vuren van Tohr
Hoofd.
"AKKERTJE
Torrance
Esdale
Goed spel
van Helder 2
Het GGHeim unn
BKC 1-HRC 3 3-0
De oorlog gevolg
van menschelijke
onzuiverheid
1 L 1
Atlas-Helder 2 1-4
Neem'n
FEUILLETON
DTS 1-Nieuwe Niedorp
Wieringerwaard 2-
Petten 2 1-6
Blauw-wit A*D*(X 0-3
door Edgar Rice Burroughs
WWfjm
jJJTWTjM
Singapore had
rumoerig Meifeest
Evenals Schagen, kan ook Atlas het niet
tegen Helder H bolwerken, die gisterenmorgen
wel met een bijzonder sterke bezetting in het
veld verscheen. Het was dan ook te voorzien,
dat Atlas alle zeilen zou moeten bijzetten om
tegen dit Helder II een behoorlijk resultaat te
halen.
Atlas echter was bij lange na niet opgewas-
gchen tegen het veel betere spel van Helder II
die vrijwel over alle linies sterker was dan
baar tegenstanders.
Alleen doelverdediger De Ruiter was geweldig
op dreef. Aan zijn magnifiek keepwerk is het
te danken, dat het bij 4—1 bleef. En dan was
er nog Dossie Snijders, die ondanks alles bleef
spelen voor wat hij waard is.
De Helder-ploeg was voor eerst geheel op
„oorlogssterkte". Ze lieten dan ook zien wat
er bereikt kon worden met een volledige op
elkaar ingespeeld elftal. Vooral Van Tongeren
en v. d. Boogaerde lieten een samenspel zien
dat het een lust was om naar te kijken.
Na de rust kwam dat nog meer tot zijn recht
herhaaldelijk waren zij de A.-backs te vlug af!
De wedstrijd
begint met een duidelijke veldmeerderheid van
Helder, die haar dan ook al in de eerste vijf
minuten twee doelpunten opleverden. Het eer
ste ontstaat als men Quant geheel ongehinderd
laat schieten naar den vrjjstaanden De Leur,
die zich handig vrij maakt en De Ruiter op
slechts eenige meters afstands passeert, 01.
Er zijn nauwelijks drie minuten na dit doelpunt
verstreken, .of het is weer De Leur die den
voorsprong vergroot. Ditmaal uit een goed ge
nomen corner van v. d. Boogaerde, die hij met
een inschiet, 02.
Atlas komt dan even in den aanval. Het is
wel niet lang, maar juist voldoende om een
tegenpunt te scoren, zij het dan ook door een
groven blunder van De Schipper, die een ver
schot van Gersen uit zijn handen laat glippen.
Wel doet hij nog alle moeite om den bal te
bemachtigen, doch tevergeefsch; de bal is de
doellijn reeds gepasseerd, 12.
Atlas vergroot de voorsprong van
Helder.
Het is linksbinnen Mos, die het na eenige
vergeefsche aanvallen van Helder gelukt, uit
een scrimage den stand op 13 te brengen.
Atlas probeert den achterstand nog voor de
rust in te loopen. Haast gelukt het, maar won
der boven wonder wordt de bal toch nog weg
gewerkt.
Na de rust.
Nog meer als voor de rust is Helder, gesteund
door den wind, in den aanval.
Al direct moet De Ruiter weer redding bren
gen bij schoten van v. d. Bogaerde en Mos.
Na een kwartier spelen zien wij het
mooiste moment van dezen wedstrijd. Bi)
een Helder-samenspel wordt er zoo goed
gespeeld door v. Tongeren en v. d. Boo
gaerde, dat geen A.-speler er aan te pas
door: Roy Vickers
13.
„Het was niet tot mij doorgedrongen, dat
U het zoo zou opvatten," begon hij. Toen.
„Natuurlijk kunnen wij ieder de helft betalen,
als u daar op staat. Maar juffrouw Esdale,
voordat wij dat doen, is er iets waar ik u op
wilde wijzen." Zonder iets te zien, keek hg
uit het raampje naar de straten van Parijs,
waar zij doorreden; klaarblijkelijk kostte het
hem moeite zich te uiten en deed het hem
leed. „Mijn houding tegenover u werd vele
jaren voor uw geboorte al vastgesteld door
iemand, die ik boven alles lief had mijn
moeder. Sedert haar dood hebben de vrou
wen zich voor mij in twee soorten verdeeld,
die, welke zij in haar huis welkom geheeten
zou hebben en de anderen. Zij zou het
zeer op prijs gesteld hebben, fcidien ik u, op
Welke wijze ook, zou mogen helpen.
