Alexandrië
Brabantsche
indrukwekkende betooging
van Dré
als
volkomen gereed
De Fokker F 36
De
Marktberichten
Dc Chinees is verzot op
vuurwerk maar blijft weg
als de Japanner het
ontsteekt
Egyptische
voorzorgsmaatregelen
~N
Shanghai. In April
Met veel lawaai, talrijke feestmaaltijden
•n toespraken is enkele dagen geleden de
nieuwe Chineesche regeering te Nanking
uitgeroepen, een regeering. die niet anders
is te beschouwen dan als een werktuig der
Japanners. Tc Chunking, meer naar het
westen en honderden kilometers buiten het
bereik van het Japansche marinegeschut,
zetelt echter nog steeds de nationale Chi
neesche regeering, waarvan maarschalk
Tsjan-kei-Tsjek de ziel is. En bovendien
heerscht te Peking nog een andere voor-
ioonige Chineesche regeering, die eveneens
onder beschreming staat van 't Japansche
leger of ten minste van een deel van het
Japansche leger en niet van plan schijnt
voor de nieuwe regeering te Nanking het
veld te ruimen. Dit houdt vermoedelijk ver
bad met oneenigheid onder de Japansche
generaals, waarvan sommigen het niet
eens zijn met de vorming van de nieuwe
regeering te Nanking, 't Japansche leger in
China verkeert namelijk in 'n voortdurende
toestand van muiterij onder de hoogere ran
ren. Het Japansche leger in China gehoor
zaamt niet steeds aan de Japansche regee
ring te Tokio en de dus feitelijk herhaal
delijk „muitende" generaals zijn niet steeds
eensgezind. Het noordelijke Japansche leger
in China, het Japansche leger van Gene-
traal-China en het in Zuid-China opereeren-
de Japansche leger volgen, onafhankelijk
van elkander, soms een zeer verschillende
politiek, een toestand, die voor Europessche
hersenen onbegrijpelijk is.
Het hoofd der regeering te Nanking is
Wang-Ching-Wei, een vroegere medewer
ker van maarschalk Tsjang-kei-Tsjek, een
„deserteur" die samen ging werken met de
invallers, dc Japanners.
Tot voor enkele weken schenen de aan
hangers der nationale Chineesche regeering
hem daarom nog niet te beschouwen als
een verrader. Het maakte herhaaldelijk den
indruk, dat Wang-Ching-Wei het met zijn
Japansche vriendschap niet ernstig meende
en hij, waar hij kon, de Japanners nog
min of meer tegenwerkte. Korten tijd gele
den had ik een gesprek met een Chinees
sdien advocaat, een overtuigend aanhanger
der nationale regeering en deze zeide me:
„Als een landverrader kan ik Wang-Ching-
Wei niet beschouwen". Een nadere verkla
ring gaf hij me echter niet.
Na de uitroeping van de Chineesche, on
der Japanschen invloed staande regeering te
Nanking' is dit echter anders geworden en
op den dag der uitroeping hadden te Shang
liai drie moordaanslagen plaats: één op
een aanhanger der nationale regeering en
twee op de aanhangers van Wang-Ching-
Wei en zijn regeering gehouden en werd
grootsche betoogingen voor Wang-Ching-
Wai en zijn regeering gehouden en werd
hij door de nationale Chineesche regeering
tot een landverrader verklaard.
In die betoogingen te Nanking, onder het
oog der Japansche bezettingstroepen, kón
men niet veel vertrouwen hebben. Vermoe
delijk waren de betoogingen georganiseerd
dezelfde wijze, waarop nog kort geleden in
China de anti-Engelsche betoogingen wér
den georganiseerd. Duizenden kocli's wer
den door de Japanners tezamen geroepen
om aan die betoogingen deel 1c nemen. Zij
kregen hiervoor een rijstmaaltijd en tien
(Chineesche) cents. Maar ook Chineczen uit
de betere klasse namen aan deze bct.oogin-
gen deel. Groote Chineesche kantoren en
magazijnen kregen van, de Japanners niedc-
deeling, dat een zeker aantal van hun per
soneel aan die betoogingen moest deelnemen
daar anders hun zaken zouden worden ge
sloten. Aan deze deelnemers werd 'n kaar
tje verstrekt, dat later aan controle-ambte
naren der Japanners moest worden ver
toond: Chineezen, die bij die bètoogingen
allerlei leuzen moesten uitroepen, kregen
een bijzondere betaling. Op dergelijke wijze
zouden ook de betoogingen te Nanking voor
Wang-Ching-Wai en zijn regeering zijn ge-
oi'gaisecrd, vermoédde ik. Maar hoe waren
i werkelijkheid de gevoelens der Chinee
zen tegenover die nieuwe gevormde, onder
Japansche invloed staande regeering te
Nanking? vroeg ik me af.
