Een halve eeuw op de bres voor welvaartspolitiek Een goede Een slot op Uw mond! Hseft iemand? werden „geprikt" Vandaag ©,e Laee& in J^iitn m JxvniaAitën Zaterdag 1 Juni 1940 Tweede Blad McuUnieum Reedsl5 000Nieuwediepers 25 Juni a.s.bestaat Belang" 50 jaar Zij bracht Den Helder naar het binnenland en over de grenzen Grootste zuinigheid met water geboden voor 50 jaar j Terug tot de werkelijkheid Goud in de Kromme Elleboogsteeg Blijft binnen bij luchtgevaar! Burgerlijke Stand van Den Helder Esona naar Purmerend» Tot 10 uur open! advertentie Waal yaan cue Pieeti? Het is over enkele weken precies een halve eeuw geleden dat een groepje voort varende Heldersche ingezetenen, na rjjp beraad, het besluit namen zich in orga nisatorisch verband op het vreemdelingen verkeer in Den Helder te werpen en dit uit te dragen op een wijze, welke ten gevolge zou hebben, dat veel van de wei nig fraaie reputatie, die Den Helder in Nederland had zou verdwijnen. En zoo begaf men zich op dien 25sten Juli anno 1890 naar het aloude Tivoli. Er werd ernstig vergaderd, en er werd lang durig vergaderd, doch toen men zich na enkele uren weer huiswaarts begaf was de oprichting van „Helders Belang" een feit geworden en de eerste schrede van een vereeniging, die nog zeer veel voor haar stad zou doen, gezet. Wat die eerste vergadering betreft, hier van laten wjj, curiositeitshalve, de notulen volgen. De vergadering van belangstellenden, in het lokaal Tivoli te Helder bijeengeroepen, wordt door den waarnemenden Voorzitter, den heer De Waal, geopend. De voorzitter heet de aan wezigen welkom en schetst het doel, dat door den heer Buhse werd beoogd, toen hij de eerste stappen deed om eene vereeniging tot stand te brengen, die de verfraaiing der gemeente en de bevordering van hare bloei beoogt. Ver der wordt medegedeeld, dat de Heeren Bethle- hem, Bitter Sr., Van Eek, Jaring, Kloosterhuis, Mooy, Polvliet, Schilling, Timmers, De Waal en Zurmühlen zich met den Heer Buhse tot een voorloopig Comité hebben vereenigd, teneinde het optreden der gewenschte vereeniging voor te bereiden. Namens het voorloopig comité brengt de voorzitter daarop ontwerp-statuten en een con cept-reglement ter tafel. Na voorlezing dezer stukken wordt door eenigen der aanwezigen over den inhoud van enkele bepalingen met den Voorzitter van gedachten gewisseld. De Heer v. d. Meer ontvangt daarbij de verzeke ring, dat Gemeentebestuur sympathie heeft voor de z die door deze Vereeniging wordt voorgestaan; de heer Zurmühlen verzekert, dat hij er niet tegen zou zijn, als in de Statuten of in het Huishoudelijk Reglement nog meer dere autoriteiten werden genoemd, wier hulp en steun door deze vereeniging zou worden inge roepen; en de heer Bolwerk beveelt aan om het doel, waarnaar gestreeft wordt, meer algemeen bekend te maken. Tenslotte worden Statuten en Reglement bij acclamatie goedgekeurd en vastgesteld, en wordt besloten, ter verkrijging van rechtspersoonlijkheid de Statuten ter goedkeuring aan Z. M. den Koning op te zenden. Onder algemeene instemming der aanwezi gen, verklaart de Voorzitter deze Vereeniging voor geconstitueerd onder den naam „Helder s Belang". Staande de vergadering laten zich onderscheidenen der aanwezige personen als donateur of leden inschrijven en nadat de keuze van een definitief bestuur tot eene vol gende bijeenkomst was verdaagd, sloot Voor zitter deze vergadering. De Secretaris, De Voorzitter. S. MOOY. J- DE WAAL. En met deze oprichting hadden enkele vooruitziende geesten eindelijk datgene weten te bereiken, wat