Bijeenkomst van den
Raad van Voorlichting
Frankrijks herhaald
verzoek om hulp
Hevormingen in
Frankrijk
NEDERLANDSCHE PERS
Duitschlands econoai sche
beteekenïs
Musaid bereikt
De Japanscbe controle
in Indo China
|apan wenscht de
Burmaroute af te s'uiten
Dr. Goedewagen over
doel en taak van
den Raad
Geen Amerikaansche gezanten
in bezette gebieden
ENGELSCHE BOMMEN
OP ROTTERDAM
Stuur ons vliegtuigen!
Italiaansch legerbericht
Het gerucht rond Knox
Ontevredenheid in Engeland
Chineesche divisies
teruggeworpen
IN ENKELE WEKEN TIJDS
REEDS ZEER BELANGRIJKE
RESULTATEN BEREIKT.
Te 's-Gravenhage heeft op uitnoodiging
van den raad van voorlichting: der Neder-
landsche pers een koffietafel plaats gevon
den in de oude doelen. Aanwezig waren de
leden van den raad van voorlichting;: Dr.
T. Goedewaagen, A. Meijer Schwencke, drs.
W. Goedhuys, P. J. van Megchelen, Dr. Alb.
van de Poel en Mr. M. Rost van Tonningen,
en een 50-tal belangrijke figuren uit de lan
delijke en provinciale pers. Van Duitsche
zijde gaven van hun belangstelling blijk de
heeren Oberregierungsrat Hushahn, presse-
dezernent W. Janke en H. J. Sperling.
len. Het verleden heeft afgedaan, wij moe-
ten vooruit zien. Uit liefde voor ons volk
moeten wij daarom den eerlijken tegenstan
der van vroeger eerlijk tegemoet treden. W ij
die zoo verdeeld waren in de Nederlandsche
pers, aldus spr., zitten thans aan één tafel.
Er zijn vele tintelingen en botsing van mee
ningen in het volksleven. Zij moeten er zijn,
zij vormen wat wij beweging noemen. In
eerlijkheid moet de geheele Nederlandsche
pers eendrachtig samenwerken aan de toe
komst van ons volk.
Na de toespraak van Mr. Rost van Ton
ningen. nam als laatste Presse-Dezernent V
Janke het woord. De heer Janke dankte al
lereerst, mede uit naam van Oberregierings-
rat Hushan, voor de uitnoodiging tot deel
name aan dezen maaltijd.
In het Nederlandsch voortgaande, zei de
heer Janke dat hij reeds vele jaren het ge
luk had gehad in dit land te mogen wonen
en met vele journalisten goede relaties heeft
mogen onderhouden. Spr. zeide volledig be
grip te hebben voor de moeilijkheden en zor
gen, waarmede de Nederlandsche pers thans
te kampen heeft, maar verklaarde ook van
zijn kant met de meeste intensiteit te zullen
medewerken aan de oplossing dezer proble
men, waarbij hij zich echter niet wilde men
gen in zaken welke uitsluitend behooren tot
het gebied der Nederlandsche pers zelf.
Nieuwe organisatie-vormen moeten niet
onder dwang of pressie maar uit innerlijke
overtuiging geboren worden, die strookt met
den nieuwen koers en den nieuwen tijd. Het
doet spr. veel genoegen te kunnen constatee-
ren, dat de Raad van Voorlichting reeds zoo
veel tegemoetkoming en medewerking heeft
ondervonden en hij vertrouwt dat de raad
een volledig succes zal kunnen bereiken.
De heer Janke besloot met de hoop uit te
spreken, dat de taak die de Raad op zich
genomen heeft vervuld moge wórden in een
gezonde en harmonisch moeilijke organisa
tie der Nederlandsche pers, waarin alle on-
derdeelen deel zullen hebben ook de uit
gevers daarin begrepen en tevens dat de
Raad moge bijdragen tot de goede verstand
houding tusschen het Duitsche en het stam
verwante Nederlandsche volk.
Na afloop van den maaltijd volgde nog
een uur van samenzijn, waarbij vragen wer
den gesteld en van gedachten werd gewis
seld.
