De Fiscaal in een milde bui Ons Indisch hoekje Vrijdag 31 Mei 1940 Snelle afhandeling van verscheiden zaken De zaak Maas „Ergens" in fort Oostbatterij tem**1 Inwisselen noodgeld De juspan Waal yaari vat httn? Tweede Blad Burgerlijke Stand van Den Helder llit het politie-rapport P. MIEDEMA Spoorstaaf 8Ï Den Heiier De „Distributie-film" draait sneller en sneller Langs de straat Zeekrijgsraad Willemsoord Het gedraaide strootje. De zoo abrupt onderbroken Zeekrijgsraads- Sitting van jl. Woensdag werd gistermiddag In een der kamers van fort Oostbatterij door den President, Mr. Am. Veldman heropend. Ter hand werd genomen de behandeling van de zaak tegen den zeemilicien-matr. 3e kl. H. v. d. P., die terechtstond terzake van het feit, dat hij op 24 Maart, dienende op een maritiem boeierschip bij IJmuiden, en behoorend tot 't wachtsvolk van dien bodem, naar het logies benedendeks gegaan is, en aldaar op een bank plaatsgenomen heeft. Zulks tegen de regelen van de wachtsverordening in. De President informeert bij verd. of hij soms heeft zitten slapen. Deze ontkent dit echter ten sterkste, hoewel de kwartiermeester, die den man aantrof, hem aan de beenen heeft getrok ken en in de meening verkeerde dat verd. zich in Morpheus' armen bevond. V. d. P. zegt. dat hij alleen maar een strootje heeft zitten draaien. De Fiscaal, de officier van administratie der lste kl., Mr. D. B. A. Franken vordert 1 week gevangenisstraf. Als verdediger treedt op de officier van administratie der 2e kl. H. A. Westerouen van Meeteren, die zijn instemming betuigt met de clemente straf door den Fiscaal gevorderd, doch er op wijst, dat de dienst op de boeier schepen niet zoo streng was als op andere vaartuigen. Men was daarvoor te veel op el kaar aangewezen. Daarbij voert pleiter nog aan, dat verd. sedert geruimen tijd niet ge straft is en dat hij beschikt over een prima conduitestaat. Hij staat bekend als een rustig en ordelijk militair. Waar voorts zijn vader een klein autotransportbedrijf voert en deze zijn zoon hard noodig heeft zou hij willen ver zoeken hier een voorwaardelijke straf te wil len opleggen. Uitspraak: 1 week gevangenisstraf voor waardelijk met een proeftijd van 1 jaar. Onder den rook van Curagao. De matroos 3e kl. J. J. diende 13 Februari aan boord van H. Ms., ,Van Kinsbergen". Hij heeft dien dag, misschien vanwege de warmte, meer bier gedronken dan hij feitelijk met goed fatsoen kon verstouwen, tengevolge waarvan hij, later op wacht staande, niet tegen de aan vallen des slaaps bestand was, zich ergens aan dek ternederlegde en binnen weinige oogen- blikken de rust der tijdelijke vergetelheid smaakte. De President vindt het onverstandig van J. om 3 flesschen bier te verwerken. Hij had moe ten begrijpen dat hij daar niet tegen kon. De Fiscaal wijst op de ruiterlijke bekentenis van beklaagde en vordert 2 weken gevangenis straf. Uitspraak conform. Geen opzet. De zeemilicien-ziekenverpl. 2e kl. H. J. P. C. behoorde op 10 April tot het wachtsvolk van het Marine-Hospitaal. Hij was daar echter niet gebleven, want een zijner superieuren kwam hem op dien avond op den Ruyghweg tegen. Dit niet in den haak vindend trok deze aan het informeeren en alras werd ontdekt, dat de man zich op ongeoorloofde wijze aan zijn dienst onttrokken had. Met als gevolg dat hij gistermiddag verantwoording van zijn handel wijze moest afleggen. Het bleek dat hij min of meer te goeder trouw geweest was. Althans, van directen op zet was geen sprake. Hij had alleen maar ver ondersteld dat hij niet faudeerde. Hij was in het burgerleven tandtechniker en wilde op zijn particuliere kamer in Den Helder een paar administratieve zaken regelen. De Fiscaal houdt dan één van zijn milde requisitoirs. Mild vooral omdat hij begrijpt dat de man, wiens zaak toch al ernstig door wde mobilisatie getroffen werd, zoo spoedig mogelijk naar huis moet. Hij