Toen kwamen de Japanners me te hulp.
D' n hun ongevraagde medewerking ver
kreeg ik dp inlichting, die ik begeerde.
Den dag, dat de nieuwe regeering te Nan
king zou worden uitgeroepen, hadden de
- in de internationale nr'nrzet-
ting en in de Fransche concessie te Shang
hai de uitgebreidste maatregelen genomen
ten einde alle mogelijke hetoogingen voor of
tegen-de nieuwe regeering onmiddellijk te
kunnen onderdrukken.
Zwaar gewapende patrouilles gingen door
de straten evenals gepantserde automobie
len voorzien van mitrailleurs.
De nationaal gezinde studenten te Shang
hai hadden eerst het voornemen gehad dien
dag te staken, doch dit werd door de nieu
we regeering te Nanking onmogelijk ge
maakt, daar deze een vriien dag voor alle
inrichtingen van onderwijs voorschreef. Wa
re aus de studenten te Shanghai tot een
staking overgegaan, dan had dit kunnen
worden opgevat als een bewijs van instem
ming met de nieuwe regeering.
Toen werd hekend gemaakt, dat ter eere
d< nieuwe regeering in het door de Japan-
nere hezPtte gebied aan de overziide der
Whangpoe, de rivier waaraan Shanehai ligt
zou kunnen worden eezien van af de Bund.
een vuurwerk zou worden afgestoken, op
den breeden boulevard van Shanghai, welke
langs den' rivieroever loopt. De Chineezen
zijn over het algemeen verzot op vuurwerk,
dus verwachtte ik daar op den avond van
het vuurwerk een enorm publiek uit de
millioenenstad Shanghai.
Ik ging er heen tezamen met een Neder-
landschen vriend, die vrij goed Chineesch
spreekt. We namen een der vele autobus
sen. die naar den Bund rijden en tegen onze
verwachting was die autobus zoo jroed als
leeg.
Aangezien wc iets te laat op weg waren
gegaan was het vuurwerk reeds begonnen
toen we nog in de autobus zaten. Boven de
huizen stegen tegen den nachthemel vuur
pijlen op en mijn vriend, die zich van den
domme hield, vroeg een tegenover ons zit-
tenden Chinees, wat dit vuurwerk beduidde.
Met een on-Chineesche onvriendelijkheid
gaf de man ten antwoord, dat hij het niet
wist en dat hij er ook geen belang in
stelde.
Op den Bund, aan den rivieroever
aangekomen, scheen deze hij den
eersten aanblik geheel verlaten,
doch later gemerkten we hier en
daar kleine groepjes Chineezen,
knapen en koelies meerendeels, die
zonder eenig tceken van vreugde of
geestdrift naar het vuurwerk ke
ken. Op hun gelaat stond meer te
genzin dan ingenomenheid te lezen.
Aan den Bund is een park. waar
liet mooie avonden steeds vol is. We
gingen erheen. Het park was bijna
geheel verlaten. Op banken zaten
zaten eenigc Joodsche vluchtelin
gen en in het geheel misschix twee
dozijn Chineezen op wier stugge ge
laatstrekken ook al geen belang
stelling voor het vuurwerk te lezen
stond. In heel niiin leven heb ik
nooit zulk een onlecstelijk vuur
werk bijgewoond.
De Japanners hadden hun merk op het
vuurwerk gedrukt, want grootendeels be
stond het uit vuurpijlen, die zich hoog te
gen den hemel ontplooiden tot chrysanten,
de nationale Japansche bloem.
