Tusschen „schillenkoeien en kliekjesvarkens" Aardappelschillen Een merkwaardig bedrijf onder de rook van Amsterdam Rotterdam bestaat zeshonderd jaar in plaats van sinaasappelen Zaterdag 8 Juni 1940 Vierde blad tt HET EIND: HET BEGIN: Het productief maken van schijn baar waardelooze resten een nationaal belang Met zestien gulden in een hoekje Avondstemming aan de Oostzee Links: De keurige wagentjes met de kittige ponnies gaan stadwaarts naar de klanten. Op den achtergrond grassilo's en de huizen van Am sterdam. Rechts een gedeelte van een wagen met zakken gesorteerd afvaL Onder: Schilleboertje komt met de dagelijksche oogst het erf oprijden. aSBBaatSS6g&&fSsBt OOK TUSSCHEN HET VUILNIS ZIT NOG GOED VOEDSEL VOOR ONZE VEESTAPEL. ONS verhaal begint dit keer, waar vele andere eindigen en het eindigt waar vele andere beginnen. Ons begin is de vuilnisbak, vergaarplaats van waar delooze rommel, ons eind een stal vee, die gezien mag worden, een welvarend boerenbedrijf, een boter ham met wat er op. En begint meestal niet het verhaal met een mooie stal vee, om te eindigen met een konijn en een geit, waar de grootste daghuur bij moet om rond te komen? EEN MERKWAARDIG BEDRIJF hebben we bekeken! We zouden niet eerlijk zijn, als we het een bedrijf noemden, mooi om te zien voor een Noordhollandsch boe- renoog, gewend aan veel, wat we hier mis sen. niet gewend aan veel wat men hier vindt. Maar in den tegenwoordigen tijd een voorbeeld voor anderen, dit be drijf van „schillenkoeien" en „kliek- varkens", het bedrijf waar honderd, vijftig koeien en honderd varkens nog geen achttien bunder grasland tot hun voldoen hebben, maar waar niettemin het rundvee een behoor lijke melkgift heeft, de stapel t.b.c.- vrij is, en de varkens in den korist mogelijken tijd wèlvoorzien van spek en ham den weg van alle vleesch gaan. ONDER DEN ROOK VAN AMSTERDAM ligt deze boerderij, die de eigenaar, boer Jan van dien Broek, den naam Eureka" gaf. Eureka: gevonden, inderdaad de man hééft het gevonden en we zijn den voedsel- commissaris voor Noordholland, den heer Ir. W. Dekker, zeer dankbaar dat hij ons op dit bedrijf opmerkzaam maakte. Want en wij staan in deze meening niet alleen bij het dreigend krachtvoertekort zijn der gelijke boerderijen thans Een nationaal belang. en het wel zeer rationeele systeem, dat hier wordt toegepast, lijkt ons op vele plaatsen voor navolging vatbaar. Boer van den Broek maakt er heelemaal geen geheim van, en t is doodeenvoudig! De veengrond om zijn bedrijf geeft zeer rijkelijk gras door het opbrengen van de mest van 't eigen vee, véél vee op een klei ne oppervlakte. Vijf schillenboeren gaan dagelijks Am sterdam in en nemen meteen de „kliek mee. De zaak wordt gesorteerd, groenvoer bladen en wortellof bijvoorbeeld bij el kaar, „goede" kliek in een bak en -.zure kliek in een bak. De kranten uit de schiim mandjes en bakken en overig papierafval ^'ordt ook zuinigjes apart gehouden. De zure kliek gaat naar de varkens schillen, groenvoer, brood en goede kliek haar de koeien Groote Amsterdamsche instellingen leve ren ook hun portie keukenafval, de jongste kanwinst is het overschot van de Duitscne militaire keukens. Tenslotte wordt dan nog eventueel ge voerd eigen gekuild gras. en gestoomde aardappelen. Men zal zich herinneren, dat de productiecommissaris, de heer Ir. G. Lienesch ons op de groote waarde hiervan wees en zich voorstelde dat ook aan de Noordhollandsche veilingen aardappelstoo- mers voor de overschotten in gebruik zou den worden genomen. Op een papieren bed! Het papier wordt gebruikt inplaats van stroo als „bed" voor de varkens en dat bevalt heel goed. Een goeie kliek, daar hoeft geen pond meer bij, zegt van den Broek en als we de resultaten zien, gelooven we hem graag. 