Alexandrië Brabantsche indrukwekkende betooging van Dré als volkomen gereed De Fokker F 36 De Marktberichten Dc Chinees is verzot op vuurwerk maar blijft weg als de Japanner het ontsteekt Egyptische voorzorgsmaatregelen ~N Shanghai. In April Met veel lawaai, talrijke feestmaaltijden •n toespraken is enkele dagen geleden de nieuwe Chineesche regeering te Nanking uitgeroepen, een regeering. die niet anders is te beschouwen dan als een werktuig der Japanners. Tc Chunking, meer naar het westen en honderden kilometers buiten het bereik van het Japansche marinegeschut, zetelt echter nog steeds de nationale Chi neesche regeering, waarvan maarschalk Tsjan-kei-Tsjek de ziel is. En bovendien heerscht te Peking nog een andere voor- ioonige Chineesche regeering, die eveneens onder beschreming staat van 't Japansche leger of ten minste van een deel van het Japansche leger en niet van plan schijnt voor de nieuwe regeering te Nanking het veld te ruimen. Dit houdt vermoedelijk ver bad met oneenigheid onder de Japansche generaals, waarvan sommigen het niet eens zijn met de vorming van de nieuwe regeering te Nanking, 't Japansche leger in China verkeert namelijk in 'n voortdurende toestand van muiterij onder de hoogere ran ren. Het Japansche leger in China gehoor zaamt niet steeds aan de Japansche regee ring te Tokio en de dus feitelijk herhaal delijk „muitende" generaals zijn niet steeds eensgezind. Het noordelijke Japansche leger in China, het Japansche leger van Gene- traal-China en het in Zuid-China opereeren- de Japansche leger volgen, onafhankelijk van elkander, soms een zeer verschillende politiek, een toestand, die voor Europessche hersenen onbegrijpelijk is. Het hoofd der regeering te Nanking is Wang-Ching-Wei, een vroegere medewer ker van maarschalk Tsjang-kei-Tsjek, een „deserteur" die samen ging werken met de invallers, dc Japanners. Tot voor enkele weken schenen de aan hangers der nationale Chineesche regeering hem daarom nog niet te beschouwen als een verrader. Het maakte herhaaldelijk den indruk, dat Wang-Ching-Wei het met zijn Japansche vriendschap niet ernstig meende en hij, waar hij kon, de Japanners nog min of meer tegenwerkte. Korten tijd gele den had ik een gesprek met een Chinees sdien advocaat, een overtuigend aanhanger der nationale regeering en deze zeide me: „Als een landverrader kan ik Wang-Ching- Wei niet beschouwen". Een nadere verkla ring gaf hij me echter niet. Na de uitroeping van de Chineesche, on der Japanschen invloed staande regeering te Nanking' is dit echter anders geworden en op den dag der uitroeping hadden te Shang liai drie moordaanslagen plaats: één op een aanhanger der nationale regeering en twee op de aanhangers van Wang-Ching- Wei en zijn regeering gehouden en werd grootsche betoogingen voor Wang-Ching- Wai en zijn regeering gehouden en werd hij door de nationale Chineesche regeering tot een landverrader verklaard. In die betoogingen te Nanking, onder het oog der Japansche bezettingstroepen, kón men niet veel vertrouwen hebben. Vermoe delijk waren de betoogingen georganiseerd dezelfde wijze, waarop nog kort geleden in China de anti-Engelsche betoogingen wér den georganiseerd. Duizenden kocli's wer den door de Japanners tezamen geroepen om aan die betoogingen deel 1c nemen. Zij kregen hiervoor