In het park zaten eenige oudere Chinee
zen in druk gesprek, waaruit ze zich niet
af lieten leiden door vuurpijlen en dc knal
effecten. En voor de millioenen Chineezen
van Shanghai „bestond" dit vuurwerk niet
eens. Zij „negeerden" het volkomen, daar
mede duidelijk te kennen gevend, welke
gevoelens ze koesterden voor de regeering
van Wang-Ching-Wei en zijn vriend is.
Zoo gaf dit vuurwerk millioenen Chinee
zen gelegenheid op passieve wijze te betoo-
gen tegen de regeering te Nanking en voor
de regeering van maarschalk Tsjang-kei-
Tsjek en ik moet erkennen, dat ik zelden
een indrukwekkender betooging heb aan
schouwd. Van Japansch standpunt bezien,
had dit vuurwerk beter achterwege kunnen
blijven. Bemoedigend voor de regeering van
Wang-Ching-Wei was het allerminst.
J. K. BREDERODE.
OL'D-VLAGGESCHIP VAN DE
K.L.M. THANS WAARNEMERS-
SCHOOL BIJ DE BRITSCHE
LUCHTMACHT.
De groote, viermotorige Fokker F 36, de
..Arend", die geruimen tijd het vlaggeschip
der K.L.M.-vloot is geweest, werd vorig jaar
aan Scottish Aviation Ltd. verkocht, welke
maatschappij ook de F 22 „Papegaai" van
de K.L.M. overnam. De andere nog bestaan
de F 22 „Roerdomp", werd door de K.L.M.
aan British American Air Services ver
kocht. welke het vliegtuig na het uitbreken
van den oorlog aan Scottish Aviation Ltd.
overdeed.
Het Britsche luchtvaart-ministerie heeft
nu, naar de Msb. van een Britsche lucht
vaartrelatie vernam, de F 36 reeds gerui
men tijd geleden overgenomen. Men is daar
met dit vliegtuig zoo ingenomen, dat men
betreurt er niet minstens een half dozijn
van te hebben. De oude K.L.M.-verkeersreus
wordt namlcijk intensief gebruikt voor de
opleiding van waarnemers. In den bodem
van den romp zijn vier bomwerp-richtings-
installaties, benevens een aantal driftme
ters ingebouwd en op elke opleidingsvlucht
worden 3U waarnemers tegelijk mee de
lucht ingenomen, dus een geheele klas.
De Engelschcn beschikken ook wei" over
eigen groote vier-motorige verkeersvlieg
tuigen, doch de Fokker F 36 is voor nias-
sa-opleidftig beter gebleken vanwege zijn
grootcr niotor-vennogcn cn bijzonder goe
de vliegeigenschappen.
Het gebruik van den grootcn K.L.M.-
Fokker heeft de Britsche luchtmacht, naar
ons werd verzekerd, in staat gesteld op de
waarnenieisopleiding tot nu toe reeds
250.600 pond sterling te bezuinigen.
ALLES WORDT BIJ DE HAND
GEHOUDEN OM ER TE ALLEN
TIJDE OVER TE KUNNEN BE
SCHIKKEN.
De Egyptische havenstad Alexandrië
dat thans strategisch belangrijker is dan
Malta, bevindt zich in staat van volstrekte
gereedheid.
De kust- en luchtafweerbatterijen zijn
bemand. Er worden minder militaire vluch
ten ondernomen om de machines en man
schappen bij de hand te houden om er te
allen tijde over te kunnen beschikken.
De verloven voor het leger en de politie
zijn stopgezet. De overige voorzorgsmaatre-
Ulvenhout, 2 Mei 1940.
Amico,
De Mei blossemt deur den buiten. Vlinder-
teere blomblaarkes flieren rondomme, lijk
glanzenden confetti, gestrooid in 't stoeigrage
windeke, dat ginnen rust in z'n lijf heeft.
't Splusche windeke, dat daar woelt deur
onzen notenleer, die zoo vol staat mee de kel
ken van open bladknoppen, dat den erf al
getemperd ligt onder 't rusteloos geschaduw
van den jongen notenkroon.