Gisternacht hebben Engelsche vlieg
tuigen weer bommen laten vallen
op het reeds zoo zwaar geteisterde
Rotterdam. Gelukkig werd geen ern
stige schade aagericht. Een particu
liere autogarage werd beschadigd
en van een in de nabijheid gelegen
fabriek werden vele ruiten vernield.
In een nabij gelegen weide ontplof
ten eveneens enkele bommen, waar
door verscheidene koeien werden ge
dood. Men is in Rotterdam zeer bit
ter gestemd over deze nachtelijke
aanvallen der Engelschen.
Het tiende document van het Duitsche
witboek, waarin documenten worden gepu
bliceerd, welke door een Duitsche propagan-
da-kolonne in een half verbrande trein in
Frankrijk werd gevonden, is een telegram
van Gamelin aan den Engelschen luchtmaar-
schalk NewaH, gedateerd 15 Mei 1940. Ga
melin constateert daarin, dat het aantal
jachteskaders die zonder verwijl moeten ge
zonden worden naar de vliegvelden van het
Britsche luchtwapen in Champagna tien is.
Daarbij moet er op gelet worden, dat in ger
val Italië gaat deelnemen aan den oorlog,
Frankrijk gedwongen zou zijn een deel van
zijn jachteskaders te verplaatsen naar het
zuidoosten van Frankrijk en naar Tunis,
Frankrijk zal het noodige grondpersoneel ter
beschikking stellen.
Document nummer elf.
Tijdens den maaltijd, die een zeer eenvou
dig karakter droeg, werd een inleiding ge
houden door den voorzitter van den raad van
voorlichting, dr. T. Goedewaagen (hoofdre
dacteur van „De Waag"), uit Haarlem, waar
in hij doel en werkwijze van den raad uit
eenzette.
In de zaal, die met groen was versierd,
waren Dietsche vlaggen aangebracht.
Spreker begon met eraan te herinneren,
dat in de eerste weken na de capitulatie,
de situatie der pers vrij moeilijk was, zoo
wel uiterlijk als innerlijk. Men zocht naar
een houding, een perspectief.
Jarenlang had men zich in Nederland met
miskenning der werkelijkheid eenzijdig inge
steld. Men leefde in een schijnwereld van
Britsche makelij. Men wist niet wat er in
Europa geschiedde, welke wereldhistorische
gebeurtenissen aanstaande waren. Men be
keek alles door den bril der Westersche
machten en was, toen de werkelijke situa
tie zich manifesteerde, zijn houvast, zijn hou
ding kwijt. Juist in die dagen vond het ini
tiatief plaats, waarvan de raad van voor
lichting het gevolg was. Op den voorgrond
van het streven van den raad stond van be
gin af aan het Nederlandsche belang, maar
daarom tevens de juiste en met de werkelijk
heid overeenkomende verhouding van ons
land t.a.v. de Duitsche volksgemeenschap en
haar cultuur.
Tweede kernpunt was daarbij het herstel
der Nederlandsche pers, haar hervorming en
opbouw.
Spr. sprak er zijn vreugde over uit, dat dit
initiatief door de Duitsche autoriteiten met
zooveel begrip en waardeering is ontvangen
en dat de raad haar moeilijken arbeid in het
bezit dier volle sympathie kon aanvangen.
Als taak van den Raad noemde Dr. Goe
dewaagen drieërlei: voorlichting onzer pers,
bemiddeling tusschen haar en de overheid,
mobiliseering van de werkers der pers.
Hoewel wij aldus spr. van meening
zijn, dat de oude organisaties zooals zij ge
worden zijn, in den smeltkroes moeten, roe
pen wij de werkers der pers tot medewerking
en samenwerking op. En ziet: sneller en in
tensiever, dan wij verwachten konden, is
ons die medewerking en samenwerking ge
worden. Ik kan u meedeelen, dat in de lut
tele weken, dat wij aan den arbeid zijn en
onze raar bestaat, reeds zeer veel werk kon
worden verzet. Belangstelling en medewer
king van de zijde van de journalisten, zoowel
als van die der uitgevers waren van dien
aard, dat veel eerder dan aanvankelijk ver
wacht, reeds tot uitbreiding van de werk
zaamheden kon worden overgegaan. Het ver
heugde spieker zeer, dat hij de aanwezigen
mededeeling kon doen van het feit, dat twee
leidende vereenigingen van uitgevers van
nieuwsbladen en periodieken, nl. de Neder
landsche periodieke pers en de vereeniging
„de Provinciale Pers", over opheffing dier
beide vereenigingen tot volledige overeen
stemming zijn gekomen. Daarvoor in de
plaats komt de „vakgroep de Provinciale en
Periodieke Pers" (P.P.P.), welke, als later
de Nederlandsche perskamer tot stand is ge
komen, de belangen van alle niet dagelijks
verschijnende kranten en alle voktijdschrif-
ten en overige periodieken zal behartigen.
