OFFERS Kantongerecht Arrondissements rechtbank Alkmaar „De Tijger op non-actief Woensdag 24 April 1940 £faddnieuuhi Den Helder Kinderen opgelet! Tweede Blad Uitvaart overste Woldringh UlaaA yactfi uxe Heen Zitting van 23 April. Aangehouden zaak. Het begin was een aangehouden zaak En wel die, waarvoor wederom de kolenhande laar B. aanwezig was. Men zal zich uit het vorige verslag nog herinneren, dat de agent van politie Kerkhof een bekeuring uitdeelde aan den knecht van B., omdat deze met een vrachtauto gereden zou hebben, zonder dat die aan de achterzijde verlicht was geweest. Thans was de agent zelf aanwezig en lichtte een en ander toe. Hij had het nummer van de auto terstond genoteerd en waar hij het vehikel voorts kende, viel er niet meer te twijfelen. Daarbij gaf de knecht bij navraag toe. dat hij ter plaatse gereden had. B. zegt, dat dat alles niet met de werke lijkheid overeenstemt. De knecht heeft er wellicht wel gereden, maar niet op het oogenblik, dat de agent daar was Dat houd ik vol, tot aan m'n dood toe, aldus B. Er wordt nog wat over en weer gepraat, totdat de Ambtenaar van het O.M. Mr! Bruyes Tack, 6 gulden of 6 dagen vordert. De Kantonrechter, Mr. Arn. Veldman, blijkt 3 gulden of 1 dag voldoende te vinden. Een „brandend" vraagstuk. Dan verschijnt de winkelier J. J. Z. uit de Keizerstraat, die er voor terechtstaat dat hij op zijn binnenplaats vuren gestookt heeft, en daarmede de veiligheid der belendende wonin gen in gevaar bracht. Op de vraag van Mr. Veldman of zulks met de waarheid overeen komt, antwoord verd. dat er door den knecht inderdaad wel eens stroo en houtwol verbrand werd, maar dat dit zonder zijn voorkennis geschiedde. Natuurlijk had hij voor zooiets nooit toestemming gegeven. Als getuige wordt gehoord ds. W. J. F. Mei- ners, die in de pastorie aan de Weezenstraat wonende, reeds diverse malen ernstig ver ontrust werd door de afvalverbrandingen van zijn Keizerstraatschen buurman. Er mocht inderdaad van ernstig brandgevaar gespro ken worden, zoodat hij om begrijpelijke rede nen de politie van een en ander op de hoogte stelde, zoodat deze maatregelen kon nemen. Verd. merkt nog op, dat men steeds eigen lijk al moeilijkheden heeft gehad met de ver werking van het afval. Aan deze verbrandin gen echter neeft hij part noch deel. Het is zonder zijn goedvinden en eveneens zonder zijn medeweten geschied. Bij de volgende zittingen zullen zoowel de brandlustige bediende als de adjunct-inspec teur van politie gehoord worden. De bezorgde moeder of gestraft schoolverzuim. Moeder A. P. was wel zeer bezorgd voor haar dochtertje, dat de Vischmarktschool be zoekt. Het meisje blijkt wel wat zwak te zijn, maar aan den anderen kant schijnt de moe der haar bezorgdheid wel wat al te ver door te drijven. Eenmaal hield zij het meisje 17 dagen achtereen thuis, hetgeen het hoofd, de heer Van der Horst, blijkbaar wat al te gor tig geworden is, zoodat hij maatregelen nam. De Kantonrechter vraagt, of het nu wel zoo noodig was dat het meisje steeds maar weer thuisgehouden werd. Iets wat de moeder met klem bevestigt. De Kantonrechter blijkt het echter toch ongerechtvaardigd schoolverzuim te vinden en veroordeelt de moeder tot 2. of 1 dag. Inclusief de waarschuwing met het thuishouden van het meisje niet door te gaan. Verhuis-misère. De vrachtrijder D. J. H. verhuisde de inboe del van een familie, die van Den Helder naar Rotterdam vertrokken was. Door den abnor maal slechten toestand van de wegen kwam de wagen eerst des Zondags in de Maasstad aan. Men ving direct aan met het uitladen, doch het noodlot wilde voor H., dat vlakbij een inspecteur van politie woonde, die niet aarzelde een bekeuring te laten opmaken terzake arbeidswetovertreding. De