De tweede slag bij Narvik De Koffermoordenaar regeering 1 Moeder van aebt kinderen vermoord voor de rechtbank Leeningfonds 1940 aangenomen Zeven Duitsche torpedojagers vernield Zware ontploffing in Dublin Drie Bntsche jagers beschadigd Postvluchtcn op Indië Voor dc zieke militairen Verstoorde logeerpartij EERBERICHT DE BILT SEINT, Eerste Kamer Drama te Scherpenzeel De Britsche marine geeft thans eenige bij zonderheden over den tweeden slag bij Nar vik, welke den 13den April plaats vond tij dens het middaguur. In den mist stoomden de 9 torpedojagers en het slagschip Warspite, die aan dezen slag deelnamen op. Juist voor den ingang van het nauwe ka naal dat naar de Ofotfjord leidt, stegen de vliegtuigen van de Warspite met volle bom- rekken op in de richting van Narvik. De Warspite is een slagschip van de Queen Elisabeth-klasse en meet 30.600 ton. Om ongeveer kwart voor een doemde de eerste Duitsche torpedojager op en vijf mi nuten later nog een. Zij werden oogenblikke- lijk door de Engelsche torpedojagers aange vallen. Een derde Duitsche torpedojager, die in de baai op de loer lag bood, nadat hij was ont dekt, hardnekkigen weerstand, doch in acht minuten stond hij vóór, midscheeps en ach ter in brand. Om half twee vielen de Britsche marine vliegtuigen de havenwerken van Narvik aan. De Warspite bevond zich toen in een posi tie, van waar hij de kustversterkingen kon bomhardeeren. Tezelfdertijd waren de ante- re Britsche torpedojagers slaags met Duit sche torpedojagers, dit zich op ongeveer 3 mijl afstand bevonden. Deze actie verliep in een aantal gevechten, waarbij de vijand zich voortdurend terugtrok. Het half uur na twee uur was beslissend voor de actie der torpedo jagers. Het scheen het einde te zijn, doch de vier overgebleven Duitsche torpedojagers, waarvan een zwaar beschadigd was, vlucht ten de Rombaksfjord in. Zij verspreidden rookgordijnen, ten einde een achtervolging te bemoeilijken. Het resultaat. Aldus waren te omstreeks half drie, drie vijandelijke schepen vernietigd: een stond in de baai van Ballanger in brand, een dreef stuurlos rond ten noorden van Narvik, door de bemanning, welke naar de kust zwom, verlaten, terwijl een derde in de Her- jangsfjord zich zelf aan den grond zette. Van dezen torpedojager steeg een geweldige donkere rookzuil op. Kort na elkander deden zich twee hevige ontploffingen voor. Noch het Duitsche ge schutvuur, noch de torpedo's hadden effect op de Britsche bodems. Terwijl de actie der torpedojagers gaan de was, bombardeerde het slagschip War spite de kustbatterijen bij de haven van Narvik, Inmiddels werden de Duitsche torpedoja gers, die zich in de Romabkfjord, welke 16 K.M. lang is, hadden teruggetrokken en achtervolgd, waarbij in een smal gedeelte van 200 meter breed .een Duitsche jager tot zwijgen werd gebracht, doch ook een Eoeelsche jager schade opliep. Verder in de fjord lagen nog drie Duit sche torpedojagers. Een daarvan lag dwars en scheen onbeschadigd, doch er was geen teeken van leven aan boord. Slechts de boeg van een anderen torpedojager kwam boven water uit en de derde torpedojager stond in brand. De Britsche torpedojagers openden het vuur, doch staakten dit, daar geen antwoord kwam. Twee Engelsche jagers gingen een onder zoek instellen. Terwijl zij op weg waren, zonk de eerste torpedojager, welke door de eigen bemanning was tot zinken gebracht. De gewapende afdeelingen gingen aan boord van den anderen torpedojager. Boven de hakenkruisvlag hing aan boord van dat schip een witte vlag. Het schip was verla ten. Slechts een gewonde officier werd op een draagbaar aangetroffen. Hij werd aan boord genomen. Daar het ondoenlijk was den jager te bergen, werd de bodem met een torpedo tot zinken gebracht. De Britsche strijdkrachten hadden zeven vijandelijke