De Fiscaal in een milde bui
Ons Indisch hoekje
Vrijdag 31 Mei 1940
Snelle afhandeling van verscheiden zaken
De zaak Maas
„Ergens" in fort
Oostbatterij
tem**1
Inwisselen noodgeld
De juspan
Waal yaari vat httn?
Tweede Blad
Burgerlijke Stand van Den Helder
llit het politie-rapport
P. MIEDEMA Spoorstaaf 8Ï Den Heiier
De „Distributie-film"
draait sneller
en sneller
Langs de straat
Zeekrijgsraad Willemsoord
Het gedraaide strootje.
De zoo abrupt onderbroken Zeekrijgsraads-
Sitting van jl. Woensdag werd gistermiddag
In een der kamers van fort Oostbatterij door
den President, Mr. Am. Veldman heropend.
Ter hand werd genomen de behandeling van
de zaak tegen den zeemilicien-matr. 3e kl. H.
v. d. P., die terechtstond terzake van het feit,
dat hij op 24 Maart, dienende op een maritiem
boeierschip bij IJmuiden, en behoorend tot 't
wachtsvolk van dien bodem, naar het logies
benedendeks gegaan is, en aldaar op een bank
plaatsgenomen heeft. Zulks tegen de regelen
van de wachtsverordening in.
De President informeert bij verd. of hij soms
heeft zitten slapen. Deze ontkent dit echter ten
sterkste, hoewel de kwartiermeester, die den
man aantrof, hem aan de beenen heeft getrok
ken en in de meening verkeerde dat verd. zich
in Morpheus' armen bevond. V. d. P. zegt. dat
hij alleen maar een strootje heeft zitten
draaien.
De Fiscaal, de officier van administratie der
lste kl., Mr. D. B. A. Franken vordert 1 week
gevangenisstraf.
Als verdediger treedt op de officier van
administratie der 2e kl. H. A. Westerouen van
Meeteren, die zijn instemming betuigt met de
clemente straf door den Fiscaal gevorderd,
doch er op wijst, dat de dienst op de boeier
schepen niet zoo streng was als op andere
vaartuigen. Men was daarvoor te veel op el
kaar aangewezen. Daarbij voert pleiter nog
aan, dat verd. sedert geruimen tijd niet ge
straft is en dat hij beschikt over een prima
conduitestaat. Hij staat bekend als een rustig
en ordelijk militair. Waar voorts zijn vader
een klein autotransportbedrijf voert en deze
zijn zoon hard noodig heeft zou hij willen ver
zoeken hier een voorwaardelijke straf te wil
len opleggen.
Uitspraak: 1 week gevangenisstraf voor
waardelijk met een proeftijd van 1 jaar.
Onder den rook van Curagao.
De matroos 3e kl. J. J. diende 13 Februari
aan boord van H. Ms., ,Van Kinsbergen". Hij
heeft dien dag, misschien vanwege de warmte,
meer bier gedronken dan hij feitelijk met goed
fatsoen kon verstouwen, tengevolge waarvan
hij, later op wacht staande, niet tegen de aan
vallen des slaaps bestand was, zich ergens aan
dek ternederlegde en binnen weinige oogen-
blikken de rust der tijdelijke vergetelheid
smaakte.
De President vindt het onverstandig van J.
om 3 flesschen bier te verwerken. Hij had moe
ten begrijpen dat hij daar niet tegen kon.
De Fiscaal wijst op de ruiterlijke bekentenis
van beklaagde en vordert 2 weken gevangenis
straf.
Uitspraak conform.
Geen opzet.
De zeemilicien-ziekenverpl. 2e kl. H. J. P. C.
behoorde op 10 April tot het wachtsvolk van
het Marine-Hospitaal. Hij was daar echter niet
gebleven, want een zijner superieuren kwam
hem op dien avond op den Ruyghweg tegen.
Dit niet in den haak vindend trok deze aan het
informeeren en alras werd ontdekt, dat de
man zich op ongeoorloofde wijze aan zijn
dienst onttrokken had. Met als gevolg dat hij
gistermiddag verantwoording van zijn handel
wijze moest afleggen.