„O, dank u!" Het trof Torrance en zij had
spijt van haar woorden. „Ik vrees dat ik we
ontactvol ben geweest; natuurlijk zal ik deze
reis graag van u aannemen. Vergeef mg.
„U vergeven, juffrouw Esdale!"
„Ja. En als bewijs moet u mg Torrance
noemen. Wilt u dat doen?"
„Een zeer ongewone en mooie n
lachte meneer Massiter en beiden traden
weer opgewekt gestemd het hotel J ry
binnen.
Toen Torrance het hotel bekeek, voelde zg
er zich toe aangetrokken. Het was me z
enorm als het Parnasus hotel, zelfs wa
karpetten op enkele plaatsen een bee je
sleten; maar de gérant gaf meneer Massiter
dadelijk enkele ineenloopende kamers,e
hij hoorde, dat zijn zaken eenigen tijd
duren, stelde hij een Engelsch-Fransche y-
Piste tot zijn beschikking.
„Niet noodig, niet noodig. Juffrouw
*s mijn secretaresse. Maar wacht een
b heeft het niet goed genoteerd, de suitei»
voor juffrouw Esdale. Een kamer met bad
Het schot, dat v. Tongeren hierna
nzendt, is zoo hard en zuiver, dat iedereen
1 aan een doelpunt. De Ruiter denkt
er anders over en op wel buitengewoon
raaie wijze weet hij een doelpunt te voor
komen.
Bravo De Ruiter!
Het wordt 41.
Toch moet hg op het laatst zwichten voor
Van Toveren, die uit een
trekbal van v. d. Boogaerde Helders vierde
doelpunt zorgt, 14.
t» i 011 t deolPunt ^n er nog 10 minuten
te spelen. In welke minuten Atlas sterk komt
opzetten. Ze stellen alles in het werk om nog
een doelpunt te maken. Doch wat zg ook pro
beren. het wil niet lukken. Eerst was er een
hard schot van Snijders, dat De Schipper op de
juiste plaats vond. Even later was het J. Wnker
die twee mooie kansen krijgt. Het eerste schot
gaat naast. Maar bij het tweede schot was De
Schipper reeds kansloos geslagen. De bal
sprong van de paal jammerlijk voor Atlas,
terug in de handen van De Schipper. Kort
hierna fluit scheidsrechter, v. t Hof, het einde.
Als men alleen kennis neemt van den
uitslag 30 voor BKC zou men
kunnen denken, dat BKC zich keurig en
volledig heeft hersteld van de nederlaag
tegen Oudesluis.
Dat is echter maar ten deele waar. Het
vlotte bij BKC alweer niet erg best en waar
ook Racing maar met een matig elftal ver
scheen, was het een wedstrijd, die maar weinig
kon boeien. Tenminste vóór rust. Niettegen
staande BKC den straffen bries toen meer
had en HRC 3 in de verdediging gedrongen
werd, waren de werkelijke gevaarlijke aan
vallen op de vingers van één hand te tellen.
Deze kwamen dan meestal van De Schipper,
die enkele goede schoten en kopballen heeft
gegeven, maar toch geen succes boekte, om
dat keeper Goudswaard in prima vorm was.
Eenmaal was BKC niet erg fortuinlijk, toen
De Schipper een voorzet van Van Wee ver
buiten Goudswaard's bereik tegen den paal
kopte. HRC 3 stond vrij behoorlijk te verde
digen. Spil Schoenmaker schaduwde De Schip
per nauwgezet, wat van Racing's kant goed
bekeken was.
HRC 3 heeft het tegen wind slechts
tot enkele vrij ongevaarlijke tgeenaanvallen
kunnen brengen.
Tauber's meespelen is toch duidelijk een
versterking!