torpedojagers vernield en de kustbatterijen tot zwijgen gebracht ten koste van drie Britsche torpedojagers, welke beschadigd waren. Zij keerden terug. In den loop van den nacht kwamen, aldus besluit de mededeeling der Britsche ad miraliteit, 120 Duitschers de stad binnen. Zij gaven zich over aan de 24 mannen van de Ivanhoe. De gevangenen werden bewaakt door Noren, voor het meerendeel mijnwer kers, die door de Ivanhoe waren voorzien van geweren' en munitie. LEDEN VAN DE I.R.A. DE SCHULDIGE? In een kasteel van de Iersche hoofdstad Dublin, nabij het hoofdkwartier van den sDcrialcn recherchedienst, heeft zich tri> CI een ontploffing voorgedaan. De ontploffing is veroorzaakt door een landmijn. Het kasteel staat in het centrum van de stad. Men neemt aan, zoo schrijft U.F. oai de mijn door leden van de I.R.A. is geplaa s Naar men veronderstelt is de mijn Woens dagavond neergelegd, in een kamertje, da grenst aan het van de Hij deelt als zijn meening mede, dat de I speciale detectives, die belast zijn met net steek in de borst, gedurende het leven toe onderzoek naar de activiteit van het Iersche U .i i_i:riI *-■ JJ* Khpoqh had drie steekwonden in de borst gevonden; een steek had het hart doorboord. Ook ver-1 toonde het lijk onderhuid9Che bloeduitstor tingen. kort voor den dood ontstaan. Da: laatste had de dokter opgemaakt uit <le zware verbloedingen in de weefsels. De steken waren met vasten hand toegebracht. Ook de blauwe plekken zijn vóór den dood ontstaan. Dr. Hulst, de bekende Leidsche politiedeskundige, rapporteert. Dr. Hulst, de bekende politiedeskundige uit Leiden, die bij alle moordzaken in Ne derland voor het getuigenhekje verschijnt, komt ook ditmaal als deskundige om voor de rechtbank zijn rapport toe te lichten. De positie der Indiëvliegtuigen was gisteren: Uitreis: „Reiger" (Hulsebos) te Jodhpoer (28 April te Batavia ver wacht). Thuisreis: „Torenvalk (Brug man) te Basra. 27 April te Napels verwacht. „Pelikaan" fKooper) te Medan. 30 April te Napels ver wacht. Uiterlijk onbewogen heeft gisterenoch tend de Hofmeester Korens, verdachte in de beruchte koffermoord-zaak, in het verdach tenbankje der Amsterdamsch rechtbank plaats genomen. Er was een enorme belangstelling. 40 ge tuigen waren gedagvaad. De president der rechtbank, Mr. W. Dons, onderwerpt verdachte aan een zeer uitge bloeid verhoor. Vooral de vérhouding tus- sshen Koorens en zijn vrouw komt op de proppen. Ook de financieele omstandighe den van verdachte en zijn relaties met an dere vrouwen worden onder de loupe ge nomen. „Meer om de steun dan omdat ik zooveel van haar hield". „U was getrouwd met Maria Teeu- wisse, verdachte?" vraagt de president. „Ja", antwoordt Kooren; „meer om de steun dan omdat ik zooveel van haar hield Koorens vertelt verder, dat hit ongeveer 60 a 63 gulden per week verdient. Zijn1 vrouw kreeg 17.80 per week. Hij speculeerde. Hij had wat gespaard en gespeculeerd. Hij had ruim ,f 1.000, Pres.: „En wat was u van plan met het geld te doen?" „Verder speculeeren", zegt verd. rustig. De president wijst hem er op, dat verd. zijn schulden niet afbetaalde en dat zijn vrouw uit werken moest gaan. Verd. wei gert den naam te noemen van den man, die voor hem gespeculeerd had. In Sabang had verdachte bericht gekre gen, dat het geld (de 1.000,—) weg was. „Pi'es.: „Vond u dat vervelend?" Verd.: „Och ja dat wel, maar ik dacht, nu dan begin ik maar weer opnieuw". Andere vrouwen. De president zegt dat verd. een „vrouwen liefhebber" genoemd werd. Verd.: „Zoo erg was dat niet. Alleen het laatste jaar ging ik wel eens met andere vrouwen om". De president herinnert Koorens er aan, dat verdachte in Indië een bezoek had ge bracht aan de familie van het meisje; dat hij aan boord had leeren kennen. Hij had zelfs over zijn trouwplannen