Successen en tegenslagen
NEYT/'RECLAME
Madónieuiaó
Over het werk van 7 Verkeershuis
Dlunt 11 zutmmn
Wee den knoeiers I!
Aan den waterkant
Een toontje lager
Woensdag 5 Juni 1940
Tweede Blad
Een blik op de toekomst
H. R. KOUSBROEK
Weststraat 106 Tel. 851
Burgerlijke Stand van Den Helder
Hoofd Heldersche Schoolvereen.
.VERHOOGT UW OMZET.
Inschrijving Handelsregister
Rii het jubileum van „Helder*s Bolnna
«- -
T>e vlag uit op het paviljoen van „Zeebad Huisduinen". "Wanneer zal zij er weer wapperen
en getuigen van beter tijden
Huisduinen... dat was enkele tiental
len jaren geleden een niet onaardig dorp,
dorp onder de rook van Den Helder. Er
waren enkele villa's, er waren een paar
uitspanningen en in de zomermaanden,
als het eindelijk ook in Den Helder warm
werd, trokken de Nieuwediepsche moe
ders met hun gezinnen strandwaarts om
de genietingen te ondergaan van het
rulle zand, de streelende zon en de lok
kende zee.
Er waren echter slechts weinige per
sonen, die begrepen dat ditzelfde Huis
duinen een prachtige „trekpleister"
voor vreemdelingenverkeer kon betee-
kenen. Die beseften, dat Den Helder
Huisduinen en Huisduinen Den Helder
elkander wederkeerig brood- en brood-
noodig hadden. Dat een goedgeleid
vreemdelingenverkeer van Huisduinen
een welvarend badoord kon maken, met
alle perspectieven daaraan voor Den
Helder.
Inzicht.
Langzaam gingen de oogen voor deze
braakliggende mogelijkheden open. Lang
zamerhand ging men inzien, dat hier ge
werkt moest worden. Dat men maar niet bij
de pakken neer moest blijven zitten en
wachten totdat er eens een paar menschen
van buiten kwamen en, feitelijk uit nieuws
gierigheid, hier hun vacantie doorbrachten.
Integendeel, dat er gewerkt moest worden.
Hard gewerkt, zoodat Huisduinen een cen
trum van badleven in den Noordkop van
Noordholland werd.
Men mocht zich zoo gelukkig prijzen, dat
de gemeentebesturen in die dagen oog voor
deze mogelijkheden begonnen te krijgen en
veel heeft „Helders Belang",, van wie door
gaans het initiatief uitging, te danken aan
deze besturen, Zij het onder leiding van
burgemeester Houwing, of zooals later onder
die van burgemeester Driessen en Rit
meester.
De opkomst van Huisduinen.
En thans... thans heeft Huisduinen naam
en reputatieGedurende verscheidene jaren
reeds besluiten tal van Nederlandsche fami
lies in het voorjaar, als zij hun reisplan op
maken of hun vacantie-domicilie uitzoeken,
naar Den Helder te gaan. En zij doen dit
waarlijk niet om nu eens Huisduinen van
dienst te zijn of „Helders Belang" te beloo-
nen voor haar velen arbeid. Neen, zij doen
dit alleen omdat de combinatie Den Heider-
Huisduinen hen bevalt. Omdat ze hier niet
afgezet worden, omdat de „vreemdelingen
industrie" hier nog niet tot een rage gewor
den is. Omdat men hier een schitterend
strand heeft, omdat men beschikt over een
uitstekende hotel-, villa- en pension-inrich
ting, omdat er geen absurde prijzen gevraagd
worden en omdat het er rustig is.
Ze doen het ook, omdat men van hier
uit gemakkelijk trips kan maken naar de
eilanden, omdat het voor den „binnen
lander" nog steeds interessant is zich te
bevinden aan de boorden van een zee, die
zoo rijk gestoffeerd is als juist bij Huis
duinen en Den Helder, en ze doen dat,
omdat men wellicht nergens aan de ge-
heele Nederlandsche zeekust zulke impo
sante wolkenformaties en zulke onver
getelijke zonsopgangen en -ondergangen
aanschouwt als hier.