was thans reeds met groot verlof gezonden, doch in verband met deze Krijgsraad affaire had hij het matrozen-habijt weer moeten aantrekken. In verband met de omstandigheden vor dert Mr. Franken dan 2 weken voorwaar delijke gevangenisstraf met een proeftijd van 1 jaar. Uitspraak: 1 week voorwaardelijke ge vangenisstraf met een proeftijd van 1 jaar. Van twee kwade dingen het minst kwade. De zeemilicien matroos 3e kl. J. F. V. diende 6 April aan boord van H. Ms. „Schorpioen Hij ging met verlof naar zijn vrouw in Ap- pingedam, doch keerde een paar dagen te laat van dit verlof op zijn schip terug. De omstandigheden zijn in dit geval weer min of meer tragisch. De man, die een keuri- gen indruk maakte, blijkt een vrouw te heb ben die zich iederen keer als haar echtgenoot weer naar Den Helder moest, zeer nerveus maakte. In April naderde voorts de tijd dat er gezinsvermeerdering aanstaande was zoodat er hulp in het gezin dringend geboden bleek. Toen V. dan ook met verlof kwam moest hij op zoek naar die hulp gaan en dat nam nog al wat tijd in beslag. De man begreep dat hij zich aan ernstige overtreding van de krijgs- regelen schuldig maakte, doch waar hij te kie zen had tusschen twee kwade dingen koos hij bet z.i. minst kwade. De Fiscaal wijst op de eerlijke bekentenis en zegt van de motieven wel iets te kunnen be grijpen, zij het dat de man in juridisch opzicht natuurlijk zich heeft vergaloppeerd. Gezien ook deze omstandigheden vordert Mr. Franken een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 weken met een proeftijd van 1 jaar. Uitspraak: 2 weken voorwaardelijke ge vangenisstraf met een proeftijd van 1 jaar. Onbehoorlijk optreden van een milicien. De zeemilicien matroos 3e kl. L. V. blijkt zich aan boord van het Wachtschip, en wel op den 12en April, misdragen te hebben. Nadat een matroos lste kl. hem er op gewezen had dat het geen pas geeft aan dek te spuwen, had hij dien matroos onhebbelijk bejegend en hem gezegd, dat hij een veel te grooten mond had. Vervolgens zei hem een kwartiermeester dat hij zich moest gaan melden bij den bottelier. Ook daarin bleek verd. geen zin te hebben. Daarbij nam hij een even sarcastische als agressieve houding aan. Op de vraag van den President waarom hij zich zoo misdragen heeft voert verd. ter ver ontschuldiging aan, dat hij dikwijls driftig wordt en last van nervositeit heeft. De Fiscaal wijst er op, dat dit reeds de tweede maal is dat verd. gestraft wordt. In dit verband durft hij niet goed tot een voorwaar delijke veroordeeling over te gaan. Hij vordert 2 weken gevangenisstraf met aftrek van het voorarrest, hetwelk 13 dagen bedraagt. Uitspraak conform. Hij moest even naar den ziekenboeg Als laatste verschijnt dan de zeemilicien stoker-olieman 2e kl. P. J. S.. die 2 Maart diende aan boord vaan H. Ms. „G 15" te Hoek van Holland. Hij kreeg last van een steenpuist op zijn arm, en moest zich derhalve onder dokters behandeling stellen. Toen hij voor de tweede maal uit moest varen was het uitge sloten dat hij meekon. Vandaar dat de oudste officier S. order gaf zich in het ziekenkamp te melden. Dit was echter voor doovemansooren gezegd, aangezien S. „toevallig" een meisje tegenkwam en met haar enkele dagen onder water bleef. Hetgeen hij gistermiddag moest verantwoor den. De Fiscaal vordert 2 weken voorwaardelijke gevangenisstraf met een proeftijd van 1 jaar. Uitspraak conform. UITSPRAKEN DER ZITTING VAN 29 MEI Matroos le kl. A. H. V. 6 weken gevan genisstraf met aftrek van 5 dagen van het voorarrest. Zeemilicien-matroos 3e kl. K. H. P. A. 3 dagen gevangenisstraf voorwaardelijk met een proeftijd van 1 jaar. Zeemilicien-hofmeester 3e kl. F. N. F. 2 weken gevangenisstraf met aftrek van het voorarrest. Zeemilicien-barbier 3e kl. G. J. de Z. 3 maanden gevangenisstraf met aftrek van het voorarrest. 