een rijstmaaltijd en tien (Chineesche) cents. Maar ook Chineczen uit de betere klasse namen aan deze bct.oogin- gen deel. Groote Chineesche kantoren en magazijnen kregen van, de Japanners niedc- deeling, dat een zeker aantal van hun per soneel aan die betoogingen moest deelnemen daar anders hun zaken zouden worden ge sloten. Aan deze deelnemers werd 'n kaar tje verstrekt, dat later aan controle-ambte naren der Japanners moest worden ver toond: Chineezen, die bij die bètoogingen allerlei leuzen moesten uitroepen, kregen een bijzondere betaling. Op dergelijke wijze zouden ook de betoogingen te Nanking voor Wang-Ching-Wai en zijn regeering zijn ge- oi'gaisecrd, vermoédde ik. Maar hoe waren i werkelijkheid de gevoelens der Chinee zen tegenover die nieuwe gevormde, onder Japansche invloed staande regeering te Nanking? vroeg ik me af. Toen kwamen de Japanners me te hulp. D' n hun ongevraagde medewerking ver kreeg ik dp inlichting, die ik begeerde. Den dag, dat de nieuwe regeering te Nan king zou worden uitgeroepen, hadden de - in de internationale nr'nrzet- ting en in de Fransche concessie te Shang hai de uitgebreidste maatregelen genomen ten einde alle mogelijke hetoogingen voor of tegen-de nieuwe regeering onmiddellijk te kunnen onderdrukken. Zwaar gewapende patrouilles gingen door de straten evenals gepantserde automobie len voorzien van mitrailleurs. De nationaal gezinde studenten te Shang hai hadden eerst het voornemen gehad dien dag te staken, doch dit werd door de nieu we regeering te Nanking onmogelijk ge maakt, daar deze een vriien dag voor alle inrichtingen van onderwijs voorschreef. Wa re aus de studenten te Shanghai tot een staking overgegaan, dan had dit kunnen worden opgevat als een bewijs van instem ming met de nieuwe regeering. Toen werd hekend gemaakt, dat ter eere d< nieuwe regeering in het door de Japan- nere hezPtte gebied aan de overziide der Whangpoe, de rivier waaraan Shanehai ligt zou kunnen worden eezien van af de Bund. een vuurwerk zou worden afgestoken, op den breeden boulevard van Shanghai, welke langs den' rivieroever loopt. De Chineezen zijn over het algemeen verzot op vuurwerk, dus verwachtte ik daar op den avond van het vuurwerk een enorm publiek uit de millioenenstad Shanghai. Ik ging er heen tezamen met een Neder- landschen vriend, die vrij goed Chineesch spreekt. We namen een der vele autobus sen. die naar den Bund rijden en tegen onze verwachting was die autobus zoo jroed als leeg. Aangezien wc iets te laat op weg waren gegaan was het vuurwerk reeds begonnen toen we nog in de autobus zaten. Boven de huizen stegen tegen den nachthemel vuur pijlen op en mijn vriend, die zich van den domme hield, vroeg een tegenover ons zit- tenden Chinees, wat dit vuurwerk beduidde. Met een on-Chineesche onvriendelijkheid gaf de man ten antwoord, dat hij het niet wist en dat hij er ook geen belang in stelde. Op den Bund, aan den rivieroever aangekomen, scheen deze hij den eersten aanblik geheel verlaten, doch later gemerkten we hier en daar kleine groepjes Chineezen, knapen en koelies meerendeels, die zonder eenig tceken van vreugde of geestdrift naar het vuurwerk ke ken. Op hun gelaat stond meer te genzin dan ingenomenheid te lezen. Aan den Bund is een park. waar liet mooie avonden steeds vol is. We gingen