jij lazen voor II HeT GeHeim unn TARZAN en de vuren van Tohr 7 orrance Esdale WOLKBREUKEN IN ROEMENIË Londen kan Frankrijk niet helpen Engeland en Frankrijk vergisten zich geweldig WAT WAS KOMT NIET TERUG FEUILLETON Waar blijft de Britschc home-fleet? Dc Japansche opmarsch gaat door Finland weer afhankelijk van den graaninvoer De kolcnschaarschtc in Frankrijk door Edgar Rice Burroughs Tekort aan textiel in Engeland De Standaard, a.r., schrijft in een hoofdartikel: „Het is voor hen, die leven in den ba- renstijd van het nieuwe maar gelukkig dat zij de omkeeringen, die hun intrede gaan doen, niet zoo scherp zien als de historicus dat doet achteraf. De moeilijk heden zouden dan voor velen nog groo- ter worden,dan ze nu reeds zijn. Maar aan den anderen kant is het toch ook noodig, dat wij elkaar, van tijd tot tijd er aan herinneren, dat we midden in zulk een revolutieperiode zitten. Het is veel te eenvoudig gedacht als men slechts meent, dat er een oorlog gaande is tusschen enkele mogendheden en dat, als er vrede gesloten wordt, de gang van het le- .ven, zooals dat vóór den oorlog was, onveranderd zal worden voortgezet. Als men b.v. ziet wat in Engeland ge schied is, met betrekking tot de bevoegd heden van de Regeering, dan is het spoedig duidelijk, dat na den oorlog daarvan heel wat zal blijven hangen. Ook op het stuk der staatkundige ver houdingen. Er wordt in Nederland thans geregeerd met uitschakeling van de lan delijke organen. Een Raad van State, de Staten-Generaal, zij functionneeren niet meer, zeker niet, in den zin als wij gekend hebben. Het zou o.i. al te naief zijn om aan te nemen, dat op een gegeven oogenblik dit apparaat weef precies zou kunnen gaan werken als het tevoren deed. En zoo is er nog heel wat meer dat of verdwijnen, of, op zijn minst, sterk van kleur verschieten zal. Ook dan als we onze nationale zelfstandigheid, aan het einde van den oorlog, herwinnen zouden. Ook bij de zorg voor eiken dag kan het geen overbodige weelde genoemd worden als wij ons reeds thans in deze verande ringen trachten in te denken. In het feit, dat ze op komst zijn, want hoe ze er uit zullen zien, weet niemand nog. We moeten ons echter vertrouwd ma ken met de gedachte, dat belangrijke veranderingen in ons volksleven op til zijn." Onze geestelijke vrijheid. Het Handelsblad (lib.) bespreekt on der het hoofd „Het nieuwe bestuur" de jongste verordening van den Führer, waarin het bestuur voor het bezette ge bied van Nederland wordt geregeld. Verheugd haakt het libei'ale blad vast aan de verklaring van den Duit- schen jurist Dr. Rabl dat de bedoeling aan Duitsche zijde is geweest, om zoo min mogelijk rechten van de afwezige Kroon over te hevelen, en om zooveel mogelijk de bestaande Nederland- sche rechtstoestanden en rechtsnormen, de Nederlandsche ambtelijke instanties, alsook de Nederlandsche verhoudingen in het godsdienstige en familieleven, overeenkomstig de oude Nederlandsche tradities en cultuur te eerbiedigen. „Vandaar", aldus werd in ons ochtend blad gemeld, „dat men ook niet een omschakeling beoogde van de liberale levensbeginselen die in het bezette ge bied steeds hebben gegolden". Wij nemen, aldus het blad, aan dat hier met „liberale levensbeginselen" be doeld zijn de beginselen van verdraag- aamheid en geestelijke vrijheid die de grootste bouwers van onze Nederland sche natie door de eeuwen heen, en los door: Roy Vickers 43. Torrance wist niet wat ze zeggen moest. Zfj trachtte een manier te bedenken waarop zij het hem, zonder hem te kwetsen, duide lijk kon maken; maar zij voelde te veel voor hem en zei het daarom precies zooals zij het dacht. „Meneer Massiter, nu moet u eens lüisteren totdat ik ben