er feitelijk reeds veel en veel eerder had moeten zijn: een organisatie, die zich op den bres plaatste voor een stad, waarin het burgerleven weliswaar genoeglijk en zonder al te veel sensaties marcheerde, maar welke zelfde stad in den lande een reputatie genoot, waarover het beter was te zwijgen. Onbekend maakt onbemind en als dat ooit voor een stad in den lande gegolden heeft, dan gold het voor Den Helder. Den Helderdat was een woord, syno niem met storm en regen, met eeuwigdurende kou. Dat was toch het desolate Niemands land ergens aan de boorden van het Mars diep, een bagno voor marinelui, maar waar geen burger zich ooit vrijwillig moest wagen. Dat was een oord van deportatie en misère... Den Helder, dat gold een halve eeuw terug voor een nederzetting van de marine, zonder hoornen, zonder beplanting, zonder eenige flora en fauna. Er was nietsbehalve wind en water en Veel kou. Althansdat meende men. En omdét men het meende, en omdét men eindelijk ging begrijpen dat het de hoogste tgd was aan het sprookje over Den Helder een einde te maken, daarvoor heiegde men de vergadering waarvan men hierboven de notulen gelezen heeft en alzoo werd de eerste schrede in Den Hel der gedaan op het pad, dat Vreemdelingen- verkeer heet. Onverschilligheid. En nu schrijven wij 50 jaar na dato. Een halve eeuw Heldersche historie is sedertdien voorbijgegaan en een halve eeuw ook heeft „Helder'a Belang" zich teweerge- steld tegen de reputatie der stad en geijverd om van Den Helder datgene te maken, wat iedere burger met gemeenschapsbesef nu een maal van zijn stad wenscht te maken: iets goeds, een stad met een eigen karakter, een stad, die aantrekkelijkheid bezit niet alleen voor de burgers zelf maar ook voor diegenen, die van buiten komen. Het was geen eenvoudig werk, vooral niet in die dagen van weleer, toen men maar al te dik wij Is had te strijden tegen negatie, apathie, volmaakte onverschilligheid ten op zichte van het werk van de V.V.V. Men begreep aanvankelijk dit werk niet en deed ook geen moeite om het te begrijpen. Velen leek het iets volmaakt overbodigs. Men zag hoegenaamd geen heil in dit streven, om dat men niet inzag dat Den Helder er ooit financieel beter van zou worden als het een V.V.V. had. Welvaartspolitiek. Maar de tjjdcn veranderden en ook het inzicht der Heldersche burgerij, zoodat, toen de V.V.V.-baby eindelijk den leeftijd des onderscheids bereikt had, men haar erkend had en besefte, dat hier inderdaad sprake was van een instelling, die zich louter en alleen toelegde op welvaarts politiek, ten bate van Den Helder. Welvaartspolitiek dat was, is en zal altjjd het streven blijven van „Helder's Belang". Een politiek gericht op het stre ven onze stad te dienen. Haar de bekend heid in den lande te geven, waarop zij rechtens aanspraak maakt en haar des wegen in economisch opzicht te dienen. Er is in dit opzicht veel bereikt en in een volgend artikel hopen wij daarop te kunnen wijzen. Nog meer echter staat op het pro gramma en wacht op in praktijkbrenging. Dat daarbij de tijdsomstandigheden momenteel zeer ongunstig zijn en de vereeniging ernstig in haar arbeid belemmeren kan men moeilijk „Helder's Belang" verwijten. Zooals men reeds eenigen tijd geleden in de Heldersche Courant gelezen heeft was het plan het V.V.V.