erheen. Het park was bijna geheel verlaten. Op banken zaten zaten eenigc Joodsche vluchtelin gen en in het geheel misschix twee dozijn Chineezen op wier stugge ge laatstrekken ook al geen belang stelling voor het vuurwerk te lezen stond. In heel niiin leven heb ik nooit zulk een onlecstelijk vuur werk bijgewoond. De Japanners hadden hun merk op het vuurwerk gedrukt, want grootendeels be stond het uit vuurpijlen, die zich hoog te gen den hemel ontplooiden tot chrysanten, de nationale Japansche bloem. In het park zaten eenige oudere Chinee zen in druk gesprek, waaruit ze zich niet af lieten leiden door vuurpijlen en dc knal effecten. En voor de millioenen Chineezen van Shanghai „bestond" dit vuurwerk niet eens. Zij „negeerden" het volkomen, daar mede duidelijk te kennen gevend, welke gevoelens ze koesterden voor de regeering van Wang-Ching-Wei en zijn vriend is. Zoo gaf dit vuurwerk millioenen Chinee zen gelegenheid op passieve wijze te betoo- gen tegen de regeering te Nanking en voor de regeering van maarschalk Tsjang-kei- Tsjek en ik moet erkennen, dat ik zelden een indrukwekkender betooging heb aan schouwd. Van Japansch standpunt bezien, had dit vuurwerk beter achterwege kunnen blijven. Bemoedigend voor de regeering van Wang-Ching-Wei was het allerminst. J. K. BREDERODE. OL'D-VLAGGESCHIP VAN DE K.L.M. THANS WAARNEMERS- SCHOOL BIJ DE BRITSCHE LUCHTMACHT. De groote, viermotorige Fokker F 36, de ..Arend", die geruimen tijd het vlaggeschip der K.L.M.-vloot is geweest, werd vorig jaar aan Scottish Aviation Ltd. verkocht, welke maatschappij ook de F 22 „Papegaai" van de K.L.M. overnam. De andere nog bestaan de F 22 „Roerdomp", werd door de K.L.M. aan British American Air Services ver kocht. welke het vliegtuig na het uitbreken van den oorlog aan Scottish Aviation Ltd. overdeed. Het Britsche luchtvaart-ministerie heeft nu, naar de Msb. van een Britsche lucht vaartrelatie vernam, de F 36 reeds gerui men tijd geleden overgenomen. Men is daar met dit vliegtuig zoo ingenomen, dat men betreurt er niet minstens een half dozijn van te hebben. De oude K.L.M.-verkeersreus wordt namlcijk intensief gebruikt voor de opleiding van waarnemers. In den bodem van den romp zijn vier bomwerp-richtings- installaties, benevens een aantal driftme ters ingebouwd en op elke opleidingsvlucht worden 3U waarnemers tegelijk mee de lucht ingenomen, dus een geheele klas. De Engelschcn beschikken ook wei" over eigen groote vier-motorige verkeersvlieg tuigen, doch de Fokker F 36 is voor nias- sa-opleidftig beter gebleken vanwege zijn grootcr niotor-vennogcn cn bijzonder goe de vliegeigenschappen. Het gebruik van den grootcn K.L.M.- Fokker heeft de Britsche luchtmacht, naar ons werd verzekerd, in staat gesteld op de waarnenieisopleiding tot nu toe reeds 250.600 pond sterling te bezuinigen. ALLES WORDT BIJ DE HAND GEHOUDEN OM ER TE ALLEN TIJDE OVER TE KUNNEN BE SCHIKKEN. De Egyptische havenstad Alexandrië dat thans strategisch belangrijker is dan Malta, bevindt zich in staat van volstrekte gereedheid. De kust- en luchtafweerbatterijen zijn bemand. Er worden minder militaire vluch ten ondernomen om de machines en man schappen bij de hand te houden om er te allen tijde over te kunnen beschikken. De verloven voor het leger en de politie zijn stopgezet. De overige voorzorgsmaatre- Ulvenhout, 2 Mei 1940. Amico, De Mei blossemt deur den buiten. Vlinder- teere blomblaarkes flieren rondomme, lijk glanzenden confetti, gestrooid in 't stoeigrage windeke, dat ginnen rust in z'n lijf heeft. 