op volle toeren
Japan over Fransch
INDO-CHINA
vuren van Tph,,
Maakt gebruik van het
generaal°pardon
De Duitsche
Groote Clown?
De ondergang
van de „Glorious"
door Edgar Rice Burroughs
Radioprogramma
FEUILLETON
WAAROM TREUR JE,
Valt Uw arts niet lastig om
wittebroodbriefjes
Na 15 Juli tc laaf
ie
De grondstofien-positie verbeterd
Het Instituut voor Conjunctuuronderzoek
der Duitsohe bladen, heeft zoo juist zijn nieu
we halfjaarbericht over den economischen
toestand onder den titel: „Negen maanden
Duitsche oorlogseconomie" gepubliceerd.
De oorlog, aldus dit bericht, heeft de
Duitsche economie tot de grootste krachts
inspanning opgevoerd. Was de laatste jaren
reeds een groot deel van de productiekracht
des lands op de behoeften van de meermacht
gericht, sinds September 1939 zijn nieuwe be
slissende pogingen ondernomen, waarvan de
uitwerking op elk gebied van de productie,
welke voor de oorlogseconomie van belang
is, te bespeuren valt. In de eerste plaats is
het van essentieele beutekenis, dat er on
danks de diep ingrijpende wijzigingen als ge
volg van het uitbreken van den oorlog, geen
storingen in de werkverschaffing zijn ont
staan. In Duitschland was en is er practisch
geen werkeloosheid meer. Integendeel, de
behoefte aan arbeidskrachten van allerlei
soort is thans grooter dan ooit. Ook in den
oorlog wordt de productie met succes voort
gezet. Duitschland zal het tweede oorlogsjaar
ingaan met reserves aan broodtarwe, welke
even groot zijn als bij het begin van den
oorlog. De voorraden boter, kaas en eieren
zijn grooter dan "bij het uitbreken van den
oorlog. Zeer groote voorraden varkensvleesch
zijn in koelhuizen opgeslagen. Op 't gebied
van de industriebedrijven is de productie in
het geheele jaar 1939 met vier oorlogs
maanden naar hoeveelheid en waarde
grooter geweest dan in eenig ander jaar te
voren.
De hereeniging met Oostelijk Opper-Sile-
zië heeft het vermogen van de Duitsche eco
nomie met belangrijke grondstoffen en in-
dustrieele ondernemingen versterkt. De sa
menwerking op het breede terrein van het
Groot-Duitsche rijk en zijn invloedgebieden
(protectoraat Bohemen-Moravië, het Pool-
sche gouvernement generaal) blijkt steeds
meer uiterst vruchtbaar te zijn. Duitschland
beschikte reeds bij het begin van den oorlog
over industrieele capaciteiten, welke grooter
waren dan die van Frankrijk en Groot-Brit-
tanie tezamen. Inmiddels zijn vele deelen der
Fransche industrie door de oorlogshande
lingen op Fransch gebied vernield, anderen
- evenals in Noorwegen, Nederland, Luxem
burg en België vielen in Duitsche handen.
Ook de grondstoffenbasis (steenkool, hout,
erts) werd door de oorlogvoering uitgebreid.
Daarnaast wordt intensief aan de toeneming
der binnen landsche productie van grond
stoffen gewerkt. Prijzen en loonen worden
welbewust in toom gehouden, hetgeen slechts
mogelijk is omdat bij de regeling van prij
zen en loonen de straffe controle komt van
productie, belegging en verbruik. In tegen
stelling tot de ontwikkeling in Duitschland,
treedt de prijsstijging in Engeland zeer sterk
aan het licht. De credietmarkten toonen een
beeld van buitengewone ruimte, ten gevolge
waarvan de geldtarieven sterk gedaald zijn.
