jij lazen voor II
HeT GeHeim unn
TARZAN
en de
vuren van Tohr
7 orrance
Esdale
WOLKBREUKEN IN
ROEMENIË
Londen kan Frankrijk
niet helpen
Engeland en Frankrijk
vergisten zich geweldig
WAT WAS KOMT
NIET TERUG
FEUILLETON
Waar blijft de
Britschc home-fleet?
Dc Japansche opmarsch
gaat door
Finland weer afhankelijk
van den graaninvoer
De kolcnschaarschtc
in Frankrijk
door Edgar Rice Burroughs
Tekort aan textiel in
Engeland
De Standaard, a.r., schrijft in een
hoofdartikel:
„Het is voor hen, die leven in den ba-
renstijd van het nieuwe maar gelukkig
dat zij de omkeeringen, die hun intrede
gaan doen, niet zoo scherp zien als de
historicus dat doet achteraf. De moeilijk
heden zouden dan voor velen nog groo-
ter worden,dan ze nu reeds zijn. Maar
aan den anderen kant is het toch ook
noodig, dat wij elkaar, van tijd tot tijd
er aan herinneren, dat we midden in
zulk een revolutieperiode zitten.
Het is veel te eenvoudig gedacht
als men slechts meent, dat er een
oorlog gaande is tusschen enkele
mogendheden en dat, als er vrede
gesloten wordt, de gang van het le-
.ven, zooals dat vóór den oorlog was,
onveranderd zal worden voortgezet.
Als men b.v. ziet wat in Engeland ge
schied is, met betrekking tot de bevoegd
heden van de Regeering, dan is het
spoedig duidelijk, dat na den oorlog
daarvan heel wat zal blijven hangen.
Ook op het stuk der staatkundige ver
houdingen. Er wordt in Nederland thans
geregeerd met uitschakeling van de lan
delijke organen. Een Raad van State,
de Staten-Generaal, zij functionneeren
niet meer, zeker niet, in den zin als
wij gekend hebben. Het zou o.i. al te
naief zijn om aan te nemen, dat op een
gegeven oogenblik dit apparaat weef
precies zou kunnen gaan werken als het
tevoren deed.
En zoo is er nog heel wat meer dat
of verdwijnen, of, op zijn minst, sterk
van kleur verschieten zal. Ook dan als
we onze nationale zelfstandigheid, aan
het einde van den oorlog, herwinnen
zouden.
Ook bij de zorg voor eiken dag kan het
geen overbodige weelde genoemd worden
als wij ons reeds thans in deze verande
ringen trachten in te denken. In het
feit, dat ze op komst zijn, want hoe ze
er uit zullen zien, weet niemand nog.
We moeten ons echter vertrouwd ma
ken met de gedachte, dat belangrijke
veranderingen in ons volksleven op til
zijn."
Onze geestelijke vrijheid.
Het Handelsblad (lib.) bespreekt on
der het hoofd „Het nieuwe bestuur" de
jongste verordening van den Führer,
waarin het bestuur voor het bezette ge
bied van Nederland wordt geregeld.
Verheugd haakt het libei'ale blad
vast aan de verklaring van den Duit-
schen jurist Dr. Rabl dat de bedoeling
aan Duitsche zijde is geweest, om zoo
min mogelijk rechten van de afwezige
Kroon over te hevelen, en om zooveel
mogelijk de bestaande Nederland-
sche rechtstoestanden en rechtsnormen,
de Nederlandsche ambtelijke instanties,
alsook de Nederlandsche verhoudingen
in het godsdienstige en familieleven,
overeenkomstig de oude Nederlandsche
tradities en cultuur te eerbiedigen.
„Vandaar", aldus werd in ons ochtend
blad gemeld, „dat men ook niet een
omschakeling beoogde van de liberale
levensbeginselen die in het bezette ge
bied steeds hebben gegolden".