-jubileum op 25 Juni a.s. op feestelijke wijze te herdenken. In verband daarmede had een feestcomité reeds zijn werk aangevangen, welk werk echter onderbroken werd door den ingetreden oorlogstoestand. Misschien dat er later gelegenheid zal bestaan het halve eeuwfeest van „Hel der's Belang" te vieren, misschien ook niet. Maar hoe dan ook, wij wilden in geen geval verzuimen op deze plaats in enkele artikelen het licht te doen schijnen op een plaatselijke vereeniging, die zich zonder eenigen twijfel gedurende 50 lange jaren ten zeerste verdienstelijk gemaakt heeft voor de Heldersche gemeenschap. En wat vandaag nog'volgt. Zooals wij reeds aan het begin der week schreven, bleek er voor het in enten tegen het dreigend typhusgevaar in Den Helder zeer groote belangstelling te bestaan. Men besefte dat men zich hier kweet van een gemeenschapsplicht en derhalve trok zoowel jong als oud, arm en rijk naar de Boerhaavestraat, teneinde daar de wel zeer onschuldige „prik" te ondergaan. Gisteren hebben wij ons met den di recteur van den Gemeentelijken Genees kundigen en Gezondheidsdienst, dokter Rienks. in verbinding gesteld en hem gevraagd naar de cijfers, welke het animo voor het enten zouden kunnen illustreeren. Het bleken cijfers te zijn, die de stoutste verwachtingen zullen overtreffen. Er hadden zich gemeld: Maandag 2000 personen Dinsdag 2250 Woensdag 2750 Donderdag 2992 Vrjjdag 3000 (ongeveer) In totaal dus circa 13000 stad- genooten. Het aantal personen, dat zich van daag zal melden is uiteraard nog niet bekend, doch men kan gevoegelijk stel len op eveneens 3000. Zoodat wij niet ver bezijden de waarheid zullen zijn als we schrijven, dat zich deze week een 15.000 tal Heldersche ingezetenen liet inenten. Een cijfer, dat verder geen commen taar noodig heeft! DE MCDI5TE ECT© ^PORtPET*. ATELIER-T? JW.tt CtiER- Wij vestigen de aandacht op de in dit blad voorkomende advertentie van tiet Provinciaal Waterleidingbedrijf in Noord holland (P.W.N.), waarbij de verbruikers van leidingwater in het voorzienings- gebied van het P.W.N. er aan worden herinnerd, dat het ten strengste verboden is om water te verspillen of te gebruiken voor een ander doel, dan waartoe een abonnement is aangegaan. Met name wordt er in die advertentie gewezen op het ongeoorloofde van tuinbesproeiing zonder abonnement voor die besproeiing. De Directeur van het P.W.N. doet voorts een beroep op de medewerking van de abonnenten om het waterverbruik in het algemeen en de besproeiing van tuinen in het bijzonder tpt het strikt noo- dige te beperken en die besproeiing bij voorkeur alleen met gieters te doen ge schieden. Eindelijk zijn we weer zoover ge komen, dat we onze murwgeslagen zenuwen weer in bedwang krijgen en gaan beseffen, dat er in deze wereld nog veel belangrijker feiten zijn, dan al maar weer verhalen over bombarde menten die niet komen, over vlieg tuigen, „die je met de hand kunt grijpen, zóó laag", over het wonder van de Openbare Leeszaal, die ondanks het bombardement nog niet ingestort is (inderdaad iets miraculeus!), over Cornelis Steenaart, die van de week thuiskwam en in de Heldersche Courant zijn eigen overlijdensadverten tie las (en op geen stukken na weet wie hem deze poets gebakken heeft), en tenslotte over alles, waar we het nu drie weken lang over gehad hebben. We gaan weer terug naar ons leven zooals we dat voorheen leefden, ook al is er dan wel iets veranderd. Maar we moeten ons aanpassen en waarom zouden wij. Nieuwediepers, ons later aanpassen dan de anderen? Veel belangrijker was bijvoorbeeld het feit, dat half Den Helder zich heeft laten beprikken; dat was iets wat de menschheid tot andere gedachten bracht. De een had al mooier roode kring op de arm dan de ander en de een vertelde al sensatievoller historie over de gevolgen der prik dan de ander. Ook de distributie is belang rijker, omdat zij direct onze magen en direct onze bestaansmogelijkheid be treft. Vandaar dat de „Distributie- film" zulk een succes werd en de F.K.