met haar gesproken. Pres.: „U schreef haar minnebrieven en daar was "een woord Fransch bij. Maar u was al getrouwd.., Verd.: „Ik was van plan te gaan scheiden. Geen moord met voorbedachten rade, zegt verdachte. „Was u niet van plan uw vrouw af te maken?" „Geen sprake van", zegt verdachte. „Ik wilde scheidenDat is toch mogelijk.' De thuiskomst bij zijn vrouw Vei'd. beweert dat op den avond van zijn terugkomst zijn vrouw zich zou hebben la ten ontvallen, dat zij vriendschap met een andere man had aangeknoopt. Ook zou. zij boos zijn geweest, omdat haar man de proefvaart met de „Oranje" mee moest maken. Ruzie Er was toen ruzie gekomen tusschcn hem en zijn vrouw. Toen verd. opstond, dacht zijm vrouw blijkbaar, dat hij haar te lijf wilde. Zij gaf hem een duw. Verdachte op zijn beurt duwde haar van zich af en de vrouw viel tegen den kachel... „Ik dacht dat ze dood was' Pres.: „Maar dat is toch onmogelijk. Als je vrouw tegen de kachelplaat valt, ga je toch naar haar toe en je onderzoekt, hoe het met haar is. Zelfs al ben je nog zoo boos en al ben je een man van uw harde inborst, help je..." „Ik heb haar naar bed gedragen. Ik dacht eerst dat ze bewusteloos was." Pres.: „En hebt u het hoofd en de polsen nat gemaakt?" Neen, dat had verdachte niet gedaan. Op het onopgemaakte bed had hij haar neer gelegd... „Ik ging naar de voorkamer", zegt ver dachte. „Ik liep heen en weer... drie kwar- tie liet ik haar liggen en ik dacht: „Mis schien komt ze bij." Borrels. Pres.: „Maar een dokter haalde u niet. Dronk u in dien tijd borrels?" Verd.: „Een paar." Pres.: „Ja. ja. U zorgde wel voor u zelf, maar niet voor uw vrouw." Drie kwartier later ging hij weer kijken. „Toen meende ik zeker, dat zij dood was. Zij was lijkwit, haar oogen waren gesloten, en zij was zoo zwaar..." Pres.: „Maar u hebt het niet gecontro leerd. U hebt geen pols gevoeld-.." Verd.: „Neen, dat geloof ik niet." Hij weet niet waarom. Pres.: U dacht, dat uw vrouw dood was en toch stak u haar met een mes. Waar om?" „Dat weet ik ook niet", antwoordt verd. „Wij zijn nu op een punt gekomen", vindt de president, „om tijdelijk de deuren van de zaal te sluiten". Aldus geschiedt. Na een half uur gaan de deuren weer oj»cn. De volgende dagen. Op 23 Juni bezocht hij 's middags om 3 uur een café. Den volgenden dag. 24 Juni, koopt hij den beruchten hutkoffer en gaat daarmee naar huis. Na zijn bekende afgrijselijke tocht is hij op 26 Juni weer te Amsterdam. Van 27 t. e. m. 29 Juni maakt hij als hofmeester den proeftocht met de „Oranje" mee. Naar de kermis. Na zijn terugkomst gaat hii weer naar Amsterdam terug, verkoopt zijn inboedel logeert in hotels, bezoekt op 3 en 4 Juli de kermis te Laren en vertrekt in den vroe gen ochtend van 3 Juli met de „Johan de Witt" naar Indië. Naar Indië. Aan boord maakt hij weer kennis met een vrouw, een handschoentje, weer wordt hij verliefd. Hij schrijft over deze episode een dagboek. De lijkschouwing Dr. B. J. Mansens. prosector te Utrecht, had de romp onderzocht en geschouwd. Hij gebracht, mogelijk de doodelijkc is ge weest. Deze steek is in het hart gedrongen en heeft dit aan voor- en achterzijde door boord. Dat de twee steken in de linker borstkas gedurende het leven zijn toege bracht, mag als zeker worden aangenomen aldus dr. Hulst. Omtrent de wond in de rechter helft van de borst bestaat bij ons eenige twijfel. Het verhaal van verd., dat de vrouw ge vallen is en toen dood was, acht dr. Hulst onaannemelijk. Is 't mogelijk, dat Koorens wer kelijk meende, dat zijn vrouw dood was? Mr. Kokosky: „Maar is het niet mogelijk dat Koorens werkelijk den indruk kon krijgen, dat zijn vrouw dood was?' Dr Hulst: „Laat ik eens heel ver gaan en aannemen, dat de vrouw bewusteloos was. Dan is het natuurlijk mogelijk, dat hij den indruk