Wij nemen, aldus het blad, aan dat
hier met „liberale levensbeginselen" be
doeld zijn de beginselen van verdraag-
aamheid en geestelijke vrijheid die de
grootste bouwers van onze Nederland
sche natie door de eeuwen heen, en los
door: Roy Vickers
43.
Torrance wist niet wat ze zeggen moest.
Zfj trachtte een manier te bedenken waarop
zij het hem, zonder hem te kwetsen, duide
lijk kon maken; maar zij voelde te veel voor
hem en zei het daarom precies zooals zij het
dacht.
„Meneer Massiter, nu moet u eens lüisteren
totdat ik ben uitgesproken. U bent de aar
digste, liefste man dien ik ooit ontmoet heb.
En niemand's vriendschap heeft mij zooveel
goed gedaan als de uwe. Maar ik zou geen
overeenkomst met u kunnen maken, hoe
graag ik het ook zou willen. Toen ik destijds
met Gerald ben weggeloopen deed ik dat, om
dat ik het 't beste vond voor zijn veiligheid.
Maar nu is er geen kwestie van veiligheid
en ik was van plan vanmiddag opnieuw
met hem weg te gaan. Ik kan nu niet opeens
omzwaaien en hetzelfde voelen voor iemand
anders, hoe aardig ik hem ook vind. Ik zal
nooit meer datzelfde voor iemand voelen.
„Ik begrijp best, dat ik nooit voor jou kan
beteekenen, wat dat jongmensch voor je had
kunnen zijn. Maar volgens mij is de liefde
heel wat meer dan rozengeur en maneschijn
daar trek ik misschien aan het kortste
eind. Maar ik kan je verzorgen en we kun
nen samen nog heel wat pleizier in het leven
maken."
Met wanhoop begreep Torrance dat hij,
evenals Gerald, de Liefde met haar trachtte
te bepraten.
t,Wees nu eens practisch," verzocht zq hem
«Je kennissen zullen denken, dat je gek en
a]s je met een Engelsche typiste als vrouw
terugkomt."
„En wanneer ze je zien dan wilden ze.
Ze allemaal zoo gek waren als ik. Dat is ee
flauw mopje, maar er zit een grond van w a^r
heid in. Ik heb je meer dan iets anders noodig,
Torrance, en niet als een opgeschoten jongen
^n eerste meisje. Dat weet je wel."
„Dat weet ik. En ik weet ook waarom. Be
STijp je dat dan niet Het is net of ik je over
rompeld heb. Ik heb er voor gezorgd, dat je
medelijden met rnjj kreeg. Ik heb een blauwtje
Seloopen en nu ben je te goedhartig om myn
InrtorH rt!ien' steeds hebben voorgestaan,
arbeid Z? d® ordeliïke en eerlijke
1= i j n wederopbouw in Neder
land de beste kansen van slagen heb
ben wanneer ons volk in 't bezit wordt
ke.aten van zijn dierbaarste geestelijke
waard.en. Voor hetgeen ons onder de
nioeiiijke omstandigheden van het oogen-
ïb. aan waren eerbied voor onzen
volksaard zal worden geschonken, zal
Nederland oprecht en diep gevoelig zijn.
Het „Nationaal Dagblad" (N.S.B.) is
minder verrukt over deze verklaring van
Dr. Rabl, die hij vergezeld deed gaan
van de opmerking, dat men die liberale
beginselen in Duitschland sinds 1933
had verlaten.
Het N.S.B. orgaan zegt:
Het komt eigenlijk hier op neer, dat
de Duitsche bezettingsautoriteiten re
kening willen houden met het feit,
dat wij nog wat achterlijk zijn en nog
niet heelemaal „bij".