Het disconto van de Rijksbank kon van 4 op
5P/2 procent verlaagd worden. De spaar
gelden en bankdeposito's vertoonen een voort
durende stijging. De openbare financiën vol
doen volkomen aan tun taak om de oorlogs
uitgaven te financieren. De opbrengst van de
belastingen is gestegen. De Duitsche buiten-
landsche handel is ongebroken, zooals het
voortduren zelfs van den export van oorlogs
materiaal (vliegtuigen) bewijst.
De resultaten van de Duitsche oorlogseco
nomie zouden niet mogelijk geweest zijn wan
neer niet de nationaalsocialistische econo
mische politiek de voorwaarden daartoe ge
schapen had. In dit verband moeten vooral
de volgende maatregelen genoemd worden.
Door de geheele bedrijfsleven te grondvesten
op de volksgemeenschap, werden sociale twis
DOOR A. H KOBER
„Ik breng u een groet van lady Maud over,
de dochter van Lord Lemaile," fluisterde
Nash, die achter hem aanliep.
Nu draaide de man zich om.
„Ja, ik ben Golden! Wat weet u van
Maud?" vroeg hij haastig, met een naieve
•tem, die angstig klonk.
Wilson Nash, die de situatie wilde uit
buiten, begon:
„Lord Lemaile gaf ons journalisten van
morgen een uitvoerige beschrijving van de
gebeurtenissen, waarbij u> mister Golden..."
„Praatjes!" riep de clown. „Over tien mi
nuten vertrekt m(jn boot en u verknoeit mijn
tijd met nietigheden!" Opeens was zijn ge
zicht en zijn heele houding weer gespannen,
zijn stem hard geworden; een heel ander
mensch dan tevoren stond voor den journa
list, en zei op strengen toon:
„U noemde zooeven den naam van Maud
LemaileWilt u zich nader verklaren?"
„Op dezen toon zult u met mij niet verder
komen, mijnheer Golden!" zei Nash even
kortaf als de ander. „Het is overigens nog
heelemaal niet zoo zeker, dat u met die boot
zult vertrekken
„Dus toch! Lemaile jaagt mij de politie op
den hals?" fluisterde de clown.
„Dat niet. Maar de vrouw, die u verlaten
hebt
„Maud
„Neen, maar de vrouw, die u in Empire
hebt laten zitten en die beweert, dat zij u
groot heeft gemaakt, die vrouw zal hier over
een paar minuten verschijnen en u vasthou
den
„Zoo? Dank u wel voor de mededeeling!"
Golden zei dat op nuchteren toon, nam de
koffer, die hij had neergezet weer in de
hand en ging naar de loopplank.
De journalist bleef naast hem. Vlak voor
de loopplank bleef Golden staan en strekte
zijn rechterarm uit zijn zware jas omhoog,
ten en wrijvingen uitgeschakeld en werden
de mogelijkheden geschapen tot buitengewo
ne arbeidsprestaties. Door de stelselmatige
opvoering der binnenlandsche productie van
grondstoffen is Duitschland's afhankelijk
heid van het buitenland, vooral sinds de af
kondiging van het vierjarenplan, op gebie
den welke voor de oorlogvoering van essen
tieel belang zijn, op beslissende wijze ver
minderd. Een controle van de productie, van
de beleggingen en van het verbruik heeft
reeds lang voor het begin van den oorlog,
het bedrijfsleven tot een doeltreffend instru
ment in de hand van den staat gemaakt. Het
bedrijfsleven is in de politieke doelstellingen
ingeschakeld en in zijn organisatie op dezen
nieuwen taak ingericht. Daarbij is het van
beteekenis, dat al deze maatregelen reeds
sinds 1933 welbewust genomen zijn. In dezen
voorsprong ligt een beslissende superioriteit
tegenover de vijandelijke mogendheden, die
pas thans een geïmproviseerde oorlogsecono
mie trachten te stellen tegenover een tot
dusver min of meer „vrij" bedrijfsleven.