Deze vakgroep is corporatief gedacht. Als
leider zal optreden de heer H. J. Kerkmees
ter, als plaatsvervangend leider de heer B.
Th. Roosenboom uit Cuyk, terwijl algemeen
secretaris wordt Mr. M. J. C. Vrij uit Am-
steruam. De vakgroep provinciale en perio
dieke pers wordt onderverdeeld in drie on
dergroepen, nl. die der nieuwsbladen, die
der vaktijdschriften en die der overige pe
riodieken.
Spreker meende een woord van lof te moe
ten uiten jegens de besturen van beide ver
eenigingen, die door dezen daad blijk hebben
gegeven de geest des tijds te hebben verstaan.
Dr. Goedewaagen voegde hier nog aan toe,
dat ook van de zijde van uitgevers van dag
bladen reeds plannen bestaan om tot stich
ting van de vakgroep „dagbladen" te gera
ken. Deze plannen hadden den bijval van
den raad van voorlichting, doch waar de
reeds bestaande organisatie „de Nederland
sche Dagbladpers" tal van jaren nuttig werk
heeft verricht, meende spreker, dat men de
ze vereeniging eerst in de gelegenheid dien
de te stellen zich zelf om te vormen en als
vakgroep „dagbladen" bij den Raad aan te
sluiten. Dit moet dan echter spoedig geschie
den, daar wij nu eenmaal in een tijd leven,
waarin het dynamische overheerseht.
Als derde verrassing deelde de voorzitter
mede, dat het initiatief was genomen voor
de oprichting van een „verbond van Neder
landsche journalisten". De belangstelling
voor dit nieuwe instituut, dat alle Neder
landsche journalisten van goeden naam als
„vakgroep journalisten" zal vereenigen, is
—»r groot.
Binnen zeer korten tijd zullen nadere me-
dedeelingen hierover worden gedaan en o.m.
worden vermeld, uit welke personen de lei
ding van deze zoo uiterst belangrijke groep
bestaat
Het verbond heeft o.m. de taak een rege
ling te treffen tot verbetering van de sociale
jiositie van den journalist, zoo zette in zijn
boeiend betoog dr. Goedewaagen uiteen. Het
is gebleken, dat de bemiddelende taak van
den Raad door de bladen ten zeerste ge
waardeerd wordt.
Het uitvoerigst stond dr. Goedewaagen
stil bij wat hij het einddoel van de voorbe
reidende werkzaamheden van den Raad van
voorlichting noemde: „Den opbouw eener
Nederlandsche perskamer.
Werkelijke ordening der pers is alleen
mogelijk als boven alle particuliere belangen
het welzijn van het geheele volk overweegt,
wanneer een lichaam met publiekrechtelijke
bevoegdheid op den duur werkelijk de ge
heele pers omvat Zulk een lichaam zal met
het Volksche beginsel als uitgangspunt, de
pers kunnen ordenen op een wijze, die tot
nu toe als onmogelijk werd beschouwd.
Deze ordening der pers zoo merkte
spr. op is reeds van zelf aan den
gang. Tenslotte kan niets worden op
gelegd, maar moet alles uit ons zelf
komen. De perskamer zal streng in
haar oordeel omtrent bevoegdheid
en betrouwbaarheid zijn een
strengheid, die zij ontleent aan haar
volksche instelling.