De tweede helft was interessanter dan de
eerste. Doordat BKC er toen wat beter in
kwam en... goals maakte, werd de strijd in
eens weer met aandacht gevolgd. Reeds 3 min.
na rust schoot Jan van Wees bij een algemee-
nen aanval ineens hoog in (10) en er leek
wat meer actie in te komen. Die kwam ook,
maar niet alleen van BKC. HRC maakte zich
het windvoordeel zooveel mogelijk ten nutte
en gaf Tauber c.s. de handen vol. Mede dank
zij de goed spelende halflinie waarin Lig-
tendag en De Wilde opvielen en de terugge
keerde Van der Goes liet zien nog steeds een
bruikbare kracht te zijn kwam er geregeld
opluchting en de voorhoede heeft dan ook
ballen genoeg gehad. Vlot ging het daar echter
allerminst en de belofte, die Jan van Wees'
goal inhield, scheen niet te worden ingelost.
Waar ook HRC 3 het net maar niet kon
vinden, dacht ieder den wedstrgd in een 10
zege voor BKC te zien eindigen. HRC blgk-
baar zelf ook. Ze drong tenminste tegen het
slot--nogal gedurfd op, wellicht om den gelijk
maker te forceeren. Dit werd den bezoekers
noodlottig, doordat Jan de Schipper 7 min.
voor tijd kans kreeg om met een trough-pass
er tusschen door te breken en Goudswaard
na een korte dribbel geen schijn van kans te
geven (20).
Nog geen minuut later was het 30 toen
De Schipper een voorzet van links op fraaie
wijze inzette.
Zoodat de BKC-aanhang nog vrij voldaan
het veld kon verlaten. De heer Freeke leidde
goed.
D.T.S. wint de toss en het is N. Niedorp,
dat den bal aan het rollen brengt. Bjj D.T.S.
zijn er 2 van de gemobiliseerden aanwezig.
n.1. Tromp en Carnas, zoodat D.T.S. met een
goed elftal den strgd aanvangt. Met de rust
leidde D.T.S. met 1—0, hetgeen een paar min.
voor het einde door een off-sidebal in een
gelijk spel werd omgezet.
Direct na den aftrap neemt D.T.S. den bal
over en de keeper van N. Niedorp krijgt
eenige harde schoten te verwerken. N. Nie
dorp zit echter ook niet stil en is een tijd
lang in den aanval. De D.T.S.-verdediging
kan den bal, ondanks den wind in den wind
in den rug, maar niet weg krijgen, zoodat
het er een tijdje slecht uitziet. De wind heeft
echter veel afbreuk aan het spel gedaan.
Vooral de ballen, die op de vleugels gespeeld
werden, waren voor de buitenspelers bijna
niet te krijgen. Na een minuut of 25 krijgt
Carnas den bal vanuit de half-line toege
speeld. Hij passeert met een paar van zijn
handige trucjes, een stuk of 3 Niedorpers en
besluit dit met een goed schot, onhoudbaar
voor den keeper 110). Wat de Niedorpers
ook doen, het gelukt ze niet om voor de rust
gelijk te maken.
Na de rust zetten de Niedorpers alles op
alles om gelijk te maken. En het ziet er een
tijdje critiek voor de Deetjes uit. Eindelijk,
een minuut of tien voor het einde, weten
ze gelgk te maken. De grensrechter appelleer
de, maar het mocht niet baten. Zoo kwam het
einde met gelijken stand. De scheidsrechter
hebben we wel eens beter gezien.
Petten kreeg meer dan haar toekwam; Wie-
ringerwaard was erg ongelukkig met het
schieten. Beide ploegen vonden een hechte ver
dediging tegenover zich; vooral de keepers,
óók van Wieringerwaard, war engoed op dreef.
De doelman van Wieringerwaard was even te
Ucht voor het werk.
Het samenspel van Petten was goed ver
zorgd en daardoor aardig om aan te zien.
Wieringerwaard treuzelde voor het doel der
gasten wel eens te lang, en gaf daardoor de
gasten gelegenheid om in te grijpen. „Meer
schieten" moet het parool zijn, heeren Wie-
ringerwaard-reserves
Vóór de rust kon de Wieringerwaard-doel-
man éénmaal gepasseerd worden; daarna wis
ten de zeekustbewoners nog vijf maal te scoren.
Wieringerwaard slaagde er slechts In de eer
te redden.
De wedstrijd begon over tijd, omdat de
scheidsrechter niet kwam opdagen.
In een op behoorlijk peil staanden wedstrijd
heeft ADO verdiend van Blauw Wit gewon
nen, al zijn de cijfers ongetwijfeld wat ge
flatteerd. Vooral in de tweede helft waren de
Amsterdammers sterk in de meerderheid, er
waren perioden, waarin het Haagsche doel
belegerd werd. Wij telden niet minder dan
negen hoekschoppen op het doel van Koek,
driemaal trapte of kopte een der achter
spelers van de bezoekers den bal nog uit het
doel, toen de keeper reeds gepasseerd was.