uitgesproken. U bent de aar digste, liefste man dien ik ooit ontmoet heb. En niemand's vriendschap heeft mij zooveel goed gedaan als de uwe. Maar ik zou geen overeenkomst met u kunnen maken, hoe graag ik het ook zou willen. Toen ik destijds met Gerald ben weggeloopen deed ik dat, om dat ik het 't beste vond voor zijn veiligheid. Maar nu is er geen kwestie van veiligheid en ik was van plan vanmiddag opnieuw met hem weg te gaan. Ik kan nu niet opeens omzwaaien en hetzelfde voelen voor iemand anders, hoe aardig ik hem ook vind. Ik zal nooit meer datzelfde voor iemand voelen. „Ik begrijp best, dat ik nooit voor jou kan beteekenen, wat dat jongmensch voor je had kunnen zijn. Maar volgens mij is de liefde heel wat meer dan rozengeur en maneschijn daar trek ik misschien aan het kortste eind. Maar ik kan je verzorgen en we kun nen samen nog heel wat pleizier in het leven maken." Met wanhoop begreep Torrance dat hij, evenals Gerald, de Liefde met haar trachtte te bepraten. t,Wees nu eens practisch," verzocht zq hem «Je kennissen zullen denken, dat je gek en a]s je met een Engelsche typiste als vrouw terugkomt." „En wanneer ze je zien dan wilden ze. Ze allemaal zoo gek waren als ik. Dat is ee flauw mopje, maar er zit een grond van w a^r heid in. Ik heb je meer dan iets anders noodig, Torrance, en niet als een opgeschoten jongen ^n eerste meisje. Dat weet je wel." „Dat weet ik. En ik weet ook waarom. Be STijp je dat dan niet Het is net of ik je over rompeld heb. Ik heb er voor gezorgd, dat je medelijden met rnjj kreeg. Ik heb een blauwtje Seloopen en nu ben je te goedhartig om myn InrtorH rt!ien' steeds hebben voorgestaan, arbeid Z? d® ordeliïke en eerlijke 1= i j n wederopbouw in Neder land de beste kansen van slagen heb ben wanneer ons volk in 't bezit wordt ke.aten van zijn dierbaarste geestelijke waard.en. Voor hetgeen ons onder de nioeiiijke omstandigheden van het oogen- ïb. aan waren eerbied voor onzen volksaard zal worden geschonken, zal Nederland oprecht en diep gevoelig zijn. Het „Nationaal Dagblad" (N.S.B.) is minder verrukt over deze verklaring van Dr. Rabl, die hij vergezeld deed gaan van de opmerking, dat men die liberale beginselen in Duitschland sinds 1933 had verlaten. Het N.S.B. orgaan zegt: Het komt eigenlijk hier op neer, dat de Duitsche bezettingsautoriteiten re kening willen houden met het feit, dat wij nog wat achterlijk zijn en nog niet heelemaal „bij". Dat is zeer vriendelijk, maar voor een volk, dat terecht trotsch is op zijn Die- seltreinen en zijn K.L.M., zijn vooraan staande technici en zijn voorbeeldigen land- en tuinbouw, toch wel wat pijn lijk. Maar laten wij het eerlijk beken nen en den vriend dankbaar zijn, die ons onze feilen toont: met al onze tech nische vooruitstrevendheid zijn wij in in andere opzichten in onze staatkun dige en maatschappelijke ontwikkeling ten achter gebleven. Staatkundig zwoer ons volk tot 10 Mei bij de beginselen, die in 1848 nieuw waren. Economisch heerschte bij ons het liberalisme, dat de hoogste wijsheid onzer grootvaders was. Over de sociale toestanden zullen we maar zwijgen die schreeuwen voor zichzelf ten hemel. Het blad eindigt: Alleen door eigen wil tot zelfvernieu wing en door bewuste aanvaarding van de geestelijke inspanning, die deze ver nieuwing zeer velen persoonlijk zal kos ten, kunnen wij ons volk een nieuwe toekomst verzekeren. Geestelijke traag heid daarentegen kan in de komende tijden ons volk voor lang achteruit zet ten. Opdringen wil het Duitsche bestuur ons niets. Wij moeten het zelf weten. Laten wij dan toonen, dat wij mondig zijn en door schade en schande geleerd hebben. Watergebrek door... het water. Uit verschillende deelen