Op den 8en Juni gelukte het aan eenheden
van een Duitsche vlootafdeeling in de Noor
delijke IJszee o.a. het Engelsche vliegtuig
moederschip „Glorious" (22.000 ton) tot zin
ken te brengen. Tevoren hadden dezelfde
eenheden reeds een Engelschë tankboot, een
patrouillevaartuig en een Engelsch transport
sohip van ongeveer 18.000 ton tot zinken ge
bracht Tegen den avond van den 8en Juni
ontmoetten de Duitsche eenheden dan het
Engelsche vliegtuigmoederschip „Glorius"
dat naar raming vijftig Engelsche vliegtui
gen aan boord had en door twee torpedoja
gers vergezeld was. In een doof het D.N.B.
ontvangen ooggetuigenbericht wordt een
schildering gegeven van het verloop van den
strijd waarin zoowel het vlicgtuigmoeder-
schip als de beide vijandelijke torpedojagers
in den grond geboord werden.
Heel duidelijk zien wij de silhouet van het
vliegtuigmoederschip, aldus het bericht Een
vergissing is uitgesloten. Thans hebben zij
ook ons herkend en draaien weg. Te laat
De commandant geeft bevel te vuren. De
vuurmonden worden op het vliegtuigmoeder
schip gericht. Dit verspreid rook en probeert
ons thans af te leiden, de anderen tracht het
kostbare schip aan het goedgerichte vuur te
onttrekken. Het vljegtuigmoederschip hoopt
nog steeds te ontkomen.. Treffers zaaien
dood en vernietiging. Maar ook in onze buurt
slaan de granaten in. De Engelsche torpedo
jagers willen den strijd niet opgeven. Plotse
ling breken zij door en schieten hun torpe
do's op de Duitsche eenheden af. Door han
dig manoeuvreeren moeten deze de torpe
do's ontgaan. Tenslotte wordt een torpedoja
ger tot zinken gebracht en enkele oogenblik-
ken later zinkt ook het vliegtuigmoederschip
De treffers hebben hun uitwerking gehad. De
eenige overblijvende torpedojager brandt aan
den voorsteven. Langzaam begint hij te zin
ken. waarschijnlijk heeft er een ketelontplof
fing plaats gehad. Dan sluiten zich ook over
dezen dapperen tegenstander de golven.
Het oorlogsbrood is even voed
zaam en licht verteerbaar als het
wittebrood.
De geneeskundig hoofdinspecteur voof de
volksgezondheid, dr. C. Banning, ontving bij
de invoering van de suikerdistributie her
haaldelijk brieven, waarin werd medege
deeld, dat er pressie op sommige artsen werd
uitgeoefend, om extra suiker te verkrijgen,
terwijl dit in de meeste gevallen niet noo-
dig was.
Nu brood in den handel gebracht wordt,
dat iets bruiner is dan ons wittebrood was ont
vangen de artsen geregeld verzoeken, om wit
tebrood voor te schrijven.
Dr. Banning wijst er op, dat dit brood
en ook het toekomstige „oorlogs
brood" van uitstekende kwaliteit en
licht verteerbaar is, zoodat men niet
bang behoeft te zijn, dat ditb rood
maagklachten zal veroorzaken. Er
wordh dan ook een dringend beroep
op het publiek gedaan, om de artsen
niet om wittebrood-briefjes lastig te
vallen.
Slechts in zeer zeldzame uitzonderingsge
vallen zal de huisarts hieraan mogen vol
doen.
EEN GEHEIM BRITSCH—FRANSCH—
AMERIXAANSCH VERDRAG?
In een uitvoerig artikel houdt het Japan
sche blad „Tokio Nitsji Nitsji" zich bezig
met de vijandelijke houding van Fransch
Indo-China door de geregelde voorziening
van Tsjang-Kai-Tsjek met wapenen en mu
nitie. Het blad eischt. dat alvorens verdere
maatregelen tegen Tsjang-Kay-Tsjek wor
den genomen, aan deze vijandelijke hou
ding van Fransch Indo-China een einde ge
maakt wordt.