Een strafschop werd door Wilders precies in
de handen van Koek geschoten, feiten, waar
uit blijkt, dat het den Amsterdammers niet
meezat.
Een overwinning met een doelpunt ver
schil zou een beter resultaat zijn geweest. De
zege hebben de Hagenaars wel verdiend,
dank zij wat vlotter samenspel, een beter
verband tusschen de linies en het feit, dat zij
beter van de kansen, die voor hen minder
talrijk waren, hebben geprofiteerd. Het was
een forsche wedstrijd, waarin scneidsrechtcr
Boekman enkele waarschuwingen moest uit-
deelen, doch gelukkig bleef het daarbij. De
spanning in deze afdeeling is door dit resul
taat sterk toegenomen, want Blauw Wit leidt
nu nog maar met twee punten vóór D.W.S.
en A.D.O., met nog twee wedstrijden te spe
len voor deze drie vereenigingen kan alles ge
beuren.
Voor de rust scoorde J. Eversteyn na keurig
samenspel met den rechtsbuiten Vreken. BI.
Wit was over het algemeen iets meer in den
aanval en enkele malen ontsnapte het Haag
sche doel op het nippertje aan een doorboring.
De Haagsche aanvallen waren wat minder
talrijk, doch door de snelheid en het zuivere
aangeven waren deze eigenlijk gevaarlijker
dan die van de thuisclub.
In de tweede helft verhoogde De Heer den
voorsprong na vijf minuten, een doelpunt, dat
eenigen twijfel wekte in verband met buiten
spel. doch de heer Boekman was zeer beslist
bg het toekennen van dit doelpunt. Er volgde
een belegering van het ADO-doel, de midden
linie van de Hagenaars bleef achter, terwijl
zelfs de binnenspelers in teruggetrokken posi
tie opereerden, teneinde de verdediging in haar
taak te verlichten. Talrijke hoekschoppen wer
den genomen, enkele doelworstelingen hadden
geen resultaat, een paar zuivere schoten hield
TARZ AN en de
92.
Rutang lachte grimmig, terwijl hij Tarzan
het wapen overhandigde en hem beval naar
Zwarte Malluk te gaan. Tot verbazing van
de toeschouwers liet de aapman de speer
vallen en wandelde rustig naar het woedende
dier toe. De jonge reus keek hem nijdig aan.
Ongewapend naderde Tarzan het hok. „Bij
den God van Rathor!" riep Ukah, „hij gaat
zijn dood tegemoet. Dat dier is een doder."
En alsof hij de woorden van Ukah tot waar
heid wilde maken, kwam Malluk een paar
passen naar voren, zijn slurf hoog opgeheven,
gereed voor de aanval. Maar Tarzan maakte
geen beweging om te vluchten. Inplaats daar
van sprak hij tot den olifant op een kalme
manier. „Tantor! Vando Tantor!" Zwarte
Malluk bleef staan, aarzelde, flapte met zijn
grote oren. Weer sprak Tarzan in de taal
van de apen, een taal, die door vele dieren
van de jungle op verschillende manieren
wordt verstaan en begrepen. De olifant kwam
weer dichterbij, doch zijn hele woede was op
eens verdwenen. Hij liet zijn slurf weer zak
ken. Tarzan streelde hem. Zo won de aapman
een nieuwen vriend, die voorbestemd was in
de opwindende gebeurtenissen van de komen
de nacht een buitengewone rol te spelen.
keeper Koek goed uit doel en toen tenslotte
Wilders een wegen hands toegekenden straf
schop miste, was de strijd beslist: de Amster
dammers lieten den moed zakken en zoo kon
midvoor P. Eversteijn enkele minuten voor het
einde na een uitval den stand op 30 brengen.
TOESPRAAK VAN DEN PAUS.
Tijdens de heiligverklaring van twee per
sonen heeft de Paus gisterochtend in de
Sint Piter een toespraak gehouden, waarin
hij o.m. zeide
„Er zijn zooveel menschen tegenwoordig,
die niet streven naar het eeuwige geluk,
maar aardsche genoegens najagen, en zoo
veel menschen, die hun fouten niet trach
ten te herstellen en hun ziel trachten te
zuiveren. Het gevolg van dat alles isde
oorlog, die reeds acht maanden lang het
yinir,
FRpJ i
kamer op een hoogere verdieping is voor mij
al voldoende."