Dat is zeer vriendelijk, maar voor een
volk, dat terecht trotsch is op zijn Die-
seltreinen en zijn K.L.M., zijn vooraan
staande technici en zijn voorbeeldigen
land- en tuinbouw, toch wel wat pijn
lijk. Maar laten wij het eerlijk beken
nen en den vriend dankbaar zijn, die
ons onze feilen toont: met al onze tech
nische vooruitstrevendheid zijn wij in
in andere opzichten in onze staatkun
dige en maatschappelijke ontwikkeling
ten achter gebleven. Staatkundig zwoer
ons volk tot 10 Mei bij de beginselen, die
in 1848 nieuw waren. Economisch
heerschte bij ons het liberalisme, dat
de hoogste wijsheid onzer grootvaders
was. Over de sociale toestanden zullen
we maar zwijgen die schreeuwen
voor zichzelf ten hemel.
Het blad eindigt:
Alleen door eigen wil tot zelfvernieu
wing en door bewuste aanvaarding van
de geestelijke inspanning, die deze ver
nieuwing zeer velen persoonlijk zal kos
ten, kunnen wij ons volk een nieuwe
toekomst verzekeren. Geestelijke traag
heid daarentegen kan in de komende
tijden ons volk voor lang achteruit zet
ten.
Opdringen wil het Duitsche bestuur
ons niets. Wij moeten het zelf weten.
Laten wij dan toonen, dat wij mondig
zijn en door schade en schande geleerd
hebben.
Watergebrek door... het water.
Uit verschillende deelen van Roemenië
worden, volgens D.N.B., als gevolg van de
aanhoudende wolkbreuken en den zwaren
regenval, overstroomingen gemeld. Bijzon
der ernstig is de toestand in Klein-Wala-
chije, aan den benedenloop van de rivier
de Alt. Talrijke dorpen staan geheel onder
water. De bewoners moesten gedeeltelijk in
de boomen vluchten. Talrijke boerenhoeven
zijn ingestort. De bebouwde akkers staan
onder water, terwijl er vee is verdronken In
de stad Fokschanian aan de Moldau, heeft
zich het zeldzame feit voorgedaan, dat ten
gevolge van de overstroomingen waterge
brek is ontstaan. Het water van de buiten
haar oevers getreden rivier, de Putna, ver
nielde nl. de uit de bergen komende water
leiding der stad, zoodat de bevolking reeds
twee dagen lang van drinkwater versto
ken is. Ook de rivier de Sereth heeft op
verschillende plaatsen de dijken doorbro
ken, zoodat uitgestrekte gebieden over
stroomden.
Terwijl de groote slag bij Parijs reeds aan
den gang is, moet Londen het Fransch-Duit-
sche gevecht aan de Somme machteloos toe
zien en zich beperken tot holle phrasen over
wapenbroederschap, daar het Engelsche le
ger eerst weer moet worden opgebouwd. Zoo
beoordeelt men in Italië den stand van za
ken: De „Popoio di Roina" schrijft: Met
angst in het hart kijkt Londen naar de vree-
selijke krachtproef, waaraan Frankrijk is
blootgesteld. Londen kan zijn bondgenoot
geen andere bijstand verleenen als nietszeg
gende woorden. Het is bittere ironie, wan
neer de Engelsche bladen zich thans de be
wering aanmatigen, dat Engeland's grenzen
aan de Somme liggen, nu aan de Somme te
genover het Duitsche leger op het oogenblik
uitsluitend de Franschen moeten staan.
Niet minder kenmerkend voor den toe
stand, is volgens hetzelfde blad, de regee-
ringshervorming in Parijs, die geen bijzon-
deren invloed op de ontwikkeling van den
nieuwen slag kan hebben. Reynaud is de
meest overtuigde voorvechter van een sa
mengaan met Engeland, en voor de grootste
offers voor Engeland. Daarom heeft men
in Londen den indruk, dat de thans in
Frankrijk woedende slag tevens een slag is
voor het lot van Engeland.
De „Corriere della.Sera" acht de verwijde-
dering van Daladier, den man, die destijds
in Ajaccio onder den roep „nooit" den dolk
heeft gezwaaid, opmerkelijk.