van Roemenië worden, volgens D.N.B., als gevolg van de aanhoudende wolkbreuken en den zwaren regenval, overstroomingen gemeld. Bijzon der ernstig is de toestand in Klein-Wala- chije, aan den benedenloop van de rivier de Alt. Talrijke dorpen staan geheel onder water. De bewoners moesten gedeeltelijk in de boomen vluchten. Talrijke boerenhoeven zijn ingestort. De bebouwde akkers staan onder water, terwijl er vee is verdronken In de stad Fokschanian aan de Moldau, heeft zich het zeldzame feit voorgedaan, dat ten gevolge van de overstroomingen waterge brek is ontstaan. Het water van de buiten haar oevers getreden rivier, de Putna, ver nielde nl. de uit de bergen komende water leiding der stad, zoodat de bevolking reeds twee dagen lang van drinkwater versto ken is. Ook de rivier de Sereth heeft op verschillende plaatsen de dijken doorbro ken, zoodat uitgestrekte gebieden over stroomden. Terwijl de groote slag bij Parijs reeds aan den gang is, moet Londen het Fransch-Duit- sche gevecht aan de Somme machteloos toe zien en zich beperken tot holle phrasen over wapenbroederschap, daar het Engelsche le ger eerst weer moet worden opgebouwd. Zoo beoordeelt men in Italië den stand van za ken: De „Popoio di Roina" schrijft: Met angst in het hart kijkt Londen naar de vree- selijke krachtproef, waaraan Frankrijk is blootgesteld. Londen kan zijn bondgenoot geen andere bijstand verleenen als nietszeg gende woorden. Het is bittere ironie, wan neer de Engelsche bladen zich thans de be wering aanmatigen, dat Engeland's grenzen aan de Somme liggen, nu aan de Somme te genover het Duitsche leger op het oogenblik uitsluitend de Franschen moeten staan. Niet minder kenmerkend voor den toe stand, is volgens hetzelfde blad, de regee- ringshervorming in Parijs, die geen bijzon- deren invloed op de ontwikkeling van den nieuwen slag kan hebben. Reynaud is de meest overtuigde voorvechter van een sa mengaan met Engeland, en voor de grootste offers voor Engeland. Daarom heeft men in Londen den indruk, dat de thans in Frankrijk woedende slag tevens een slag is voor het lot van Engeland. De „Corriere della.Sera" acht de verwijde- dering van Daladier, den man, die destijds in Ajaccio onder den roep „nooit" den dolk heeft gezwaaid, opmerkelijk. De plannen der Engelsch« admi raliteit in de war gestnnrd? Het Hongaarsche blad Magyarsag van 5 Juni schrijft, dat met den val van Duin kerken een zware, wellicht beslissende pha- se van den oorlog is afgesloten. Men vraagt zich af, waar de vermaarde Engelsche Home-fleet blijft. Terwijl het Duitsche leger den geallieerden geweldige slagen toebracht, gebeurden er op zee heel bijzondere dingen. Na de verrassende oorlogvoering te land, werden de geallieerden ook op zee voor een nieuw probleem geplaatst, en bleek wel dra, dat zij ook hier achterop waren. Het nieuwe wapen van de „Schnellboote" heeft de berekening van de Britsche admiraliteit in de war gestuurd. De Japansche opmarsch in het Westen van de provincie Hoepeh, ten Westen van de rivier de Han, heeft volgens het jong ste Japansche legerbericht, verdere vorde ringen gemaakt. Japansche strijdkrachten, die vanuit Nanchang in Zuidelijke richting oprukten, zijn tot op achttien kilometer van Tangvang gekomen. Een andere Japan sche legergroep heeft Kingimen veroverd. Andere Japansche strijdkrachten, die, na dat zij Shayang, aan den Westelijken oever van de Han hadden ingenomen, naar het Zuiden waren opgerukt, zijn in de omge ving van Chien Yang, ongeveer dertig kilo meter ten Noorden van Shasi, aangekomen. (D.N.B.) Distributiemaatregelen in Fin land. Na de distributie van suiker en koffie voor het uitbreken van den FinsehRus- sischen oorlog, heeft