„Nu heeft u hen heelemaal in de war ge
bracht," zei Torrance zachtjes, terwijl zij in
de lift naar boven werden gebnacht. Ondanks
haar zorgen, kon zij nog lachen om zijn ver
warring.
„Juffrouw Esdale, Torrance, ik zou, liever
dan jou eenig ongemak te bezorgen, met het
grootste genoegen in een ander hotel gaan
logeeren."
Torrance lachte nu hardop.
Maar als je het nu werkelijk prettig vindt,
dat ik hier blijf", voegde meneer Massi ter er
aan toe, „dan blijf ik. Het is fijn om je weer
eens te hooren lachen.
HOOFDSTUK XV.
Angst.
De suite, die Torance kreeg, was wel met
smaak ingricht, doch had betere dagen ge
kend en was in overeenstemming met haar
-edachten, doch niet met haar garderobe.
Terwijl zij haar bagage aan het uitpakken
was bekeek zij het eenvoudige mantelpak,
dat zij aanhad en de zwarte avondjurk, die in
Torquay zoo geschikt was geweest. Zij
zuchtte diep, spreidde de jurk uit op het lage
bed en plotseling had zij er een hekel aan.
Ik heb een hekel aan al mijn kleeren!"
Zn ontdekte dit met een gevoel van op
luchting. Vele jaren, vanaf het tijdstip dat
zij zich met Gerald verloofde, had zg zoo wei
nig mogelijk voor zichzelf uitgegeven en nu
uitte haar diepe teleurstelling zich in het
verlangen, haar schoonheid te kunnen toonen
en de mooiste kleeren te bezitten, die Parijs
haar kon verschaffen. Gerald had haar ge
negeerd hg kon zeggen wat hij wilde, hij
had een ander boven haar verkozen. Waarom
zou zij dan eiken cent sparen? Zij had zin,
alles uit te geven wat zij bezat en op zoek
te gaan naar een rijken man waarom
niet? Andere meisjes deden het toch ook!
Rijkdom was niet iets laags, het gaf macht
en naam.
Ook dit kwade oogenblik ging voorbij. Zij
liet zich boven op de zwarte avondjurk vallen
en verborg haar gezicht in haar handen, daar
het huilen haar nader stond dan het lachen.
Zg schaamde zich diep, Gerald hield nog van
haar en omdat hij haar nog liefhad, mocht
zij hem niet teleurstellen. In gedachten was
zij nog steeds de zijne; zelfs misschien nog
meer dan vroeger.
Zij stond op, verfrischte en verkleedde zich
en ging naar haar zitkamer. Meneer Massiter
zat op haar te wachten.
„Het is te laat om nog koffie te drinken
en te vroeg om te gaan dineeren," zei hij,
„dus heb ik maar een uitgebreide thee com
plet besteld. Ik heb eigenlijk juist bedacht,
dat je waarschijnlijk niet ontbeten hebt en
als we gegeten hebben, vind ik, dat we met
een taxi naar de villa van professor Ellister
moesten gaan."
„Heeft het Amerikaansche consulaat..."
„Weet niets. Heb ik juist opgebeld."
Een kellner, die zoo precies op een Engel-
schen butler leek, dat zijn Fransch gemompel
haar deed schrikken, bracht een serveer-boy
met allerlei gebak er op, binnen. Meneer Mas
siter, voor wien het verboden was zulke heer
lijkheden te eten, zuchtte en keek vastbe
raden het raam uit.
„Wat slappe thee en wat citroen," verzocht
hg haar, „en een droog biscuitje, als er een
bg is. Ik had eigenlijk dien slagroom niet mo
gen nemen, voordat we vertrokken. Maar al
dat gepraat over oude mannen. werkelijk
oude mannen heeft mij overmoedig ge
maakt." Plotseling richtte zijn blik zich op
een bepaald punt op straat en zei hij niets
meer. Toen Torrance hem zijn thee bracht,
zag zij dat hij naar een man keek, die aan de
overzijde van de straat tegen een deur ge
leund stond en schijnbaar aandachtig zijn
courant las.
