoordig treurig gesteld met«de opkomst van het publiek bij tooneel-, muziek-, zang- en gymnasliekuit- voeringen. kortom bij die vereenigingen en instellingen, die een cultureel doel nastre ven. Dit is zeer te betreuren. Is er geen be langstelling meer voor dergelijke, opvoeden de zaken? Moeten deze vereenigingen, deze uitvoeringen verdwijnen? Als 't zoo blijft gaan. is daar alle kans op. De uitvoering, die D.O.K.E.V. gaf in zaal Bort, was zóó slecht bezocht, dat het een vraag werd voor het Bestuur, of men het programma zou afwerken of niet. 't Is voor een vereeniging wel om moedeloos te wor den. Toch gaf leider Sieuwers het aanvangs- sein. Het viel ons op, hoe alle nummers met volle overgave werden uitgevoerd, met hoe veel ambitie iedere gymnast haar of zijn oefening tot een goed einde trachtte te bren gen. ondanks het deprimeerende van een bij na leege zaal. Bravo D.O.K.E.V.! Vermelden we tenslotte, dat het trio Prins op verdien stelijke wijze het muzikale gedeelte ver zorgde. WERINGEN albert de booy had succes. De muziekvereeniging „Kunst na Arbeid" gaf wederom een feestavond, die als goed- gedaagd beschouwd mag worden. Het gezelschap De Booy verleende mede- werking en hiermede had de vereenigine een goede keus gedaan. De stemming was er goed in. Er is genoten voor 100 procent. De opkomst was goed. RUILVERKAVELING. De Minister van Economische Zaken heeft als landmeter-deskundige voor de ruilverka veling in deze gemeente aangewezen dei* landmeter van het Kadaster, O. J. Jones, Hoofd van het Bureau van den ruilverkave- lingsdienst te Arnhem en als dienst plaats- vervanger den. landmeter van liet kadaster, F. G. Hassels, aldaar. VOLKSHUISVESTING. Aan S. de Vries Wz. ajjjier is door Burge meester en Wethouders vergunning verleend tot het afbreken van een bestaande boeren woning en het oprichten van 4 arbeiderswo- ningen op een terrein aan de Beltstraat „HARMONIE." De Kon. Muziekvereeniging „Harmonie" dir. P. Kregger gaf Zondag j.1. haar uitvoe ring voor gehuwde leden. In z'n openings woord herdacht voorzitter het zoo tragisch verscheiden van den heer Jb. Bruul op de vorige uitvoering waardoor die werd afge broken. Eenige oogenblikken stilte werden in acht genomen. Na eenige goed uitgevoerde muzieknum mers werd opgevoerd het blijspel: „Vrijdag de Dertiende." Een spel waar hartelijk om gelachen werd. Ey geanimeerd bal met mu ziek onder leiding van H. Zon besloot dezen avond. AMSTERDAM, 15 April. Veemarkt. 422 Vette koeien, le kw. 82 —90 ct., 2e kw. 7080 ct., 3e kw. 54r-68 ct per Kg. slachtgewicht85 melk- en kalf- koeien f 180—260 per stuk, 45 vette kalveren 2e kw. 66—76 ct.. 3e kw. 56—64 ct. per Kg. levend gewcht; 215 nuchtere kalveren f 7— 11 per stuk, 23 schapen f 15—30 per stuk. 413 varkens: vleeschvarkens, wegende van 90—110 Kg. 71—73 ct.. enkele hooger, zware varkens en vette varkens 7173 ct. per Kg. slachtgewicht. Aangevoerd 3 wagons ge slachte runderen uit Denemarken. Overzicht. Slachtrunderen ruime aanvoer, zeer stug ge handel. Tweede en derde kwaliteit hooge- re prijzen. Melkkoeien matige aanvoer, stille handel. Vette kalveren matige aanvoer, stug ge handel. Hoogere prijzen. Nuchtere kalve ren ruime aanvoer, vlugge handel. Prijzen van de zware iets hooger. Schapen zeer mati ge aanvoer, stugge handel. Varkens ruime aanvoer, stugge handel. Prijzen onveranderd. WARMENHUIZEN, 15 April. Uien 1.70, grove uien 1.701.80, roode kool 8.508.70, gele kool 5.40, Deensche witte kool 4.704.80, peen 1.60. Aan'voer: 2025 Kg. uien, 15200 Kg. roode kool, 1000 Kg. gele kool, 17.900 Kg. Deensche witte kool, 600 Kg. peen. PURMEREND, 16 April. Veemarkt. Koeien, totaal 680 stuks: 290 vette koeien 6684 ct. per Kg., gelde koeien f 110190, melkkoeien f 180—260, stieren 50—64 ct. per Kg., 12 paarden f 90— 290, vette kalveren 7895 ct.p er Kg., 1200 nuchtere kalveren f 519, graskalveren 40— 80, 185 vette varkens 59—61 ct. per Kg., 65 magere varkens f 2035. 