en de
vuren van Tohr
pn IliilH zÜn weer verkrijgbaar
1^ 1^ tegen dezelfde lage prijzen
»»Gevolgen voor
Nederland
Groote Clown?
door Edgar Rice Burroughs
Radioprogramma
ÏCHlt Uit NaOJUuxcL',J QAJfyQM. üodeM
FEUILLETON
WAAROM TREUR JE,
X"' "i
Duitsche steun
aan Belgische bevolking
N.V. KON. NED. ZOUTINDUSTRIE - BOEKELO - HENGELO
".OIO 81
DE RAMP VAN ROTTERDAM.
Hoeveel vensterglas
er noodiii is
Het aantal vierkante meteïs is
slechts bij benadering op te ge
ven.
Het cijfer heeft voor zeer vele menschen
een hij na magische bekoring. Daarom dan
ook vraagt men in tijden als deze vaak naar
een getal, b.v. van het aantal vierkante me
iers .vensterglas, dat te Rotterdam onder de
huidige omstandigheden noodig i« Het is
moeilijk om cijfers te geven, het blijft bij een
gissen, een tasten, want ook de ingewijden
en deskundigen hebben nog geen voldoende
overzicht van dezen toestand om een juist
cijfer- te geven. De N.R.Crt. vroeg er een zeer
deskundige, iemand werkzaam in den glas-
handel en de glasverzekeringsbranche, naar.
Maar hij durfde geen positief antwoord ge
ven. Er werd wel een schatting gemaakt, zoo
zei hij, van een goed zeventig duizend vier
kanten meter, maar zoon getal blijft een
greep in de ruimte. Een cijfer vaststellen van
de hoeveelheid glas, die te Rotterdam verlo
ren ging, is absoluut ondoenlijk. De glashan-
dcl breekt zich dan ook daarover het hoofd
niet; hij heeft wel wat anders te doen, n.1.
te trachten de hoeveelheid glas te leveren,
die direct noodig is, voor herstel dus van
woningen en panden, die in hoofdzaak „glas
schade hebben geleden. Deze direct te her
stellen schade zou, als men dan een cijfer
wil, zoo om en de bij 70.000 m2 betreffen.
Daarvan is in de weken, die tusschen half
Mei en half Juni zijn verioopen, al een groot
deel door nieuw glas vervangen, misschien
een hoeveelheid, die tusschen de dertig en
veertigduizend vierkanten meter ligt.
Toch een juist cijfer.
Een enkel Juist cijfer kon deze zegsman
wel noemen, n.1. het volgende: een groot
pand werd opnieuw van glas voorzien, een
post van duzend gulden...; een paar dagen
later werd er in de buurt piet onplofbare stof
gewerkt bij het opruimingswerk, met het ge
volg, dat er weer voor- zeshonderd gulden
glas moet worden geplaatst. En dergelijke
„stroppen" zijn er meer geweest.
Toen te Rotterdam de vraag naar veel glas
ineens zeer urgent was geworden, was de
handelsvoorraad hier ter plaatse ook reeds
zwaar geslonken, want van bijna alle leve
ranciers waren de magazijnen verloren ge
gaan of althans zwaar beschadigd. De Rot-
terdamsche glashandelaren wendden zich
dus tot de collega's in de gemeenten in den
omtrek en al gauw tot de collega's in vrij
wel elke plaats van beteekenis in den lande.
De prijzen stegen, mede voorbl door de trans
portkosten. Het glas, dat thans te Rotter
dam binnenkomt, komt bijna steeds van ver
gf, uit Groningen b.v.
Het ziet er naar uit, maar ook dat is een
raming, dat er nog wel een paar maanden
zullen verloopen voor alls, dat daaraan be
hoefte heeft, weer gla®tlicht is.