kreeg, dat zij dood was. Hoewel het verschil gemakkelijk te constateercn is. Mr. Kokosky: „Maar er zijn meer voor beelden van menschen met zeer dunne schedels, cierschaalschedels. We weten van de schedel van de vrouw niets af. Misschien i ze inderdaad gevallen, tegen de slaap b.v. en diep bewusteloos geworden. Koorens is vrij sterk en misschien heeft hij haar met kracht tegen de kachel gesmeten". Deskundige: „Met absolute zekerheid kan over de schedel niets worden gezegd. Het hoofd is nog steeds niet gevonden". Psychiatrisch rapport. Koo rens toerekeningsvatbaar. Wel psychopathische trekken. Geen nerveus wan-evenwicht. De psychiater dr. Tammenoms Bakker licht vervolgens zijn rapport toe. Verd. moet worden beschouwd als iemand met zekere psychopathische trekken. In vele opzichten is hij een on-uitgegroeide persoonlijkheid, die lijdt onder conflicten tusschcn zijn fan tasie-leven cn de eischen van de werkelijk heid. Geen aarzeling. Getuige zegt, dat er geen sprake, van is dat, de .steken aarzelend zouden zijn toe gebracht. .Van. een roes tijdens het misdrijf; kan niet gesproken worden. Men moet aannemen dat het gedachte leven van dezen actieven, impulsieven man, nadat het feit eenmaal was gepleegd, geheel beheersclit werd door: „hoe krijg ik de boel weg". De verdediger valt aan. Mr. Kokosky, de verdediger, kan zich met de conclusies der deskundigen in het geheel niet vercenigen. Hij is van meening, dat bij de schouwing niet onomstootelijk kan zijn vastgesteld, dat de steken tijdens het leven zijn toejzebracht en stuurt dan aan op een verklaring van verminderd-toerekeningsvatbaar. De' deskundige, Dr. C. J. van Ledden Hulsebosch, die thans komt getuigen, zegt dat hij op vele plaatsen in de woning van verdachte bloedsporen heeft aangetroffen. De verdediger, mr. Kokosky, valt dan het verbaal aan van het eerste verhoor van beklaagde. Rechercheur van Dijk vertelt hoe dit ver hoor verliep. Naarmate het verhoor verder kwam, zegt daze getuige, en de officier dieper op bijzonderheden inging, was K zenuwachtiger geworden en tenslotte, na dat mr. de Blecourt verd. had verteld, dat de kleeren in het Centraal Station waren gevonden, had Koorens uitgeroepen: „Ja ik heb het gedaan". Officier: Juist, toen kregen wij den in druk, dat verd. den moord bekende. Pas nadat Koorens een glas water had gedronken, kwam hij met het verhaal van het vallen tegen den kachel voor den dag Mr. Kokoskv constateert, dat uit het verbaal van dit verhoor niets blijkt van een bekentenis. Mr. de Blécourt: Wij hebben eerlijkheids halve onzen indruk niet in het verbaal opgenomen. Meerdere getuigen komen dan voor het hekkie. Een caféhouder uit Amsterdam, die vroe ger wel eens met Koorens had gevaren ver telde dat er toen een detectieveroman aan boord was. waarin een dei'gelijke geschiede nis werd behandeld als waarvoor Koorens t.hané terecht staat. Dan komt een Am ster dam sehe huisvrouw voor het hekje. Bij haar werkte de vrouw van verd. een paar maal in dé week. Getuige had op zekeren dag 'n getikte brief gekregen, waarin de werkster mededeelde, dat zij wegens zenuwen rust moest honden. Get. had dat we? vreemd ge onden. Marie werkte al tien jaar bii haa en zij deed uitmuntend haar plicht. Op die wiize wegblijven was niets voor haar.. Minder gunstig luiden de verklaringen over Koorens. Fel is de zuster van het slachtoffer in haar oordeel over haar zwa ï-epublikcinsche leger. Er is in dit bureau groote schade aangericht. De z.g. „Birmingham"-toren van het kasteel, de Koninklijke kapel en de St. Patrichs-zaal zijn eveneens zwaar beschadigd. Kostbare glas- in-loodramcn zijn volkomen ver splinterd. Minister-president De Valera was kort na het gebeurde ter plaatse. Vier beambten van de afdeeling der sjie- ciale detectives zijn met verwondingen