Maar in die gebondenheid zal de man
van de pers zich juist in zijn ware vrijheid
Beroepsvertegenwoordiging in het
Parlement,
Het agentschap Havas meldt uit Vichy,
dat de Fransche regeering het voornomen
heeft het parlement voor een nationale ver
gadering bijeen te roepen. De regeering wil
het parlement de noodige volmachten vra
gen om Frankrijk een nieuwe constitutie te
geven onder het hoogste gezag van maar
schalk Pétain. De grondwetsherziening zou
geschieden binnen het kader van de be
staande republikeinsehe beginselen en van
de staatswetten. De nieuwe constitutie zal,
naar verklaard wordt, door de nationale
vergadering worden geratificeerd of door de
vertegenwoordigers van de nationale verga
dering. Men voegt hieraan toe, dat voor
beroepsorganisaties een groote vertegen
woordiging wordt gereserveerd.
De Italiaansche ochtendbladen schenken
veel aandacht aan de constitutioneele her
vorming welke in Frankrijk is aangekon
digd en welke ten doel zou hebben den fou
ten weg te nemen van het parlementaire
stelsel en van de parasitaire plutocratie.
De „Popoio di Roma" wijst er op, dat deze
staatsrechtelijke hervorming zou moeten
worden goedgekeurd door een nationale ver
gadering, die tot dit doel bijeen^ geroepen
zou dienen te worden en die op doortasten
de wijze het wetgevende lichaam moet ver
anderen door in het toekomstige parlement
beroepsvertegenwoordiging in te voeren Het
zelfde blad merkt op. dat volgens een arti
kel in de „Times" men ook in Engeland
„doortastende sociale hervormingen" onder
het oog zou zien, in totalitaire» en antiphi-
tocratischen zin. De „Popoio di Roma" be
sluit, dat zich hierin de eerste gevolgen van
den oorlog doen voelen.
Fransche pers over de hervor
mingen.
Naar uit Clermont-Ferrand wordt gemeld,
wordt de aangekondigde hervorming van
de staatkundige organisatie die den snellen
hei-opbouw van Frankrijk mogelijk moet
maken, door de bladen toegejuicht. Het
„Journal" schrijft dat werkelijk niemand
ernstig zal willen beweren, dat de instel
lingen en het regiem in Frankrijk onveran
derd kunnen blijven. De „Petit Parisien"
schrijft dat de openbare meening in
FYankrijk met vertrouwen en vastbesloten
wacht op elk besluit, dat maarschalk Pé
tain te Vichy zal nemen. De '„Figaro" wijst
op de noodzakelijkheid de staatkundige in
stellingen te reorganiseeren, door ze te ver
eenvoudigen en aan te passen aan de nieu
we eischeri des lands. Een verslagen land
heeft voor zijn hei-stel geen ponv-e-^ re.
geeringsvertoon noodig.
Welk nut hebben de gouden beloften der
Vereenigde Staten, wanneer Duitscliland de
wereldmarkten verovert door het ruilsysteem,
zoo vraagt 't prominente Uruguaysche blad
„El Debate", dat in nauw contact staat met
de Zuid-Amerikaansche economische krin
gen. Men mag niet vergeten, zoo merkt het
blad op, dat Duitschland zich ontwikkeld
heeft tot het eerste industrieland der wereld
en waarschijnlijk de eerste plaats inneemt
voor alle aankoopen van grondstoffen.
Het blad spreekt vervolgens de hoop uit,
dat de Uruguaysche minister van Financiën
reeds van deze feiten kennis heeft geno
men en dat de Uruguaysche delegatie ter
conferentie van Havanna zich niet de han
den zal laten binden door verdragen, die
reeds morgen de economische mogelijkheden
van Uruguay zouden kunnen vernielen.
voelen: zijn verantwoordelijkheidsgevoel zal
hem sterker en vrijer maken, juist in de bin
ding aan het geheel.
Spr. eindigde met een beroep te doen op de
werkkracht van ieder, die van goeden en va-
derlandschen wille is.
„Wat wij in deze dagen doen is een zaak
van onze vrijheid. Maar het is mede een
zaak, waarin een hooger macht, ons als zijn.
hopen wij' edele instrumenten bestiert."
(Toejuichingen.)
Na de rede van den voorzitter, sprak Dr.