Trui's blommenhoveke ligt daar, even be-
zijen den zongespikkelden schaduw van den
notenleer, in éénen bonten bloei van de teere
tinten van de Mei. Ah! Daar is ze fier op, m'n
goeie wijf, op heur blomhofke.
Stijf, stram als den ouwen dag ook haar
mokt, ze kan 't nie nalaten te hovenieren, op
't stukske grond daar bezijen, dat gaandeweg
Trui's onvervrimdbaren eigendom wierd. Daar
kan hier zelfs Dubbeléén, de kat, van mee
praten, die eens van d'r leven zóódanig bij
den stèèrt uit de blommen is gesleurd, dat ze
de smoor heeft gezien aan alles wat op 'n blom
lijkt. Sinds dieën oogenblik, dat Dubbeléén in
den letterlijksten zin van 't woord ,,in den rug
wierd aangevallen" en den mesthoop opge-
slingerd, Trui doet de dingen nou eenmaal
nie half, sinds dieën historischen oogenblik
in Dubbeléén haar bestaan, wierd hier in den
huis nooit meer gesproken van „de kat haren
stèèrt", maar van „de kat haar handvat".
Neeë, wat dat blommenhofke aangelangt,
heeft de kat gin stripke veur op mij. Want als
ik maar 'ns gebukt sta over de blommekes,
dan bonst Trui tegen de raam aan en roept:
„ge blijft er af, horre!" Of... ze komt kwan
suis naast me staan en zoo is 't me eenen keer
gebeurd, da'k m'n hand naar 'n blom uitste
kend, op onverwachte manier zo'nen steuvi-
gen douw tegen m'n ribben kreeg, da'k van
de been gong en over den erf rolde.
Ja, ze is fier op 'r hoveke. En als ge ooit
'ns hier komt op de stee, ge kunt van den
zomer de grenzen nie wijd over komen, man
ik zeg, als ge ooit vanden zomer 'ns hier
komt en ge wilt 'n goeie beurt maken bij
Trui, bepluim dan heur hoveke. Maarre......
pluk gin blommeke veur oew knoopsgat, want
ge zijt zandruiter veur ik er iets aan kan
doen, amico!
Ze zit op den oogenblik in d'Hoogmis, ter
gelegenheid van O.H. Hemelvaart. En zoo is
deuzen moment mee 'n scherke uitgeknipt
om 'nen brief naar oe weg te schrijven. Den
Eeker is naar den meester toe. 't Is kolossaal
zooals die den Eeker aanpakt, om 'm deur 't
examen te trekken. Van den mergen, als ik
mee de kleine mannen uit de vroege kerk
kwam, stond den meester z'n pijp stoppende,
op 't kerkplein al op ons te wachten.
Lijk 'nen veldwachter, zoo vroeg ie me:
„zeg, Dré, mot hij (toen wees ie op den Eeker)
mot hij vandaag nog iets doen in den hof?"
„Dat motte hum vragen, jonk," zee ik en
ik wees op Dré III.
Vragend keek den meester naar Dré III,
die toen, in alle wèèrdigheid van z'n patroon
schap toestemde mee de woorden: „ge kunt
'm wel krijgen vandaag, meester."
„Zurg dan om negen uur bjj me thuis te
zijn meemee 41 oew boeken," comman
deerde meester den Eeker.
A..alle..allemaal
„Allemaal!"
„Uit den brand is ie," mompelde Dré III,
'nen anderen kant opkijkende, maar we ver
stonden 'm toch alle drie, zoodat 't gesprek
even stropte. Ik kost 't nie verhelpen dat den
lach aan m'nen lever friemelde! Maar daar
kwam den Fielp aan, hoog en breed boven
alle kerkgangers uit en onder den hoogen
hoed vanweuge den bezonderen feestdag. Allee,
gezijt collactant, of ge zijt 't nie! En den
bakker hóudt wel van 'n bietje décorum. En
wij W(j nemen 't hum nie kwalijk, integen
deel! Want den Fielp is zooveul als 't feeste-
lijk-weer-manneke-van-Ulvenhout. Aan zijnen
witten voorschoot, gesteven glanzend jaske
en bolhoed kunde zien dat 't Zaterdagavond
is! Net zoo goed als ge aan .'t vuil worden van
z'nen witte bakkerscostuum kunt gewaar
worden, dat de week alweer flink opschiet.