De plannen der Engelsch« admi
raliteit in de war gestnnrd?
Het Hongaarsche blad Magyarsag van 5
Juni schrijft, dat met den val van Duin
kerken een zware, wellicht beslissende pha-
se van den oorlog is afgesloten. Men vraagt
zich af, waar de vermaarde Engelsche
Home-fleet blijft. Terwijl het Duitsche leger
den geallieerden geweldige slagen toebracht,
gebeurden er op zee heel bijzondere dingen.
Na de verrassende oorlogvoering te land,
werden de geallieerden ook op zee voor
een nieuw probleem geplaatst, en bleek wel
dra, dat zij ook hier achterop waren. Het
nieuwe wapen van de „Schnellboote" heeft
de berekening van de Britsche admiraliteit
in de war gestuurd.
De Japansche opmarsch in het Westen
van de provincie Hoepeh, ten Westen van
de rivier de Han, heeft volgens het jong
ste Japansche legerbericht, verdere vorde
ringen gemaakt. Japansche strijdkrachten,
die vanuit Nanchang in Zuidelijke richting
oprukten, zijn tot op achttien kilometer
van Tangvang gekomen. Een andere Japan
sche legergroep heeft Kingimen veroverd.
Andere Japansche strijdkrachten, die, na
dat zij Shayang, aan den Westelijken oever
van de Han hadden ingenomen, naar het
Zuiden waren opgerukt, zijn in de omge
ving van Chien Yang, ongeveer dertig kilo
meter ten Noorden van Shasi, aangekomen.
(D.N.B.)
Distributiemaatregelen in Fin
land.
Na de distributie van suiker en koffie
voor het uitbreken van den FinsehRus-
sischen oorlog, heeft de Finsche staatsraad
thans den handel in graan en graanproduc
ten aan banden gelegd en broodkaarten in
gevoerd. De minister voor de voedselvoor
ziening, Tanner, heeft in een persbijeen
komst verklaard, dat het hier slechts een
voorzorgsmaatregel betreft, teneinde de voor
naamste levensmiddelen te waarborgen. De
rantsoenen zijn zeer ruim en niemand is
gedwongen zijn broodverbruik te beperken.
Het verlies van de aan Sovjet-Rusland af
gestane gebieden maakt Finland tot op
zekere hoogte weer afhankelijk van den
graaninvoer.
De Stuttgarter Nat. Sozialistische Kurier
meldt: de voorgenomen verhooging van de
Engelsche steenkoollevering aan Frankrijk
ter vervanging van het gemis der leveringen
uit België en Nederland, is moeilijk uitvoer
baar. Men verwacht dientengevolge in Frank
rijk een absoluut tekort aan steenkool. In
drie tot vier weken zullen de op steenkool
aangewezen bedrijven tot stilstand komen.
Frankrijk heeft reeds verzoeken gericht aan
Amerikaansche mijnen teneinde een ver
hoogden aanvoer van steenkool te verkrijgen
doch deze mijnen eischen contante betaling
en beschikbaarstelling van scheepsruimte.
Thans reeds kost een ton Amerikaansche
steenkool in Frankrijk 22 dollar, tegen 2 dol
lar in Amerika. Daarom zal het vervoer uit
de Ver. Staten betrekkelijk gering blijven.
Frankrijk komt thans voor een critieke steen
koolschaarschte te staan.
119.
Tarzan waarschuwde Kailuk om niets van
hun muiterij-plannen tegen Rutang of Van-
dor te zeggen, en vertelde er bij, dat hij bang
was, dat Rutang hem zou verraden om weer
bij Athea in de gunst te komen. Maar de
aapman wist niet, dat de echte spion zich
onder de slaven in de groeve bevond. Een
dom uitziende slaaf, die Runik heette, deed
zijn werk goed. Kailuk had vertrouwelijk met
hem gesproken en Runik nam de eerste de
beste gelegenheid te baat om de opwindende
inlichtingen aan Mungo mee te deelen, die
zich op zijn beurt weer naar Ahtea haastte.