de Finsche staatsraad thans den handel in graan en graanproduc ten aan banden gelegd en broodkaarten in gevoerd. De minister voor de voedselvoor ziening, Tanner, heeft in een persbijeen komst verklaard, dat het hier slechts een voorzorgsmaatregel betreft, teneinde de voor naamste levensmiddelen te waarborgen. De rantsoenen zijn zeer ruim en niemand is gedwongen zijn broodverbruik te beperken. Het verlies van de aan Sovjet-Rusland af gestane gebieden maakt Finland tot op zekere hoogte weer afhankelijk van den graaninvoer. De Stuttgarter Nat. Sozialistische Kurier meldt: de voorgenomen verhooging van de Engelsche steenkoollevering aan Frankrijk ter vervanging van het gemis der leveringen uit België en Nederland, is moeilijk uitvoer baar. Men verwacht dientengevolge in Frank rijk een absoluut tekort aan steenkool. In drie tot vier weken zullen de op steenkool aangewezen bedrijven tot stilstand komen. Frankrijk heeft reeds verzoeken gericht aan Amerikaansche mijnen teneinde een ver hoogden aanvoer van steenkool te verkrijgen doch deze mijnen eischen contante betaling en beschikbaarstelling van scheepsruimte. Thans reeds kost een ton Amerikaansche steenkool in Frankrijk 22 dollar, tegen 2 dol lar in Amerika. Daarom zal het vervoer uit de Ver. Staten betrekkelijk gering blijven. Frankrijk komt thans voor een critieke steen koolschaarschte te staan. 119. Tarzan waarschuwde Kailuk om niets van hun muiterij-plannen tegen Rutang of Van- dor te zeggen, en vertelde er bij, dat hij bang was, dat Rutang hem zou verraden om weer bij Athea in de gunst te komen. Maar de aapman wist niet, dat de echte spion zich onder de slaven in de groeve bevond. Een dom uitziende slaaf, die Runik heette, deed zijn werk goed. Kailuk had vertrouwelijk met hem gesproken en Runik nam de eerste de beste gelegenheid te baat om de opwindende inlichtingen aan Mungo mee te deelen, die zich op zijn beurt weer naar Ahtea haastte. De koningin van Tohr kon haar oren nauwe lijks geloven. „Wat! Een opstand onder de slaven in de juwelengroveOnmogelijk! Zij zijn half doode en gebroken mensen, ze zijn met kettingen vastgemaakt en ongewapend. „Maar ik geloof Runik. Hjj weet wat de straf is voor valse inlichtingen." Ahtea stond op, haar gezicht was vertrokken van woede. „We zullen handelend optreden. We zullen het complot in de kiem smoren. De aanstichters zullen voor de leeuwen worden geworpen, dat is hun straf, Mungo! We gaan dadelijk naar de ju weiengroeve. Laat de koninklijke olifan ten gereed maken en voorrijden!" De Frankfurter Zeitung schrijft: Waarom hebben Engeland en Frankrijk de zen oorlog gewild? Omdat zij het herstel van Duitschland als volledig gelijkgerechtigde groote mogendheid met een historische taak en verantwoording wilden verhinderen. Omdat zij een voor de eigen controle van het continent gemakkelij ke status-quo tegen het onverliesbare recht der levende geschiedenis wilden houden. Om dat zij de groote kans een door revolutionai re krachten gestimuleerde ontwikkeling door scheppende kracht te helpen vormen niet be grepen en niet gebruikt hebben. Omdat zij alle pogingen van Duitschland, den weg te banen voor de noodige herzieningen en mee te werken aan de in groote lijn reeds uitge- teekende nieuwe ordening van Europa (het laatst nog in het groote vredesaanbod van den Fuehrer van 6 October 1939) hebben af gewezen. Omdat zij geloofden dit Duitsch land, dat zich opmaakte de opdracht eener Europeesche revolutie uit te voeren, met wa pengeweld te kunnen neerslaan en vernieti gen. Zij hebben zich geweldig vergist. SPAANSCHE ONDERSCHEIDING VOOR VON RIBBENTROP. Generaal Franco heeft den Duitschen rijks minister voor buitenlandsche