in het ziekenhuis opgenomen. De vrouw en het zoontje van een van de suppoosten van het kasteel zijn eveneens gewond door scherven van de landmijn. Een politieman, die in de nabijheid de ronde deed werd licht gekwetst. Het kasteel is toegankelijk voor het pu bliek, hetgeen het plaatsen van de landmijn moet hebben vergemakkelijkt. „Dublin Castle" is oorspronkelijk ge bouwd als vesting. Het ligt in het hartje van de stad op een plaats die eenigszins hooger is dan de omgeving. De „Bininingham-toren" is een der oudste gedeelten van het kasteel. De toren werd in 1411 gebouwd cn is ingericht als archief. BERNT BALCHEN WIL VOOR NOOR WEGEN VECHTEN. Bernt Balclien, de Noorsche ontdekkings reiziger, die ook aan Byrd's Poolexpeditie heeft deelgenomen, heeft toestemming ge- vi-aagd om naar zijn vaderland te mogen terugkeeren en als piloot bij het Noorsche leger te dienen. „De bezetting van Noorwegen", aldus Bernt Balchen, „is een der grootste vergis singen van Duitschland. De geallieerden en de Noren zullen er de Duitschers verjagen." Balchen is thans lid van de Noorsche luchtvaartcommissie in de Vcrecnigde Sta ten en heeft in deze hoedanigheid voor Noor wegen 50 Curtiss-jachtvliegtuigen cn 20 Northrop-bommcnwerpers gekocht. ZUIVER EEN GEZAGSKWESTIE. De Belgische Kamer heeft gisteravond ge stemd over de begrooting van Openbaar Onderwijs. Ten aanzien van het ontwerp tot het instellen van een tweevoudige or ganisatie van het departement, waarbi; rekening gehouden zou worden met de tweetaligheid des lands, deed zich een in cident voor. Een groot deel der liberalen welke partij 3 zetels in het kabinet bezet stemden n.1. tegen. Het kabinet is daarop afgetreden, hoewel de begrooting met 120 tegen 45 stemmen werd aangenomen. Minister-president Pierlot was van oor deel, dat verloochening door een der eigen regeeringspartijen van de politiek der re geering geen voldoende gezag liet om in deze tijden verder te regeeren. Het ontslag van het kabinet zal heden morgen aan den Koning worden aangebo den. Men verwacht een spoedige oplossing van de crisis en gelooft, dat dezelfde regeering misschien met een zeer geringe wijziging reeds morgen weer zal zijn geformeerd. Het aftreden is meer een kwestie van gezag dan van werkelijke binncnlandsche spanningen. Geldelijke uitkeering gevraagd Het Tweede Kamerlid, de heer Posthuma heeft den minister van Defensie op de on billijkheden gewezen dat militairen, die tij dens hun verlof ziek worden, deswege niet worden uitbetaald. Maatregelen worden ge vraagd om betrokken gezinnen schadeloos te stellen. ger. Ook de zuster van Koorens uit Deventer wordt gehoord. Zij vertelt, dat haar broer steeds een moeilijke jongen geweest is. Hij kon geen bloed zien. Wanneer hij in een bioscoop toevallig een stuk zag, waarbij- moorddadi ge scenes op het witte doek de toeschou wers trachtten te boeien, ging hij weg. Een ziekenhuis wilde hij beslist niet binnen- VUURZEE TE VARIK. GROOT PAND GEHEEL AFGEBRAND. In den nacht van Woensdag op Donder dag heeft te Varik een zware brand gewoed die het café annex bakkerij en winkel en boerderij van den heer van den Berg ge heel in de aseh heeft gelegd. Rustig sliepen de heer van den Berg en zijn gezin, doch op een zolderkamertje la; een logé te bed, die daar zij een muis hoorde knagen de slaap niet kon vatten Omstreeks twee. uur zag de logé plotseling vlammen. IJlings maakte zij alarm en nachtgewaad stelden de bewoners zich veiligheid. Het vuur greep snel om zich heen. Van de vijf in een achter het pand staande hooiberg ondergebrachte varkens kon men er twee redden, drie zware dieren kwamen in de vlammen om. De oorzaak van de brand is onbekend gaan. Hij had haar herhaaldelijk wonder- Van de inventaris der bakkerij, winkel en lijke brieven geschreven. café is