29 Mei 1940. BEVALLEN: A. C. KoldenhofGroenhard, d.; V. RolHoornsman, z.; A. M. van der HertSchol, z. OVERLEDEN: G. Th. van der Korput (m.), 6 maanden; L. van Es, (m.), 76 jaar. W. Veis, (m.), 32 jaar; H. G. Hermans, (m.), 26 jaar; J. Yska, (m.j, 32 jaar. 30 Mei 1940. GETROUWD: P> Vermeulen en G. van der Klaauw; H. G. J. Buck en A. Domberg; W. Bieze en H. Bakker; D. Geervliet en G. A. Kroone; J. Homburg en J. Blokker; J. Koorn en M. Fleers; S. P. Pape en J. Nagengast; D. Verblauw en W. C. Selderbeek; H. van der Vliet en A. A. Schilt; H. Groen en A. M. Koster. BEVALLEN: M. F. KlopKlooster, z. OVERLEDEN: J. G. H. Lubse, (m.), 21 jaar. De mijn die geen mijn was. Gisteren kreeg de politie mededeeling dat er zich bij Kaaphoofd een mijn bevond. Na speuringen werden gedaan, waarbij evenwel bleek dat men hier niet met een mijn te doen had doch met een losgeslagen en op drift ge raakte lichtboei. De fiets verdwenen. Een bewoonster van de Ceramstraat plaat ste dezer dagen haar rijwiel, zonder dit op slot te doen, voor het bureau van drukkerij De Boer. Even later was de fiets verdwenen... Bedreiging. Een bewoner van de Brouwerstraat belee- digde een bewoner van de Vischstraat. De po litie trad scheidsrechterend op. B. en W. krijgen ongelijk voor den Centralen Raad van Beroep. In zijn uitspraak van gisterenmorgen bevestigde de Cent tule Raad van beroep te Utrecht, het vonnis van het Ambte naren-scheidsgerecht, daarbij opmerken de, dat door de beslissingen van het Col lege van B. en van 8 en 15 December, de heer Maas in zijn rechten werd ge schonden. Binnen 30 dagen zullen B. en W. de rechts- schending, voortvloeiende uit hun schorsings besluit, thans ongedaan hebben te maken en dus het aan den heer Maas verschuldigde salaris moeten uitbetalen. Zooals men weet gaat het hier om het be sluit van het College van B. en W. betref fende de schorsing van den heer Maas, eerst met behoud en toen zonder behoud van sala ris. Het hoogste ambtenaren-college heeft deze schorsing nu dus onjuist verklaard. Thans is het wachten op het vonnis van het ambtenaren scheidsgerecht, alhier, inzake het beroep, dat de heer Maas heeft aange- teekend tegen het door den raad gegeven oneervol ontslag. Deze beslissing laat opmer kelijk lan gop zich wachten, al mogen we verwachten, dat ze nu spoedig zal volgen. Bonmanonder den grond Er was een telefoontje gekomen van het secretariaat van den Zeekrijgsraad, dat de zit ting van gistermiddag gehouden zou worden in fort Oostbatterij en dus togen wij naar genoemd fort achter den Kanaalweg, in den schaduw van de Rotterdamsche Bank, en poogden de zittingszaal van het Krijgsraads college te bereiken. Hetgeen voorwaar géén sinecure was... Een militair had ons gezegd dat we bij kamer 65 moesten zijn en zoo gingen we op zoek. Buiten scheen er wat poovere zon, binnen heerschte de duisternis. Binnen gaapten holle gangen, eindelooze tunnels van witte bogen, met vochtige strepen langs de muren, met vreugdelooze electrische lichtpeertjes in de zolderingen. Daar waren schaduwen en onbestemde ge ruchten en men vermoedde er vledermuizen en vampiers... Een tocht door de kille catacomben van fort Oostbatterij. Hier en daar passeerden wij cel len en kamers; sombere alchimistenholen, waaruit onbestemde dreiging naar voren sloop... Het was hoogst-imponeerend en daarbij bar- griezelig! Zoo slopen, drentelden en kropen wij voort in de witte gangen van het groene fort Oost batterij en bereikten eindelijk, na vele mistas tingen en vergissingen kamer 65. Het was hierin, dat het College recht zou spreken. Neen, het was niet het weliswaar strenge, maar toch ganschelijk niet ongezellige Zee- krijgsraadszaaltje aan de Buitenhaven, waar we ons sedert jaar en dag plegen neder te zetten tot het aanhooren van de maritieme pekelzon den. Er ontbrak veel, zeer veel zelfs. We zagen door het raam niet de altijd maar kug-zeulen- de matrozen, we zagen niet het „publiek", be staande uit altijd één oud-marinegast, die ons voor den aanvang van iedere zitting tracteer- de op „sterke" marineverhalen van weleer en daarbij, als non plus ultra, kondschap deed van het feit dat hij de lijfstraf nog aan den lijve beleefd had, en we zagen niet de dikbuikige vulkachel, die het klassieke home van „Bou- man" aan den Buitenkant altijd een ietwat intiem cachet gaf. Zoo zaten we binnen en namen de zaken op: dat deed ook een jong luitenant ter zee, die de opmerking plaatste dat er „een frisch luchtje" hing, welke opmerking door kapitein Michaëlis beaamd werd, die er nog aan toevoegde, dat deze verblijfplaats voor rheumatieklijders be paald funest geacht moest worden. En ook in dit kapiteinswoord school waarheid. Er brandden een paar lampen, die een droef geestig licht uitstraalden in het witte vertrek, dat niet groot en ook niet hoog was. Handige handen bleken er een aantal tafeltjes neerge- plant te hebben in de hoefijzervorm, zooals dat ook in het vroegere „Bouman" het geval was. En daarop stond het klassieke Fiscaals- Xco juiit ontvangen: CACAO met suiker, voor gebruik gereed, 2 ons voor 25 cent. VOLLE MELK met suiker per bus 35 cent. MELK met suiker per bus 25 cent. KOFFIE MELK 30 en 15 cent per bus. SPAART UW SUIKER! P.S. Een flinke partij Bensdorp Cacao ontvangen in blikverpakking. Mag nu nog vrij verkocht worden. lezenaartje, daarop stonden 5 geel-koperen marine-aschbakken te glimmen, daarop stond de inktpot en daarop lag, even beduimeld en geel-verweerd als altijd, het imponeerende Wetboek van Strafrecht. Aan den wand ten slotte de scheepsklok die den tijd wegtikte en de kalender. Onze tafel, de perstafel, was er ook. Zij het in klein formaat. De naaktheid van het beestachtig ordinair- groene kleurtje had men bedekt met een scha mel bruin kleedje, terwijl de vloer bedekt was met imitatie Perzische tapijten. Het deed alles wat kil en nuchter aan, het geen geen wonder is als men weet, dat dit alles feitelijk voor elkaar gebokst moest wor den in enkele kwartieren. Dit beseffende, mag men nóg een eeresaluut brengen aan het snelle en prompte werk van onze marineman nen, die deze „Bouman"-veste op deze wijze improviseerden. Toen begon de zitting. Uit een nis in den wand kwam de President gekropen, en daarachter volgde het college. Het geheel deed ietwat fantastisch aan. Een wonderlijk schimmenspel, een pantomine van wit en zwart, een vreemd spel onder de groene zoden van het fort. En men schaarde zich rondom de hoefijzer- tafel en de zitting nam een aanvang. De pers zat practisch op de schoot van den secretaris, de verdachten lagen nagenoeg aan de borst van den President, terwijl sergeant Maarsen al zijn athletiek-ervaring noodig had om van Fiscaal tot Secretaris, en van Secre taris tot verdachte te komen. Het was een zitting die we ons zullen blijven herinneren als een unicum in de Nieuwediepsche Krijgs- raad-annalen. Uitbreiding van de „F.K.-boys". De distributie-film in het Rialto-thea- ter draait nog steeds en ook vandaag en morgen zal zij nog enkele duizenden be langstellenden trekken. Dank zjj het in zicht van de leiding draait zij sedert gistermorgen op het maximaal aantal toeren, hetgeen zijn oorzaak vind in het feit dat de „Feenstra-Kuiper-Boys" een belangrijke uitbreiding hebben ondergaan. Men was namelijk van oordeel dat het tempo van Maandag en Dinsdag niet in overeenstemming was met de moderne eischen van tempo en snelheid, zoodat er niets anders opzat dan dat het contro leerend, afstempelend en inschrijvend personeel vergroot werd. En zoo zag men dan gistermorgen een personeel van niet minder dan... 18 man achter de Rialto- tafels zetelen, en miste men reeds vroeg op den morgen de queue, waarin zich de eerste dagen de broodkaarthalers opstel den. Het ging prachtig vlug gisteren. Zoo vlug dat de meesten maar een kwartier, twintig minuten behoefden te wachten, het geen tenslotte nog wel te verduren is. Geen betoog behoeft het dat zulks door de wach tenden hoogelijk op prijs gesteld werd. Het doet ook prettig aan te merken dat ieder dezer 18 „F.K.