Glasfabrieken heeft Nederland niet, ten
minste niet voor vensterglas, afgezien dan
van een bedrijf te Sas van Gent, dat deze
zegsman blijkbaar, met het oog op het lange
transport van Zeeuws-Vlaanderen uit, re
kende tot de Belgische industrie. Jaren ge
leden is er hier te lande nog een dergelijke
industrie gesticht, maar deze bleek op den
duur geen succes en de fabriek werd stopge
zet. Dat was te Maasslujs, waar men in de
glasfabriek, die er maar betrekkelijk korten
tijd geëxploiteerd werd, in hoofdzaak met
Belgisch personeel werkte. België is het land,
waaruit wij altijd het grootste deel van ons
glas importeerden. Daarnaast waren Duitsch
land en Engeland onze leveranciers. De ver
tegenwoordigers van de Duitsche industrie
nemen op 't oogenblik wel weer' orders aan,
maar bedingen daarbij een vrij langen lever-
DOOR A. H KOBER
„Ik lieg niet! De twee Pisiani's en Go re-
peteeren eiken nacht. Dat heb ik een paar
dagen geleden, dank zij een goede fooi, van
iemand gehoord, die het met eigen oogen ge
zien heeft
Alf antwoordde niet meer. Een oogenblik
later stond hij met een heftigen ruk op en
bep de kamer uit.
De jonge vrouw keek hem glimlachend na.
Nu zou hij wel genoeg hebben van die ach-
terbaksche Pisiani's. Zeker zou er niet veel
moeite meer noodig zijn om hem van zijn
nummer en het circusleven te doen scheiden.
Intusschen was Alf naar het circus gerend,
ïn de stal vond hij Go bij de paarden. Altijd
was die leerjongen bij de paarden! De Zweed
kon zijn woede en jaloezie onmogelijk bedwin
gen. Hij pakte hem bij de schouders, stiet
hem achter het beschot van zeildoek, gooide
hem op den grond en bewerkte hem met zijn
vuisten, terwijl hij tusschen de tarnden de
Verwenschingen en scheldwoorden uitstiet.
»Jij schavuit! Jij ellendige schurk! Jij wil
je op mijn plaats dringen Jij oefent 's nachts
etiekum Schoft, dat je bent! Hoe lang doe
je dat al?"
De jongen antwoordde niet.
..Wil je wel eens antwoord geven,
schreeuwde Alf en sloeg waar hij hem raken
kon.
Maar Go antwoordde niet. In zinnelooze
Woede beukte de kunstrijder op hem in, zon
der te letten op het bloed, dat den jongen uit
de neus sprong.
Go antwoordde nog steeds niet. Hij kiema
de tanden opeen. - ai,
..Maar luister eens goed jongetje, zei a
'het heesche stem, „als jij in mijn nummer
Uitkomt, dan zul je je beenen breken, hij
Sef den jongen nog een paar hevige stompen
en stormde heen
Nergens in het circusgebouw vond Alf dien
"^middag een der Pisianfs. Was het een toe
DS kormb'ldan n0g de tijd van het 'rans-
Zlet «tost h<?t »s met deze heldere, door
zichtige substantie thans nog een vrij duis-
1- Zaak' ,Trn overvloede wijzen wij er n^
eens op, dat ook de cijfers, hierboven ge
noemd, zeker niet „glashelder" zijn.
|t*
De „Deutsche Zeitung in den Niederlan-
den bevatte gisteravond onder bovenstaan-
den titel een artikel van haar Haagsche
hoofdredactie over de jongste gebeurtenis
sen op het Fransclie oorlogstooneel en de
beteekenis daarvan voor de betrekkingen
tusschen ons land en Duitschland. Het ar
tikel luidt;
„De jongste gebeurtenissen op heit Fran
sclie oorlogstooneel, waar onder de gewel
dige slagen van de Duitsche weermacht het
gelieelc Eransche leger een volledige ineen
storting heeft beleefd, hebben in de geheele
wereld 'n ontzaglijken indruk achtergelaten,
In hét bijzonder in Europa mocht thans
ook in de buitenlandsche kringen, die nog
altijd het geloof in Engeland niet verloren
hebben, het inzicht geboren zijn, dat het
continent aan den vooravond staat van bij
zondere gebeurtenissen.
Ook in Nederland mag men niet blind
blijven voor de ontwikkeling der dingen.