heeren achter de balie begrijpen, dat dit een exceptioneel geval betreft en blijken zeer mild in hun strafmaat te zijn. De eisch van 2 X 2. of 2 dagen wordt althans vermin derd tot 2 X 1 gulden of 1 dag. Arbeidswetovertreding. De winkelier H. v. d. P. staat terecht voor «en arbeidswetovertreding. Ook in dit geval bljjkt er geen sprake te zijn van kwaden trouw. De desbetreffende bediende moest les nemen in Alkmaar voor het diploma der vestigingswet en zoodoende had men den vrijen dag opgeschoven. Verd. had dit echter dienen te doen in overleg met de Arbeids inspectie, met welke instantie dergelijke za ken wel te regelen zijn. 4.boete subs. 2 dagen. (Voor de overige zaken zie men elders in dit blad.) Steek niet ondoordacht de straat over. Gisterenmorgen, bij het uitgaan van de Chr school aan den Kanaalweg, stak de 7-jarige Kees Kapman, zonder voldoende op te letten, de straat over. Een tweetal auto s Passeerden elkaar en tegen een ervan liep de jongen aan. Hij sloeg tegen den grond en bekwam een bloedende wond aan een zijner knieën. Dank zij het krachtig remmen van den chauffeur werd erger voorkomen. Op school werd de jongen verbonden en toen ®et de auto naar zijn woning vervoerd. Breng uw kinderen telkens onder het oog, dat ze voorzichtig moeten zijn met het over steken van den weg. Onvoorzichtigheid kan de ergste gevolgen hebben. Het tegenwoor dige verkeer laat geen onoplettendheid onge straft. Marine Rampenfonds Dertien mille ontvangen. De straatcollecte ten behoeve van het Mariae Rampenfonds, welke Zaterdag jl- de hoofdstad is gehouden, heeft een bediag Van 7403.53 opgeleverd. Bovendien werd aan giften een som van 5649.52 ontvangen. Zoodat de Amsterdamsche actie in totaa 13.053.05 heeft opgebracht. Het stoffelijk overschot van kapitein-luite nant ter zee S. Woldringh, commandant van Hr. Ms. „Wachtschip" te Den Helder, is gis teren met militaire eer ter aarde besteld. Een overzicht van den stoet. Alvorens men ver trok was door den Marine-commandant, schout bjj nacht H. Jolles vergezeld door diens adjudant, den luitenant ter zee le kl. B. J. Velderman, een bezoek gebracht aan de chapelle ardente voor het brengen van een laatsten groet. Om 2 uur 's middags vond te Rijswijk de teraardebestelling plaats. Hierbij was de commandant der marine en de chef van den marinestaf vertegenwoordigd door den ka pitein-luitenant ter zee R. van Tijen, terwijl ook een deputatie van het Wachtschip aan wezig was. (Zitting van Dinsdag 23 April). Handeldrijvende militairen. Het is een feit, dat diverse eerzame burgers, zoodra ze 's Konings wapenrok hebben aan getrokken, zich plots tot den handel voelen aangetrokken. En als nu die handel maar eerlijk en oprecht was, dan zou zeker geen mensch daar aanmerking op maken. Helaas is dit veelal niet het geval en wordt er handel gedreven in waren, welke het eigen dom zijn van den Staat der Nederlanden. De Officier van Justitie, mr. v. d. Feen de Lille, wees daarop eenige weken geleden nog. Schuldheling en opzettelijke heling zijn van deze praktijken het onvermijdelijke gevolg. Zoo waren er gisterochtend drie zaken te berechten, welke alle hierop betrekking had den. Allereerst was daar een zekere J. G. S., van beroep caféhouder uit Den Helder, die in Sep tember van het vorige jaar 50 kg suiker en circa 25 kg vet had gekocht van een soldaat voor den prijs van 35. Verd. meende voor normalen prijs te hebben gekocht, want de prijs van de suiker was in September 22 per kg en van het vet 15 per kg. De wnd. president, mr. Fruin, vroeg verd. hoe die artikelen bij dezen kwamen, waarop verd. antwoordde, dat ze per autobus uit Wie- ringen kwamen. Maar er waren meer militai ren die handel dreven, voegde hij