Alb. van de Poel nog enkele woorden over
het Volksche beginsel. .Dit beginsel betee-
kent een teruggrijpen naar de natuur en
haar schepper, welke beide hooge waarden
door de Fransche revolutie en de hierna ko
mende tijden in discrediet zijn gebracht.
Wij zijn kinderen van ons volk. Wat wij
aan cultureele waarden bezitten hebben wij
te danken aan ons volk. De taal die wij
spreken is de taal onzer moeders uit dui
zenden vorige geslachten. Naast die taal heb
ben wij onze gedachtenwereld en ons volks
karakter, welke ons van onze geboorte zijn
ingeprent. Wij zijn krachtens dit alles en
daardoor krachtens het volksche beginsel
kinderen van één volk, kinderen van de
Dietsche gemeenschap.
Dit Dietsche volk heeft in de middeleeuwen
een leidende rol gespeeld. Door ons gebrek
aan staatsvormende kracht echter zijn wij
niet geworden wat wij naar ons wezen
moesten zijn.
De heer M. M. Rost van Tonningen, lid
van den Raad van voorlichting, hierna spre
kende, constateerde, dat de basis der samen
werking tusschen de Nederlandsche persor
ganen bestaat in de volksche verbondenheid,
w-elke tenslotte het begrip der vrijheid is,
Wij zijn in den bloede aan elkander verbon
den, wij moeten ons één groote familie
voelen. De volksche verbondenheid bcteekent
daarom, dat wij allen eerlijk streven naar
de eenwording van een gelukkig volk. Alles
hangt daarbij af van de eerlijkheeid onzer
dienstvaardigheid. Alleen met volstrekte
eerlijkheid van overtruiging kan men een
volk veroveren. „Ik heb zooveel vertrou
wen in ons volk, dat ik zeker ben dat deze
roep weerklank vindt".
De besten van ons volk moeten aan de
spits der natie marcheeren. Ik heb thans
vele vroegere tegenstanders ontmoet, maar
wij moeten over het verleden een spons ha-
Pantseraanval afaeslaqen.
Het Italiaansche Iegerbericht nummer 2*4
meldt: aan de grens van Cvrenaica heeft
een onzer kolonnes Masaid bereikt. In het
gebied van Sollum werd een afdeeling pant
serauto,s teruggeworpen, terwijl onze lucht
macht een gemechaniseerde kolonne van den
vijand aangevallen en verspreid heeft.
Verder in het zuiden is een hernieuwde
Engelsche aanval tegen de vesting Capuzzo
met succes afgeslagen. Een van onze dui-k-
booten is niet op haar basis teruggekeerd.
In Oost Afrika hebben onze Dubats- te
Moiale een Engelsche versterking ingeno
men, ondanks een aanval van het vijande
lijk luchtwapen, welke zonder resultaat bleef
Aan de grens van den Soedan hebben on
ze escadrilles bij Acabo en Galiabat vijande
lijke strijdkrachten gebombardeerd. Een vij
andelijke luchtaanval op Assab veroorzaakte
slechts onbeteekenende schade.
Hartelijke samenwerking tus
schen Franschen en Japanners.
De Japansche inspecteurs, die naar
Fransch Indo-China zijn gezonden, hebben
een aanvang gemaakt met hun werkzaam
heden. Zij zullen er op toezien, dat het ver
voer van ooriogsvoorraden naar Tsjoenking
door Indo-China wordt stopgezet. Het be
richt uit Hanoi, dat hiervan melding maakt,
zegt dat de Fransche autoriteiten op harte
lijke wijze met de Japansche inspecteurs sa
menwerken. De eerste Japansche inspecteurs
zijn te Haiphong aangekomen met een Ja-
pansch oorlogsschip, als gevolg van het aan
nemen door Frankrijk van de Japansche
voorstellen, die het instellen eener controle
beoogden. Het tweede gezelschap inspecteurs,
waaronder zich marinecominaudant Motoki
bevond is Dinsdag te Haiphong aangekomen,
terwijl het derde gezelschap op Woensdag
wordt verwacht. De eerste en tweede groep
Japansche inspecteurs hebben Hanoi Dins
dag weer verlaten om met hun werkzaamhe
den op 5 verschillende controleposten een
aanvang te maken. De marine-inspecteurs
gaat) naar Haiphong en Chengyeii en de
militaire inspecteurs naar Laokai, Ransou
en Kaobang, waar zij hun kantoren zullen
openen. Generaal-tnaioor Issakoe Nisjihara,
voorzitter van de Japansche controle, zal te
Hanoi blijven, waar hij zijn hoofdkwartier
heeft gevestigd. Hij heeft bezoeken uitge
wisseld met de Fransche autoriteiten, waar
onder de aftredende gouverneur-generaal
Catroux.