Gaat ie op 'nen middag blinkend-geschoren,
onder den bolhoed en in colbert, mee 'n groote
sigaar in z'n hoofd over den weg, dan wacht
ons den anderen dag 'n plazierig stuk in de
krant, want dan is er Raadsvergadering! En
daar vliegen de spaanders wel 'ns af. Vooral
als 't teugen den Fielp gaat, want hij is pro
de annexatie van Ginneken aan Breda. Want
kek, ziede, wij Ulvenhouters, wij hooren onder
Ginneken. Da's erg, teugen onzen meug, om
dat onz' eigen gemeente ons bar dwars zit.
Wij kunnen gin feest meer op z'n pooten krij
gen, gin hand of vinger uitsteken ten belange
van Ulvenhout z'n vrimdelingenverkeer! Als
Ginneken nou straks geannexeerd is, dus
Breda wordt, dan komt Ulvenhout op eigen
beenen te staan! Ge verstaat dus, hoe den
Fielp pró de anexatie is.
En hoe ie deus tijen in den Ginnekenschen
raad wordt uitgemokt veur „Landverrajer."
Daarom: als wij hum zoo 'smiddags over
den weg zien gaan. achter z'n groote sigaar,
"dan heben wij al stillekes plazier in de krant
die komen gaat, mee ons raadsver9lag, dat
wemelt van woorden als „agressie", „land-
honger", „verraad", „levensruimte", „ikspreek-
niemetverraders", enz. enz. Jaja, amico, ook
durpsche raadslejen lezen de krant...!
Nou heeft den Fielp, politieken gladjanus
als ie is, 't volgende veurgesteld: nou de ge-
dippeteerden van Brabant èn den minister veur
de hanniksatie zijn, laten we 't verken nou
gelen omvatten de instelling van een z.g.
woestijnwacht, n.I. een keten van eenzame
Egyptische militaire schildwachten, voor
zien van telefoon, dwars over de woestijn
van de westelijke grens van Egypte tot aan
de Nijldelta. Een krachtige voorhoede van
de geallieerde vloot is er gister aangeko
men. Binnenkort xVordt hier een zelfs nog
grootere vlootmacbt verwacht.
DE GEALLIEERDE VLOOT
TE ALEXANDRIE.
Reuters correspondent te Alexandrië
meldt nog, dat de gcallicered vloot, die ter
reede van Alexandrië is aangekomen, be
staat uit slagschepen, kruisers, torpedojagers
Britsche duikbooten en een depotschip.
TEXEL.
MOOI SUCCES.
Op het gehouden bondsconcours van Chr.
Harmonie- en Fanfarecorpsen te W ieringer-
meer, behaalde het corps v an Oosterend
onder leiding van den heer Cor Bremer een
eersten prijs.
JULIANADORP.
OP REIS NAAR TEXEL.
De leden van de C.J.M.V. „Volg Mü" te
Julianadorp. zullen de beide Pinksterdagen
gaan doorbrengen op het eiland Texel,
om daar de bezienswaardigheden in oogen-
schouw te nemen, terwijl de deelnemers
bij de aldaar wonende Bondsvrienden on
derkomen zullen vinden.
OPENLUCHTCONCERT VAN „KUNSTZIN".
Het concert op de muziektent gekeven ter
eere van den verjaardag van H.K.H. Prin
ses Juliana, was niettegenstaande de kou
de avond, toch door heel wat belangstellen
den bezocht, die hun instemming met het
gebodene betuigden. De directeur was
door dienst verhinderd de leiding op zich
te nemen. Het Rood-Wit-Blauw wapperde
van vele woningen.
EEN VOLLEDIGE VERGUNNING.
Zoolang het dorp bestaat, heeft geen en
kele der bestaande en reeds verdwenen
café's alhier een vergunning bezeten, om
bij de maat, per glas of hoe dan ook, gc
distilleerd te mogen verkoopen. De heer
A. Doorn heeft voor zijn café „Prins Hen
drik" een „Volledige vergunning" gekre
gen, zoodat degenen, die van een hartver-
sterkertje honden, dit nu aldaar naar de
eischen des tijds geserveerd, kunnen beko
men.