Ook de woordvoerder van het Japansche
ministerie van buitenlandsche zaken heeft
Verklaard, dat het noodzakelijk is een einde
te maken aan het transport van wapenen
uit Fransch Indt^China via den spoorweg
Haiphong—Joennan en den nieuw aange-
legden auto-snelweg
Hij verklaarde, dat wellicht een verwoes
ting van dien spoorweg te te verwachten,
doch dat dit een kwestie is. die ter beoor
deeling staat van de Japansche militairen
in China.
De BritschFransche koloniën
in den Stillen Oceaan.
Een ander Japansch blad, de „Nitsji Nit
sji" houdt zich bezig met de Fransche en
Engelsche koloniën in het Westelijke en
Zuidelijke deel van den Stillen Oceaan en
constateert daarbij, dat zij wegens de ne
derlaag der Westelijke mogendheden in Eu
ropa thans zonder practische contróle van
haar moederlanden zijn.
Daarmede, aldus het blad, is de po
sitie voor deze koloniën gelijk aan
die van Nederlandech-Indië.
Het schijnt dat tusschen Engeland en de
Vereenigde Staten een geheime overeenkomst
over een gemeenschappelijke verdediging
van de Engelschn en Fransche koloniën in
het Zuidelijke deel van den Stillen Oceaan,
inclusief Australië, Nieuw-Caledonië en
Nederlandsch-Indië, gesloten is.
Voorts meldt het blad over beweerde on
derhandelingen over de mogelijkheid van
een tijdelijk gemeenschappelijk beheer van
Fransch-Indo-China door Engeland, de
Vereenigde Staten en Frankrijk. De Japan
sche regeering zal aan de ontwikkeling van
dit vraagstuk, vooral aan de jewestie van
Indo-China, de grootste aandacht besteden.
Tegen een gemeenschappelijk bestuur van
Fransch Indo-China door Engeland, Ameri
ka en Frankrijk zou Japan uiteraard ten
scherpste proteitOQrea.
Met herhaling en aanvulling van hetgeen
onlangs werd medegedeeld wordt bekend
gemaakt, dat aan belastingplichtigen die
over verstreken belastingjaren hun aangif
ten voor de belastingen naar inkomen en
vermogen niet hebben gedaan zooals het
behoorde, de gelegenheid wordt gegeven
hun fout te herstellen door begane onjuist
heden te verbeteren zonder dat zij zich
daardoor blootstellen aan de sancties welke
op het doen van onjuiste aangiften staan
Voor hen die hun aangiften over het be
lastingjaar 1940/1941 reeds hebben gedaan,
staat de gelegenheid tot het verbeteren van
eventueele onjuiste aangiften open tot 15
Juli 1940.
Ook zij die door de oorlogsomstandighe
den of om andere redenen niet in staat zijn
verbeterde aangiften vóór 15 Juli 1940 te
doen, zullen op straffeloosheid aanspraak
hebben, indien gij den inspecteur der di
recte belastingen vóór dien datum van de
onjuistheid hunner aangiften kennisgeven,
met de verklaring, dat zij ten spoedigste
een juiste en volledige aangifte zullen
doen.
Met nadruk wordt tenslotte nog de aan
dacht gevestigd op het belang voor de be
lastingplichtigen van dit generaal pardon
gebruik te maken, mede in verband met de
spoedig te verwachten deviezenvoorschriften.
De termijn zal in geen geval meer na 15 Juli
1940 worden verlengd.
TARZAN en de
127.