Het bleek dat hij min of meer te goeder
trouw geweest was. Althans, van directen op
zet was geen sprake. Hij had alleen maar ver
ondersteld dat hij niet faudeerde. Hij was in
het burgerleven tandtechniker en wilde op zijn
particuliere kamer in Den Helder een paar
administratieve zaken regelen.
De Fiscaal houdt dan één van zijn milde
requisitoirs. Mild vooral omdat hij begrijpt
dat de man, wiens zaak toch al ernstig
door wde mobilisatie getroffen werd, zoo
spoedig mogelijk naar huis moet. Hij was
thans reeds met groot verlof gezonden,
doch in verband met deze Krijgsraad
affaire had hij het matrozen-habijt weer
moeten aantrekken.
In verband met de omstandigheden vor
dert Mr. Franken dan 2 weken voorwaar
delijke gevangenisstraf met een proeftijd
van 1 jaar.
Uitspraak: 1 week voorwaardelijke ge
vangenisstraf met een proeftijd van 1 jaar.
Van twee kwade dingen het minst kwade.
De zeemilicien matroos 3e kl. J. F. V. diende
6 April aan boord van H. Ms. „Schorpioen
Hij ging met verlof naar zijn vrouw in Ap-
pingedam, doch keerde een paar dagen te laat
van dit verlof op zijn schip terug.
De omstandigheden zijn in dit geval weer
min of meer tragisch. De man, die een keuri-
gen indruk maakte, blijkt een vrouw te heb
ben die zich iederen keer als haar echtgenoot
weer naar Den Helder moest, zeer nerveus
maakte. In April naderde voorts de tijd dat er
gezinsvermeerdering aanstaande was zoodat er
hulp in het gezin dringend geboden bleek. Toen
V. dan ook met verlof kwam moest hij op
zoek naar die hulp gaan en dat nam nog al
wat tijd in beslag. De man begreep dat hij
zich aan ernstige overtreding van de krijgs-
regelen schuldig maakte, doch waar hij te kie
zen had tusschen twee kwade dingen koos hij
bet z.i. minst kwade.
De Fiscaal wijst op de eerlijke bekentenis en
zegt van de motieven wel iets te kunnen be
grijpen, zij het dat de man in juridisch opzicht
natuurlijk zich heeft vergaloppeerd. Gezien ook
deze omstandigheden vordert Mr. Franken een
voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 weken
met een proeftijd van 1 jaar.
Uitspraak: 2 weken voorwaardelijke ge
vangenisstraf met een proeftijd van 1 jaar.
Onbehoorlijk optreden van een milicien.
De zeemilicien matroos 3e kl. L. V. blijkt
zich aan boord van het Wachtschip, en wel op
den 12en April, misdragen te hebben. Nadat
een matroos lste kl. hem er op gewezen had
dat het geen pas geeft aan dek te spuwen, had
hij dien matroos onhebbelijk bejegend en hem
gezegd, dat hij een veel te grooten mond had.
Vervolgens zei hem een kwartiermeester dat
hij zich moest gaan melden bij den bottelier.
Ook daarin bleek verd. geen zin te hebben.
Daarbij nam hij een even sarcastische als
agressieve houding aan.
Op de vraag van den President waarom hij
zich zoo misdragen heeft voert verd. ter ver
ontschuldiging aan, dat hij dikwijls driftig
wordt en last van nervositeit heeft.
De Fiscaal wijst er op, dat dit reeds de
tweede maal is dat verd. gestraft wordt. In dit
verband durft hij niet goed tot een voorwaar
delijke veroordeeling over te gaan. Hij vordert
2 weken gevangenisstraf met aftrek van het
voorarrest, hetwelk 13 dagen bedraagt.
Uitspraak conform.
