en de Belangrijke nieuwe bepalingen over de verduistering vuren van Tohr Dief en oplichter gearresteerd Groote Clown? Radioprogramma door Edgar Rice Burrougfis FEUILLETON WAAROM TREUR JE, Dc verdwenen persfotograaf DE NATUUR ZORGT VOOR ZICHZELF Was tijdens de oorlogsdagen tijdelijk uit opvoedingsgesticht ontslagen. Toen de oorlog uitbrak, op 10 Mei, werd een gedeelte van Amersfoort geëvacueerd en de jongens van het rijksopvoedingsgesticht daar ter plaatse, werden voorloopig naar hun woonplaats teruggezonden. Zij genoten, behoudens nu en dan melden, hun volle be wegingsvrijheid. Een van deze gestichtsjongens, de 20-jarige banketibakker M. M. Z., die in deze inrich ting was terecht gekomen door het plegen van een diefstal, door middel van openslui ting in 1937, zou hier tot zijn meerderja righeid moeten verblijven. Ook hij ging naar zijn huis in Amsterdam, waar hij de oorlogs dagen doorbracht. Hierna gaf hij echter geen gevolg aan den oproep om naar Amersfoort terug te keeren, doch hij begaf zich naar Rotterdam om hier opruimingswerkzaamhe den te verrichten en behulpzaam te zijn bij het vervoeren van gewonden. Hiervoor ont ving hij evenwel geen vergoeding in geld, doch wel vrije kost en inwoning. Tot nu toe was alles nog normaal verloopen. De jongen was zelfs nog in gestichtskleeding, maar dit werd waarschijnlijk door de groote verwar ring, welke toen in Rotterdam heerschte, door niemand opgemerkt. Hij nam hier alleen een speldje weg van het Roode Kruis en de E.H.B.O. Het liefdadige werk ging Z. echter al spoe dig vervelen en hij besloot naar Utrecht te gaan, waar zijn misdadige aanleg weer voor den dag kwam. Daar hij wel begreep, dat zijn niet-alledaagsche kleeding vroeg of laat de opmerkzaamheid moest trekken, probeer de hij op geraffineerde wijze aan andere kleeding te komen. Hij gaf zich uit als con troleur van de distributie en vroeg op ver schillende plaatsen inzage van de distributie kaarten. Hij bekeek ze dan en gaf ze terug met de opmerking, dat het in orde was, maar niet nadat hij de stamkaart in zijn zak had laten glijden.. Hierna trok hij naar Amsterdam, waar hij contact zocht met families, waarvan hem ter oore was gekomen, dat zij zoons hadden, die den oorlog hadden meegemaakt. Hij hing hier het verhaal op dat hij roode kruis- verpleger was geweest en in aanra king was gekomen met hun zoon, die momenteel verpleegd werd er gens in een hospitaal. De zoon zou eerstdaags weer thuis komen en daarom kwam hij nu eenig zakgeld, een costuum en ondergoed halen, het geen hij hem dan ter hand zou stel len. De betrokken families, die zeer verheugd waren iets van hun jon gen te hooren, stelden het een en ander ter hand, waarna hij ver trok en op deze manier van kleeding kon verwisselen. Bovendien deed Z. zich zoo keurig beleefd voor, dat hij hier en daar te eten werd gevraagd en zoodoende in zijn kost voorzag. Toen de terugkomst van de resp. zoons echter uitbleef en men niets meer van Z. hoorde, kreeg men argwaan en waarschuw de de politie. Hierin verscheen het signale ment van den jongeman in de couranten. Het werd hem toen te warm in de hoofdstad en hij besloot zijn domicilie naar Den Haag te .verleggen. Hij veranderde hier van „werkkring" en stal links en rechts rijwielen. In verschillen de pensions hield hij hier verblijf, o.a. op het Oranjeplein, in de Wagenstraat en op het Spui, waar hij steeds valsche namen opgaf. Na eenige weken had hij tien rijwielen ver gaard de meeste waren gestolen in de DOOR A. H KOBER 28 Nauwelijks vier weken later kan Joe met zijn komiek rijnummer debuteeren. Op de breede plank, die 'n stevigen, kalm dra- venden schimmel bij wijze van zadel op den rug was gebonden, stond