't Splusche windeke, dat daar woelt deur onzen notenleer, die zoo vol staat mee de kel ken van open bladknoppen, dat den erf al getemperd ligt onder 't rusteloos geschaduw van den jongen notenkroon. Trui's blommenhoveke ligt daar, even be- zijen den zongespikkelden schaduw van den notenleer, in éénen bonten bloei van de teere tinten van de Mei. Ah! Daar is ze fier op, m'n goeie wijf, op heur blomhofke. Stijf, stram als den ouwen dag ook haar mokt, ze kan 't nie nalaten te hovenieren, op 't stukske grond daar bezijen, dat gaandeweg Trui's onvervrimdbaren eigendom wierd. Daar kan hier zelfs Dubbeléén, de kat, van mee praten, die eens van d'r leven zóódanig bij den stèèrt uit de blommen is gesleurd, dat ze de smoor heeft gezien aan alles wat op 'n blom lijkt. Sinds dieën oogenblik, dat Dubbeléén in den letterlijksten zin van 't woord ,,in den rug wierd aangevallen" en den mesthoop opge- slingerd, Trui doet de dingen nou eenmaal nie half, sinds dieën historischen oogenblik in Dubbeléén haar bestaan, wierd hier in den huis nooit meer gesproken van „de kat haren stèèrt", maar van „de kat haar handvat". Neeë, wat dat blommenhofke aangelangt, heeft de kat gin stripke veur op mij. Want als ik maar 'ns gebukt sta over de blommekes, dan bonst Trui tegen de raam aan en roept: „ge blijft er af, horre!" Of... ze komt kwan suis naast me staan en zoo is 't me eenen keer gebeurd, da'k m'n hand naar 'n blom uitste kend, op onverwachte manier zo'nen steuvi- gen douw tegen m'n ribben kreeg, da'k van de been gong en over den erf rolde. Ja, ze is fier op 'r hoveke. En als ge ooit 'ns hier komt op de stee, ge kunt van den zomer de grenzen nie wijd over komen, man ik zeg, als ge ooit vanden zomer 'ns hier komt en ge wilt 'n goeie beurt maken bij Trui, bepluim dan heur hoveke. Maarre...... pluk gin blommeke veur oew knoopsgat, want ge zijt zandruiter veur ik er iets aan kan doen, amico! Ze zit op den oogenblik in d'Hoogmis, ter gelegenheid van O.H. Hemelvaart. En zoo is deuzen moment mee 'n scherke uitgeknipt om 'nen brief naar oe weg te schrijven. Den Eeker is naar den meester toe. 't Is kolossaal zooals die den Eeker aanpakt, om 'm deur 't examen te trekken. Van den mergen, als ik mee de kleine mannen uit de vroege kerk kwam, stond den meester z'n pijp stoppende, op 't kerkplein al op ons te wachten. Lijk 'nen veldwachter, zoo vroeg ie me: „zeg, Dré, mot hij (toen wees ie op den Eeker) mot hij vandaag nog iets doen in den hof?" „Dat motte hum vragen, jonk," zee ik en ik wees op Dré III. Vragend keek den meester naar Dré III, die toen, in alle wèèrdigheid van z'n patroon schap toestemde mee de woorden: „ge kunt 'm wel krijgen vandaag, meester." „Zurg dan om negen uur bjj me thuis te zijn meemee 41 oew boeken," comman deerde meester den Eeker. A..alle..allemaal „Allemaal!" „Uit den brand is ie," mompelde Dré III, 'nen anderen kant opkijkende, maar we ver stonden 'm toch alle drie, zoodat 't gesprek even stropte. Ik kost 't nie verhelpen dat den lach aan m'nen lever friemelde! Maar daar kwam den Fielp aan, hoog en breed boven alle