WIERINGEN.
WINKELSLUITING.
Gedurende het tijdvak van 1 Juni15
September zal het in deze gemeente geoor
loofd zijn on Zondag van 12 tot 8 uur des
n.m. een winkel voor het publiek geopend
te hebben, waar uitsluitend of in hoofd
zaak ten verkoop in voorraad zijn: visch,
fruit, brood, koek, banket, suikerwerk cho
colade ai dan niet tezamen met consump
tieijs of tabaksartikelcn. Gedurende de zo
mertijd zuilen do winkels op de eerste vijf
werkdagen der week tot n.m. 9 uur ge
opend mogen zijn.
BREEZAND
NAAR DE BOLLEN
Zijn er a! bloeiende bollen in Breezand
en loont het de moeite er een tocht heen
te maken werd ons van verschillende zij
den gevraagd en, daar we er mischien
meerdere lezers mee gerieven, willen we
proberen er in onze krant maar even ant
woord op te geven.
Met de eerste vraag zijn we gauw klaar.
Ja, de bollen bloeien 1 De narcissen volop,
de hyacinthen mengen hun kleuren tus-
schen over hecrschende geel van de eer
sten en de vroegste tulpen beginnen te ont
luiken.
Maar nu de tweede vraag: Loont een be
zoek de moeite
We zijn niet uit hetzelfde hout gesneden
als sommigen correspondenten van de z.g.
„groote pers", die zoo tegen den Zondag
kolommen vol schrijven over alles wat den
bezoekers van de bollenvelden te wachten
staat en dan kalmweg in het Maandagoch
tendblad constateeren. dat het met de bol
len toch eigenlijk nog niet je „dat" was.
En daarem_ wijzen we er allereerst op,
dat de bollenstreek in Breezand heel sterk
is ingekrompen. Wie vroeger Breezand in
den bollentijd bezocht en nu z'n bezoek h«v
haalt, za! dat terstond merken. En, vraagt
ge nu weer: „Loont het dan nog wel de
moeite", dan antwoorden we„Dat hangt
geheel van uzelf af. lezer!" De één geniet
van een klein, afgeplukt boempje en wordt
in verrukking gebracht door de kleuren
weelde van één enkel veld, een ander vindt
duizend aaneen gelegen bloeiende velden
eigcnliik nog maar zoo, zoo.
Onze bollenvelden liggen thans minder
aaneengesloten dan vroeger en zijn minder
in aantal, zeiden we reeds, maar als ge
werkelijk een minnaar zijt van Flora's kin
deren. oog hebt voor de mooie kleuren in
het prille voorjaarslicht, dan zeggen we:
bezoekt Breezand, als 't kan op een zonni-
gen dag en geniet met een zonnig humeur
niet alleen van de bollen, maar van alles
wat in onze wijde vraten te genieten valt.
Het waait hier wel er*s een beetje, maar
onze wegen ziin goed. Gij.Helderschen. ver
geet niet, zoodra ge over de vlotbrug bij
de Kooy ziit gekomen en even de bocht om
gegaan^ direct rechts af en omlaag den
Polder in te rijden of te stappen. En allen,
ook die uit Zuid en Oost komen en langs
Molenvaart en Zandvaart Breezand berei
ken. zullen op bun weg reeds langs mooie
velden en veldjes komen. Breezand's cen
trum is daar. waar de nieuwe openbare
vermoeiden een rustig zitje biedt. Vandaar
school gebouwd wordt en café Borst den
uit kunt ge verschillende wegen inslaan,
maar vergeet niet even naar den spoordijk
te gaan, naar de oude halte-plaats, en even
rondom te zien. Het is altijd één van de
mooiste plekies.
De menschen zijn hier heel welwillend.
Vraagt eens, of ge eens even tusschen de
bloembedden moogt dwalen. Maar vraagt
het 1 En blijft anders op den weg in
ieder geval met uw handen van de bollen
at. Ge kunt zoo gauw veel beder en en
dat kan nu, nu de kweekers toch al zoo'n
slechten tijd doormaken, heelemaal niet
lijden.