Tarzan, O'Rourke en Kailuk stonden daar
vastgebonden aan de palen en nog steeds had
Ahtea het teken niet gegeven. Het leek alsof
de aapman er geheel onverschillig onder was,
maar zijn ogen namen de gehele omgeving
scherp op en legden iedere kleinigheid ln
hersenen vast. Ahtea sprak tot Dr. Wong. jJ
krijgen nog een laatste kans, voordat de z^T
pen zullen knallen. Gaat U naar hen toe
u«4- V.or> Ala oori van hon r?o
Fcli -c en
vraag het hen. Als een van hen de naam van
den aanstoker noemt, dan zullen geen va»
allen geslagen worden. Als geen van allen ieq
wil zeggen, dan zal ik ze alle drie laten dood
ranselen." Er was een geheimzinnige uitdruk
king in de schuine ogen toen de Chinees zich
naar de slaven haastte. „Ga weg, hier van
daan. jij dubbelhartige duivel!" riep Perry.
„Niemand van ons zal zgn lippen openen om
jou iets te vertellen." Dr. Wong maakte een
diepe, ironise buiging. „Het is waar, dat fcvjj-
gen goud is, maar in dit geval leidt het u tot
niets." Oe Oosterling ging dicht op Tarzan toe
en keek den aapman strak aan. „Ik weet,
Tarzan, dat jij de leider van de muiterij bent!"
WOENSDAG 19 JUNI 1940.
Jaarsveld 414.4 m.
KRO-ultzending. 6.30—6.50 VPRO.
8.00 Berichten ANP.
8.05 Gramofoonmuziek.
11.30 Godsdienstige causerie.
12.00 Gramofoonmuziek.
12.15 John Kristel en zijn Troubadours (12.45
1.15 Ber. ANP en gramofoonmuziek).
2.00 Vrouwenuur.
3.00 Gramofoonmuziek (ca. 3.30 Eventueel
mededeelingen)
3.30 Musiquette.
4.00 Gramofoonmuziek.
5.00 Kinderuurtje.
5.45 KRO-Nachtegaaltjes.
6.05 KRO-orkest.
6.30 Jeugduitzending.
6.50 Gramofoonmuziek. (ca. 7.30 Eventueel
mededeelingen).
7.30 „Hoe doe ik zuinig met gas?", vraag
gesprek. Hierna gramofoonmuziek.
8.00 Berichten ANP.
8.15 KRO-Symphonie-Orkest en solist.
9.15 Radio-tooneel.
9.30 KRO-symphonie-orkest.
10.00—10.15 Berichten ANP.
Kootw(jk 1875 ni.
AVRO-uitzending. 11.1511.30 n.m. Berich
ten.
8.00 Berichten ANP.
8.40 Orgelspel.
9.00 Berichten (Fransch).
10.00 Morgenwijding.
10.15 Gramofoonmuziek.
10.30 Renova-septet (opn.).
zoodat hij er even als een spookgestalte uit
zag, en Nash hoorde in zijn oor fluisteren:
„Ziet u die boot hier? Van daar af zal ik
in zee springen! Dan ben ik ineens af van
alle ellende en alle achtervolging! En ik zal
m(jn geheimen met mij meenemen hier in
mijn hart en hier in deze koffer, waar ze op
papier staan!"
Met een paar groote sprongen was hij, eer
Nash hem kon terughouden, aan boord van
de boot gegaan...... Nu, leundè hij over de
reeling en keek op den journalist neer. De
sirene loeide juist vooor de derde maal.
„Geeft u mij die notities!" riep Nash hem
toe.
De clown nam een pakje papieren uit zijn
koffer en liet het grijnzende aan den man
daar beneden zien; daarna bond hij er vlug
een donker voorwerp aan het scheen een
bronzen presse-papier te zijn en zwenkte
het over de reeling heen en weer.
„Gooi het mij toe! Voor Maud Lemaile!"
riep Wilson Nash, terwijl de boot langzaam
van anker ging en begon te draaien.
„Wat hebt u mij van Maud te zeggen?"
schreeuwde de clown terwijl hij nog steeds
het pakje zwaaide.
Nash schreeuwde op zijn beurt zoo hard
als hg kon:
„Maud laat u zeggen, dat zij niet boos op
u is niet boos!"