zaken, Von Ribbentrop, de keten van de orde van de roode pijlen, en den Italiaanschen minister Muti het groot kruis van deze orde verleend. vernedering aan te kunnen zien, nu kun je je zelf werkeljjk wjjs maken..." Zij zweeg opeens, daar hij haar polsen vast- Jou knappe kleine sufferd!" zei hij, „Als je op' die manier tegen flat jongmensch gepraat hebt is het geen wonder, dat hij naar de kleine meisjes idylle teruggegaan is!" ,,Ziet U nou wel in Uw hart houdt U met van mijn soort!" Ik zei: als je op die manier tegen dat jong mensch gepraat hebt. Ik ben geen jongmensch, hoewel ik ook niet oud ben. En ik had die meisjesidylle al achter den rug. toen ik van school kwam. Ik wilde alleen maar zeggen, dat wanneer je zoo tegen een man van eh middelbaren leeftijd praat, hij des te meer ver liefd op je wordt." „Ik geloof niet, dat ik voor de liefde bestemd ben!" „Natuurlijk geloof je dat en daar staar je je blind op. Ik weet niet, of ik je ooit tot andere gedachten zal kunnen brengen, maar ik weet wel, dat ik het best zou willen probeeren. „U bent onverbeterlijk! Ik kan niets meer zeggen!" „Er valt genoeg te zeggen, meisje. Maar je hebt het al gezegd. Ik weet precies hoe ik tegenover Gerald sta. Ik heb een juiste kijk op de zaak en ik wil er mee door gaan. Torrance, wil je met mij trouwen?" Zij gaf zich gewonnen. Hij begreep dit en nam haar in zijn armen, kuste haar zoo zachtjes, dat zij zijn begrip waardeerde en hem terug kuste. Hij stak zijn hoofd uit het raam en schreeuw de om zijn chauffeur. .Dat feestje komt nog wel," zei hjj. „M at ju eerder noodig hebt, is een heele nacht slapen. Hij wist, dat hij gelijk had toen hij dit zei, maar nauwelijks had hij het gezegd of hij had er spijt van. Het klonk, vond hij, zoo geweldig vaderlijk. HOOFDSTUK XLIV. Een afspraak. Nadat Gerald Saranack Torrance verlaten had, nam hij een taxi naar Porlock Mansions in Bloomsbury, waar Annabelle een gemeubi leerde flat had gehuurd dit was voor hen de beste manier om te wonen, terwijl zij zoo midden in de publieke belangstelling stonden. Hij zag er niet naar uit als iemand, die dien dag aan een ter dood veroordeeling ont snapt was. Zijn gezicht was zorgelijk en vol lijnen, als het gezicht van een ouden man, en toen hij de taxi weggezonden had, staarde hij die na, als iemand die aan een zenuwcrisis toe is. „Verman je toch, kerel! Je moet er toch mee doorgaan!" Annabelle, overtuigde hjj zichzelf, kon toch geschikt zijn, hoewel zij niet veel nadacht Zij zou niet van hem verwachten, dat hij vrooüjk was. Maar hij moest tenminste trachten te vermijden, dat zij eenig idee kreeg wat hij in werkelijkheid dacht. Juist toen hij zijn sleutel in het slot wilde steken, maakte Annabelle de deur al voor hem open. Zij legde haar armen om zijn hals en fluisterde: „Is alles goed afgeloopen, Gerry-jongen?" „Best." Klaarblijkelijk verlangde zij niet van hem, dat hij haar zoende. Ongetwijfeld was zij ver vuld van de een of andere onbenulligheid en inderdaad kreeg hjj dien al dadeljjk te hooren. „Meneer Vackery is net gekomen. Hjj is in de voorkamer." „Wat wil hj)?" „Ik geloof, dat hjj voor wil stellen je wat geld te leenen. Je moet het dit keer maar aannemen, jongen, want we hebben zoowat niets meer. Ik zal in de eetkamer op je wach ten en ik zal hem elke minuut, die hij je van rnjj weg houdt, benijden." Meneer Vackery wenschte inderdaad, onder anderen, Gerald wat geld te leenen. Er waren ook andere dingen, die hjj wilde bespreken. Het was bijna zeven uur voordat hjj vertrok. Gerald liet hem uit en bleef onnoodig lang met hem op de stoep napraten. Hij trachtte het oogenblik, dat hjj Annabelle weer zou zien, zoo lang mogelijk uit te stellen. Hij