en de vuren van Thor
Cola, de sledehond
Een mooie spaarpot
13uU jongavi en meiiju.'
Oplossingen raadsels vorige week
Goede oplossingen ontvangen vant
Nieuw Raadsel
Zorgen we goed voor
onze planten
Om zelf te maken
Een heerlijk ritje op een Reuzenschildpad
DOOR: EDGAR RICE BURROUGHS
Wat een fijne vrije dag was dat Donderdag
tn wat was het druk in de Donkere Duinen
zo druk, dat we er niet lang gebleven zijn'
want als je meer mensen dan bomen ziet,'
dan kan je beter op een ander uur heengaan
"s Morgens vroeg, dan is het eigennlgk ook
mooier, als je later op de dag komt, dan zijn
de pauwen en de duiven er vandoor gegaan
want die zijn natuurlijk al dik en rond ge
geten en op de vijver zie je allemaal stukjes
brood drijven, omdat de vissen geen trek
meer hebben. Maar de tocht was op zichzelf
een genot en weet je waar het ook fijn ge
weest moet zijn? Op het strand. Misschien
zijn er van jullie al naar Huisduinen toe ge
weest. Ik nog niet, maar als de zon nog een
paar weken zo fijn blijft schijnen, dan zullen
we weer gauw te water kunnen duiken. Dat
zal een feest worden.
De taart is gewonnen door:
ANNIE KOORN,
Parallelweg 33.
Leny Parlevllet. Ik wist niet, dat de
Heldersche Courant nog zulke verre reizen
maakte. Alleen, wanneer je tante de krant
krijgt, zal het laaste nieuws er nog wel niet
in staan.
Rietje Tol. Ja, het Oranje-zonfletje heeft
Dinsdag wel zijn best gedaan, hè? En wat
hingen er een vlaggen in de stad.
Ali Brouwer. Nou, dat rapport van Jou
was zeker mooi, zeg. Ik kan wel aan je
briefje merken, dat je het geschreven heht
toen het nog niet zulk mooi weer was. Hét
is tenminste de laatste dagen prachtig ge
weest.
Jannie Groen.Het kan best zijn, dat je
je briefje te laat hebt ingezonden. Wat heb
je Zondag een wandeling gemaakt, zeg! Neen
zoiets moet je nooit doen met nieuwe schoe
nen aan, hoor.
Nini Breel. Nini stuurde dit aardige
versje in:
In het bad.
Kwak, de eend, die zwemmen kan,
Drijft al in het badje.
Mies, die niet van wassen houdt
Treuzelt nog op 't matje.
Wies, de poes, kijkt angstig toe...
,Zou die kwak niet zinken?"
Als een pop in 't water valt,
Moet hij vast verdrinken.
„Kom, voorut," zegt Moeder dan
Mies voelt met één teentje,
't Is toch lekker, en pardoes
Zit zij naast het eendje.
Nellie van Dongen. Heb je veel plezier
gehad op de verjaardag van je vriendin
netje
Hans en Grietje. Ja, dat was een soort
fop-raadsel, hè? Heeft Jan Strybos mooi
verteld Ik heb er wel iets over gehoord. Die
Jan heeft een hele reis gemaakt.
Corrie en Annie van Bale. Zeg Annie, ik
dacht eerst, dat je zelf zo keurig geschreven
had. Ik wou haast al schrijven, dat je moeder
eer van haar werk heeft. Corrie kan 't keurig
hoor!
Ria en Tineke Groothuis. Ga jij ook met
je vader mee, wanneer hij naar Indië gaat?
Neen, zeker, hè Ik zou er best ook eens een
kijkje willen nemen, hoor!
Andrée Meertens. Pas jij maar op. met
je rolschaatserij op de Hoofdgracht. Het is
erg leuk werk,maar je moet er een beetje de
ruimte voor hebben.