-boys" zich ge realiseerd heeft dat men er is om men- schen met raad en daad terzijde te staan. Vandaag de laatste dag. Wy herinneren er aan, dat het vandaag de laatste dag is, dat men het papieren noodgeld, door het gemeentebestuur uit gegeven, kan inwisselen ten kantore van den Gemeente-ontvanger, Weststraat. Het kantoor is daarvoor tot hedenmiddag 4 uur geopend. De meesten hebben iets te vragen, begrij pen iets niet of wenden zich tot de heeren om informaties. En onvermoeid worden deze informaties gegeven. Vriendelijk en zonder overhaasting. Dat is iets wat wij hier wel eens even willen memoreeren. En zoo draaide de Distributie-film... Voor oud en jong, voor arm en rijk. Weer stonden buiten de moeders met hun kroost, weer werden de kinderwagens voor de hall van het theater geparkeerd, onder de hoede van agent Stam en zijn maats. Binnen werkte men: rustig en efficiënt. Een paar bekende gezichten waren verdwe nen en andere weer opgedoken. Ditmaal bleek ook de marine ingeschakeld te zijn. Telkens weer werd een stapel witte of groene kaarten op een der tafeltjes gedepo neerd. een stapel die zienderoogen in hoogte afnam. Eindeloos was de rij menschen die zich verdrongen om de thans zoo waardevolle bescheiden te halen. Nog twee dagen draait de Distributie film... Nog twee dagen, dan zijn de duizenden en duizenden gezinnen verzekerd van hun brood en andere artikelen, die in de ko mende tijden misschien goud waard zijn. Wil een Javaan een touwtje door snijden, dan legt hjj het op een steen, neemt een ander steentje in de hand, tikt hiermede een paar keer krachtig op het touwtje en hij heeft het doel bereikt; het touwtje is kapot. Zoo verbrijzelden de menschen in het steentijdperk de vezels van boomen, tot ze omvielen. Maar dit tusschen haakjes! Ja. zij zijn handig, de menschen in den Oost! Dat wij Europeanen dit niet zijn, hebben ze dadelijk door. De knap ste ingenieurs, de grootste geleerden zijn in hun ogen hulpelooze stak- - kers! Zet ze in het bosch en ze ver dwalen, komen om van honger en dorst, want ze kennen de planten niet. die voedsel en drinkwater leveren. Zet ze in een prauw en ze verongelukken, want ze kunnen de pagaaien niet hanteeren, weten niet hoe ze een stroomversnelling moeten nemen. En dan de taal! De taal, die zelfs een kind spreekt, kennen ze niet eens! Het duuit heel lang eer de primitieve den knappen Europeaan als zijn gelijke erkent! Dit alles kwam mij in de gedachten bij het bezien van eenige foto's, door pater Drabbe gemaakt tijdens zijn verblijf op Tanimbar, een groep eilanden bij Nieuw Guinea. Ik reproduceer hier een foto, die getuigt van groote handigheid, n.1. een ivoordraaierij; op een primitief draaibankje maken Tanim- bareezen de ivoren armringen, die vroeger veel werden gedragen (nu nog veel o.a. door de Dajaks van Apo-Kajan). In de holte van een afgezaagde olifantstand is een cylindrisch stuk hout gestoken. Om dien cylinder is een stuk touw gewikkeld, terwijl het te bewerpen ivoor met cylinder tusschen twee draai punten is geplaats. Door trekken en vieren wordt aan het te bewerken stuk een draaien de beweging gegeven. Met een scherp ge punte vijl snijdt de eene man den ring, een andere bewerkt dezen met een platte vijl. aldus de toelichting, die ik van pater Geur- tjens ontving. Persoonlijk heb ik het bij mijn kort bezoek aan dien archipel niet gezien. En nu een vraag: hoe komen die menschen aan ivoortanden, waarvan u er een op den voorgrond ziet liggen? Door handel, want olifanten komen er op die eilanden niet voor. Vermoedelijk zijn die tanden al heel oud. In een artikel, dat in 1845 is geschreven( lees ik, dat er toen export van olifantstanten bestond van N.