De clown hing nu zoover hij kon over de
reeling om elk der woorden op te vangen
door het lawaai van machines en menschen
heen.
Maud... niet boos op u!" klonk steeds
nog de stem van Nash.
Toen hief de man daarboven zijn rechter
arm met een groote zwaai op en smeet het
pakje door de lucht, zoodat het over het wa
ter heen op de kade viel. Met bevende han
den greep Nash ernaar. Hij hield de aantee-
keningen, het geheim van den „clown met
den gouden lach" in zijn handen.
Nu voer de boot de haven al uit, Toen de
journalist terugging naar het station ont
moette hij een oude vrouw, wier gebogen ge
stalte de diepste teleurstelling verried: de
„groene!
HOOFDSTUK 2.
Een leerjongen r(jdt om z(jn leven.
Wilson Nash vond in den trein van Dover
naar Londen een leege coupé en maakte er
dadelgk het pakje open, dat de clown Golden
hem vanaf de boot had toegeworpen.
Zooals h(j verwacht had, waren het aan-
teekeningen, de mémoires van een lang en
moeilgk leven, waarin zeker ook de recht
vaardiging te vinden zou zijn, welke Golden
aan Lord Lemaille en aan zgn dochter Maud
beloofd had.
Maar Wilson Nash dacht er voorloopig niet
aan om naar Richmond te gaan en het docu
ment daar in de handen van Lord Arthur
achter te laten. Hij begon te lezen en hij las
zonder op te zien voort, geboeid door de
eigenaardige persoonlijkheid wier geschiede
nis hier stond neergeschreven. Welk een rijk
dom van gebeurtenissen, welke fantastische
wendingen van het lot en hoeveel lust en last
van een sterk bewogen leven spraken uit deze
bladzjjden! Terwgl Nash las, groeide de clown
voor zijn oogen tot een geheimzinnige, raad
selachtige gestalte, omglansd door het magi
sche licht van die vreemde wereld, dat half
donkere rijk vol vreemde avonturen, dat zoo
ver van de alledaagsche wereld der burger
lijkheid afligt: het circus.
De aanteekeningen van den beroemden
clown worden hiermede voor het eerst in het
licht gegeven.
Joe Golden, de man met den gouden lach, is
echter nog niet gestorven; neen, hij leeft en
hg werkt nog.
Juist daarom wordt zijn dagboek, de ge
schiedenis van zijn stormachtig leven, hier
uitgegeven. De millioenen menschen, die in
een variété of een circus ergens ter wereld
om den grooten clowh lachen,, zullen thans
gaan begrijpen, hoeveel verdriet en moeite er
noodig is geweest om zulk een eenvoudigen
en speelschen humor mogelijk te maken.
Slechts het bericht van zijn vele en droevige
ervaringen kan voldoende verklaren hoe Joe
Golden de groote wereldberoemde clown is ge
worden, die thans avond aan avond triomfen
viert!
De drie Pisiani's vormden de beste ruiter
troep, die Berlgn sedert lang gezien had.
De oude Renz, die in 1891 moest gaan con-
curreeren met het nieuwe circus Schumann
bij het Lehrter Bahnhof, had voor zijn pracht-
gebouw in de Karlstrasse de beste artisten ge
ëngageerd, welke hij had kunnen krijgen en
hij stelde ze bij een prémière, die zoowel voor
als achter het voetlicht van volmaakte ele
gantie was, aan zijn publiek voor. Hij zelf zat
in het parket, rechts van de manege-ingang.