kerkgangers uit en onder den hoogen hoed vanweuge den bezonderen feestdag. Allee, gezijt collactant, of ge zijt 't nie! En den bakker hóudt wel van 'n bietje décorum. En wij W(j nemen 't hum nie kwalijk, integen deel! Want den Fielp is zooveul als 't feeste- lijk-weer-manneke-van-Ulvenhout. Aan zijnen witten voorschoot, gesteven glanzend jaske en bolhoed kunde zien dat 't Zaterdagavond is! Net zoo goed als ge aan .'t vuil worden van z'nen witte bakkerscostuum kunt gewaar worden, dat de week alweer flink opschiet. Gaat ie op 'nen middag blinkend-geschoren, onder den bolhoed en in colbert, mee 'n groote sigaar in z'n hoofd over den weg, dan wacht ons den anderen dag 'n plazierig stuk in de krant, want dan is er Raadsvergadering! En daar vliegen de spaanders wel 'ns af. Vooral als 't teugen den Fielp gaat, want hij is pro de annexatie van Ginneken aan Breda. Want kek, ziede, wij Ulvenhouters, wij hooren onder Ginneken. Da's erg, teugen onzen meug, om dat onz' eigen gemeente ons bar dwars zit. Wij kunnen gin feest meer op z'n pooten krij gen, gin hand of vinger uitsteken ten belange van Ulvenhout z'n vrimdelingenverkeer! Als Ginneken nou straks geannexeerd is, dus Breda wordt, dan komt Ulvenhout op eigen beenen te staan! Ge verstaat dus, hoe den Fielp pró de anexatie is. En hoe ie deus tijen in den Ginnekenschen raad wordt uitgemokt veur „Landverrajer." Daarom: als wij hum zoo 'smiddags over den weg zien gaan. achter z'n groote sigaar, "dan heben wij al stillekes plazier in de krant die komen gaat, mee ons raadsver9lag, dat wemelt van woorden als „agressie", „land- honger", „verraad", „levensruimte", „ikspreek- niemetverraders", enz. enz. Jaja, amico, ook durpsche raadslejen lezen de krant...! Nou heeft den Fielp, politieken gladjanus als ie is, 't volgende veurgesteld: nou de ge- dippeteerden van Brabant èn den minister veur de hanniksatie zijn, laten we 't verken nou gelen omvatten de instelling van een z.g. woestijnwacht, n.I. een keten van eenzame Egyptische militaire schildwachten, voor zien van telefoon, dwars over de woestijn van de westelijke grens van Egypte tot aan de Nijldelta. Een krachtige voorhoede van de geallieerde vloot is er gister aangeko men. Binnenkort xVordt hier een zelfs nog grootere vlootmacbt verwacht. DE GEALLIEERDE VLOOT TE ALEXANDRIE. Reuters correspondent te Alexandrië meldt nog, dat de gcallicered vloot, die ter reede van Alexandrië is aangekomen, be staat uit slagschepen, kruisers, torpedojagers Britsche duikbooten en een depotschip. TEXEL. MOOI SUCCES. Op het gehouden bondsconcours van Chr. Harmonie- en Fanfarecorpsen te W ieringer- meer, behaalde het corps v an Oosterend onder leiding van den heer Cor Bremer een eersten prijs. JULIANADORP. OP REIS NAAR TEXEL. De leden van de C.J.M.V. „Volg Mü" te Julianadorp. zullen de beide Pinksterdagen gaan doorbrengen op het eiland Texel, om daar de bezienswaardigheden in oogen- schouw te nemen, terwijl de deelnemers bij de aldaar wonende Bondsvrienden on derkomen zullen vinden. OPENLUCHTCONCERT VAN „KUNSTZIN". Het concert op de muziektent gekeven ter eere van den verjaardag van H.K.H. Prin ses Juliana, was niettegenstaande de kou de avond, toch door heel wat belangstellen den bezocht, die hun instemming met het gebodene betuigden. De directeur was door