Hij moest even naar den ziekenboeg
Als laatste verschijnt dan de zeemilicien
stoker-olieman 2e kl. P. J. S.. die 2 Maart
diende aan boord vaan H. Ms. „G 15" te Hoek
van Holland. Hij kreeg last van een steenpuist
op zijn arm, en moest zich derhalve onder
dokters behandeling stellen. Toen hij voor de
tweede maal uit moest varen was het uitge
sloten dat hij meekon. Vandaar dat de oudste
officier S. order gaf zich in het ziekenkamp
te melden.
Dit was echter voor doovemansooren gezegd,
aangezien S. „toevallig" een meisje tegenkwam
en met haar enkele dagen onder water bleef.
Hetgeen hij gistermiddag moest verantwoor
den.
De Fiscaal vordert 2 weken voorwaardelijke
gevangenisstraf met een proeftijd van 1 jaar.
Uitspraak conform.
UITSPRAKEN DER ZITTING VAN 29 MEI
Matroos le kl. A. H. V. 6 weken gevan
genisstraf met aftrek van 5 dagen van
het voorarrest.
Zeemilicien-matroos 3e kl. K. H. P. A.
3 dagen gevangenisstraf voorwaardelijk
met een proeftijd van 1 jaar.
Zeemilicien-hofmeester 3e kl. F. N. F.
2 weken gevangenisstraf met aftrek van
het voorarrest.
Zeemilicien-barbier 3e kl. G. J. de Z. 3
maanden gevangenisstraf met aftrek van
het voorarrest.
29 Mei 1940.
BEVALLEN: A. C. KoldenhofGroenhard,
d.; V. RolHoornsman, z.; A. M. van der
HertSchol, z.
OVERLEDEN: G. Th. van der Korput (m.),
6 maanden; L. van Es, (m.), 76 jaar. W. Veis,
(m.), 32 jaar; H. G. Hermans, (m.), 26 jaar;
J. Yska, (m.j, 32 jaar.
30 Mei 1940.
GETROUWD: P> Vermeulen en G. van der
Klaauw; H. G. J. Buck en A. Domberg; W.
Bieze en H. Bakker; D. Geervliet en G. A.
Kroone; J. Homburg en J. Blokker; J. Koorn
en M. Fleers; S. P. Pape en J. Nagengast;
D. Verblauw en W. C. Selderbeek; H. van der
Vliet en A. A. Schilt; H. Groen en A. M.
Koster.
BEVALLEN: M. F. KlopKlooster, z.
OVERLEDEN: J. G. H. Lubse, (m.), 21
jaar.
De mijn die geen mijn was.
Gisteren kreeg de politie mededeeling dat
er zich bij Kaaphoofd een mijn bevond. Na
speuringen werden gedaan, waarbij evenwel
bleek dat men hier niet met een mijn te doen
had doch met een losgeslagen en op drift ge
raakte lichtboei.
De fiets verdwenen.
Een bewoonster van de Ceramstraat plaat
ste dezer dagen haar rijwiel, zonder dit op slot
te doen, voor het bureau van drukkerij De
Boer. Even later was de fiets verdwenen...
Bedreiging.
Een bewoner van de Brouwerstraat belee-
digde een bewoner van de Vischstraat. De po
litie trad scheidsrechterend op.
B. en W. krijgen ongelijk voor
den Centralen Raad van Beroep.
In zijn uitspraak van gisterenmorgen
bevestigde de Cent tule Raad van beroep
te Utrecht, het vonnis van het Ambte
naren-scheidsgerecht, daarbij opmerken
de, dat door de beslissingen van het Col
lege van B. en van 8 en 15 December,
de heer Maas in zijn rechten werd ge
schonden.
Binnen 30 dagen zullen B. en W. de rechts-
schending, voortvloeiende uit hun schorsings
besluit, thans ongedaan hebben te maken en
dus het aan den heer Maas verschuldigde
salaris moeten uitbetalen.
Zooals men weet gaat het hier om het be
sluit van het College van B. en W. betref
fende de schorsing van den heer Maas, eerst
met behoud en toen zonder behoud van sala
ris. Het hoogste ambtenaren-college heeft
deze schorsing nu dus onjuist verklaard.