En Huisduinen groeide, dank zij de kunst
matig toegevoegde levenssappen van de
y-V.V. „moeder". Nieuwe villa's verrezen, er
wam een fonkelnieuw paviljoen, er kwam
een hieuw badhotel, er kwamen nieuwe pen-
«ons... kortom, Huisduinen en haar bevol-
J"g waren ontwaakt en het was „Helders
Belang", dat, naast de Huisduiner vereeni-
S'hg, die met voldoening dat alles aan
schouwden.
Tegenslagen.
Het was niet alles voorspoed! Het tegen
deel was eerder waar. Want nauwelijks was
deze groei begonnen, of daar kwam een zware
economische crisis over het land, die ernstig
ingreep en ook het badleven niet ongemoeid
liet. En na deze crisis beleven wij thans
tijden, waarin men eerst recht met zorgen de
toekomst van de badplaatsen tegemoet moet
zien. Maar ook nu versaagt men niet, en
keeren de kansen, dan kan het niet anders,
of ook Huisduinen zal uit haar tijdelijke
vergetelheid weer ontwaken.
Goede propaganda.
„Helders Belang" heeft steeds weer be
wezen, het groote nut van reclame, van met
juist inzicht gevoerde propaganda, in te
zien. Ieder jaar werd het budget voor deze
reclame öp de WV-rekening hooger en me
nig lid zal zich wel eens afgevraagd hebben
of die hooge kosten nu wet dat profijt op
leverden, dat men er van verwachtte.
Welnu, ze leverden profijt op, en door
gaans met rente op rente. In dit verband
moge er nog op gewezen worden, dat het
gemeentebestuur sedert langen tijd de
V.V.V. met een jaarlijksche subsidie daad
werkelijk steunt en dat de finantieele
positie der vereeniging, zooals men zich
nog uit het verslag over de laatste jaar
vergadering zal herinneren, als kernge
zond te beschouwen is.
't Verkeershuis.
Het centrum van deze gevoerde recla
me-actie, die een landelijk karakter draagt,
geschiedt door een V.V.V.-instelling; een
stichting van „Helders Belang". Dat is
't Verkeershuis, waarvan als directeur be
noemd werd de heer W. Velthuys. Het
was in dit Verkeershuis, dat de propa
ganda voor en van Den Helder opbloeide
als nooit tevoren en dat als centraal punt
van vreemdelingenverkeer belangrijke
diensten heeft bewezen aan onze stad.
Ongeveer 5 jaar bestaat 't Verkeershuis
thans en het is wellicht goed er op te wijzen,
dat tal van steden van gelijke grootte als
Den Helder een dergelijke instelling niet be
zitten. Wel een bewijs voor de voortvarendheid
van Helders Belang.
Hier komen de aanvragen voor pension
binnen. Hier worden informaties van den meest
verscheiden aard ingenomen, hier informeert
men naar de scholen, naar de winkels, en naar
de gelegenheid voor uitstapjes in Den Helder.
Hier vraagt men naar trein- en bootverbin
dingen en hier is het, dat men inlichtingen
moet geven over belastingen, en over de huis
huren. Ja, wat werd in die jaren feitelijk
niet aan den heer Velthuys gevraagd
De V.V.V.-bibliotheek beschikt thans over
een uitstekend geoutilleerd archief. Met boek
jes van Den Helder, plattegronden, lijsten van
winkels, pensions en te maken uitstapjes,
kortom, alles wat men over Den Helder en
Huisduinen wenscht te weten is hier ver-
eenigd en wordt toegezonden aan hen, die er
voor in aanmerking komen.
Door deskundig personeel worden hier de
belangen van Den Helder behartigd op een
wijze, die men niet beter zou mogen wenschen
en brengt men op deze plaats een woord van
hulde aan het werk der V.V.V. in Qnze stad,
dan zal men daarbij 't Verkeershuis en zijn
energieken directeur zeker niet mogen ver
geten! Omdat hij het was, die er aan mede
werkte dat de gevoerde welvaartspolitiek
vrucht droeg en mede zorgde, dat de naam
..Den Helder" niet alleen in de elf provinciën
doch ook tot ver over de landsgrenzen aan
klank en beteekenis won. En dat is iets. wat
nog al te weinig inwoners van Den Helder
beseffen.