De nieuwe vormgeving van Europa, welke
zich in groote omtrekken af teekent, moet
ook de bevolking van Nederland nopen tot
zichzelf in te keeren en de noodzakelijke
consequenties uit de voorhanden feiten te
trekken. Men heeft, als in vele neutrale
landen, ook in Nederland de zoogenaamde
evenwichtspolifiek van Engeland als een
overheerschend moment van de wereldpoli
tiek beschouwd en wilde niet gelooven, dat
daprin den een of anderen dag verandering
zou kunnen komen..
„Men heeft zich in hooge mate op de be
scherming en militaire hulp verlaten en ge
loofd, dat de overzeesche bezittingen onder
Engelsche heerschappij veilig waren. Hoe
het mot deze bescherming van Engeland
geisteld was, heeft de wereld intusschen in
gezien. Er zijn totdusver ook in Nederland
nog altijd kringen geweest, die leefden in
het geloof, dat den een of anderen dag door
het ingrijpen van Engeland een beslissende
wijziging van de rechten zou kunnen in
treden.
De plutocraten, die in Engeland aan de
touwtjes trekken, hebben alles gedaan om
door radiotoespraken de bevolking van Eu
ropa en speciaal ook van Nederland te wie
gen in het veilige gevoel, dat Engeland den
een of anderen dag weer als de „onbaat
zuchtige beschermer" op het tooneel zou
verschijnen De leugenachtigheid en inner
lijke onhoudbaarheid van deze propaganda,
waarvan de ware achtergrond tijdig van
Duitschen kant is onthuld, is intusschen
gebleken. Onder de slagen van de Duitsche
weermacht is ook dit drogbeeld ineengestort
en zelfs den meest verstokten moet het nu
duidelijk geworden zijn, hoe het met de
wereldheerschappij van Engeland in de
toekomst gesteld zal zijn.
„Nog is het niet te laat om tot inkeer te
komen en om te keeren. Dat beteekent, dat
de kringen die tót het laatste oogenblik
niet hebben kunnen nalaten Engeland naar
de oogen te zien, zich thans van de betee
kenis van de feiten moeten laten overtui
gen en den totdusver gevolgden koers, die
het land teri verderve driegde te voeren,
prijsgeven. Ook den meest verblinden moet
het thans duidelijk zijn, dat de toekomstige
nieuwe vormgeving van Europa onder de
leiding van het Groot-Duitsche Rijk en het
fascistische Italië geschiedt.
Dat beteekent, dat Nederland zijn plaats
inneemt aan de zijde van het Groot-Duit-
sche Rijk. Dat beteekent met andere woor
den. dat het Nederlandsche volk een ge-
meenschappelijken weg met het Rijk be
wandelt. Men behoeft zich thans in vele
Nederlandsche kringen geen zorgen over
den toekonvstigen loop der dingen te ma
ken, wanneer men tijdig het noodige inzicht
in den toestand getoond heeft. Nog is de
gelegenheid daar het stuur te wenden en
naar gestadige ontwikkeling te zoeken in
nauwe aanraking met het Groot-Duitsche
Rijk.
„Het is zaak de werkelijke feiten onder
het oog te zien en zich niet langer af te
sluiten voor de werkelijkheid. Dat betee
kent, dat vele verouderde begrippen op
den rommelhoop dienen te worden gegooid.
Men heeft vroeger met woorden gewerkt,
die de feiten in het gezicht geslagen heb
ben. Daartoe behoort ook het standpunt dat
men vroeger en ten deele ook nu nog ge
toond heeft tegenover het Nederlandsche
volk. dat reeds lang den gang van zaken
beeft ingezien en zich op samenwerking
met Duitschland heeft ingesteld. Men heeft
deze menschen kort en goed willen afdoen
met het woord „landverraders". Thans is
gebleken, aan wiens kant het goede inzicht
was.
„In dit uur van wereld-historische betee
kenis moge de bevolking van Nederland in
zien, waar de waarborg van hun belangen
ligt en waar de toekomst en de politieke
waarde van hun land verzekerd zijn".
TARZAN
Het economische leven moet
weer op qanq.