„Ik heb dien kerel op het vliegveld gezien,
terwijl hij bezig was de taxi te bestellen. Hij
verdween om den hoek van een loods, maar
ik ben verziende en merkte nog juist zijn lan
gen neus op." Hij keek Torrance aan. „Het
heeft er alle schijn van, dat wij moeten we
ten met wien wij te maken hebben, voordat
wij ergens mee beginnen, Torance. Laat
eens kijken zou er iets zijn, dat jij even
tjes ik weet het, het postkantoor. Ga
even naar het dichtstbijzijnde postkantoor en
bel daar... het Amerikaansche consulaat en
vraag hen... wat je maar wilt! Maar let er
op of men je volgt en kom dadelijk terug.
Beneden wisselen zij wel geld voor je. Wacht
even. je thee."
Maar Torrance vond, dat haar thee best
kon wachten. Binnen de drie minuten had zg
haar hoed op en jas aan en wandelde met
flinken stap naar het postkantoor. De ver
zoeking om achterom te kgnen naar den man
met de courant was groot, maar zg weer
stond haar en ging een zgstraat in.
Zg kende den weg in Parijs tamelgk goed,
maar de zijstraten brachten haar in de war
en enkele oogenblikken later moest zg den
weg aan een voorbgganger vragen. Juist toen
zg hem bedankte, passeerde de man haar.
Hg liep recht tegen een vrouw op, die een
groote mand droeg en maakte agn excuses.
bloed doet vloeien onder de menschen die
ons zoo dierbaar zijn; de oorlog, die reeds
onmetelijke rijkdommen heeft vernield en
zooveel landstreken in vuur en vlam heeft
gezet".
De politie te Singapore heeft vuur gegeven
op een Chineesche menigte van eenige hon
derden personen. De menigte had twintig
politiebeambten aangevallen tijdens hier ge
houden 1 Mei-betoogingen. Drie Chineezen
werden getroffen. Er zijn twee ernstig ge
wonden. Men gelooft, dat plaatselijke com
munisten tot de betoogingen hebben aange
zet. Verscheidene politiebeambten werden ge
wond. De toestand is nu rustig.
Zg hoorde zgn stem, die heel hoog en heesch
klonk.
De man liep door en ging een sigarenwin
kel binnen. Door een toevallige omstandig
heid waren de etalagespiegels zoo geplaatst,
dat zg, in het voorbijgaan, een oogenblik zijn
gezicht zag. Een bleek gezicht, als van een
rat, met een neus, waar een lachwekkend
lange punt aan zat, met een teruggedrongen
kin; zgn handen waren juist omhoog geheven
om zijn sigaret aan te steken en zg zag dat
zg enorm waren, totaal buiten verhouding
met zgn andere ledematen. Enorm en beenig.
Rillend liep zg door. Plotseling werd zg
doodelgk bang zg kon nauwelgks den
eenen voet voor den anderen plaatsen. Enor
me handen en ze hadden Oom Julius ge
wurgd enorme handen had Annabelle
met haar kindergezichtje er bij gestaan en
gekeken hoe het gedaan werd Zg bracht
haar eigen hand omhoog en trok aan de
hooge sluiting van haar jurk die zat veel
te strak... Zg moest en zg zou zich beheer-
schen.
Toen stond zg ineens voor het postkantoor.
Gelukkig; was de telefooncel leeg en kon zg
er dadelijk gebruik van maken; zg trok de
deur achter zich dicht en leunde er tegen.
Haar hart bonsde; zg had nauwelijks de
kracht het telefoonboek open te slaan en
het nummer van het consulaat op te zoeken,
zg had moeite met de ongewone geldstukken
en de telefoon, die iets anders werkte dan zg
gewend was. Alles leek wazig.
„Consulat Américain!" hoorde zg een za-
kelgke stem zeggen. Het gaf haar weer
moeu goeie hemel, zg moest ongeveer
zenuwziek zgn, als zg zoo nerveus werd bg
het zien van de handen van een man.
Zij vroeg om de „afdeeling Algemeene Za
ken" en hoorde weldra een Amerikaansche
stem, die haar aan meneer Massiter deed
denken.
„Met wie spreek ik?"
Maar opnieuw kon zg niets zeggen. Door
het zgraam van de telefooncel, had zg den
man naar het "postzegelloketje zien gaan. In
zgn eene enorme hand hield hg een munt
stuk raapte er een postzegel mee op, de
andere hing, als bg een aap, recht omlaag,
de vingers gekromd.
Wordt vervolgd.