dienst verhinderd de leiding op zich te nemen. Het Rood-Wit-Blauw wapperde van vele woningen. EEN VOLLEDIGE VERGUNNING. Zoolang het dorp bestaat, heeft geen en kele der bestaande en reeds verdwenen café's alhier een vergunning bezeten, om bij de maat, per glas of hoe dan ook, gc distilleerd te mogen verkoopen. De heer A. Doorn heeft voor zijn café „Prins Hen drik" een „Volledige vergunning" gekre gen, zoodat degenen, die van een hartver- sterkertje honden, dit nu aldaar naar de eischen des tijds geserveerd, kunnen beko men. WIERINGEN. WINKELSLUITING. Gedurende het tijdvak van 1 Juni15 September zal het in deze gemeente geoor loofd zijn on Zondag van 12 tot 8 uur des n.m. een winkel voor het publiek geopend te hebben, waar uitsluitend of in hoofd zaak ten verkoop in voorraad zijn: visch, fruit, brood, koek, banket, suikerwerk cho colade ai dan niet tezamen met consump tieijs of tabaksartikelcn. Gedurende de zo mertijd zuilen do winkels op de eerste vijf werkdagen der week tot n.m. 9 uur ge opend mogen zijn. BREEZAND NAAR DE BOLLEN Zijn er a! bloeiende bollen in Breezand en loont het de moeite er een tocht heen te maken werd ons van verschillende zij den gevraagd en, daar we er mischien meerdere lezers mee gerieven, willen we proberen er in onze krant maar even ant woord op te geven. Met de eerste vraag zijn we gauw klaar. Ja, de bollen bloeien 1 De narcissen volop, de hyacinthen mengen hun kleuren tus- schen over hecrschende geel van de eer sten en de vroegste tulpen beginnen te ont luiken. Maar nu de tweede vraag: Loont een be zoek de moeite We zijn niet uit hetzelfde hout gesneden als sommigen correspondenten van de z.g. „groote pers", die zoo tegen den Zondag kolommen vol schrijven over alles wat den bezoekers van de bollenvelden te wachten staat en dan kalmweg in het Maandagoch tendblad constateeren. dat het met de bol len toch eigenlijk nog niet je „dat" was. En daarem_ wijzen we er allereerst op, dat de bollenstreek in Breezand heel sterk is ingekrompen. Wie vroeger Breezand in den bollentijd bezocht en nu z'n bezoek h«v haalt, za! dat terstond merken. En, vraagt ge nu weer: „Loont het dan nog wel de moeite", dan antwoorden we„Dat hangt geheel van uzelf af. lezer!" De één geniet van een klein, afgeplukt boempje en wordt in verrukking gebracht door de kleuren weelde van één enkel veld, een ander vindt duizend aaneen gelegen bloeiende velden eigcnliik nog maar zoo, zoo. Onze bollenvelden liggen thans minder aaneengesloten dan vroeger en zijn minder in aantal, zeiden we reeds, maar als ge werkelijk een minnaar zijt van Flora's kin deren. oog hebt voor de mooie kleuren in het prille voorjaarslicht, dan zeggen we: bezoekt Breezand, als 't kan op een zonni- gen dag en geniet met een zonnig humeur niet alleen van de bollen, maar van alles wat in onze wijde vraten te genieten valt. Het waait hier wel er*s een beetje, maar onze wegen ziin goed. Gij.Helderschen. ver geet niet, zoodra ge over de vlotbrug bij de Kooy ziit gekomen en even de bocht om gegaan^ direct rechts af en omlaag den Polder in te rijden of te stappen. En allen, ook die uit Zuid en Oost komen en langs Molenvaart en Zandvaart Breezand berei ken. zullen op bun weg reeds langs mooie velden en veldjes komen. Breezand's cen trum is daar. waar de nieuwe openbare