-O. Borneo naar de Aroe- eilanden, een afstand even groot als die van Amsterdam naar Athene! Ja, Indië is heel groot, een werelddeel gelijk! Van Aroe naar Tanimbar is over zee niet zoo ver. Wellicht werden dus vroeger de ivoren tanden via Aroe van Borneo betrokken. De handigheid der menschen blijkt ook nog op ander gebied. U ziet op de foto vrouwen met „karaffen" op den rug. Dat zijn groote vruchten, kalabassen, waaruit het zaad en het vruchtvleesch zijn verwijderd en daarna ge droogd. Nu zijn ze geschikt voor het vervoer van drinkwater. Eigenaardig is het, dat de vrouwen die „emmertjes" water vervoeren aan een band om het hoofd. H. F. TILLEMA. Motorfiets genept. Een persoon uit Amsterdam had gedurende de oorlogsdagen zijn Panther-motorrijwiel ge plaatst ergens in de Kolensteeg. Toen hij eer gisteren het vehikel wilde terughalen wat dat al niet meer noodig. Een ander had het reeds gedaan.... Waar is die teil? Een bewoonster van de Violenstraat deed bvj de politie aangifte dat een zinken teil uit haar vorige woning aan de Molenstraat, die zij tijdens het bombardement verlaten had, spoorloos verdwenen is. Fiets vermist. Iemand die gisteren zijn fiets op de Spoor- gracht plaatste kwam tot de ontdekking dat z'n karretje verdwenen was. Een dame, afkomstig uit Leeuwarden, zette haar fiets voor het Potskantoor, vanwaar het rijwiel verdween. (Historisch). Al eenige keeren hadden wij haar voorbij zien komen. Moedig voorwaarts stappend, tus schen de perioden door, dat er luchtalarm gemaakt werd. Zeer evenwichtig echter, name lijk onder den rechterarm haar handtaschje, onder den linkerarm een solide gietijzeren juspan. Ze lachte ons, als zij zoo langs ons huis kwam, zoo eventjes toe. En in dien blik lag iets van: „lachen jullie nog maar harder ik zet bij luchtgevaar mijn pan op en be scherm mijn schedeldak tegen duikbommen en wat er mogelijk meer voor begeerenswaardigs uit de lucht komt vallen." Weer was er gevaar van vliegtuigen, die mogelijk aanstalten maakten hun „strooigoed" over onze Juttersche hoofden uit te storten. Weer kwam juist ook onze „pannetjesdame" voorbij, natuurlijk met haar gietijzeren be schermer onder haar arm. Met snelle passen ging zij voorbij tot een paar huizen verder, waar de mogelijkheid bestond snel de schuil- loopgraven te bereiken. Ook van den anderen kant haastte zich een heel groepje menschen die zich bedreigd gevoelden daarheen. Nauwelijks waren allen nu op een holletje erin gevlucht en staan de luidjes in de schuil- kieren of het geronk wordt sterker. Tegelijk beginnen ook de machinegeweren op den grond en in de lucht te ratelen. Sommigen kruipen in de hoekjes, anderen hurken bedrukt naast elkaar. Alleen „me vrouwtje" trekt triomfantelijk haar pan. Met een gracieuse zwenking plaatst ze die op haar hoofd. Nauwelijks echter zakt 't ding over haar net gekapt hoofd, waarbij al de weggedoken medevluchtelingen die eene dame, die zoo maar blijft staan, met ontzag aanzien, of daaropeens stroomen vijf, zes dikke bruine jusstralen langs haar gelaat en haren. De bronzen massa gutst aan alle zijden naar beneden, zoekt een uitweg langs hals en nek. Hier won het de lach van de angst. Even vergaten we allen het werke lijk of denkbeeldig levensgevaar, terwijl een hartelijk gelach uit deze kloven van verschrik king opsteeg. Mevrouw's meisje had voor een paar dagen jus in de pan gedaan. Het vet erop was ver hard tot een korst. In de haast had mevrouw geen aandacht gewijd aan den mogelijken in houd; maar nu bij het opzetten van de pan als helm, brak de Vetlaag, met dit noodlottig ge volg. Of mevrouw nu nog dikwijls met haar juspan langs zal komen?... Ik heb haar tot nu toe er niet meer mee gezien. Vox Humana. Rialto-theater: „De Avonturierster". Tivoli-theater: „Ik stal een millioen".

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1940 | | pagina 5