totaal niets gered. Voor een groot Het getuigenverhoor is hiermede ten ein- bedrag aan goederen ging in de vuurzee de, de behandeling zal worden voortgezet I verloren. De schade wordt door verzekering op Maandag 29 April te tien uur. gedekt. Verwachting: Plaatselijk mist, tijdelijk opklarend, doch la ter weer toenemende bewol king met kans op lichten regen, kille ochtend, over dag iets warmer dan giste ren, meest matige Zuidwes telijke tot Zuidelijke wind. MINISTER KAN NIET BELOVEN DAT DE BELASTINGSCHROEF VERDER IN RUST BLIJFT. Zonder debat en zonder stemming heeft de eerste kamer gistermiddag een lange reeks wetsontwerpen aangenomen, waaron- der de begrootingen van het werkloosheids- subsidiefonds en van het leeningsfonds voor 1940. Zes spreken voerden over het laatste on derwerp het woord. De heer Gelderman (lib.) vreesde practi- sche moeilijkheden, de heer van Lanschot zou een verdedigingsbelasting over tien of vijftien jaren loopende beter vinden. De heer Bönninghausen (N.S.B.) ver klaarde zich tegen de voorgestelde heffin gen op koffie, suiker en benzine, zoolang verschillende andere objecten, welke hij op somde, nog niet belast zijn. De heer Polle- ma bepleitte voorts steun van regeerings- wege aan de koersen van de Nederlandsche staatshoofden en was van oordeel, dat tus- schen de exorbitante mobilisatie-uitgaven en de voorgestelde heffingen geen evenre digheid bestaat. De heer De Zeeuw (s.d.)' stond verzwaring der directe belastingen tegenover indirecte belastngen voor en be- stj-eed. het. betoog van den N.S.B.-afgevaai- digde. De belasting op de suiker achtte de heer De Zeeuw niet de gelukkige greep. Ten slotte betoogde spreker, dat, als ds tegeering er niet in slaagt het .evenspeil laag te houden, zij zal moeten overgaan tot loonsverhoogingen. Na zijn antwoord verklaarde de minister te hopen dat winstbelasting en herziene inkomstenbelastng voor 1941 een sluitend budget zulen geven, maar kon niet beloven geen nieuwe belastingen voor te stellen. DOOR ACHTERLJJKE PETROLEUM- VENTER NEERGESCHOTEN. DOCH TERTJE DOET DE VREESELIJKE ONTDEKKING. Gisterochtend is te Scherpenzeel aan het licht gekomen, dat zich in den loop van Woensdag een drama heeft afgespeeld in de woning van het gezin van den grondwerker R. Veer. Toen een twaalfjarig doch tertje van de familie des middags om drie uur van school thuis kwam, tarof zij in de slaapkamer op de zol derverdieping haar moeder dood op den grond liggende aan. Zij waarschuwde een buurvrouw en een dokter. Pas gisterochtend, toen men reden had te veronderstellen, dat de dood geen natuurlijke oorzaak moest hebben gehad, is de politie gewaarschuwd. Onmiddellijk werd onder leiding van den burgemeester, een uitgebreid onderzoek ingesteld. In de slaapkamer werd een patroonhuls aange troffen,^ welke vondst het vermoeden, dat hier misdrijf in het spel zou zijn geweest, versterkte. Revolver gevonden, In een weiland in de omgeving trof de burgemeester kort daarna een revolver aan, dat blijkbaar was weggeworpen. Bij nader onderzoek bleek, dat de vrouw een schot wonde in de borst vertoonde. Aangezien ge* bleken was. dat zich Woensdagmiddag «en veertigjarige petroleumventer. die minder gunstig bekend stond, in de buurt had opg®* houden, werd deze aan een verhoor onder worpen. Hoewel de man, die eenigszins achterlijk is. aanvankelijk ontkende iets met het 88' beurde te maken te hebben, legde hü na controntatie met het lijk de bekentenis af. dat hij de vrouw vermoord had. Het is komen vast te staan, dat dn ni'iB gedurende eenige jaren bij de vrouw op zoek kwam, waarbij het thans tot een con flict zou zijn gekomen. I De vermoorde vrouw, die 49 jaar oud wa* had acht kinderen, waarvan twee vol^a sen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1940 | | pagina 2