- boys vanwege hun tempo een klein lintje hebben verdiend. Belangrijker is weer geworden het feit, dat men dagelijks in de krant kan lezen, dat de buurvrouwen malkan deren weer voor „stukken vuil uit maken, dat er weer vrachten fietsen gestolen worden en dat er alsmaar dronken lieden opgeraapt dienen te worden, die blijkbaar vergetelheid zochten in de „geneugten" des dranks. Men praat weet over andere dingsig- hedende Singel en de Lombokstraat hebben het weer over het feit. dat de politei „alsmaar" niet ingrijpt om de schrik van de Lombokstraat, een zwarte bouvier, die kinderen de broeken af scheurt, fietsers sokloos op hun vehikels doet zitten en andere honden naar het leven staat, gemuilkorfd wordt of naar het abattoir gebracht. Naar wij thans vernemen, staat een drijfjacht op het program, zoodat wij de politie advi- seeren alsnog maatregelen te nemen tegen dit hondsch schandaal. Men staat 's avonds weer bij de automaten in de Spoorstraat zijn balletje gehakt te verwerken of de gastronomische genietingen te onder gaan van een croquet, die. ook in het donker, de grootste zorgen der mensch heid licht doen schijnen. Men bekijkt de plaatjes voor de bioscopen weer, men loopt weer op de markt, waar de verkoopers aan-een-stuk schreeuwen, en men neemt voor z'n vrouw een pracht van een azalea mee, omdat haar tenslotte óók wel iets toe komt. En zoo komt alles weer terecht Zoo wordt onze stad weer bewoon baar en keeren we terug tot werkelijk heidsbesef en nuchterheid, twee dingen waar we altijd zoo sterk in geweest zijn. Met het spook dat „gerucht" heet hebben we thans definitief afgedaan. We spreken af. dat de bewoners van de Bothastraat bij het eerste vliegtuig- gebrom niet meer „evacueeren" naar den Kanaalweg (omdat het zooveel veiliger is bij de zee) en de Kanaal- weggers gaan niet meer naar de Botha- straat, omdat het aan zee zoo onveilig is. De Hoofdgrachtelingen vertrekken niet meer naar de „Vogelenbuurt" en de Vogelenbuurtblijft ook thuis. En we bergen het fleschje Hofman druppels en het zakje Broom (een dubbeltje per kubieke centimeter) en de Valeriaan op voor lange tijden! Afgesproken! Uondiftn uil fiel Vlieqend Blaadjt Ongeveer 70 jaar geleden bepaalde zich de bebouwde kom der gemeente Helder tot het gedeelte, thans door den naam ,J)e Oude Hel der" aangeduid. Sedert is aangebouwd het veel grootere deel gelegen ten Oosten en Zuid oosten van het Westplein. Al de gebouwen in het nieuwe gedeelte der gemeente, zijn ge plaatst op gronden, die vroeger onbebouwd waren, en die, weinig beschermd door de toen maals zeer onvoldoende bedijking, vaak door het zeewater werden overstroomd, Er zou bij het graven in den grond daar ter plaatse al heel weinig kans zijn, dat er kostbaarheden gevonden zouden worden. Er hebben daar tn ouden tijd nimmer menschen gewoond. Anders kon het zijn in den Ouden Helder, waar sedert het begin van de zestiende eeuw niet onbe langrijke gebeurtenissen hebben plaats gehad, waar een bevolking zich bewoog, die gedeeld heeft in al het lief en al het leed, dat ons vaderland in den loop der tijden overkwam, 't Zou mogelijk zijn, dat bij het slechten van oude gebouwen het een en ander ontdekt werd, in oude tijden daar onder den grond verborgen. Niet zoo heel vreemd klonk het daarom velen in het oor, toen dezer dagen verhaald werd, dat, bij de