't Is echter als met alles, het is een weet, men moet weten hoever men met deze „schillenkoeien" kan gaan Men moet ze „melkendeweg vet" ma ken dus in 't algemeen de koeien niet langer dan één jaar houden. Men houdt dan een kwantum goede ge- bruikskoeien. Het varkens mesten gaat ongeveer even vlug als met meel, met goed meel zal 't misschien iets vlugger gaan. SCHERP VALT MEE. Het is bekend, dat men een Noordholland sche boer niet boozer kan krijgen, als z'n vrouw een „heerspeld" in het land heeft la ten vallen. Daar wordt dagen naar gezocht, want als de koeien die binnenslikken hebben ze het gevreesde „scherp in", gaan veelal kwijnen of blijven plotseling dood, door per foratie van de ingewanden. Natuurlijk is in de „kliek" het aantal onverteerbare en ge vaarlijk-scherpe voorwerpen veel grooter, maar toch valt het aantal koeien dat op dit bedrijf scherp in krijgt meé. Van den Broek rekent altijd op vijf procent. Zijn beesten zijn niet verzekerd, of de verzekeringsmaatschap pijen een bepaald bezwaar zullen maken is hem niet bekend. Schillenboer onontbeerlijke hoofd stedelijke figuur. 'Als een Amsterdamsche trouwt, kiest ze zich een bakker, een slager, een melkboer, een kolenboer en... een schillenboer. Groot moeder had 't zoo, moeder wist niet anders, en zus volgt het oude vertrouwde spoor. Staan de schillenophalers per ongeluk een dag over, dan is er van tweehoog achter tot driehoog voor en de belétage incluis den volgenden dag een eenparig protest, vertelt van den Broek. Dan is het „Boertje, dat moet je niet meer doen hoor, ik kan die rommel niet bovenhouden..." Zóó moet nu heel Ne derland worden opgevoed, zie je! Geen mooi bedrijf, zeiden we hierboven. Na tuurlijk niet, er zijn veel hokken aange bouwd, en de bakken met kliek en ander voer maken het erf tot geen schoon panora ma. Bij het melken worden echter voor zorgmaatregelen genomen, dat de hy giène niet lijdt door de afwijkende voermethode en als de keurige kar retjes met de kittige ponnies de melk stadwaarts brengen wordt ze graag gekocht. Deze melk gaat zóó van producent naar consument en aan niets is te zien, te ruiken of te proeven, dat het „maar" schillen koeien zijn geweest, die de bron daar voor hebben gevormd. Een nationaal belang! Wij gelooven dat met aller medewerking veel wat nu nog ver loren gaat op een dergelijke wijze, als dat op het bedrijf van van den Broek gebeurt, als veevoer kan dienen. Niet bedoelen wij, dat iedere werklooze zich nu direct tot schillenboer opwerpt, want deze menschen hebben het niet breed. Lie ver zouden wij ze willen inschakelen bij een centrale organisatie. EENHEIDS VUILNISBAKKEN. zou men kunnen propageeren, waarin de huisvrouw haar afval tusschen schotjes kan storten bijvoorbeeld. Zeker we houden er rekening mede, dat bij de rantsoeneering van levensmiddelen niet zooveel weggegooid wordt als in normalen tijd, maar vele kleint jes maken een groote. Te lang zijn stad en platteland twee be grippen geweest, die zeer ver uit elkaar la gen. Wellicht kan op dit terrein een samenwer king beginnen, waarvan de resultaten niet te overzien zijn! Zuinigheid bevorderen is thans meer dan ooit nationaal zijn en als het huisafval kan worden omgezet in spek, vleesch en melk dan wordt daarmede de bestaansmogelijk heid van ons volk ten zeerste gebaat. je met de bekende bruine knolletjes had ge nomen, welke de hoofdschotel van het Hol- landsche middagmaal sinds onheugelijke tij den vormen. „Wat voor vitamine is dat dan, in die schil?" drong Piet aan. „Niet d'r in, maar vlak d'r onder, neef. Vi tamine C, een van de allerbelangrijkste die er zijn. Dat is die vitamine, weet je wel, die maakt dat niet direct allerlei ziekten de kans krijgen je te pakken. Aardappelschillen inplaats van sinaasappelen! „Die zit toch ook in sinaasappelen en zoo, is t niet?" vroeg Piet die op school ook al eens het een en ander daarover had opgesto ken. „Precies, jochie. En juist daarom schil ik nou de aardappelen niet meer. Sinaasappe len en citroenen en zoo, en grape-fruit, die krijgen we nou niet zooveel meer aan, nou T oorlog is, dat snap je?" „Nee dat weet ik al van Moeder" zei Piet met 'n beetje 'n sip gezicht, want hij is naast padvinder ook lekkerbek. Aardappels borstelen. Maar hij vergat z'n spijt meteen weer, toen hij zag dat de aardappels nu onder handen werden genomen. Uit een schoone handdoek wikkelde tante een klein hard borsteltje, 'n gewoon nagelborsteltje, dat echter uitsluitend voor de aardappelen ge bruikt werd. 