3Iartha Briare. Dat is een lelijk geval
met dat broertje van jou, dat geen broertje,
maar een hondje was en ik kan me begrijpen,
dat je moeder met ogen als theeschoteltjes
gekeken heeft, toen ze dat in de krant zag
staan, want wie lag er bij jullie thuis in de
mand een klein jong hondje, maar uit de wieg
kwam geen gekraai. Ja, ja, je ziet wat een
klein zetfoutje kan veroorzaken, die maakt
van een hondje een broertje.
Nellie Paans. Het was Donderdag inder
daad in het Timorpark beter dan in de
Donkere duinen, Nellie, want in het Timor
park zag je tenminste bomen en bloemen en
een vijver en in de D. duinen zag je niets
anders als'mensen en mensen en nogeens
mensen, 't Leek de Kalverstraat wel.
Jetty But. Gelukkig, Jetty, dat het bed-
arrest is afgelopen. Steek nu je neus maar in
de zon en je bent zoweer beter.
Maartje Groen. Dat is een fijne wande
ling geweest, Maartje, heen en terug naar
paal drie. Als je goede stevige stappers hebt
en veel tijd is het best te doen, maar voor
mijn vijftal is die wandeling te groot. Stel je
voor, dat Ebbo het moest lopen, hg had er
minstens anderhalve dag voor nodig.
Evacuatie. Eland, Varen Agaat, Ciano,
Uiver, Avond, Tante, Ieder, Effen.
Trijntje van Strien; Ria en Tineke Groot
huis; André Meertens; Corrie van Bale; Ria
Groothuis; Annie van Bale; Tinie Groothuis,
Hans en Grietje; Rie London; Rie Cramer,
Loekie Jansen; Lenie v. d. Mast; Nellie van
Dongen; Annie Janssen; Betsie Breel, Nini
Breel; Mina Bais; Nellie Cabret; George
Veer; Neeltje Plaatsman; Bertha en Pleuntje
Don; Jannie Groen; Corrie Koningstein
(Schiedam); Ida Scheepvaart; Tini Scheep
vaart; Miepie de Heer; Ali Brouwer; Rietje
Tol; Johan v. d. Pol; Coba Zasburg; Eduard
V. d. Pol; Jacoba en Beppie Post; Jopie
oaCoba en Nel Prlna: Annie van
Parijn' A Kramer: Annie Koorn; Lena
ntb- D Riedeman; Joop Rledeman;
Dirkje Beekma; Johanna Beekma; Piet Beek-
ma; AUe Geervliet; Nelie van Leeuwen; Jan
Ba,e:Lenie Labruyère; Hanna van En
gelsdorp Gastelaars; Piet Tol; Alle de Bruyn;
"2er;, RietJe Aalderink; Ali Kortleve;
Betty Bakker; Jannie Aberson; Broertje
x?,;139er: Kinderen Oosterbeek; Alie Poulie;
Nellie Paans; Jetüe But; Sjaantje Abberma;
Tim v Brederode; Alida, Jan en Piet Koster;
Greetje Abberma; Jeanne Orynus; Gerard
Kramer; Jantje en Annie te Brugge; Bali en
Annie v. Bynen; Marie Jurg; Cor. v. Bjjnen;
M. Groen; Hennie Sperling; Suze de Boer.
De auto staat in de Garage.
Spreek zacht! Kleine zusje slaapt.
Haastige spoed is zelden goed!
Heel veel kinderen hebben hun eigen
planten. Sommige hebben zelfs een eigen
plantenhoekje yan moeder in de kamer ge
kregen. Weet je dat het goed is om enige
groene planten in je kamer te hebben? Met
bloemen is dat anders. Sterkgeurende bloe-
rrien zijn nooit goed. Overdag geeft het
niet, ofschoon er mensen zijn. die er zelfs
dan al hoofdpijn van krijgen. Maar in een
slaapkamer horen zeer zeker geen bloemen.
Je kunt ze er overdag wel ir.zetten, maar
zorg er voor dat ze 's nachts op de gang
komen.
Planten voor het raam staan erg leuk. De
gelukkigen onder ons zijn dan ook zij, die
een brede vensterbank voor hun ramen
hebben. Want het is nu wel heel aardig om
planten midden in de kamer te hebben,
maar meestal hebben we niet zoveel plaats.