amotie van een zeer oud huis in de Middenstraatnabij de Kromme-Elleboogstecg een som gelds (f 5000.in den grond was gevonden. Het blijkt thans, dat van het ver haal niets waar is en dat er dus geen aan leiding bestaat om, bij uitzicht op meerdere van zulke verborgen schatten, zich op het doorzoeken van den grond toe te leggen. Het ambt van schatgraver vraagt hier alsnog geene beoefenaars. Doch wellicht sluit dit ge rucht zich aan bij den leerzamen inhoud van Gellert's bekende fabel, dat het doelt op een nuttig, een oordeelkundig gebruikmaken van den grond, die, ook zonder graven naar goud, schatten kan voortbrengen. Nog eens vestigen wij er met grooten na druk de aandacht op, dat het zéér gevaar lijk is, indien men zich, gedurende den tijd dat zich vliegtuigen boven Den Helder be vinden, welke van den grond af door het luchtdoelgeschut onder vuur genomen wor den, op de openbare straat bevindt. De meeste inwoners zijn daarvan zoo lang zamerhand nu wel overtuigd, doch herhaal delijk ziet men toch weer personen die het „zoo'n interessant gezicht" vinden en daarbij midden op straat staan. Dat dit levensgevaarlijk is werd ook gister avond bewezen; op ons kantoor vervoegde zich althans iemand, die ons brokken staal toonde, die zeker den dood tengevolge heb ben, indien zij iemand raken. Nogmaals dus: blijft bij het schieten op vliegtuigen binnen en breng U niet, door on gezonde nieuwsgierigheid, in levensgevaar. van 31 Mei 1840. GETROUWD: G. J. van Rijn en A. M. Kaasenbrood; P. de Zee en R. Reuvers. BEVALLEN: H. G. van Balende Wilde d.; J. KokKramer z.; J. BuscopUijleman z.; C. van KeulenPaauwe d. OVERLEDEN: Wed. P. Bandsma, geb. L. Greiner, 80 jaar. Apotheken Op Zondag 2 Juni is van 's morgens 8 uur tot 's avonds 8 uur alleen geopend de apo theek van A. P. Hoolmans, Spoorstraat. last van verstopping, slechte spijsver tering, overmatige vetvorming of de schadelijke gevolgen er van* aambeien, onzuiver bloed en vale onreine huid, dan zuivere men bloed en ingewanden met Dr. Schieffer's Stofwisseiingzout. De betrouwbare en aangename werking hiervan is een weldaad voor het geheele organisme Flacon f 1.05. Dubbele flacon I 1.75 bij apothekers en vakdrogisten. Kou de vorige week de passagiers- en vee- dienst op de markt te Purmerend door aller lei omstandigheden niet doorgaan, thans is toestemming verkregen van den districts commissaris en het s.s. „Nieuwediep" voor genoemden dienst vrijgegeven. Daar momen teel 's nachts nog niet gevaren mag worden, vertrekt de boot Maandagavond 3 Juni om 5 uur van Den Helder en Dinsdagmorgen 4.30 van Alkmaar. In een advertentie in dit nummer maakt de Burgemeester bekend, dat de winkels op de Zaterdagen weder tot 10 uur des namiddags vooor het publiek geopend mogen z(jn. is beter dan de beste reiziger Zij wordt namelijk nooit teruggestuurd In een gesprek, dat we dezer dagen met eenige officieren van onze marine voerden, uitte een van h ende verzuchting: „alle menschen moesten veertien dagen lang een slot op hun mond hebben Inderdaad, het zou niet kwaad zijn! Wat wordt er tegenwoordig veel nutteloos en ook..., redeloosgepraat. En altijd maar weer is het 't zelfde onderwerp: de oorlog en de kansen, die onze stad nog loopt, om op nieuw in de ellende betrokken te worden. Al deze gesprekken ondermijnen de weer kracht van de bevolking en maken h r. óver-nerveus en gevoelig. Het is een vorm van de „zenuwen-oorlog", die het volk tegen zichzelf voert. En wat is er nu waar geweest van al deze sombere voorspellingen, die tot op heden gedaan