er aan toe. Maar B., van wien u de artikelen kocht, heeft u toch wel verteld, dat de zaak niet in orde was? vroeg mr. Fruin. Eerst niet, maar later toen hij dronken was, en terug kwam, heb ik het wel gemerkt, maar durfde niks te zegge, aldus verd. Get. W. B., caféhouder te Den Helder, nu in militairen dienst, kwam eerst voor het ge- tuigenhekje. Hij kwam wel meer bij verd. in de zaak en had hem verteld hoe hij aan de suiker en het vet kwam. Hij had deze waren verduisterd en verd. had ze apart gezet om ze weer te verkoopen. Pres.: Dus volgens u wist verd. heel goed, dat de artikelen uit de militaire keuken kwa men Get. antwoordde bevestigend. Dat is een zéér belangrijke verklaring, meende mr. Fruin. U heeft voor den Rechter commissaris verklaard, dat u de goederen voor 25 had verkocht. Bent u later nog wel eens bij verd. in het café geweest? wilde mr. Fruin weten. Nooit.' antwoordde get. Verscheidene keeren, interrumpeerde verd. De Officier van Justitie, requisitoir nemend, begon met er op te wijzen, dat get. B. tot het keukenpersoneel behoorde en erop uitgestuurd werd om verduisterde goederen te verkoopen. Verd. kende hem, vóórdat hij in militairen dienst trad en gedurende de mobilisatie is get. ook verschillende malen in verdachte's zaak geweest. Bij verd. had dan ook de gedachte moeten opkomen: Hoe komt get. aan al die goederen Hij heeft niet de normen van de voorzichtigheid in acht genomen. De Officier vond het feit zeer ernstig en eischte 6 maan den gevangenisstraf. De verdediger van verd., mr. dr. Buiskool uit Schagen, bestreed in z'n pleidooi de schuld heling. De goederen zijn eerst aangeboden met de vraag: Is dat iets voor jou? Ze werden later pas geleverd. Verd. heeft gemeend, dat get. B., die zelf caféhouder is, gehamsterd had. Later hoorde verd. pas, dat de zaak niet in orde was en hij heeft toen de goederen aan het Rijk teruggegeven. Het is volgens pleiter te mooi als get. ge zegd zou hebben: Een en ander komt uit de militaire keuken! Pleiter wees erop, dat de goederen op klaarlichten dag per autobus werden gezonden en dat ze tegen winkelprijs door verd. werden gekocht.1 Mr. Buiskoo noemde de verklaringen van get. B. zeer twij felachtig. Misschien had zijn cliënt voorzich tiger moeten zijn, doch voor schuldheling is er voldoende twijfel. De verdediger vroeg derhalve vrijspraak, subs. een geldbeote. Uitspraak heden over acht dagen. t* Kantonrechter Sickenga heeft pensioen aangevraagd De ..tijger" gaat Den Helder verlaten De ..tijger" gaat op non-actief En wie kan deze tijger anders zijn. dan Mr. Sickenga. die sedert 26 lange jaren als kantonrechter in Den Helder het kwaad strafte en het goede prees. Die gedurende 26 jaren de weegschaal van Justitia in zijn handen droeg en het goede tegen het kwade afwoog. Maandenlang hadden wij hem al ge mist de „tijger". Maandenlang zagen wij de lange, ietwat gebogen gestalte niet meer in het architectonisch monstrueuze kantonrechterlijke gebouw aan de Kerk- gracht. Wij wisten het: de Kantonrechter was de oude niet meer. Hij zou waarschijn lijk niet meer terugkomen. Welnu ...hij kwam niet meer terug. De griffier bleef en. stil en bedeesd en ietwat „weltfremd" als altijd, de Ambtenaar bleef, een vat vol ironie en sarcasme, en er kwam een nieuwe Kantonrechter. Men miste „de oude Men miste deze merkwaardige persoon lijkheid. die kon brieschen alsja als een tijger en bulderen als een tornado. Men miste dezen rechter, met wiens uitspraken men het weliswaar lang niet altijd eens was. maar die toch een typische figuur bleef, waarvoor men, ondanks zijn uitvallen van razernij en opstandigheid, respect had. 26 jaren lang zat hij aan de Kerkgracht en oefende hij het Recht uit. Het