vermoeiden een rustig zitje biedt. Vandaar school gebouwd wordt en café Borst den uit kunt ge verschillende wegen inslaan, maar vergeet niet even naar den spoordijk te gaan, naar de oude halte-plaats, en even rondom te zien. Het is altijd één van de mooiste plekies. De menschen zijn hier heel welwillend. Vraagt eens, of ge eens even tusschen de bloembedden moogt dwalen. Maar vraagt het 1 En blijft anders op den weg in ieder geval met uw handen van de bollen at. Ge kunt zoo gauw veel beder en en dat kan nu, nu de kweekers toch al zoo'n slechten tijd doormaken, heelemaal niet lijden. LOOP DER BEVOLKING. Ingekomen: J. Molenaar van Doorn, Amersfoortscheweg 33, K. Schut en gezin v. Emmen, N. Weerd, Meijersmarke 5; Mei. V. Thurner uit Duitschland: H. van der Tuin en gezin van Opsterland, Urcterp 450; P. Kranenburg van Velsen, Dirk Hartog- straat 2; A. W. Ilettema, van Alkmaar, Oudegracht 291d; Mej. I van der Vaart van Wieringerwaard, Zijperweg A 168; J. Veen- stra en gezin van Steenwijk, Aastraat 6; H. Sanders en gezin van Den Helder, Ja- cab v. d. Veerstraat 20; G. d, Veer-Borst van Barsingerhorn D 44; G. de Leeuw van Haarlem, Acaciastraat 62; P. Koster van Hoorn, Keern 33. Vertrokken: Mei. G. Haverkorn naar Nig- tevecht; E. Leliveld naar Nigtevecht, Dorp straat 105; E. P. de Brouwer naar Axel; L. van den Berg naar Engeland, Londen, 48a Hawlev Road; W. C. Tijsen cn gezin naar Wieringermeer, Oostcrtcrpweg L 36; A. N. KaijHoogschagen naar Wieringer waard A 109; P. Keppel naar Wieringer meer, Klieverweg F 23. BURGERLIJKE STAND. Geboren: Marie, dochter van J. Stins en G. T. Mereboer; Maria Cornelia, dochter v. Jac. N. Steenvoorden en Jac. Schouten Diéuwertje AntTionïa, dochter v. A. Blaauw en M. Blok. Ondertrouwd: J. S. Post en C. C. van IJzendoorn: Joh. Brands en M. J. Landman. Getrouwd: Joh. W. Verbruggen eif C. G. Ruitenburg; C. Kaij en A N. Hoogschagen. Overleden: F. Jeninga, oud 81 jaar; P. v. Kampen, oud 60 jaar. BROEK OP LANGENDIJK, 4 Mei. Aanvoer: 1200 Kg. uien 1.50—1.80, grove 1.80—1.90, 4600 Kg. kroten 1.40, 2800 Kg. roode kool 9.209.50, 26700 Kg. D. witte kool 5.305.60, 13 st. bloemkool 19.8020.10, 100 Kg. witlof 5.40, 100 Kg. prei 3.10. NOORDSCHARWOUDE, 4 Mei. Eigenheimers 1.60, bi. dito 1.40—2.20, uien 1.70—2.10, grove 1.902.30, roode kool 9.10 —9.70, witte kool 5405.S0, gele kool 6.60— 7.10, witlof 5.20—5.30 ALKMAAR, 3 Mei. Kaasmarkt. Aangevoerd: 27 stapels, zijnde 87.000 Kg., Fabriekskaas kleine f 19, Boerenkaas kleine 18.50. Handel matig. zóó hin de kuip zien te doen, mijne eeren, dat Ginneken nie haan Breda, maar Breda haan Ginneken wordt gehannikseerd. Eel 't geval noemen we dan 'Breda en van 't Ginnekensche raad-uis maken we 'nen cinema hof zoo hiets, want aan deus publieke vermakelijkheid zijn we hin den loop der jaren te veul gewend ge rokt! Iedereen geeft dan z'nen zin, mijne eeren! D'n Minister, honzen Gouverneur van den Bosch, de Gedippeteerden, eel Hulveout, eel de weareld kortom!" „Maar Ginneken is dan toch van de kaart af, koei!" riep 'nen edelachtbaren collega! „Zekers," zee den Fielp: „Ginneken his dan geprommeveerd tot stad Breda!" Amico, ge hoeft nie te vragen wat er toén allemaal is komen luien Maar ik wil maar zeggen: aan den Fielp z'nen „uitmonstering" kunnen wij zien wat 'r veur ons, veur Ulvenhout, veur