LOOP DER BEVOLKING.
Ingekomen: J. Molenaar van Doorn,
Amersfoortscheweg 33, K. Schut en gezin v.
Emmen, N. Weerd, Meijersmarke 5; Mei.
V. Thurner uit Duitschland: H. van der
Tuin en gezin van Opsterland, Urcterp 450;
P. Kranenburg van Velsen, Dirk Hartog-
straat 2; A. W. Ilettema, van Alkmaar,
Oudegracht 291d; Mej. I van der Vaart van
Wieringerwaard, Zijperweg A 168; J. Veen-
stra en gezin van Steenwijk, Aastraat 6;
H. Sanders en gezin van Den Helder, Ja-
cab v. d. Veerstraat 20; G. d, Veer-Borst
van Barsingerhorn D 44; G. de Leeuw van
Haarlem, Acaciastraat 62; P. Koster van
Hoorn, Keern 33.
Vertrokken: Mei. G. Haverkorn naar Nig-
tevecht; E. Leliveld naar Nigtevecht, Dorp
straat 105; E. P. de Brouwer naar Axel;
L. van den Berg naar Engeland, Londen,
48a Hawlev Road; W. C. Tijsen cn gezin
naar Wieringermeer, Oostcrtcrpweg L 36;
A. N. KaijHoogschagen naar Wieringer
waard A 109; P. Keppel naar Wieringer
meer, Klieverweg F 23.
BURGERLIJKE STAND.
Geboren: Marie, dochter van J. Stins en
G. T. Mereboer; Maria Cornelia, dochter v.
Jac. N. Steenvoorden en Jac. Schouten
Diéuwertje AntTionïa, dochter v. A. Blaauw
en M. Blok.
Ondertrouwd: J. S. Post en C. C. van
IJzendoorn: Joh. Brands en M. J. Landman.
Getrouwd: Joh. W. Verbruggen eif C. G.
Ruitenburg; C. Kaij en A N. Hoogschagen.
Overleden: F. Jeninga, oud 81 jaar; P. v.
Kampen, oud 60 jaar.
BROEK OP LANGENDIJK, 4 Mei.
Aanvoer: 1200 Kg. uien 1.50—1.80, grove
1.80—1.90, 4600 Kg. kroten 1.40, 2800 Kg.
roode kool 9.209.50, 26700 Kg. D. witte
kool 5.305.60, 13 st. bloemkool 19.8020.10,
100 Kg. witlof 5.40, 100 Kg. prei 3.10.
NOORDSCHARWOUDE, 4 Mei.
Eigenheimers 1.60, bi. dito 1.40—2.20, uien
1.70—2.10, grove 1.902.30, roode kool 9.10
—9.70, witte kool 5405.S0, gele kool 6.60—
7.10, witlof 5.20—5.30
ALKMAAR, 3 Mei.
Kaasmarkt. Aangevoerd: 27 stapels,
zijnde 87.000 Kg., Fabriekskaas kleine f 19,
Boerenkaas kleine 18.50. Handel matig.
zóó hin de kuip zien te doen, mijne eeren, dat
Ginneken nie haan Breda, maar Breda haan
Ginneken wordt gehannikseerd. Eel 't geval
noemen we dan 'Breda en van 't Ginnekensche
raad-uis maken we 'nen cinema hof zoo hiets,
want aan deus publieke vermakelijkheid zijn
we hin den loop der jaren te veul gewend ge
rokt! Iedereen geeft dan z'nen zin, mijne
eeren! D'n Minister, honzen Gouverneur van
den Bosch, de Gedippeteerden, eel Hulveout,
eel de weareld kortom!"
„Maar Ginneken is dan toch van de kaart
af, koei!" riep 'nen edelachtbaren collega!
„Zekers," zee den Fielp: „Ginneken his dan
geprommeveerd tot stad Breda!"
Amico, ge hoeft nie te vragen wat er toén
allemaal is komen luien
Maar ik wil maar zeggen: aan den Fielp
z'nen „uitmonstering" kunnen wij zien wat
'r veur ons, veur Ulvenhout, veur de kerk aan
de hand is! Hij is ons feestelijk weermanneke.