De Belgische blader melden, dat de Duit
sche militaire autoriteiten in overleg met
de Belgische hurgeroverheld de noodige
maatregelen getroffen hebben om de nood
lijdende bevolking in België te helpen. Daar
de naar Frankrijk gevluchte Belgische po
litici de staats- en steunkassen wederrech
telijk hebben meegenomen, waren de uitkee-
ringen aan werkloozen, aan familieleden van
soldaten e.d. voorloopig gestaakt. De Duit
sche overheid heeft zich thans bereid ver
klaard den gemeenten de noodige gelden ter
beschikking te stellen. Zij doen al het moge
lijke om den nood te lenigen en tevens om
bet economische leven weer op gang te
brengen.
ZATERDAG 22 JUNI 1940.
AVRO-uitzending. 9.4510.00 n.m. VPRO.
8.00 Berichten ANP.
8.10 Gramofoonmuziek.
10.00 Morgenwijding.
10.15 Gramofooonmuziek.
10.30 Omroeporkest (11.0011.20 Mode
praatje).
12.00 Gramofoonmuziek.
12.15 Orgelspel.
12.45 Berichten ANP, gramofoonmuziek.
1.00 AVRO-Amusementsorkest en soliste.
1.45 Gramofoonmuziek.
2.00 Cyclus „Vrouwenarbeid in Nederland".
2.30 Gramofoonmuziek.
2.40 Gevarieerd programma (opn.).
3.30 Officieele mededeelingen, hierna: Gra
mofoonmuziek.
4.00 Omroeporkest en soliste.
4.30 AVRO-dansorkest.
5.00 AVRO-Aeolian-orkest (opn.).
5.45 De Vagebonden en solisten.
6.45 Gramofoonmuziek.
7.30 Officieele mededeelingen.
7.45 Reportage.
130.
Nadat Zwarte Malluk Mungo op den grond
had gesmeten, rende hjj op Tarzans roep
naar de gevangenen toe. De andere olifanten
wierpen nu ook hun berijders af en volgden
hun groten leider. Wilde, verschrikte kreten
klonken In het rond, de mensen trachtten
aan de dieren te ontkomen. De woedende die
ren namen hun weg dwars door het in paniek
stemming verkerende publiek, dat links en
rechts vertrapt, werd! ZwZarte Malluk liep
recht op Tarzan en zijn vrienden toe. Ze
zullen ons omver lopen," zei Kailuk. „Mis
schien," zei Tarzan. „Toen ik Zwarte Malluk
riep, wenste ik, dat hij ons van deze palen
zou bevrijden. Ik heb echter niet aan de an
dere dieren gedacht. Het zal wel onmogelijk
zijn om hen onder contróle te krijgen."
krijgen." „Als we maar van de palen los
waren," zei O'Rourke, dan kunnen we probe
ren om weg te komen." Toen haalde Dr.
Wong, die nog steeds bij de gevangenen stond,
een lang mes uit zijn mouw en sprong naast
O'Rourke. „Wel smerige kerel, dat je toch
bent!" riep Perry uit. „Een man doden, die
hulpeloos is!" Met een grimmig lachje hief
Dr. Wong het wapen op.
8.00 Berichten ANP.
AVRO-Tango-orkest en solist (8.308.40
Vroolijke voordracht met muzikale illustra
ties
8.55 Gramofoonmuziek.
9.45 Avondwijding.
10.00 Berichten ANP, sluiting.
KRO-ultzending. 11.15—11.30 n.m. Be
richten.
8.00 Berichten ANP.
8.15 Gramofoonmuziek (9.00—9.15 Berichten
Fransch. 11.1511.30 Berichten En-
gelsch).
12.00 KRO-orkest.
12.30 Berichten (Duitsch).
12.45 Berichten ANP.
1.00 KRO-Melodisten.
1.45 Berichten (Fransch).
2.00 Berichten (Duitsch).
2.15 Rococco-octet.
2.30 Gramofoonmuziek (3.15—3.30 Berichten
Fransch.
5.005.15 Berichten Duitsch).
5.30 Musiquette en soliste.
6.15 Berichten (Engelsch).
6.30. „Hoe doe ik zuinig in de huishouding"?
vraaggesprek. Hierna: Gramofoonmuziek.
7.00 Gevarieerd programma.
8.00 Berichten (Duitsch).
8.15 Berichten (Engels).
8.30 Berichten ANP.
8.45 Vervolg van 7.00 (9.159.30 Berichten
Engelsch).