Maar helaas! Hoe vaak gebeurt het niet
dat we een mooie plant krijgen, hem in de
vensterbank zetten en er verder niet meer
naar omkijken dan hoog nodig is! En het
resultaat? Dat we niet veel plezier van on
ze plant hebben. Dan krijgt de bloemist de
schuld. Maar als je eens aan jezelf vraagt:
„Heb ik wel alles gedaan voor die plant,
wat ik kon?" Dan zul je in de meeste ge
vallen „neen" moeten zeggen. Dat wil je
natuurlijk niet zeggen, maar je zult het in
elk geval wel weten. Velen van ons zullen
misschien verontwaardigd zeggen: „Ik! Ik
zorg uitstekend voor mijn planten, elke
dag krijgen ze water!" En dat is meestal
wel waar. Maar geef je ze wel op de juiste
manier water? Of neem je elke dag een
grote gieter, gaat de rij planten langs en
sproeit net zolang tot de gieter leeg is? En
denk je dan: „Ziezo, ik heb mijn plicht ge
daan, als de planten dood gaan is het mijn
schuld alvast niet?" Zeg het maar eerlijk
Nu, je moet er rekening mee houden,
hoeveel en of een plant wel water moet heb
ben. Neem b.v. de cactus. Er zijn nog steeds
hopen cactusliefhebbers. Het is dan ook een
aardige plant. Maar hoeveel cactussen blij
ven in leven? Ze zijn te tellen. Een cactus
moet weinig water, heel veel zon en een
zandbodem hebben. Dit laatste is heel be
langrijk. Die vette tuinaarde kan de cactus
niet verdragen. En dan b.v. de kamerlinde.
Omdat 't zo'n grote plant is, zijn er niet
zoveel mensen, die deze plant hebben. De
kamerlinde moet heel veel water hebben en
mag niet in de zon staan. De geranium mag
niet in de felle zon staan, dan verschroeien
zijn bladeren, verder moet er ook steeds
voor nieuwe aarde gezorgd worden. De
fuchsia, dat mooie plantje, moet weinig wa
ter en veel zon hebben. Denk er ook aan,
dat je een plant niet steeds omdraait. Je
weef dat planten naar het licht toe groeien.
Dus zijn ze meestal aan de ene kant voller
dan de andere. Als ze nu steeds omgedraaid
worden, buigen de stengels steeds weer
naar de andere kant, de lichtkant, en dat
vergt te veel van hun kracht.
Als je by het verzorgen van je planten
eens even nadenkt welke plant je voor je
hebt, en hoe je die moet verzorgen, zul je
merken, dat je er veel langer en meer ple
zier van zult hebben, dan wanneer je je er
met een slordige begieting van af maakt.
Waar werd onze kleine Cola geboren?
Och kinderen, dat is niet zoo makkelijk
te zeggen. Daarvoor moet je eerst een gro
te atlas voor den dag halen. Dan moet je de
kaart van Alaska, opslaan, dat ligt hele
maal in het Noorden van Amerika. Daar
ligt een hoge berg, die zelfs een vulkaan is,
al is het daar boven ontzettend koud.
Frans Moland was een flinke ontdek
kingsreiziger, die zijn veilig vaderland ver
laten had, om zich bij een Noordpoolexpe
ditie aan te sluiten. Bedenk wel, dat zo'n
expeditie erg gevaarlijk is. Want in het
Noorden hebben ze geen treinen, zoals bij
ons. En met een autc kom je ook niet ver.
Die onderzoekingstochten in het Noorden,
w orden per slee gedaan. En wie trekken die
sleden? De honden!
Maar in het hoge Noorden leeft een spe
ciaal soort honden, de z.g. poolhonden. Ze
zijn niet zo groot, maar toch geweldig
sterk en ze zijn met weinig tevreden. Want
in die koude streken kunnen ze niet veel
voedsel krijgen. Maar je kunt ze al tevre
den stellen met gedroogde vis.
Alle deelnemers aan de expeditie waren
dol op de honden. Hing hun leven niet van
het uithoudingsvermogen van de dieren af?