de kerk aan de hand is! Hij is ons feestelijk weermanneke. Daar kwam ie dan aan, hooggehoeid, sjuust als ik 'nen afleier noodig had. Want Dré III stond daar nou wel mee 'n zuur gezicht te kijken, maar ik zat mee z'n gebromde opmer king toch knap in 't wèèrgaren! Teugenover den meester! Die op den oogenblik wel 'n bietje al te ijverig is, maar mee den Eeker toch 't allerbeste veur heeft! „Ah..., den Dré!" groette den Fielp: „zoozoo... den meester!" Ook den Jaan kwam afgezet, mee den Blaauwe, ge wit, de twee opa's! Ze waren wat aan den seerjeuzen kant. „Fielp," zee den Jaan: „ge zult vandaag of mergen op Notse weer muisjes motten leveren, jonk. Bij ons kinders!" En den Jaan wees van z'n eigen naar den Blaauwe, vice versa „Wéét ik." zee den Fielp strak. „Wéét ik?" vroeg den Jaan. „Hallicht. 'k Breng toch m'n brood bij jouw Mieneke? Ge verslet me toch nie veur 'nen blind-aas, oop 'k?" De twee kleine mannen en den meester wa ren ondertusschen ongeknapt. Want toen de propclub zoo ineens bij malkaar was, toen nouja. dan hoort daar ginmensch anders meer bij- Zoo is dat ,mee 'n club die veertig jaren bestaat...! Eh..., gij denkt toch zekers ook niet, dat ge alles van ons wit...? Afijn, als we daar op 't kerkplein nog wat stonden te klasjeneeren en d'eerste Zondags sigaren den Meihemel in te blazen, dan kwam ons pastoorke 'ns zien. En achteraf, begrepen we, kwam ie bedanken veur de blommen. Ochja, zoo is ie. Wat g'aan Onslievrouwke doet, dat doet ge aan hum! En zoo ben 'k dan eindelijk veromgekomen op de bedoeling van deuzen brief, op de Mei maand. Maand van Onslievrouwke! Op den oogenblik zweeft ze, op 'nen wolk van blommendons, overgoten mee den tintel van gouwen keersenlicht, daar in ons kerkske, waar den bloei van Mei al gekropen is over de trejen van d'altaren, naar den zoom van Heu- ren blaauwen mantel. 'Nen schuim van rhododendrum, van hor tensia, van violen heben we gebrocht aan Heur voetekes. En deur heel deuzen bonten kleurenboekee slingeren de sprankels van wel duuzend rozenhoeikes, alles gegroeid en ge bloeid in den eerde en in de harten van Ulven hout. Ja- of 't Mei is. Hard was den winter. Somber zijn de tijen. Maar uit 't „dooiste" hout is de bloei weer gebroken. Maar in den geurenden blommenwolk van daarsjuust leeft weer goeie hoop, opgehangen aan de rozen hoeikes, die tusschen den blommenschuim ver scholen zijn...! Hier in den huis staat 'nen zonnigen rust, gelijk den fonkel In m'n barnsteenen pijp. t IJle windeke kroezelt koel in m'n wollen sokken, hier onder de tafel. Nen gezegenden Meidag, deuzen Dag van s Heeren Hemelvaart. Nen dag als 'nen blossemtak zoo schoon, zoo vlokkend van wit blommenschuim, zgo rein, da k 'm alleen aanraken wil mee 't licht van m'n oogen. Nen dag ljjk 'nen blossemtak, waarop de zon gesprenkeldligt als peerlenden daauw. Nen blommentak van den Meimaandboom, zoo is deuzen dag. waarvan den zoeten blos- semgeur wordt weggedragen op 't ragdunne windeke. dat deur den buiten fliert. En over alles blankt den klèèren dag van deuzen Hemelvaart in 'n schoonheid die 'k mee deus groffe potlood nie benaderen kan. En daarom amico: Veul groeten van Trui, Dré III, den Eeker, en als altij gin horke minder van oewen t.a.v. DRfi-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1940 | | pagina 10