De koningin van Tohr kon haar oren nauwe
lijks geloven. „Wat! Een opstand onder de
slaven in de juwelengroveOnmogelijk! Zij
zijn half doode en gebroken mensen, ze zijn
met kettingen vastgemaakt en ongewapend.
„Maar ik geloof Runik. Hjj weet wat de straf
is voor valse inlichtingen." Ahtea stond op,
haar gezicht was vertrokken van woede. „We
zullen handelend optreden. We zullen het
complot in de kiem smoren. De aanstichters
zullen voor de leeuwen worden geworpen, dat
is hun straf, Mungo! We gaan dadelijk naar
de ju weiengroeve. Laat de koninklijke olifan
ten gereed maken en voorrijden!"
De Frankfurter Zeitung schrijft:
Waarom hebben Engeland en Frankrijk de
zen oorlog gewild?
Omdat zij het herstel van Duitschland als
volledig gelijkgerechtigde groote mogendheid
met een historische taak en verantwoording
wilden verhinderen. Omdat zij een voor de
eigen controle van het continent gemakkelij
ke status-quo tegen het onverliesbare recht
der levende geschiedenis wilden houden. Om
dat zij de groote kans een door revolutionai
re krachten gestimuleerde ontwikkeling door
scheppende kracht te helpen vormen niet be
grepen en niet gebruikt hebben. Omdat zij
alle pogingen van Duitschland, den weg te
banen voor de noodige herzieningen en mee
te werken aan de in groote lijn reeds uitge-
teekende nieuwe ordening van Europa (het
laatst nog in het groote vredesaanbod van
den Fuehrer van 6 October 1939) hebben af
gewezen. Omdat zij geloofden dit Duitsch
land, dat zich opmaakte de opdracht eener
Europeesche revolutie uit te voeren, met wa
pengeweld te kunnen neerslaan en vernieti
gen. Zij hebben zich geweldig vergist.
SPAANSCHE ONDERSCHEIDING VOOR
VON RIBBENTROP.
Generaal Franco heeft den Duitschen rijks
minister voor buitenlandsche zaken, Von
Ribbentrop, de keten van de orde van de
roode pijlen, en den Italiaanschen minister
Muti het groot kruis van deze orde verleend.
vernedering aan te kunnen zien, nu kun je je
zelf werkeljjk wjjs maken..."
Zij zweeg opeens, daar hij haar polsen vast-
Jou knappe kleine sufferd!" zei hij, „Als je
op' die manier tegen flat jongmensch gepraat
hebt is het geen wonder, dat hij naar de kleine
meisjes idylle teruggegaan is!"
,,Ziet U nou wel in Uw hart houdt U met
van mijn soort!"
Ik zei: als je op die manier tegen dat jong
mensch gepraat hebt. Ik ben geen jongmensch,
hoewel ik ook niet oud ben. En ik had die
meisjesidylle al achter den rug. toen ik van
school kwam. Ik wilde alleen maar zeggen,
dat wanneer je zoo tegen een man van eh
middelbaren leeftijd praat, hij des te meer ver
liefd op je wordt."
„Ik geloof niet, dat ik voor de liefde bestemd
ben!"
„Natuurlijk geloof je dat en daar staar je je
blind op. Ik weet niet, of ik je ooit tot andere
gedachten zal kunnen brengen, maar ik weet
wel, dat ik het best zou willen probeeren.
„U bent onverbeterlijk! Ik kan niets meer
zeggen!"
„Er valt genoeg te zeggen, meisje. Maar je
hebt het al gezegd. Ik weet precies hoe ik
tegenover Gerald sta. Ik heb een juiste kijk op
de zaak en ik wil er mee door gaan. Torrance,
wil je met mij trouwen?"