Thans is het wachten op het vonnis van
het ambtenaren scheidsgerecht, alhier, inzake
het beroep, dat de heer Maas heeft aange-
teekend tegen het door den raad gegeven
oneervol ontslag. Deze beslissing laat opmer
kelijk lan gop zich wachten, al mogen we
verwachten, dat ze nu spoedig zal volgen.
Bonmanonder den grond
Er was een telefoontje gekomen van het
secretariaat van den Zeekrijgsraad, dat de zit
ting van gistermiddag gehouden zou worden
in fort Oostbatterij en dus togen wij naar
genoemd fort achter den Kanaalweg, in den
schaduw van de Rotterdamsche Bank, en
poogden de zittingszaal van het Krijgsraads
college te bereiken. Hetgeen voorwaar géén
sinecure was...
Een militair had ons gezegd dat we bij
kamer 65 moesten zijn en zoo gingen we op
zoek.
Buiten scheen er wat poovere zon, binnen
heerschte de duisternis. Binnen gaapten holle
gangen, eindelooze tunnels van witte bogen,
met vochtige strepen langs de muren, met
vreugdelooze electrische lichtpeertjes in de
zolderingen.
Daar waren schaduwen en onbestemde ge
ruchten en men vermoedde er vledermuizen en
vampiers...
Een tocht door de kille catacomben van fort
Oostbatterij. Hier en daar passeerden wij cel
len en kamers; sombere alchimistenholen,
waaruit onbestemde dreiging naar voren
sloop...
Het was hoogst-imponeerend en daarbij bar-
griezelig!
Zoo slopen, drentelden en kropen wij voort
in de witte gangen van het groene fort Oost
batterij en bereikten eindelijk, na vele mistas
tingen en vergissingen kamer 65.
Het was hierin, dat het College recht zou
spreken.
Neen, het was niet het weliswaar strenge,
maar toch ganschelijk niet ongezellige Zee-
krijgsraadszaaltje aan de Buitenhaven, waar we
ons sedert jaar en dag plegen neder te zetten
tot het aanhooren van de maritieme pekelzon
den. Er ontbrak veel, zeer veel zelfs. We zagen
door het raam niet de altijd maar kug-zeulen-
de matrozen, we zagen niet het „publiek", be
staande uit altijd één oud-marinegast, die ons
voor den aanvang van iedere zitting tracteer-
de op „sterke" marineverhalen van weleer en
daarbij, als non plus ultra, kondschap deed van
het feit dat hij de lijfstraf nog aan den lijve
beleefd had, en we zagen niet de dikbuikige
vulkachel, die het klassieke home van „Bou-
man" aan den Buitenkant altijd een ietwat
intiem cachet gaf.
Zoo zaten we binnen en namen de zaken op:
dat deed ook een jong luitenant ter zee, die de
opmerking plaatste dat er „een frisch luchtje"
hing, welke opmerking door kapitein Michaëlis
beaamd werd, die er nog aan toevoegde, dat
deze verblijfplaats voor rheumatieklijders be
paald funest geacht moest worden. En ook in
dit kapiteinswoord school waarheid.
Er brandden een paar lampen, die een droef
geestig licht uitstraalden in het witte vertrek,
dat niet groot en ook niet hoog was. Handige
handen bleken er een aantal tafeltjes neerge-
plant te hebben in de hoefijzervorm, zooals
dat ook in het vroegere „Bouman" het geval
was. En daarop stond het klassieke Fiscaals-
Xco juiit ontvangen:
CACAO met suiker,
voor gebruik gereed,
2 ons voor 25 cent.
VOLLE MELK met suiker
per bus 35 cent.
MELK met suiker
per bus 25 cent.
KOFFIE MELK
30 en 15 cent per bus.
SPAART UW SUIKER!
P.S. Een flinke partij Bensdorp Cacao
ontvangen in blikverpakking.