Daar kwam ie dan aan, hooggehoeid, sjuust
als ik 'nen afleier noodig had. Want Dré III
stond daar nou wel mee 'n zuur gezicht te
kijken, maar ik zat mee z'n gebromde opmer
king toch knap in 't wèèrgaren! Teugenover
den meester! Die op den oogenblik wel 'n
bietje al te ijverig is, maar mee den Eeker
toch 't allerbeste veur heeft!
„Ah..., den Dré!" groette den Fielp:
„zoozoo... den meester!"
Ook den Jaan kwam afgezet, mee den
Blaauwe, ge wit, de twee opa's! Ze waren wat
aan den seerjeuzen kant. „Fielp," zee den
Jaan: „ge zult vandaag of mergen op Notse
weer muisjes motten leveren, jonk. Bij ons
kinders!" En den Jaan wees van z'n eigen naar
den Blaauwe, vice versa
„Wéét ik." zee den Fielp strak.
„Wéét ik?" vroeg den Jaan.
„Hallicht. 'k Breng toch m'n brood bij jouw
Mieneke? Ge verslet me toch nie veur 'nen
blind-aas, oop 'k?"
De twee kleine mannen en den meester wa
ren ondertusschen ongeknapt. Want toen de
propclub zoo ineens bij malkaar was, toen
nouja. dan hoort daar ginmensch anders meer
bij- Zoo is dat ,mee 'n club die veertig jaren
bestaat...! Eh..., gij denkt toch zekers ook
niet, dat ge alles van ons wit...?
Afijn, als we daar op 't kerkplein nog wat
stonden te klasjeneeren en d'eerste Zondags
sigaren den Meihemel in te blazen, dan kwam
ons pastoorke 'ns zien. En achteraf, begrepen
we, kwam ie bedanken veur de blommen.
Ochja, zoo is ie. Wat g'aan Onslievrouwke
doet, dat doet ge aan hum!
En zoo ben 'k dan eindelijk veromgekomen
op de bedoeling van deuzen brief, op de Mei
maand.
Maand van Onslievrouwke!
Op den oogenblik zweeft ze, op 'nen wolk
van blommendons, overgoten mee den tintel
van gouwen keersenlicht, daar in ons kerkske,
waar den bloei van Mei al gekropen is over de
trejen van d'altaren, naar den zoom van Heu-
ren blaauwen mantel.
'Nen schuim van rhododendrum, van hor
tensia, van violen heben we gebrocht aan
Heur voetekes. En deur heel deuzen bonten
kleurenboekee slingeren de sprankels van wel
duuzend rozenhoeikes, alles gegroeid en ge
bloeid in den eerde en in de harten van Ulven
hout.
Ja- of 't Mei is. Hard was den winter.
Somber zijn de tijen. Maar uit 't „dooiste"
hout is de bloei weer gebroken. Maar in den
geurenden blommenwolk van daarsjuust leeft
weer goeie hoop, opgehangen aan de rozen
hoeikes, die tusschen den blommenschuim ver
scholen zijn...!
Hier in den huis staat 'nen zonnigen rust,
gelijk den fonkel In m'n barnsteenen pijp.
t IJle windeke kroezelt koel in m'n wollen
sokken, hier onder de tafel.
Nen gezegenden Meidag, deuzen Dag van
s Heeren Hemelvaart.
Nen dag als 'nen blossemtak zoo schoon,
zoo vlokkend van wit blommenschuim, zgo
rein, da k 'm alleen aanraken wil mee 't licht
van m'n oogen.
Nen dag ljjk 'nen blossemtak, waarop de
zon gesprenkeldligt als peerlenden daauw.
Nen blommentak van den Meimaandboom,
zoo is deuzen dag. waarvan den zoeten blos-
semgeur wordt weggedragen op 't ragdunne
windeke. dat deur den buiten fliert.
En over alles blankt den klèèren dag van
deuzen Hemelvaart in 'n schoonheid die 'k
mee deus groffe potlood nie benaderen kan.
En daarom amico:
Veul groeten van Trui, Dré III, den
Eeker, en als altij gin horke minder van oewen
t.a.v.
DRfi-