wil de weg en alleen zjjn, om aan Torrance te kunnen denken. Toen hjj de deur dicht deed, kwam Anna belle uit de eetkamer en oogenblikkeljjk voel de hjj zich schuldbewust. „Het spijt rnjj, dat het zoo lang geduurd heeft, meisje. Er waren nog verschillende dingen over de verdediging, die ik nog moest bespreken." „Laten we er verder niet over praten." Zij kwam naar hem toe en nam zjjn hand. „Ver tel me van die arme Torrance. Was het erg moeilijk voor je?" „Ik kan met jou niet over Torrance praten." Hij trok zijn hand weg. „Ik heb je al gezegd, dat zij voor rnjj heel veel betee- kent. En om die reden zal ik haar nooit meer ontmoeten. Ik zou je willen vragen, nooit meer over dit onderwerp te willen spreken. Wil je daar goed aan denken?" „Natuurlijk Gerry! Ik wilde je geen ver driet doen." „Je doet mij geen verdriet dat is niet zoo!" Zijn stem trilde, maar toch vervolgde hjj: „Laten we vanavond uitgaan. Iets vroolijks doen. Wij gaan ergens dineeren en dan naar een operette in de Gaiety." Gevolg van de Duitsche blokkade. tegen zit Engeland komt het interessante be richt, dat de Britsche regeering zich ge noodzaakt heeft gezien het binnenlandsche verbruik van textiel ten gunste van den uitvoer te beperken. In het binnenland zijn leveringen aan de detaillisten, vergeleken met het vorige jaar, met 25 procent vermin derd voork atoen en kunstzijde en met 75 procent voor linnen. Katoenen garens mo gen ter verwerking in het binnenland voor- loopig niet meer worden afgeleverd. „O wat leuk!" Zjj was, vond hjj, geweldig meegaand. „Maar dan moeten we ons al dadelijk gaan verkleeden." Juist toen ze naar de kamer liep, ging de telefoon. „Wie kan dat nu weer zjjn?" zei Gerald kwaad. Zijn zenuwen waren tot het uiterste gespannen. „Behalve Vackery weet toch niemand, dat wij hier wonen!" Hjj nam de telefoon van den haak. „Hallo? Met wie?... Hallo... Hallo..." Hij legde hem weer neer. „Geen antwoord. En al was er iemand, dan ben ik niet van plan langer te wachten." Hjj was bjjna met verkleeden klaar, toea de telefoon opnieuw ging. „Laat maar!" zei Annabelle. „Ik neem hem wel." „Goed," zei hij. Annabelle liep de gang ia en nam de telefoon op. „Hallo?" Het volgend oogenblik onderdrukte zjj een gil toen een hooge, heesche stem in haar oor klonk. „Ben je er eindeljjk? Ik heb je al eerder opgebeld, maar hjj kwam aan de telefoon." „Wat is er?" „Geld. En als ik niet gauw geld krjjg. dan krijgen ze rnjj te pakken. En als ik gepakt word. dan word jij het ook." „Goed... Maar waar?" „Wat gaan jullie vanavond doen?" „We gaan naar de Gaiety." „Laat hem dan na de voorstelling alleen naar huis gaan en loop de Strand af, naar het Zuiden toe. Loop op het trottoir bij den rijweg, totdat een Lachisse Sedan dicht bjj je stil houdt. Stap dan in." „Een wat?... Een Lachisse Sedan? O la. Goed." Toen Annabelle zich weer omdraaide, zag zij Gerald in zijn hemdsmouwen in de deur opening van zjjn kamer staan. „Dat klinkt nog al geheimzinnig. Waar gaat het over?" „O, het was een allerliefst meisje, dat vreeselijk aardig voor rnjj is geweest, toen ik in het Gulverburyhotel logeerde. Zjj heeft er voor gezorgd, dat mijn bagage hierheen werd gebracht en zij is werkelijk het toppunt van discretie. Ze zei. dat zjj mij dringend spreken moest, waarop ik haar vertelde, dat zjj niet hier kon komen. Dus heb ik beloofd, haar een oogenblikje na de voorstelling van vanavond te spreken. Je vindt het toch goed, niet? Als ik vermoed had, dat je het niet prettig zoudt vinden, had ik „nee" gezegd. Maar zij was werkeljjk alleraardigst. Toen ik niet in slaap kon komen, kwam zij bij rnjj zitten praten" Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1940 | | pagina 7