Mag nu nog vrij verkocht worden.
lezenaartje, daarop stonden 5 geel-koperen
marine-aschbakken te glimmen, daarop stond
de inktpot en daarop lag, even beduimeld en
geel-verweerd als altijd, het imponeerende
Wetboek van Strafrecht. Aan den wand ten
slotte de scheepsklok die den tijd wegtikte en
de kalender.
Onze tafel, de perstafel, was er ook. Zij het
in klein formaat.
De naaktheid van het beestachtig ordinair-
groene kleurtje had men bedekt met een scha
mel bruin kleedje, terwijl de vloer bedekt was
met imitatie Perzische tapijten.
Het deed alles wat kil en nuchter aan, het
geen geen wonder is als men weet, dat dit
alles feitelijk voor elkaar gebokst moest wor
den in enkele kwartieren. Dit beseffende, mag
men nóg een eeresaluut brengen aan het
snelle en prompte werk van onze marineman
nen, die deze „Bouman"-veste op deze wijze
improviseerden.
Toen begon de zitting.
Uit een nis in den wand kwam de President
gekropen, en daarachter volgde het college.
Het geheel deed ietwat fantastisch aan. Een
wonderlijk schimmenspel, een pantomine van
wit en zwart, een vreemd spel onder de groene
zoden van het fort.
En men schaarde zich rondom de hoefijzer-
tafel en de zitting nam een aanvang.
De pers zat practisch op de schoot van den
secretaris, de verdachten lagen nagenoeg aan
de borst van den President, terwijl sergeant
Maarsen al zijn athletiek-ervaring noodig had
om van Fiscaal tot Secretaris, en van Secre
taris tot verdachte te komen. Het was een
zitting die we ons zullen blijven herinneren
als een unicum in de Nieuwediepsche Krijgs-
raad-annalen.
Uitbreiding van de „F.K.-boys".
De distributie-film in het Rialto-thea-
ter draait nog steeds en ook vandaag en
morgen zal zij nog enkele duizenden be
langstellenden trekken. Dank zjj het in
zicht van de leiding draait zij sedert
gistermorgen op het maximaal aantal
toeren, hetgeen zijn oorzaak vind in het
feit dat de „Feenstra-Kuiper-Boys" een
belangrijke uitbreiding hebben ondergaan.
Men was namelijk van oordeel dat het
tempo van Maandag en Dinsdag niet in
overeenstemming was met de moderne
eischen van tempo en snelheid, zoodat er
niets anders opzat dan dat het contro
leerend, afstempelend en inschrijvend
personeel vergroot werd. En zoo zag men
dan gistermorgen een personeel van niet
minder dan... 18 man achter de Rialto-
tafels zetelen, en miste men reeds vroeg
op den morgen de queue, waarin zich de
eerste dagen de broodkaarthalers opstel
den.
Het ging prachtig vlug gisteren.
Zoo vlug dat de meesten maar een kwartier,
twintig minuten behoefden te wachten, het
geen tenslotte nog wel te verduren is. Geen
betoog behoeft het dat zulks door de wach
tenden hoogelijk op prijs gesteld werd.
Het doet ook prettig aan te merken
dat ieder dezer 18 „F.K.-boys" zich ge
realiseerd heeft dat men er is om men-
schen met raad en daad terzijde te staan.
Vandaag de laatste dag.
Wy herinneren er aan, dat het vandaag
de laatste dag is, dat men het papieren
noodgeld, door het gemeentebestuur uit
gegeven, kan inwisselen ten kantore van
den Gemeente-ontvanger, Weststraat. Het
kantoor is daarvoor tot hedenmiddag
4 uur geopend.
De meesten hebben iets te vragen, begrij
pen iets niet of wenden zich tot de heeren
om informaties. En onvermoeid worden
deze informaties gegeven. Vriendelijk en
zonder overhaasting. Dat is iets wat wij
hier wel eens even willen memoreeren.
En zoo draaide de Distributie-film...
Voor oud en jong, voor arm en rijk. Weer
stonden buiten de moeders met hun kroost,
weer werden de kinderwagens voor de hall
van het theater geparkeerd, onder de hoede
van agent Stam en zijn maats.