Zij gaf zich gewonnen. Hij begreep dit en
nam haar in zijn armen, kuste haar zoo
zachtjes, dat zij zijn begrip waardeerde en hem
terug kuste.
Hij stak zijn hoofd uit het raam en schreeuw
de om zijn chauffeur.
.Dat feestje komt nog wel," zei hjj. „M at ju
eerder noodig hebt, is een heele nacht slapen.
Hij wist, dat hij gelijk had toen hij dit zei,
maar nauwelijks had hij het gezegd of hij had
er spijt van. Het klonk, vond hij, zoo geweldig
vaderlijk.
HOOFDSTUK XLIV.
Een afspraak.
Nadat Gerald Saranack Torrance verlaten
had, nam hij een taxi naar Porlock Mansions
in Bloomsbury, waar Annabelle een gemeubi
leerde flat had gehuurd dit was voor hen
de beste manier om te wonen, terwijl zij zoo
midden in de publieke belangstelling stonden.
Hij zag er niet naar uit als iemand, die
dien dag aan een ter dood veroordeeling ont
snapt was. Zijn gezicht was zorgelijk en vol
lijnen, als het gezicht van een ouden man, en
toen hij de taxi weggezonden had, staarde hij
die na, als iemand die aan een zenuwcrisis
toe is.
„Verman je toch, kerel! Je moet er toch
mee doorgaan!"
Annabelle, overtuigde hjj zichzelf, kon toch
geschikt zijn, hoewel zij niet veel nadacht Zij
zou niet van hem verwachten, dat hij vrooüjk
was. Maar hij moest tenminste trachten te
vermijden, dat zij eenig idee kreeg wat hij
in werkelijkheid dacht.
Juist toen hij zijn sleutel in het slot wilde
steken, maakte Annabelle de deur al voor
hem open. Zij legde haar armen om zijn hals
en fluisterde:
„Is alles goed afgeloopen, Gerry-jongen?"
„Best."
Klaarblijkelijk verlangde zij niet van hem,
dat hij haar zoende. Ongetwijfeld was zij ver
vuld van de een of andere onbenulligheid en
inderdaad kreeg hjj dien al dadeljjk te
hooren.
„Meneer Vackery is net gekomen. Hjj is in
de voorkamer."
„Wat wil hj)?"
„Ik geloof, dat hjj voor wil stellen je wat
geld te leenen. Je moet het dit keer maar
aannemen, jongen, want we hebben zoowat
niets meer. Ik zal in de eetkamer op je wach
ten en ik zal hem elke minuut, die hij je
van rnjj weg houdt, benijden."
Meneer Vackery wenschte inderdaad, onder
anderen, Gerald wat geld te leenen. Er waren
ook andere dingen, die hjj wilde bespreken.
Het was bijna zeven uur voordat hjj vertrok.
Gerald liet hem uit en bleef onnoodig lang
met hem op de stoep napraten. Hij trachtte
het oogenblik, dat hjj Annabelle weer zou
zien, zoo lang mogelijk uit te stellen. Hij wil
de weg en alleen zjjn, om aan Torrance te
kunnen denken.
Toen hjj de deur dicht deed, kwam Anna
belle uit de eetkamer en oogenblikkeljjk voel
de hjj zich schuldbewust.
„Het spijt rnjj, dat het zoo lang geduurd
heeft, meisje. Er waren nog verschillende
dingen over de verdediging, die ik nog moest
bespreken."
„Laten we er verder niet over praten." Zij
kwam naar hem toe en nam zjjn hand. „Ver
tel me van die arme Torrance. Was het erg
moeilijk voor je?"
„Ik kan met jou niet over Torrance
praten." Hij trok zijn hand weg. „Ik heb je
al gezegd, dat zij voor rnjj heel veel betee-
kent. En om die reden zal ik haar nooit meer
ontmoeten. Ik zou je willen vragen, nooit
meer over dit onderwerp te willen spreken.