340 biggc- f 14—22 900 schapen f 1635, 60 bokken f 312. NOORDSCHARWOUDE, 16 April. Uien 227.0 drielingen 11.10; grove 2.20 2.70; neen 1.502; roode kool 8.4010.80; witte kool 4.505; gele kool 5.506.30. De veiling duurt voort. BROEK OP LANGENDIJK 16 April. BI. eigenheimers 2.70; uien 1.202.40; gro ve 1.40—2.10; peen 1.70—2.70; kroten 1.40— 1.70; roode kool 8.3010.70; gele kool 5.40-5.80 De veiling duurt voort. door J. L1MAX. Toen ze allemaal gesproken hadden, hoog geplaatste personen en tal van bewonderaars en collega's, begreep van Beersen, dat het nu zijn beurt was, Bet woord ter hand te ne men. Overstelpt door al die huldebetuigin gen, stond hij een oogenblik roerloos. Toen begon hij met zachten stem: „Ik begrijp dat ik iets zeggen moet. Maar waar vind ik de woorden die precies zullen weergeven wat ik voel? Het is te mooi ge weest. Wat een liefde is er zooeven naar me toegestroomd. Ik vraag me af: heb ik dat al les wel verdiend?" Er ontstond een korte stilte. Het publiek luisterde gespannen. Ver diend? Van Beersen, die in zooveel prachtige rollen voor hen had gestaan, richtte nu per soonlijk het woord tot zijn getrouwen. Dat was een kostelijk moment, waarvan men zich niets wilde laten ontgaan. Heel den avond hadden ze erop gewacht. Hoe zou hij zich in deze uitzonderlijke situatie houden? O. men twijfelde er niet aan: het zou wel weer iets heel bijzonders worden. Een oogen blik scheen het, of de groote antpur, over mand door zijn aandoening, werkelijk niet verder kon. Maar toch kreeg hij de macht over zichzelf terug, en met zijn doordringend geluid, sleepte hij zijn toehoorders mee, zoo als ze dat van hem gewend waren. De woor den kwamen vanzelf. Hij haalde herinnerin gen op uit zijn eersten, moeilijken tijd, sprak van zijn liefde voor bepaalde rollen, van de aanmoediging die hij van het publiek had ondervonden en waarvoor hij nooit dankbaar genoeg kon zijn, enzoovoort. Hij richtte zich opnieuw tot de zaal. Met tranen in zijn stem riep hij uit: „En dit moet vooral nog van mijn hart. Ik" zijn stem begaf zich even. Men zag duidelijk dat het hem moeite kostte, tot het einde voort te gaan. Doodstil wachtte men. Het slot, waardoor al het voorafgaande ongetwij feld nog zou worden overtroffen. Van Beer sen streek met de hand ver zijn hoofd... deed een paar stappen en zuchtte diep. „Ik..." be gon hij opnieuw, ik"... stoke 't weer. Op 't tooneel, in de stalles, de loges, het parket, op alle rangen was de spanning merkbaar. Wat greep den geliefden tooneelspeler zoo aan? Toen hij nog eens naar de lichten van de zaal en naar den grond gekeken had, gaf hij 't op en stamelde: „Ik had U nog zooveel willen zeggen, maar..." Iets van teleurstelling maakte zich van de toehoorders meester. Dat iemand als Van Beersen zich niet uit deze moeilijke situatie kon redden hadden ze niet verwacht. Maar de vrees was dan ook ongegrond. Want al vond hij niet het woord, dat zijn gevoelens vertolken moest, hij nam zijn toevlucht tot dat andere mid del. waarmee een kunstenaar als hij, de zaal aan zijn voeten bracht, hij maakte een gebaar, zoo prachtig, zoo alles-zeg- gend. dat men een oogenblik roerloos van verrukking zat. Daarop barstte een don derend applaus los, door geroep, geschreeuw en gejubel begeleid: van Beersen had voor de zooveelste maal over zijn auditorium getriompheerd. Zoodra hii in zijn kleedkamer was, waar hij zich verkleeden moest voor het souner. dat wachtte, riep hij opgewonden: „Waar zit Pieters" Maar Pieters was nergens te vinden. Enfin, dat was van later zorg. Het samenzijn in „Royal" was buitengewoon geslaagd. Wat een bewondering om hem heen. Van Beersen keek de tafel eens rond. Opeens bleef zijn oog rusten op Pieters, die aan het andere eind zat. en die zijn blik blijkbaar ontweek. Nu, morgen zou van Beersen hem de waarheid zeggen! Het werd dien „morgen" half zes. Geen wonder dus, dat van Beersen den volgen den morgen pas om half twaalf wakker werd. Wie stond daar voor zijn bed? Pi6* ters! Met het ochtendblad in zijn handen. „Heeft U 't al gelezen", begon Pieters di rect. Hoor eens: „Het dankwoord van den juhilaris was een meesterstuk op zie*1 zelf. Alles wat hij zei, kwam zoo uit zijn hart. Spontaan wist hij de woorden te vinden, die een diepe ontroering teweeg brachten. En tot slot creeërde hij een van de gebaren, die ons voor altijd voor den geest zullen blijven, en die Van Beersen tot een groot kunstenaar stempelen." De twee mannen keken elkaar aan. „Was bet werkelijk zoo geweldig?" vroeg Van Reersen gestreeld. De ander knikte. zoo stond ik", herinnerde van Beersen zich nu, meer dan voldaan over zichzelf, en maakte nog eens „het" gebaar. „Ik zag dat aankomen", zei Pieters. en hij trok een doodeerlijk gezicht. Daarom hield ik toen mijn mond. „Dank je wel", zei Van Beersen en hij dacht ineens heel anders over Pieters dan gisteravond. „Ik wilde ie nog een extraatje geven, hier is een tientje". Met een dankbare buiging, en de dachte, dat hij nu gelukkig niet hoefde te vertellen, dat hii 't laatste blaadje, waar mee hij werken moest, verloren had. ver dween souffleur Pieters uit Van Beersen's gezichtskring.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1940 | | pagina 6