9.45 Gramofoonmuziek.
10.00 Berichten (Duitsch).
10.1510.25 Berichten ANP.
11.1511.30 Berichten (Fransch).
V
'V V: v: >•-
"»Y r. v/ V i
val of gingen zij hem uit den weg? Hij moest
zijn woede tegen den onbekenden verrader tot
's avonds beheerschen.
Hij ging in de garderobe zitten en draaide
den sleutel in het slot om; hij wilde door nie
mand gestoord worden. Na een half uur werd
er geklopt en de Weensche dame riep hem
zachtjes bij zijn naam. Hij antwoordde niet.
Hij had nu geen tijd voor haar; hij moest
eerst met zichzelf en de Pisiani's in het reine
komen. De voorstelling was al aan den gang.
Aan de begeleidende muziek kon hij precies
hooren welk nummer in den ring was.
Toen de Pisiani's eindelijk hun garderobe
binnenkwamen, zagen zij dadelijk, dat Alf
door een sterke opwinding beheerscht werd.
Zij konden wel raden wat de reden daarvan
was en hielden zich voorbereid op een hef
tige woordenwisseling.
Het hoofd tusschen de schouders terugge
trokken en met gebalde vuisten, vroeg Alf.
die in het schemerdonker van den achter
grond stond:
„Is het waar, dat jullie met Go en Negro
oefent?"
Fred wijdbeens vooj* hem staan, sloeg
zijn armen over elkaar en zei met harde,
zware stem: „Ja".
In het volgende oogenblik vloog de Zweed
naar zijn keel en een verbeten worsteling
volgde. Tevergeefs trachtte Tullio tusschen-
beide te komen. Maar al spoedig werd de
athletischè Fred de baas over zijn zwakkeren
tegenstander, dien hij op een koffer drukte
en daar liggen liet als een gestraft kind.
„Ik hoop, dat ik je tricot niet gescheurd
heb7" zei hij met een onderzoekenden blik,
en toen bleek, dat dit niet het geval was, be
gon hij zich te verkleeden.
Jullie zijn schurken!" hijgde Alf. „Hoe
kom ie erbij om achter mijn rug
We moesten wel!" sneed Fred Alf's woor
den af. „Ons werk beteekent alles voor ons
en wanneer iemand ons werk benadeelt, dan
verdedigen wij ons met elk middel!"
Alf zweeg. Maar terwijl de twee anderen
hun tricots aandeden, steeg zijn woede op
nieuw in hem op en vijf minuten later kon
men weer tot ver buiten de garderobe hooren,
dat de Pisiani's ruzie hadden.
„Dus morgen debuteeren wij met Go en jij
kunt met den eerstvolgenden termijn vertrek
ken!" schreeuwde Fred den Zweed tenslotte
toe.
Alf wilde antwoorden met een vuistslag
doch daar klonk schril het fluitje van den
regisseur: „Pisiani naar binnen!"
De drie mannen verlieten de garderobe.
Achter het gordijn stond Go al met de paar
den te wachten. Alf wierp hem een blik vol
haat toe.
Dien avond verliep het nummer der Pisia
ni's, juist zooals anders: met even veel zeker
heid en even sierlijk als altijd maakten zij
hun ongeloofelijke sprongen en kunststukken.
Ook de grandioze slottoer, de ronde te paard
met drie man hoog lukte wonderwel en
oogstte donderend applaus.
„Morgen geen repetitie, morgenavond de
buut," zei Fred tegen Go, toen hij na de
voorstelling de paarden verzorgde. „Dus goed
oppassen vannacht, dat er niets gebeurt met
de beesten!"
De leerjongen zag zijn debuut meteen rus
tig hart tegemoet. De baas had hel zoo ge
regeld, dus het zou wel in orde zijn. Een leer
jongen zelf behoefde niets te denken, niets te
voelen ,hy moest slechts toonen wat men
hem geleerd had. En daarom sliep Go in de
zen nacht even rustig als anders
Doch drie menschen lagen wakker en dach
ten aan hem: namelijk Fred Pisiani, Alf en
de doktersweduwe.