Maar het meest van allen hield Frans Mo
land van de beesten, want thuis in zijn
eigen land, had hij ook een trouwe her
der. Hij moest altijd aan zijn eigen hond
denken, als hij de beesten eten gaf. Zijn
grootste vriendin was een grijsachtige
hond: die Anja heette. En Anja was niet
minder dol op Frans Moland. En op
een goede dag, verraste Anja de mensen,
met 4 kleine mollige hondjes. Ze was moe
der geworden. De kleine beestjes drukten
zich tegen hun moeder aan, om een beetje
warmte te hebben.
Maar wat nu? De expeditie zou over
enige dagen verder gaan. Wat moesten ze
met Anja en haar 4 kinderen doen? De
moeder had nog mee kunnen lopen, maar
de kleintjes zeker niet. Natuurlijk wist
Frans er weer wat op. Handig maakte hij
van een stuk jute, twee zakken. Die ver
bond hij door een band met elkaar en zo
had hij twee prachtige „draagzakken". Net
als wij soms achter op de fiets hangen.
Toen legden ze de balletjes wol (dat le
ken de hondjes precies) twee aan twee,
goed in stro gewikkeld, in de zakken. De
kopjes staken er boven uit en met hun
ronde oogjes keken ze verbaasd de wereld
in. Anja, de moeder, stond netjes stil toen
Frans de zakken op haar rug hing. Ze wist
wel dat de dierenvriend het goed met haar
meende.
Toen zette de lange sledenstoet, getrok
ken door de blaffende poolhonden, in be
weging. Maar Anja hoefde dit keer niet zelf
tc lopen. Zij bofte, want ze zat naast Frans
cp een slee en had daarbij haar jongen bij
zich, wat kon ze meer wensen?
Nu zul je wel begrijpen, wie Cola was.
Een van de vier jonge hondjes. En hij moet
wel de sterkste van de vier geweest zijn,
want hij was de enige, die de koude en ver
moeienis van de lange tocht, overleefde.
Zijn drie zusjes stierven, ofschoon Frans en
de anderen alles gedaan hadden om hen in
leven te houden. Dus bleef Cola alleen
over. Frans had hem naar zijn eigen her
der genoemd. Hij scheen van de kou geen
last te hebben, want hij groeide als kool.
Een hele tijd voordat de expeditie ten ein
de was. liepen Cola en zijn moeder al voor
de sleden. Cola was nooit moe. De beste
sledehond, die je maar wensen kon. En des
avonds, als de tenten voor de nacht opge
zet werden, viel Cola als een wild beest op
zijn voedsel aan.
Op een goede dag had Cola de gelegen
heid om zijn braven meester een grote
dienst te bewijzen. Frans stond aan de
oever van een meer, een tas met waarde
volle instrumenten in zijn hand, en keek
door zijn verrekijker. Plotseling viel de tas
uit zijn hand en gleed in het meer. Toen
had je Cola eens moeten zien! Binnen en
kele seconden was hij in 't ijskoude water
gesprongen, dook naa- de tas en kwam met
de tas weer boven water.
Frans hielp hem naar de kant te komen,
de tas uit zijn bek, klopte hem goedkeu
rend op zijn rug en zei: „Dat was kranig
van je, Cola, daarvoor krijg je vanavond
een extra-portie vis!"
Juffrouw de Groot, de juffrouw van de
vierde klas, zou de volgende maand jarig
zijn. Het zou een groot feest worden,
want juffrouw de Groot zou tegelijkertijd,
vijfentwintig jaar aan de Lagere school in
de Boomstraat, verbonden zijn. Natuurlijk
zou ze een mooi cadeau krijgen. Een van de
hele school samen en een van de vierde
klas apart. Dit laatste was een idee van
Bart van Dongen. Ze waren allemaal erg op
de juffrouw gesteld, dus dat idee vond gro
te bijval. Het was anders niet zo makkelijk,
een geschikt cadeautje voor haar te vinden.