zijn? Niets! Ze hebben veel onrust gewekt en tot op dit oogenblik zijn ze louter fantasie gebleken. Als er maar één derde uitgekomen was. beste lezer en lezeres, van wat fantasierijke stadgenooten de wereld rondgestrooid hebben, dan was er van Den Helder niets over dan wat puin en was de bevolking totaal vernietigd. Minstens driemaal is onze stad totaal plat geschoten. Telkens weer hebben we ge lukkig ervaren, dat deze ondergang van onze stad alleen maar in het zieke brein van overspannen of op sensatie-beluste stadgenooten berustte. Maar ondertus- schen hadden zij, met hun onverantwoor delijk geklets, honderden, soms duizenden medemenschen van streek gebracht. En dat is bedroevend en misdadig! Wat weet men in sommige kringen precies te verklaren welke punten van onze stad aan een eventueel bombarde ment zullen worden onderworpen. Men weet het zoo juist te vertellen alsof men persoonlijk met den Engelschen minister van Luchtvaart had gesproken, 't Is dwaasheid, men weet niets en veronder stelt maar en fantaseert er op los. We zouden niet graag met stelligheid durven beweren, dat er geen enkele bom meer op een van onze maritieme instellin gen of op de haven zal vallen. We weten het niet en al achten we het gevaar niet zoo groot als vele van onze stadgenooten, toch blijft er de mogelijkheid. Maar toch hebben we de stellige verwachting, dat nimmer onze stad meer het voorwerp zal worden van een bombardement. En al zullen we dus nog wel eens opgeschrikt worden door vijandelijke vliegtuigen en door het felle poffen van het afweerge schut, wij gelooven niet, dat het leven van onze burgerbevolking in gevaar zal komen. We zeggen dit niet, opdat men een zekere onverschilligheid in acht zal nemen, maar opdat men terug zal komen van den grooten angst, die velen heben als ze een vliegtuigmotor hooren of het afweerge schut in werking wordt gesteld. Zoolang de oorlog duurt zullen we deze dingen telkens weer hooren en we zullen er in zekeren zin aan wennen, als we de gedachte van ons afzetten, dat men het op ons leven gemunt heeft. De Duitsche overheid heeft tal van prijzenswaardige maatregelen genomen om het leven en de goederen van onze stadsbevolking te beveiligen. We mogen daar dankbaar voor zijn. De vijand heeft zeker niet de opzet om de burger- bevolkina van het door Duitschland bezette gebied (we zijn geen oorlogsgebied meer)! naar het leven te staan. Men kan daarop gerust zijn. Laat u dus niet langer misleiden door dwaze verhalen of door voorzorgsmaat regelen. die de burgerlijke overheid, in uiterste voorzichtigheid, neemt. We be doelen het ontruimen van scholen in het gebied waarvan men meent, dat er wel eens iets zou kunnen gebeuren. De over heid mag in dit opzicht geen enkel risico nemen, omdat zelfs het barsten of springen van een ruit in een overbevolkte school een paniek zou kunnen veroorzaken. Dat mag men niet riskeeren. Maar deze maat regel behoeft voor de bewoners van dit gebied nog geen aanleiding te zijn om te vertrekken. Dat is geenszins noodig. Gebruik uw verstand en denk deze dagen eens aan dat bekende vers: „Een mensch lijdt dikwijls 't meest Door 't lijden, dat hij vreest En dat nooit op komt dagen. Zoo heeft hij meer te dragen Dan God te dragen geeft. Komdoe een slot op uw mond of praat over andere dingen dan de oorlog en fantaseer en lieg niet! Wat een qua|iteit En wat een inhoud Natuurlijk „DE TOELAST" Rlalto-theater „De Avonturierster". Tivoli-theater: „Ik stal een millioen".

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1940 | | pagina 7