Binnen werkte men: rustig en efficiënt.
Een paar bekende gezichten waren verdwe
nen en andere weer opgedoken. Ditmaal bleek
ook de marine ingeschakeld te zijn.
Telkens weer werd een stapel witte of
groene kaarten op een der tafeltjes gedepo
neerd. een stapel die zienderoogen in hoogte
afnam. Eindeloos was de rij menschen die
zich verdrongen om de thans zoo waardevolle
bescheiden te halen.
Nog twee dagen draait de Distributie
film...
Nog twee dagen, dan zijn de duizenden
en duizenden gezinnen verzekerd van hun
brood en andere artikelen, die in de ko
mende tijden misschien goud waard zijn.
Wil een Javaan een touwtje door
snijden, dan legt hjj het op een steen,
neemt een ander steentje in de
hand, tikt hiermede een paar keer
krachtig op het touwtje en hij heeft
het doel bereikt; het touwtje is
kapot. Zoo verbrijzelden de menschen
in het steentijdperk de vezels van
boomen, tot ze omvielen. Maar dit
tusschen haakjes! Ja. zij zijn
handig, de menschen in den Oost!
Dat wij Europeanen dit niet zijn,
hebben ze dadelijk door. De knap
ste ingenieurs, de grootste geleerden
zijn in hun ogen hulpelooze stak- -
kers! Zet ze in het bosch en ze ver
dwalen, komen om van honger en
dorst, want ze kennen de planten
niet. die voedsel en drinkwater leveren. Zet
ze in een prauw en ze verongelukken, want
ze kunnen de pagaaien niet hanteeren, weten
niet hoe ze een stroomversnelling moeten
nemen. En dan de taal! De taal, die zelfs een
kind spreekt, kennen ze niet eens! Het duuit
heel lang eer de primitieve den knappen
Europeaan als zijn gelijke erkent! Dit alles
kwam mij in de gedachten bij het bezien van
eenige foto's, door pater Drabbe gemaakt
tijdens zijn verblijf op Tanimbar, een groep
eilanden bij Nieuw Guinea.
Ik reproduceer hier een foto, die getuigt
van groote handigheid, n.1. een ivoordraaierij;
op een primitief draaibankje maken Tanim-
bareezen de ivoren armringen, die vroeger
veel werden gedragen (nu nog veel o.a. door
de Dajaks van Apo-Kajan). In de holte van
een afgezaagde olifantstand is een cylindrisch
stuk hout gestoken. Om dien cylinder is een
stuk touw gewikkeld, terwijl het te bewerpen
ivoor met cylinder tusschen twee draai
punten is geplaats. Door trekken en vieren
wordt aan het te bewerken stuk een draaien
de beweging gegeven. Met een scherp ge
punte vijl snijdt de eene man den ring, een
andere bewerkt dezen met een platte vijl.
aldus de toelichting, die ik van pater Geur-
tjens ontving. Persoonlijk heb ik het bij mijn
kort bezoek aan dien archipel niet gezien.
En nu een vraag: hoe komen die menschen
aan ivoortanden, waarvan u er een op den
voorgrond ziet liggen? Door handel, want
olifanten komen er op die eilanden niet voor.
Vermoedelijk zijn die tanden al heel oud.
In een artikel, dat in 1845 is geschreven(
lees ik, dat er toen export van olifantstanten
bestond van N.-O. Borneo naar de Aroe-
eilanden, een afstand even groot als die van
Amsterdam naar Athene! Ja, Indië is heel
groot, een werelddeel gelijk! Van Aroe naar
Tanimbar is over zee niet zoo ver. Wellicht
werden dus vroeger de ivoren tanden via
Aroe van Borneo betrokken.
De handigheid der menschen blijkt ook nog
op ander gebied. U ziet op de foto vrouwen
met „karaffen" op den rug. Dat zijn groote
vruchten, kalabassen, waaruit het zaad en het
vruchtvleesch zijn verwijderd en daarna ge
droogd. Nu zijn ze geschikt voor het vervoer
van drinkwater. Eigenaardig is het, dat de
vrouwen die „emmertjes" water vervoeren
aan een band om het hoofd.