Recht. misschien de moeilijkst vatbare en moei lijkst begrijpelijke materie. Wat is Recht Wie zal zeggen dat het één Recht en het andere Onrecht is? Sickenga zei het. en hij nam geen blad voor den mond. 26 jaar geleden niet en nu niet. Mr. Sickenga.. die het „schellinkje" meermalen deed sidderen van verontwaar diging over zooveel onrechtvan recht spraak. maar die datzelfde schellinkje verteederde met zijn vaderlijke vermanen tot bekende Nieuwediepsche figuren, die zoo nog al eens in de goot lagen. Dan was de tijgergeen tijger meer. maar was het een ouder, die sprak tot zijn kind Een wonderlijk man. Zoo wonderlijk, dat feitelijk nooit iemand hem doorgehadheeft. Zelfs zijn factotum, de kleine conciërge van het Kan tongerecht niet. die zoovele jaren met hem mee-geloopen is. Een onstuimig mensch. Soms onbe- heerscht. Soms gevoelig. Een geboren Friesch met al de koppigheid en onver zettelijkheid van zijn Friesch bloed. En die wellicht heel zijn leven lang gevreesd heeft zijn hart naar buiten bloot te geven. Hij zal dat wellicht niet in overeenstemming gevonden hebben met de waardigheid van den Rechter. Op non-actief. De jonge meester in de rechten, ge boortig uit Wolvega, die een griffiers functie in Harlingen vervulde en daarna 26 jaar in Den Helder werkte, gaat heen. Men zegt naar Driebergen. 69 jaar is hij nu en dat is een leeftijd, waarop het inderdaad tijd wordt, dat men van de rust des levens gaat profiteeren. Zelfs al is men Rechter Gistermiddag nam hij afscheid, de „tijger". En een afscheid, zooals alleen h ij dat kon nemen. Dat wil zeggen: zonder speeches, zonder woorden van dank en hulde en erkentelijkheid. Zonder bloemen en zonder cadeaux. Zonder schoone f razen en zonder gecalligrafeerde oorkonden. Niets van dat al. Hij kwam om 1 uur naar boven. Met beide handen aan de trapleuningen. Iets meer gebogen dan voorheen, maar de grijze oogen even fonkelend en scherp nog als altijd. Het geheele ceremonieel bestond louter en alleen uit het geven van een hand. Dat was alles. Een hand meer niet. En dat gebeurde nog met gesloten deuren. Stel je voor. dat de volgepropte wacht kamer iets zou merken van de plechtig heid Een hand voor den opvolger, een voor den ambtenaar, een voor den griffier, voor Vroom en de anderen. Voorzichtig ging de gesloten deur weer open. Twee grijze oogen. verborgen achter een groene bril. zoeken de corridor af. En als gold het een vlucht, zoo daalt de grijze Kantonrechter de trap af. die hij niet meer beklimmen zal. Een gebogen rug. een vermoeiden gang. een oud hoofdZoo verlaat de tijger zijn veste, waarvan de muren zoo vaak getrild hebben van zijn hoog-opgelaaide verontwaardiging. Zijn stem zal er niet meer gehoord worden Maar Den Helder zal hem niet vergeten. Daarvoor was hij een té markante persoon lijkheid. Mét en zónder al dan niet gerecht vaardigde critiek van hen. die door hem berecht werden. Buiten de berichten over de vorderingen der legers in Noorwegen wordt de aandacht der lezers heden getrokken door de eerste vol ledige oorlogsbegrooting, welke gisteren door Sir John Simon ingediend is. Deze begroo ting is. uiteraard, een getrouwe afspiegeling van de harde feiten. Waren de uitgaven der regeering het vorige jaar circa 1.82 milliard pond sterling, thans blijkt er een bedrag van niot minder dan 2.667 milliard mede gemoeid te zijn. Hoewel dit een enorme som is blijkt dat er toch reeds van diverse zijden ernstige critiek op deze ingediende begrooting ge hoord wordt. Men vindt in verscheidene krin gen, dat Simon voortgegaan is met een voeren van de conservatieve finantieele politiek. Men vindt, om de kwestie maar eenvoudig te stel len. dat deze begrooting van een te voor zichtige belastingpolitiek getuigt