Van de hele school zou ze een mooie boe
kenkast krijgen. Die was al besteld, hij
werd namelijk gemaakt. Ze hadden allemaal
het model gezien. Prachtig hoor! Mooi licht
eikenhout, een paar laden en vakken aan
de kant en vier lange planken met glas er
voor. Juffrouw de Groot zou niet weten
wat ze zag.
Maar nu het cadeau van de vierde klas.
,.Om te beginnen moeten we weten hoeveel
geld we bij elkaar krijgen", zei Jochem de
Vries heel verstandig. Er werd besloten, dat
ze hun geld precies een week later gegeven
moesten hebben, dan zouden ze verder kun
nen bespreken.
Die middag liepen Floortje en Elisabeth
samen naar huis. „Ik denk niet dat ik geld
kan geven voor dat cadeau voor juffrouw
de Groot", zei Elisabeth bedrukt. „Waarom-
niet?" vroeg Floortje verbaasd. „Ik hou er
geen spaarpot op na", zei Elisabeth. Ik heb
niet eens geld om een spaarpot te kopen!"
„Nu, wees maar stil", zei Floor. „Als
mijn broer een goede bui heeft, zal ik vra
gen, of hij er een voor je wil maken!" Eli
sabeth mompelde in zichzelf. Op verzoek
van haar vriendin ging ze met Floor mee
naar huis. Kees had een goede bui. Zo goed
zelfs, dat h(j meteen naar de kelder liep,
hout bij elkaar zocht en aan de spaarpot
begon. Hij werkte de hele avond door en
leverde toen het spaarpotje keurig netjes af.
Fig. 1 laat het spaarpotje zien, op één
kant en de deksel na. De hoogte is tien cm.,
de lengte en de breedte acht. Fig. 2 laat de
deksel aan de binnenkant zien. Je ziet dat
hij er een gleuf in gemaakt heeft en aan
de binnenkant een stuk omgebogen blik
gespijkerd heeft. De deksel wordt op de
doos gelegd en het geheel wordt met ge
kleurd papier beplakt, zodat het deksel niet
open kan.
Elisabeth was Kees erg dankbaar. Maar
helaas had ze geen geld, maar toen haar
moeder de spaarpot zag, was deze zo blij,
dat ze er een paar dubbeltjes ingooide. Va
der wilde niet achterblijven en gooide er
een paar kwartjes in, zodat Elisabeth een
week later vijftig cent voor het cadeau voor
juffrouw de Groot gaf.
Na lang zoeken vonden ze een aardig
schemerlampje voor haar, dat later een
ereplaatsje op de boekenkast kreeg. Het
werd voor juffrouw de Groot een onverge
telijke dag, waar ze nog lange tijd over na
praatte.
TARZAN
93.
Toen Tarzan Zwarte Malluk tot zy'n vriend
had gemaakt, riep hij d'Arnot, Ukah en
Perry bij zich. bg zich. Een voor een stelde
hg hen aan het reusachtige dier voor.
„Zwarte Malluk zal ons goed dienen," zei hg
langzaam. d'Arnot begreep, dat Tarzan weer j
met een of ander plan bezig was. Gevolgd
door zijn makkers verliet de aapman de
stal en zei tegen Rutang, den baas van de
olifantssla ven: „Dit wilde dier is heel ge
vaarlijk. Alleen wij vieren kunnen hem re
geren. We zullen voor hem zorgen en hem
voor u africhten ook de andere grote dik
huid in de volgende stal." Rutang stemde ge
willig toe. Hij was werkelijk onder de indruk
van de geschiktheid van Tarzan als olifants
man en hg liet de zorg voor Zwarte Malluk
en Kahllu graag aan hen over. „We zullen
deze kleine ruimte gebruiken voor ons ver
blijf," zei Tarzan, dan zijn we dag en nacht
bij hen." Zo was het den aapman gelukt om
zijn makkers bij zich te houden en afgeschei
den te zijn van de andere slaven. Toen het
donker werd zaten ze bij elkaar in de afge
schoten ruimte. Tarzan gaf aan ieder zijn be
velen. „Nu, besloot hij, „we moeten begin
nen."