'n Bak met schoon water, daar de aardappelen in en dan maar borstelen, één voor één. „Zal ik eens even, tante? „Best, maar behandel ze een beetje mensch- lievend. Ja. wel goed schoon natuurlijk, maar de schil er op laten zitten. Alleen straks goed de pitten eruit halen." De varkens kregen het bestel Pieter borstelde de goede gave vruchten een voor een. Onze buurvrouw geeft de schillen altijd aan de varkens", zei hij na denkend. „Dus die varkens krijgen altijd 't beste van de aardappels en de menschen eten wat lang zoo voedzaam niet is." „Ja zoo is 't. De varkens boffen, maar de mensch niet. En dat is toch niet noodig, er is genoeg ander voedsel voor de varkens, maar 'n mensch kan alles maar niet eten. Weet je, er zitten nog belangrijke zouten ook, vlak onder die schil, zouten die we erg noodig hebben. Die gaan ook weg, zelfs al schil je nog zoo dun." „Karei bij ons in 't kamp, van de zomer tante, schilde ze zóó dik, jö. Hij sneed ze gewoon, 't leken net dobbelsteentjes," glun derde Pieter toch nog even, ondanks de wij ze les. „Een ezel hoor", zei tante vernietigend. Wienig water erop. ,,'k Zal 't em zegge, tante. Maar moet daar niet meer water op die knollen, Moe der zet ze er altijd heelemaal onder." „Nee hoor, als ze voor 'n derde d'r onder staan is 't genoeg. Zie je. als je ze er hee lemaal onder zet, moet je straks 'n heele massa water afgieten. De aardappels zijn dan zacht geworden; en 'n deel van de voedingsstoffen is dan in 't water gaan zit ten, opgelost. En al dat voedsel gooi je dan in de gootsteen. Nee, wij willen alles van die aardappels hebben wat we er maar van krijgen kunnen. Alleen moet je wel erg oppassen, als je zelf kookt bij de padvin ders, dat je de pitten er goed uithaalt, en vooral ook de uitloopers er afhaalt, als die eraan zitten. Want die pitten en die uit loopers daar willen nog wel eens stoffen in zitten, die niet best voor ons zijn. En ga nou maar mee, die piepers worden wel gaar in de hooikist, de sla en de pudding zijn ook al klaar, wij gaan nog even in den tuin kijken." 'n Half uur koken. Hoe lang moeten die aardappels nu in de hooikist om gaar te worden?, vroeg op nieuw Piet, met de belangstelling van een aanstaand padvinderskok. ,,'n Half uur ongeveer, dan zijn ze klaar, water zit er bijna niet meer op. je hoeft dus haast niets wee te gooien. Je schudt ze dan flink om, dan barst het schilletje, en ze worden er mooi bloemig van. En straks doen we er aan tafel 'n beetje boter bij (je kunt ook gerust jus nemen hoor) en 'n beetje fijn zout, zul je eens zien, wat fijn ze je smaken." Piet at als een wolf. En inderdaad, nadat met de vereende krachten van tante en Piet de tafel was gedekt, en het deksel van de bruine vruch ten was gelicht, proefde Piet dat tante Marijke gelijk had. Ze smaakten heerlijk, deze aardappelen met hun bruine jasje nog aan. 'n Beetje anders dan wat hij ge wend was. Pittiger, pikanter. Zóó smaak ten ze, dat Piet at als een wolf en direct nadat hij 't laatste hapje had ingeslikt, verkondigde: „Dat is heerlijk, daar moet moeder ook aan." Zes eeuwen geleden verleende Graaf Wil lem IV aan Rotterdam stadsrechten. In die zes eeuwen hebben lief en leed elkaar afge wisseld. Goede en slechte jaren zijn in don loop der eeuwen over de Maasstad gegaan, maar staag ontwikkelde zij zich, staag nam zij toe in macht en rijkdom. Handel en in dustrie brachten bloei en welvaart, haar schepen bevoeren de wereldzeeën en het oude Rotterdam werd tot een der grootste en belangrijkste havenplaatsen der wereld. Sym bool en spiegel van het nijvere, de zeeën be varende Nederland, symbool ook van de volkskracht, de drang naar daden, de behoef te aan opbouw en vernieuwing. Deze stad zou gisteren haar zesde eeuw feest vieren doch de omstandigheden heb!