Wil je daar goed aan denken?"
„Natuurlijk Gerry! Ik wilde je geen ver
driet doen."
„Je doet mij geen verdriet dat is niet
zoo!" Zijn stem trilde, maar toch vervolgde
hjj: „Laten we vanavond uitgaan. Iets
vroolijks doen. Wij gaan ergens dineeren en
dan naar een operette in de Gaiety."
Gevolg van de Duitsche
blokkade.
tegen
zit Engeland komt het interessante be
richt, dat de Britsche regeering zich ge
noodzaakt heeft gezien het binnenlandsche
verbruik van textiel ten gunste van den
uitvoer te beperken. In het binnenland zijn
leveringen aan de detaillisten, vergeleken
met het vorige jaar, met 25 procent vermin
derd voork atoen en kunstzijde en met 75
procent voor linnen. Katoenen garens mo
gen ter verwerking in het binnenland voor-
loopig niet meer worden afgeleverd.
„O wat leuk!" Zjj was, vond hjj, geweldig
meegaand. „Maar dan moeten we ons al
dadelijk gaan verkleeden."
Juist toen ze naar de kamer liep, ging de
telefoon.
„Wie kan dat nu weer zjjn?" zei Gerald
kwaad. Zijn zenuwen waren tot het uiterste
gespannen. „Behalve Vackery weet toch
niemand, dat wij hier wonen!"
Hjj nam de telefoon van den haak. „Hallo?
Met wie?... Hallo... Hallo..." Hij legde hem
weer neer. „Geen antwoord. En al was er
iemand, dan ben ik niet van plan langer te
wachten."
Hjj was bjjna met verkleeden klaar, toea
de telefoon opnieuw ging.
„Laat maar!" zei Annabelle. „Ik neem
hem wel."
„Goed," zei hij. Annabelle liep de gang ia
en nam de telefoon op.
„Hallo?"
Het volgend oogenblik onderdrukte zjj een
gil toen een hooge, heesche stem in haar oor
klonk.
„Ben je er eindeljjk? Ik heb je al eerder
opgebeld, maar hjj kwam aan de telefoon."
„Wat is er?"
„Geld. En als ik niet gauw geld krjjg. dan
krijgen ze rnjj te pakken. En als ik gepakt
word. dan word jij het ook."
„Goed... Maar waar?"
„Wat gaan jullie vanavond doen?"
„We gaan naar de Gaiety."
„Laat hem dan na de voorstelling alleen
naar huis gaan en loop de Strand af, naar
het Zuiden toe. Loop op het trottoir bij den
rijweg, totdat een Lachisse Sedan dicht bjj
je stil houdt. Stap dan in."
„Een wat?... Een Lachisse Sedan? O la.
Goed."
Toen Annabelle zich weer omdraaide, zag
zij Gerald in zijn hemdsmouwen in de deur
opening van zjjn kamer staan.
„Dat klinkt nog al geheimzinnig. Waar
gaat het over?"
„O, het was een allerliefst meisje, dat
vreeselijk aardig voor rnjj is geweest, toen ik
in het Gulverburyhotel logeerde. Zjj heeft er
voor gezorgd, dat mijn bagage hierheen werd
gebracht en zij is werkelijk het toppunt van
discretie. Ze zei. dat zjj mij dringend spreken
moest, waarop ik haar vertelde, dat zjj niet
hier kon komen. Dus heb ik beloofd, haar een
oogenblikje na de voorstelling van vanavond
te spreken. Je vindt het toch goed, niet? Als
ik vermoed had, dat je het niet prettig zoudt
vinden, had ik „nee" gezegd. Maar zij was
werkeljjk alleraardigst. Toen ik niet in slaap
kon komen, kwam zij bij rnjj zitten praten"
Wordt vervolgd.