De marinecommissie in het Huis van Af
gevaardigden heeft een formeele mededee
ling laten verschijnen, waarin wordt ge
zegd, dat Knox niet als minister van marine
zou zijn bevestigd indien men had vastge
steld, dat hij interventionist is. Hoewel Knox
zeer vergaande opvattingen heeft verkondigd
met betrekking tot het verleenen van hulp
aan de geallieerden, heeft hij zich toch te
gelijkertijd nadrukkelijk uitgesproken tegen
het deelnemen van Amerika aan den oor
log. Hij heeft slechts gepleit voor een mo-
reele en economische hulp aan de geallieer
den van de zijde der Amerikaansche bur
gers, wel te onderscheiden van een econo
mische hulp van de zijde der Amerikaansche
regeering. Hij heeft verklaard te zijn tegen
elke hulp der regeering, die Amerika in den
oorlog zou verwikkelen en de Amerikaan
sche landsverdediging zou schaden.
De Amerikaansche minister van buiten-
landsche zaken, Huil, heeft op een perscon
ferentie meegedeeld, dat aan den Duitschen
eisch tot terugroeping van de diplomatieke
vertegenwoordigingen in Noorwegen, Neder
land, België en Luxemburg gevolg zal wor
den gegeven. Huil heeft hier aan toegevoegd,
dat men een procedure heeft gevonden voor
dergelijke gevallen. Daarom zal deze kwes
tie in orde komen.
De ontevredenheid over de slechte organi
satie van de landsverdediging en het wan
trouwen dat in Engeland toeneemt jegens
hen, die voor het lot des lands verantwoorde
lijk zijn, breidt zich steeds meer uit. Zelfs
leden der regeering, die tot dusverre hoog
in de gunst hebben gestaan, worden nu
openlijk becritiseerd. Onder de laatste offers
van deze golf van kritiek bevindt zich de
minister van oorlog, Eden. Aan zijn ministe
rie wordt verweten, dat het niet genoeg ac
tiviteit ontplooit. „White Hall ontwaak",
luidt de titel van een hoofdartikel in de
„Daily Mail", dat hierover handelt.
Drie divisies Chineesche troepen hebben
een poging gedaan Lungchow.de belangrijk
ste grensstad in Zuid-west Kwangsi te her
overen, maar zij werden door het Japansche
garnizoen met zware verliezen teruggesla
gen.
Woensdagmorgen hebben de Japansche
troepen de omgeving van Lungchow gezui
verd.
Een telegram van Gamelin aan Chur-
chill van van 16 Mei 1940 vormt document
nummer elf. In het telegram wordt ge
zegd:
Ik veroorloof mij, mij, opnieuw tot U te
wenden om het onmiddellijk zenden van de
tien vastgestelde jachteskaders te verzoeken
Toestand zeer ernstig. Natuurlijk zouden
deze tien eskaders gestationneerd worden
aan de Beneden-Seine, waar zij dekking heb
ben en vanwaar zij gemakkeiijk weer kun
nen worden teruggehaald.
w.g. Generaal Gamelin.
Document nummer 12.
Het twaalfde document is een aan gene- 1
raai Lelong voor Winston Churchil gezonden
telegram van Gamelin van 16 Mei 1940, waar
in hij „opnieuw wijst op het feit, dat op het
oogenblik de belangrijkste taak van de Brit
sche, evenals de Fransche luchtstrijdkrach
ten erin gelegen is, haar invloed te doen gel
den op de vijandelijke troepen, waarbij in het
bijzonder gelet moet worden op de punten
die zij noodzakelijk moeten passeeren."
Document nummer 13.