Op den dag van het jubileum, 25 Juni a.s.,
zal menig bestuurder van de Heldersche
V.V.V. in gedachten teruggaan naar de dagen
van weleer. Toen er veel moed en nog meer
initiatief noodig waren om de welvaartspoli
tiek praktisch te kunnen voeren. Toen men al
blij was, als men op het Ankerpark boomen
mocht laten planten, dat men hier en daar
banken tusschen en bij het groen mocht zet
ten, dat het Julianapark kon verrijzen en de
N.V. Zeebad Huisduinen, méde op instigatie
van Helders Belang, geboren kon worden.
Maar hij zal ook het oog op de toekomst
gericht houden. Ook al is het thans voor
velen nog geen helder vurenzicht. Hij zal
beseffen dat er, ook na de mijlpaal van
de eerste halve eeuw, nog veel en hard
gewerkt zal moeten worden. Méér dan
vroeger zal de naam van Den Helder aan
beteekenis moeten winnen, de stad zal
meer verfraaid dienen te worden, met
steun van rijks- en provinciale subsidies
zal men nog intensiever en krachtiger aan
de steeds meer omvattende propaganda
moeten werken en de organisatie van het
vreemdelingenverkeer, waarop men zich
thans specialiseert, zal nog belangrijk
intensiever moeten worden. Hierover
echter in een volgend-en laatste artikel.
ACCOUNTANTSKANTOOR
Lid v. h- Neder!. Instituut van Accountants
Leraar M. O. Boekhouden
Inrichten en controleren van administraties.
Behandelen belastingaangiften.
Is VERPLAATST naar SOEMBASTRAAT 70
Van 4 Juni 1840.
ONDERTROUWD; M. Reijnhout en A. E.
Sirach; H. A. Enklaar en G. Ziermans; J. Th.
W. Maartens en P. F. Kramer.
BEVALLEN: W. M. Bossersv Munster, z.
OVEP.LEDEN: B. J. G. van. Bokhorst (m),
3 dagen.
Als opvolger van den heer J. Jager, die in
Juli a.s. wegens het bereiken van den pen
sioengerechtigden leeftijd afscheid zal nemen,
is tot hoofd der Heldersche Schoolvereeniging
benoemd de heer C. Prinsen, onderwijzer aan
genoemde school.
en berst U geen lid
van H.Z.V.?
Hoe bestaat het!
Heldersche Zwem vereeniging H.Z.V.,
(Het witte clubgebouw op den zeedijk).
Strenge straffen tegen overtreders
van distributie maatregelen.
Er zijn menschen, die van de omstandig
heden misbruik maken. Zooals Rotterdam zijn
misdadige elementen heeft, die van de ellende
van een ander gebruik hebben gemaakt om
zichzelf te verrijken, zoo heeft, helaas, ook
onze stad zijn ongure individuen, die van den
nood van andere stadgenooten „geprofiteerd"
hebben om zichzelf dingen toe te eigenen, die
hun niet toekomen, 't Is bedroevend, dat deze
dingen kunnen voorkomen, maar het is waar.
En evenals men in de eerste havenstad van
ons land, zonder pardon tegen deze mis
dadige elementen is opgetreden en zware
straffen heeft uitgedeeld, evenmin zal men in
Den Helder de overtreders ontzien.
Tijdens het bombardement van eenige
weken geleden en tengevolge van den
dikwijls overhaasten uittocht van stad
genooten, als men meende dat de stad
onveilig was, zijn onbevoegden waarschijn
lijk in verlaten woningen geweest en heb
ben zich distributiekaarten toegeëigend.
We hebben niet te zeggen hoe we over
deze handelwijze denken. Daar zijn geen
woorden voor. Andere stadgenooten zijn
minder attent geweest op hun distributie
stamkaarten, weten niet meer waar ze
de kaarten opgeborgen hebben of heb
ben die in de haast van de vlucht verlo
ren. Deze kaarten moeten natuurlijk ge
vonden zijn en wij raden hun, die zich in
het bezit van deze verloren documenten
bevinden, ten zeerste aan, daarvan aan
gifte te doen aan het distributie-kantoor
aan de Kerkgracht. Men helpt daarmee
ten zeerste de verliezers, die een massa
last hebben om nieuwe kaarten te be
komen. Voor eigen gebruik heeft men toch
niets aan deze kaarten.