Hij was nu zes en zeventig jaar, een athleti-
sche gestalte, die er nog onberispelijk uitzag
in zijn gekleede jas met zijn dikke, zwarte
snor in het energieke gezicht, terwgl hij een
rechtgerande hooge hoed droeg en zijn rech
terhand steunde op den ivoren knop van zgn
wandelstok. Ja. dat was Renz, de groote Renz,
de circuskoning van zijn tijd, dien men elkaar
met eerbied aanwees wanneer hg met strenge
oogen, waaraan geen enkele bijzonderheid
11.15 Berichten (Engelsch).
11.30 AVRO-Aeolian-orkest.
12.15 Gramofoonmuziek.
12.30 Berichten (Duitsch).
12.45 Berichten ANP, gramofoonmuziek.
1.00 AVRO-Amusementsorkest.
1.45 Berichten (Fransch).
2.00 Berichten (Duitsch).
2.15 Verkorte opera „Der Wildschütz (opn.),
3.15 Berichten (Fransch).
3.30 Ensemble Rentmeester en gram.muziek,
5.00 Berichten (Duitsch).
5.45 AVRO-dansorkest.
6.15 Berichten (Engelsch).
6.30 Omroep-orkest en gramofoonmuziek.
7.40 Cyclus „Nederlands provincieschoon"
(met reportages).
8.00 Berichten (Duitsch).
8.15 Berichten (Engelsch).
8.30 Berichten ANP.
8.40 AVRO-Amusementsorkest en solist.
9.15 Berichten (Engelsch).
9.30 AVRO-Amusementsorkest en solist (opn.).
10.00 Berichten (Duitsch).
10.15 Berichten ANP, sluiting.
11-1511.30 Berichten (Fransch).
ontsnapte, de voorstelling bijwoonde..a En
wanneer de drie Pisiani's van hun paarden
sprongen om voor het klaterende applaus te
danken, gebeurde er iets ongehoords: de oude
Renz zette zijn wandelstok neer en klapte
mee.
De Pisiani's waren „barebackruiters
kunstrijders dus op ongezadelde paarden. On
der de klanken van een snel gespeelde en op
windende galop stoof een vurig zwart paard
de manege binnen, dat een aardigen slanken
jongen in een wit tricot op den rug droeg.
Dit was de leerjongen, Golden, kortweg „G°
genoemd en nog niet geheel voor vol aange
zien; na zijn inleidende kunststukken kwa
men dan ook pas de drie Pisiani's. Met salt°
en flicflac flitsten zij over het zand en terwgl
Go bescheiden gaast zijn hijgend paard stond,
riepen zij gedrieën een vroolijk „voila!" en
strekten hun armen ten groet: drie blonde
mannen, gekleed in witte tricots zonder eenige
garneering, die hun mooie, gespierde lichamen
goed deden uitkomen.
De muziek speelde zonder ophouden met
veel belgerinkel en piccolofluiten de „Slede
vaart" en nu vertoonden de drie ruiters in
een meeslepend tempo hun kunststukken.
Daar stonden, sprongen en dansten de Pisia
ni's op den rug van hun paard, maakten in
(Volle vaart de handstand en een salto mortale
'voorover of achterover. Zij balanceerden op
één been, zwaaiden van 't paard af, om, zon
der springplank meteen weer in de stand te
springen, maakten honderd andere ongeloof
lijke toeren en raasden, toen het paard ten
slotte stilstond, met bliksemsnelle flicflacs
door de manege tot zij weer naast elkander
stonden, glimlachend: „Voila
Go, de leerjongen, was intusschen verdwe
nen. Maar nadat het zarte paard den ring had
verlaten, kwam hij op een klein wild voltige'
paard weer binnen. Go was met zijn vijftien
Jaren al een zeer goed ruiter, ofschoon h(j
natuurlgk nog veraf was van de enorme
prestaties der drie Pisiani's. Niettemin liet hij
een meesterlijke Voltige a la Richards' zien,
hing met het hoofd naar beneden en slechts
één voet in den stggbeugel naast het paard,
sprong dan, zes, acht, tien maal over hinder
nissen, die hem in den weg werden geschoven,
maakte de handstand, de hoofdstand, ging
omgekeerd in het zadel zitten, wendde zich
bliksemsnel om en jaagde nu met zes breede
sprongen over een rij van zes barrières heen-
Wordt vervolgd-