Het dertiende document, een telegram van
Gamelin aan Churchill van 17 Mei 1940,
eveneens via Generaal Lelong verzonden,
luidt:
„Ons legercorps Giraud wordt sedert
hedenmorgen in den strijd gebracht ten zui
den van Maubeuge. De gevechten zijn zeer
zwaar. De gevolgen kunnen ernstig zijn en
weliswaar niet alleen voor Frankrijk, maar
ook voor Engeland. De richting bedreigt na*
melük de verbindingswegen van het Brit
sche leger. Ik eisch opnieuw het in den
strijd werpen van het Britsche luchtwapen s
op iedere wijze als bijdrage tot den slag. In
het bijzonder zou het leggen van magnetische
mijnen in de Maas zeer doeltreffend zijn
om versterkingen en nazending van mate
riaal voor den vijand te storen.
w.g. Generaal Gamelin.
Tokio wacht met „ernstige be
zorgdheid" Engelands antwoord.
Japan verwacht met ernstige be
zorgdheid en vastberadenheid het
Britsche antwoord op zijn stappen
betreffende staking van de verzen
ding van ooriogsvoorraden naar
Tsjoengking langs de Burmaroute,
zoo heeft de woordvoerder van het
Japansche departement van marine
gisteren in de gewone dagelijksche
persconferentie verklaard. Er is nog
geen antwoord van Groot Bjrittanje
ontvangen. Het verbieden van het
vervoer van ooriogsvoorraden naar
Tsjoengking heeft echter een belang
rijken invloed op de afhandeling
van de Chineesche zaak.
Op de vraag, wat precies verstaan werd
onder de Burmaroute, antwoordde de woord
voerder: deze weg omvat zoowel de verbin
dingen over land als die overzee, die Hong
kong en Yoennan verbinden. Op een vraag
over de grootschee psche evacuatie van vrou
wen en kinderen uit Hongkong, antwoordde
de woordvoerder dat een groot deel der Ja
pansche openbare meening gelooft dat deze
actie de gebruikelijke truc vormt van Groot
Brittanje, om de aandacht te trekken van de
ereenigde Staten, teneinde zijn eigen doel
te dienem
Een Amerikaansche journalist wees op de
verklaring van den Amerikaanschen sena
tor Walsh, voorzitter van de commissie voor
vlootzaken, die Dinsdag in een commissie
vergadering heeft gezegd, dat volgens de
meening van Amerikaansche marine-autori
teiten de Vereenigde Staten niet met succes
oorlog zouden kunnen voeren tegen Japan
zonder de hulp van Engeland en Frankrijk.
Ue correspondent vroeg, of deze verklaring
Japans „ernstige bezorgdheid" over het ou-
treden en het program van de Amerikaan
sche vloot verlichtte. De woordvoerder ant-,
vvoordde hierop, dat een verklaring van een
enkelen senator geen invloed zou uitoefenen
op de Japansche bezorgdheid. Japan hecht
meer belang aan concrete feiten en daden
dan aan woorden.
'p de vraag, wat hij onder concrete feiten
en daden verstond, antwoordde de woord
voerder: bij voorbeeld het laten varen van
s eun aan Tsjang-Kai-Sjek van ongepast in
grijpen, of van obstructie van het Japansche
streven om de Chineesche zaak af te han
delen en van economischen druk op Japan
van den kant van de Vereenigde Staten.
e correspondent verwees vervolgens naar
de verklaring, die Knox, de nieuwe minister
van marine, zou hebben afgelegd en volgens
welke na den val van Frankrijk het onver
standig zou zijn voor de Ver. Staten ont
v te nemen aan moeilijkheden in het
V erre Oosten. De woordvoerder verklaarde
in dit verband, dat het niet raadzaam zou
zijn voor de Ver. Staten te trachten een on
gepaste interventie uit te voeren in de zaken
»onin£'3t„Xerre Oosten. De vloot der Ver-
eenigde Staten moge niet in een positie zijn
y°?; ®e" b.°tS!nfr met de Japansche vloot,
,1p„ .alsh- maar aldus de woordvoer-
i. ok JaPan is niet in een positie, noch
"l ®en|K voornemen om de Amerikaan
sche v U,V? da«(m. omdat .le Japan-
mieP 0,,)0ll,lek geleid wordt door de po
litiek van nonagressie",