H. F. TILLEMA.
Motorfiets genept.
Een persoon uit Amsterdam had gedurende
de oorlogsdagen zijn Panther-motorrijwiel ge
plaatst ergens in de Kolensteeg. Toen hij eer
gisteren het vehikel wilde terughalen wat dat
al niet meer noodig. Een ander had het reeds
gedaan....
Waar is die teil?
Een bewoonster van de Violenstraat deed
bvj de politie aangifte dat een zinken teil uit
haar vorige woning aan de Molenstraat, die
zij tijdens het bombardement verlaten had,
spoorloos verdwenen is.
Fiets vermist.
Iemand die gisteren zijn fiets op de Spoor-
gracht plaatste kwam tot de ontdekking dat
z'n karretje verdwenen was.
Een dame, afkomstig uit Leeuwarden, zette
haar fiets voor het Potskantoor, vanwaar het
rijwiel verdween.
(Historisch).
Al eenige keeren hadden wij haar voorbij
zien komen. Moedig voorwaarts stappend, tus
schen de perioden door, dat er luchtalarm
gemaakt werd. Zeer evenwichtig echter, name
lijk onder den rechterarm haar handtaschje,
onder den linkerarm een solide gietijzeren
juspan. Ze lachte ons, als zij zoo langs ons
huis kwam, zoo eventjes toe. En in dien blik
lag iets van: „lachen jullie nog maar harder
ik zet bij luchtgevaar mijn pan op en be
scherm mijn schedeldak tegen duikbommen en
wat er mogelijk meer voor begeerenswaardigs
uit de lucht komt vallen."
Weer was er gevaar van vliegtuigen, die
mogelijk aanstalten maakten hun „strooigoed"
over onze Juttersche hoofden uit te storten.
Weer kwam juist ook onze „pannetjesdame"
voorbij, natuurlijk met haar gietijzeren be
schermer onder haar arm. Met snelle passen
ging zij voorbij tot een paar huizen verder,
waar de mogelijkheid bestond snel de schuil-
loopgraven te bereiken. Ook van den anderen
kant haastte zich een heel groepje menschen
die zich bedreigd gevoelden daarheen.
Nauwelijks waren allen nu op een holletje
erin gevlucht en staan de luidjes in de schuil-
kieren of het geronk wordt sterker. Tegelijk
beginnen ook de machinegeweren op den grond
en in de lucht te ratelen.
Sommigen kruipen in de hoekjes, anderen
hurken bedrukt naast elkaar. Alleen „me
vrouwtje" trekt triomfantelijk haar pan. Met
een gracieuse zwenking plaatst ze die op haar
hoofd. Nauwelijks echter zakt 't ding over haar
net gekapt hoofd, waarbij al de weggedoken
medevluchtelingen die eene dame, die zoo maar
blijft staan, met ontzag aanzien, of daaropeens
stroomen vijf, zes dikke bruine jusstralen langs
haar gelaat en haren. De bronzen massa gutst
aan alle zijden naar beneden, zoekt een uitweg
langs hals en nek. Hier won het de lach van
de angst. Even vergaten we allen het werke
lijk of denkbeeldig levensgevaar, terwijl een
hartelijk gelach uit deze kloven van verschrik
king opsteeg.
Mevrouw's meisje had voor een paar dagen
jus in de pan gedaan. Het vet erop was ver
hard tot een korst. In de haast had mevrouw
geen aandacht gewijd aan den mogelijken in
houd; maar nu bij het opzetten van de pan als
helm, brak de Vetlaag, met dit noodlottig ge
volg. Of mevrouw nu nog dikwijls met haar
juspan langs zal komen?... Ik heb haar tot
nu toe er niet meer mee gezien.
Vox Humana.
Rialto-theater:
„De Avonturierster".
Tivoli-theater:
„Ik stal een millioen".