>en het anders gewild. De stad is in vitale dee- len zwaar getroffen, er heerscht in vele ge zinnen rouw en droefheid. Rouw om hen. die binnen haar muren den dood vonden, droefheid om het stoffelijk bezit, dat verlo ren ging. Maar daarnaast klinkt binnen Rotterdam meer dan ooit 't lied van den arbeid, in tij den van rampspoed en tegenslag niet anders dan in tijden van opgang. De oude daad kracht leeft sterker dan ooit. Er wordt weer opgebouwd, er wordt met man en macht gewerkt, om uit de beproefde en geteisterde stad een schooner stadsbeeld te doen ontstaan. Maar het is niet Rotterdam alleen, heel het land heeft hulp geboden, heel het land heeft het nijvere hart van ons Va derland steun verleend in deze moeilijke tij den, die naar nieuwe welvaart zullen voeren Want de Rotterdamsche koopman, de reeder, de scheepsbouwer, de fabrikant laat zich niet ontmoedigen, zij zijn nog bezield met den geest van onze zeventiende eeuwsche voor ouders, zij kennen nog de bezieling van een Olivier van Noort en van de kooplieden uit die dagen, die Rotterdam stuwden in de rij der eerste koopsteden van Europa. Beter dan feestelijkheden en redevoeringen dit konden bewijzen heeft thans Nederland getoond hoe groot de plaats is, die de zes- honderdjarige stad inneemt in het hart van hen, die ons land liefhebben. In den vorigen nacht trof de politie op de Prins Hendrikkade te Amsterdam in een schuilplaats een 19-jarigen jongeman aan. Het bleek een loopjongen te zijn, die dezer dagen in zijn betrekking een bedrag van f 75 had verduisterd, en zich daarom verborgen hield. Hij is opgesloten in het politiebureau en zal binnenkort ter beschikking van den Officier van Justitie worden gesteld. Van het geld was nog ruim f 16.over, de rest had hij opgemaakt. O.m. had hij er een horloge voor gekocht. Piet de jeugdige padvinder deed in de keuken van zijn tante wetens waardige dingen op. Er zijn nu bij na geen sinaasappelen, citroenen enz. te krijgen, en in plaats daarvan eet je aardappelschillen! Dan krijg je tóch nog de onontbeerlijke vita mine C binnen. En de schillen sma ken, in combinatie met de bijbehoo- rende aardappelen, heerlijk! PIET, DE PADVINDER OP HET AANRECHT. TANTE MARIJKE had haar neefje Piet de padvinder op bezoek. Dit jongmensch, gelijk het een 14- jarigen padvinder betaamt, vertoon de een zeer gezonde eetlust en een even gezonde weetgierigheid. Een combinatie van deze beide eigeschappen bracht hem op een gegeven oogenblik boven op het aanrecht in de keuken. Tante maakte aanstalten voor het middag maal en aangezien Piet gelijk gezegd 'n weet gierige ziel bezat, moest hij er het zijne van hebben. Hij was nog niet zoo lang bij de pad vinderij, binnenkort gingen ze misschien eten koken leeren. Jofel jö, als hij er dan al wat van kon! „We schillen geen meer". aardappels „Geef mij de piepers maar, tante Marij, die jas ik wel even voor U." ,,'n Reuzenvent ben je, maar dat doen we tegenwoordig niet meer hoor. Veel te zonde van al die vitamientjes". „Tjee, Tante, eet u ze met huid en haar? U bent toch ook een type", zei Piet met duide lijke bewondering voor zijn revolutionnaire tantetje. „Lollig vind ik dat. Smaakt het lek ker? Ik ben reuzebenieuwd, ik zal 't Mams ook zeggen. En is dat nou voor de vitami nen? Hoe zit dat dan?" De „vitamientjes". Zijn pientere oogen waren vol belangstel ling gericht op z'n tante, die juist een bak-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1940 | | pagina 11