Fred dacht er nog eens grondig over na of
hij den jongen wel zou laten debuteeren.
Heelemaal rijp voor de manege was hij na
tuurlijk nog niet; bij zoo een moeilijke toer
kon dat maanden en soms jaren duren. Maar
de Pisiani's konden zich niet veroorlooven
om lang te wachten op Go's vorderingen; zrj
hadden groote engagementen in Engeland en
Amerika in het vooruitzicht en wilden zich
deze natuurlijk niet laten ontgaan. Dus be
sloot Fred, dat de kleine Golden dan maar
moest debuteeren, morgenavond.
„Zorg jij vandaag vooor de paarden," zei
hy 's morgens tegen zijn broer, „Go moet tot
de voorstelling blijven slapen!"
Alf had dien nacht uren lang op straat
geloopen. Met koortsachtige hersenen zocht
hij naar een beslissing. En had hy aanvan
kelijk gedacht, dat hij zijn beroep gemakke
lijk zou kunnen offeren voor zijn liefde, nu
werd hem duidelijk, dat hij zich vergist had.
Met veel sterkere banden, dan hii ooit had
geweten, voelde hij zich gebonden aan het
circusleven. Nu het er om ging, voelde Alf
dat hij liever de mooiste vrouw zou opgeven,
liever afstand doen van huwelijksgeluk en
rykdomMaar hoe zou hij Fred Pisiani er
toe bewegen, zijn woorden terug te trekken?
Wanneer de leerjongen zijn debuut maar ver
knoeide. dan zou alles wel in orde komen,
want dan moest Fred goedschiks of kwaad
schiks zijn ouden probaten Alf behouden. De
Zweed nam zich voor om den volgenden och
tend met Go te spreken.
De dokterweduwe, die van haar kant ook
naar een oplossing had gezocht, wat tot een
geheel ander besluit gekomen. Het scheen
haar maar het beste wanneer Go bij zijn de
buut zoo perfect bleek, dat men Alf eigen-
lyk niet meer noodig had. Dan werd het hem
des te gemakkelijker gemaakt om met haar
naar Weenen te gaan, te trouwen en het
circus vaarwel te zeggen. Zij een
aanmoediging en een flinke belooning Go wel
zouden helpen om vanavond zyn uiterste
kracht in te spannen
Het was half zes toen Go gewekt werd. Alf
stond by de paarden.
„Hoor eens Golden," zei hij, „je mag van
avond de ronde met drie man hoog niet ma
ken! Al bij het opstijgen zul je zoo onzeker
zijn, dat Fred het merkt; je zult geen even
wicht vinden, hoe dikwijls je het ook pro
beert. Fred en Tullio'zullen je wel van alles
toeroepen, je stompen maar je kunt het
vanavond niet en tenslotte zullen jullie van
Negro afspringen zonder de groote toer te
hebben verricht. Dan is het goedmaar
wanneer je tóch de ronde met drie man hoog
meedoet, dan zul je, dat beloof ik je, je bee
nen breken!" De laatste woorden kwamen er
hard en dreigend uit.
Go staarde hem aan zonder een antwoord
te vinden. Alf was zeker krankzinnig gewor
den!
„Heb je me begrepen?" vroeg de Zweed;
en toen herhaalde hij nogeens dezelfde raad
selachtige zinnen, die hy zooeven gezegd had.
Maar nu zag Go Tullio aankomen. Geluk
kigEn op hetzelfde oogenblik draaide
Alf zich om en ging vlug de deur uit.
„Wat heeft die hier te zoeken?" vroeg Tul
lio verwonderd, en toen hij Go's gezicht zag,
voegde hij eraan toe: „Wat is er aan de hand,
je bent zoo wit als kalk? Vooruit zeg eens
op, heeft Alf iets aan de paar^n gedaan?"
„Neen! Neen!" weerde de. jongen af. „Hij
heeft enkel met de paarden gepraat, met Ne-
En toen vertelde hy stotterend, dat
Alf dat wel eens meer deed. Maar hij ver
zweeg wat de Zweed hem ditmaal gezegd
had.
Wordt vervolqd.
r