De heer Everards, het hoofd van den ge
meentelijken distributiedienst, heeft een con
trole-systeem ontworpen, waarbij het knoeien
met andermans kaarten practisch is uitge
sloten. Komt iemand b.v. aangifte doen van
het vermissen van zijn distributie-stamkaar
ten en is na deugdelijk onderzoek gebleken, dat
ej naar alle waarschijnlijkheid geen bedrog
in het spel is, dan worden de nieuwe kaarten
afgegeven, de controlekaart wordt echter ge
blokkeerd, d.w.z. van een roode strook voor
zien. Al deze kaarten staan in bakken op
nummer en tracht men dus met de verloren
gegane stamkaart echte distributiekaarten te
bekomen, dan heeft men oogenblikkelijk de con
trole en ontdekt men het bedrog. En wie
tracht op deze wijze de gemeenschap te bena-
deelen, zal zijn straf niet ontgaan. Gevange
nisstraf moet niet uitgesloten geacht worden.
Men begrijpt, dat de organisatie van dit
controle-systeem heel wat tijd en krachten
eischt en met dankbaarheid mag hier gewag
gemaakt worden van de hulp van een zes
tal onderofficieren van de Marine, die op het
oogenblik dagelijksch bezig zijn met sorteeren
en op nummer leggen van de bijna 40.000
kaarten. Dank zij de medewerking van de be
voegde autoriteiten, mogen de onderofficieren
op deze wijze hun tijd nuttig besteden. Voor
henzelf beteekent het een nuttige tijdpassee-
ring, voor de gemeenschap beteekent het 't
voorkomen van knoeierijen, die anders zeker
zouden plaats hebben.
Den Helder vischt.
Er wordt weer gevischt...
Ze zijn weer neergestreken, in en buiten Den
Helder, over al waar zich waier bevindt tus
schen de landen, overal waar een gracht of
singel zich boort tusschen de wegen en straten.
Overal waar men levende wezens onder water
vermoedt.
Langs het Noordhollandsch kanaal zitten ze
weer: de sportvisschers, uren en urenlang, half
verscholen in het wuivend riet, zittend op een
gonje zak, op een visschersstoeltje of zoo maar
op het gras.
Langs het kanaal, waarin de visscherij weer
vrij gegeven is. Heel vroeg in den morgen,
soms zelfs in den nacht, trekken ze er op uit.
Dat zijn dan de echte hengelaars, die er een
halven nacht aan opofferen, maar die de beste
uren willen benutten en uitbuiten. Men ziet ze
langs de wegen fietsen, de hengelstokken met
de opgerolde snoeren over den schouder of
langs den fiets-stang gebonden, het zakje met
aas en andere ingrédienten bupigelend aan den
bagagedrager.
Ze zoeken zich een plaatsje uit aan den
kanaalkant, waar er duizenden kunnen zitten,
en waar dan nog ruimte in overvloed over
blijft voor andere duizenden.
Het is daar, in deze milde zomersche dagen,
goed aan het kanaal. Het is er kostelijk van
rust en vrede. Men is er alleen met zichzelf en
het water en de hengel. Alleen met het riet, dat
onafgebroken staat te pluimen en te fluisteren.
Het riet, dat zijn eigen lied zingt op eigen trijs
en eigen toon. Een lied van rust in een wereld
van onrust en ontreddering. Het is goed daar
te zitten aan den kanaalkant
En te staren naar den dobber, die als een
miniatuur rood of wit eiland in het diep-grocne
of licht-blauwe drijft. Sotns ligt die dobber stil.
Minuten en kwartieren lang. Soms schiet die
dobber plotseling weg. In ijlende vlucht ver
dwijnt het stukje kurk naar beneden, en dan
weet de visscher aan den kant, dat hjj de kans
krijgt een der kanaal-bewoners op den kant
te krijgen.
Dit nu is de groote kunst. Want „beet"
krijgen is niet zoo moeilijk als wél het spar
telend, en om zijn leven vechtend visschendier
aan de wateren te onttrekken. Dat vereischt
veel handigheid en veel tact. Maar sommigen
gelukt het dan toch en ervaren daarmede de
opperste visschersvreugden.
Het is een kostelijke tijdspasseering dit
visschen aan het kanaal. Men komt daarbij tot
rust, en geniet van den zomertijd die maar al
te spoedig weer voorbij is.