en dat de kanselier zich meer ingesteld heeft op de be hoeften van het huidige oogenblik, dan op die van de toekomst. De lezers van ons overzicht zullen zich, hiervan kennisnemende, herinneren, dat wij er toevallig vorige week de aandacht op vestigden dat er tusschen de offers die van het Duitsche volk gevraagd wor den en die welke zich de geallieerde vol ken getroosten, een zeer groot verschil te bespeuren is. Duitschland heeft zich, reeds lang geleden, ingesteld op een periode, niet alleen van offers, maar zelfs van groote, zeer groote offers. De FUhrer heeft het herhaald en herhaald dat de „plutocratieën" de algeheele vernietiging van het Duitsche Rijk wenschen en dat een dergelijk gevaar toch zeker minstens eenige jaren van opoffering vereischt voor het volk. En de leider heeft het zijn volksgenoo- ten zoo overtuigend weten voor te schil deren, dat zij het geloofden en zich in derdaad instelden op tijden van beproe- ving en harde zorgen. Wij zullen de laatsten zijn die beweren dat de Engelsche en Fransche volken zich geen offers willen laten getroosten. Verre van dat. Maar het is wèl kenmerkend, dat uit beide landen steeds weer berichten komen dat men nog altijd meent te mogen veronderstellen dat het zoo'n vaart niet zal loopen. Dat alles wel weer, na niet al te langen tijd, terecht zal komen. En is men dan ook bereid offers te brengen, zeer zware offers zijn nog steeds impopulair. Het is kenmerkend dat uit de boezem van het Engelsche volk thans reeds, di rect na het indienen van Simon's „ortho doxe" begrooting, critiek gehoord wordt. Dat men dus toch reeds is gaan begrijpen dat men er met dit begrootingsbudget niet zal komen en dat het beter is zich reeds nu te gewennen aan de uiterst zware lasten die de voortgaande oorlog onherroepelijk zal eischen, dan later. Een gedachtengang, die het Britsehe volk slechts ten voordeelc zal zijn en het moreel die kracht geven, welke een zoo groot deel van het Duitsche volk reeds bezit. In midden-Noorwegen gaat de strijd onver droten voort. Het staat thans vast, dat de beide legermachten contact met elkaar heb ben en men kan er zich van verzekerd hou den, dat er van beide zijden hard en verbeten gestreden wordt. Want men realiseert zich wel, dat hier feitelijk de strijd uitgevochten wordt, welke men verwachtte tusschen Siegfried- en Maginotlinie. Wat den soldaten daar bespaard werd, krijgen de Nooren thans te aanschouwen. Het slagveld der wes- tersche democratieën en het Derde Rijk is ineens verplaatst geworden naar het Noorden, en hier is het, dat in eerste instantie beslist zal worden welke partij de beste kansen heeft. Het ziet er naar uit dat de Britten, in ver- eeniging met de Franschen, Canadeezen en Nooren, flinke vorderingen maken, maar men hoede er zich voor reeds nu al te op timistische voorstellingen daarvan te koes teren. Daarvoor is de situatie in haar geheel tenslotte nog te onoverzichtelijk, en kan men zich nog een te beperkt beeld maken van de overwinning en nederlagen der diverse le gers. Dat de oorlog in Noorwegen hard en onverbiddelijk zal zijn, daarvan kan men zeker zjjn. De partij, die hier verslagen wordt, zal een moreele en materieele klap gekregen hebben, waarvan de gevolgen waarschijnlijk van beslissende aard zullen zijn voor het ver dere verloop van den oorlog. BIOSCOPEN: Kialto, Spoorstraat, acht uur: Goodbey Mr. Chips. Tivoll-Theater, Spoorstraat, acht uur: Boefje Witte Bioscoop, Koningstraat, acht uur: Wat heb je aan een man? en Grens-inci denten. Heden. Casino. 8.30 uur: Concert „De Zingende Jantjes" en „Helder's Kamer-orkest". Donderdag 25 April. Casino, 8 uur: Uitvoering „Harmonie",

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1940 | | pagina 5