Visschen is voor iedereen, en dus ziet men
vertegenwoordigers van iederen maatschappe-
lijken stand daar tusschen het kanaalriet ver
tegenwoordigd. Daar is de zakenman uit Alk
maar of Amsterdam, die zich zijn zakenzorgen
voor .een halven dag uit het moegetobde hoofd
gebannen heeft en thans verstrooiing bij z'n
hengel zoekt. Daar is de onderwijzer, die ook
wel eens alleen wil zijn en de eenzaamheid
weet te waardeeren als geen andes. Daar is de
werMoozo die niets te verletten en niets anders
te doen heeft, maar die op deze wijze nog wat
kleur en fleur aan zijn leven tracht te geven.
En daar is jeugd. Daar zijn onze jongens
uit Den Helder en daaromtrent, die des avonds
op hun fietsen komen aanrennen en zich op
stellen aan den waterkant. Die zich niet be
wegen, die hun hengels omvat houden en er
uren voor over hebben een paling, een voorn
of een baars aan den haak te krijgen.
Zoo vischt men aan het Noordhollandsch
kanaal. Tusschen Den Helder en Amsterdam.
Zoo visschen duizenden Noordhollanders en al
brengen de meestem geen „brandje" thuis, ze
verschaffen zich rust en verademing en wat
zou men méér kunnen wenschen
Ook in Den Helder wordt gevischt. Des
avonds zitten vaders en zonen aan de boorden
van het Singel. Korte en lange hengelstokken
hangen schuin over het water en soms wordt
er opgehaald. Een enkele maal blijkt er inder
daad een levend wezen aan de lijn te spartelen.
Tusschen licht en donker is het een heel
visch-vertier daar aan het Singel. De bewoners
van de beide Singelkanten komen ook naar
het water en staan te kijken naar de gedragin
gen en het geduld der visschenden. Er worden
technische en minder-technische gesprekken
aangeknoopt betreffende de geheimen van de
vischkunst en het is er zeer, zeer genoeglijk.
Tot aan het intreden van de duisternis blijft
men er.
Op den weg, die Huisduinerweg en Jan
Verfailleweg verbindt, vischt men ook. Ook
daar rijen zich de hengelaars tusschen het
riet van de Fortgracht. Ook daar hoort men
telkens weer een schallende overwinningskreet
als men wéér een fort grachtbewoner met suc
ces boven water heeft gehaald.
In het warm gestoofde gras kan men koste
lijk lui liggen, sommige hengelaars brengen
hun meisje of hun vriend mee en combineeren
op deze wijze het genoegen. Het riet verft
zwarte schaduwen in het donkerblauwe water.
Ergens in de verte bast een hond en meer nabij
zit een koekoek te slaan.
Hoog aan den hemel drijven de wolken als
enorme paleizen voorbij en de maan schuift
van de eene naar de andere horizon.
Als de sterren uit hun eerste bleekheid naar
voren komen, worden de snoeren opgerold en
keert men huiswaarts.
Dan wordt het gras koel en vochtig en gaat
men verlangen naar huis.
Zoo vischt Den Helder in deze Juni-dagen.
Men visch buiten en binnen Den Heider,
maar waar het ook gebeurt, en of men al dan
niet over „vangst" kan praten, het doet diege
nen, die zich aan deze sport wijden, goed. Want
al te velen beseffen niet, welk een kostelijke
verpozing er schuilt in zoo'n avond aan het
water, uitsluitend gewapend met een hengel
een snoer.
Wij zouden haast zeggen tot de niet-henge-
laars: doe het ook eens.
En kom óók aan den waterkant.
We hebben veel geleerd in de weken
die achter ons liggen. We wisten, dat het
leven ons lief was. maar dat we er zoo met
alle vezelen van ons bestaan aan vast zou
den zitten, hadden we niet gedacht. Wat
is er vaak in groote oppervlakkigheid over
den dood gesproken en wat hebben wij ge
huiverd, wij allen, toen we hem dichtbij
wisten, toen we zijn trawanten boven ons
huis. boven onze stad hoorden huilen. We
hebben geleerd, niet meer zoo lichtvaardig
over hel en dood te spreken, omdat we er
de ontzetting van. zoo aan den lijve ge
voeld hebben. De schijnbaar meest onver
schillige bleek dikwijls het meest onbe-
heerscht. We weten van menschen. waar
van we, als we op hun woord afgingen,
zouden gelooven. dat ze voor den duivel
zelf niet bang zijn, die een paniek veroor
zaakten, toen ze meenden, dat hun leven
in gevaar was. We hoorden van een van
onze jongens, die aan de hel van het front
had gestreden, dat hij nu wist wat de uit
drukking beteekende ..duizend dooden
sterven".
Onze soldaten spreken niet graag over
hun ervaringen aan het front. Wij kun
nen het begrijpen en wij moeten voorzich
tig zijn met onze nieuwsgierigheid. Het
praten over de verschrikkingen daar door
staan is voor velen het openscheuren
van wondent die nog niet geheeld zijn
waarover misschien maanden en jaren
heen zullen gaan. Men moet hen helpen,
de ellende te vergeten, door er niet over
te 'spreken.
We hebben geleerd de waarde van
tal van dingen anders te bepalen. Hoe
is heel ons maatschappelijk bestaan op
vulkanischen bodem gesteld. We voelen
het schudden en rommelen van dat wat
we als vast en zeker dachten. Vooral wij.
bewoners van een stad met bijna uitslui
tend ambtenaren en rijkswerklieden, men
schen met een „vaste positie en pensioen"
Was er iets zekerder? In eenige dagen
is deze zekerheid onder ons weggeslagen
en zijn we allen overgeleverd aan de on
zekerheid. We hebben geleerd door deze
dingen een toontje lager te zingen. Wat is
vast? De dingen van den Geest! De uit
zijn geloof levende mensch, ook al beefde
hij bij de verschrikkingen rondom hem,
heeft de kracht van zijn geestelijk bezit,
van zijn vertrouwen op God. reëel ervaren.
We hebben geleerd een toontje lager te
zingen. We steken ook de hand in eigen
boezem. Al veroordeelden we aanvankelijk
fel het heengaan van vele stadgenooten
voor een gevaar dat we niet als een direct
levensgevaar zagen, ook nu nog niet. we
hebben begrepen, toen we de onberede
neerde angst bij onze jonge kinderen za
gen. We hebben verstaan, waarom be
jaarde stadgenooten het veiliger vonden
om tijdelijk een andere woonplaats te zoe
ken. omdat de angstpsychose, die zich
over onze stad had uitgebreid, ieder drukte.
Zoo zijn we veel dingen gaan begrijpen,
die ons niet duidelijk waren en we zijn
minder scherp in ons oordeel geworden,
we begrijpen, dat men individueel zal heb
ben te beslissen over zijn houding. Natuur--
lijk blijft er voor ons allen de ernstige
plicht om mee te werken aan den spoedi-
gen terugkeer van den normalen toestand.
En dat doen we het beste door ons optimis
me en vertrouwen in de toekomst levend
te houden, door te zwijgen over het heden,
over wat achter ligt en den blik vooruit te
werpen. Na het donker komt het licht
houden we dat vast.
Het is gelukkig, dat het de laatste da
gen in onze stad zoo rustig is en wij ge
looven, dat er geen reden is om ons onge
rust te maken, dat deze rust weer spoedig
verbroken zal worden. Het is dringend
noodig, voor heel het economisch leven
van onze stad, dat alles weer in oude ba
nen geleid wordt. De tijd is, hopen we,
niet ver meer, dat het leven zijn gewone
aanzien herkrijgt en dat we weer met
elkaar zullen lachen en praten over de
„kleine dingen van ons leven. Toch zijn
we andere menschen geworden, menschen
die geleerd hebben bescheidener te den
ken en minder te spreken.
Aan de Gemeentelijke Universiteit, te
Amsterdam, slaagde voor het doctorale
examen, in de geschiedenis, onze vroegere
stadgenoot, de heer C. A. Schillemans, leeraar
Duitsch M.O., te Zaandam.
Van 20 Mei tot 4 Juni 194Ó'.
Nieuwe Zaken;
Den Helder; Naaimachinehandel P. Wal
recht, Keizerstraat 51, naaimachinehandel.
Wijzigingen
Den Helder: H. de Haan, Alkmaar, gros
sier in galanterieën; fil. te Den Helder,
Californiestraat 3, opgeheven.
C. H. Kikkert, Achterbinnenhaven 53, melk
handel; overgegaan aan: mevr. P. Kikkert-
Roemer.
F. van Peperzeel. Emmastraat 74, kruide
nierswinkel; overgegaan aan: C. Schouten.
Opheffingen:
Anna Paulowna: Café „'t Schippers
huis", Van Ewijcksvaart 22, café.