hij als vroolijke matroos, dronk uit zijn jeneverflesch en speelde met veel behendigheid den dronke man, die elk oogenblik struikelde, uitgleed en buitelde, maar niettemin op rijn paard bleef, tot hij eindelijk met een komische salto verdween. Bij het tweede nummer, „mijnheer Brown in de rijschool", reed Joe op een ongezadeld paard. Alf was de leeraar, die hem de toe ren voordeed, waarop Golden als mijnheer Brown met een valsche buik ze trachtte na te doen, doch hierbij natuurlijk voortdurend pech had, zoodat hij meer onder dan op het paard reed. In de namiddagvoorstelling hadden de kin deren veel pret bij dit nummer. Maar in de avondvoorstelling kwam het ofwel aan het begin, ofwel aan het eind van de voorstelling en werd dus niet voor vol genomen. Edith regeerde intusschen in de woon wagen, die zij hadden betrokken. Zij zei niet meer dan het allernoodigste tegen haar man; haar mooi gezicht kreeg vermoeide, soms harde trekken en haar blauwe oogen keken verdrietig. Joe bemerkte dat wel, doch schreef het aan haar toestand toe, en ver wachtte dat zij weer de oude zou worden wanneer hun kind eenmaal geboren was. Op een avond ging ze, op zijn verzoek, naar zijn nummer kijken. Hij zag haar op de eerste rij in het parket zitten en het stille lachje, dat op haar bleek gezicht kwam, deed hem goed. Maar eigerj| ardigerwgze bleef zij, heelemaal tegen haar gewoonte, in het circus zitten, ook ha Joe's nummerHij had zich alweer om gekleed en keek eens door het gordijn: daar Zat Edith nog steeds. In de manege was het laatste nummer voor binnenstad en nu besloot liij deze van de hand te doen, hetgeen vlot geschiedde. Nu gebeurde het. dat rechercheurs van den Haagschen centralen opsporingsdienst, bij het geregeld controleeren van registers van opkoopers, steeds denzelfdcn naam tegen kwamen. Hierdoor opmerkzaam geworden, besloten zij te trachten met dezen man eens nader kennis te maken. De opkooper kon een vaag signalement opgeven en nu werd eens gesnuffeld in het fotoarchief van de politie. Eenige portretten werden getoond aan ver schillende opkoopers en enkelen herkenden hierin Z. Hierna togen twee rechercheurs met dit portret in hun zak op pad en op den avond van den tweeden Juli hadden zij succes. Zij surveilleerden in de Wagenstraat en zagen toen op den hoek van de Amsterdamsche Veerkade een man loopen met een rijwiel aan de hand en een meisje naast zich. De politiemannen volgden het tweetal en op de Bierkade sprak een van de rechercheurs den man aan. Hij vroeg hem zijn naam en beleefd en prompt kwam het antwoord: .Aan Nieuwenhoven". Op de vraag of hij zich kon legimiteeren, haalde de man een visitekaartje voor den dag, waarop inder daad de naam: P. J. H. van Nieuwenhoven voorkwam. De andere rechercheur had on- dertussrhen de foto te voorschijn gehaald en de gelijkenis bleek zoo opvallend te zijn, dat hij onmiddellijk werd gearresteerd en over gebracht naar het politiebureau aan de Prin sestraat. Hier werd Z. een verhoor afgeno men en al spoedig viel hij door de mand. De jongeman zal zich nu eerst in Den Haag te verantwoorden hebben voor de rijwieldief stallen en dan wacht hem nog wat in Am sterdam en Utrecht. Pas daarna zal hij naar het rijksopvoedingsgesticht te Amersfoort kunnen terugkeeren, waar hij ook nog wel wat te hooren zal krijgen over het niet op tijd terugkeeren. Sedert 27 Juni 1910 wordt di heer H. M. E. Saeers, persfotograaf, verbonden aan de N.V. Fotopersbureau „Polygoon" vermist S. was des morgens uit Amsterdam naar Den Helder vertrokken, waar hij foto's zou maken. Nadien heeft men niets meer van hem vernomen. Namens de echtgenoote verzoekt de waarnemend commissaris van het bureau Leidscheplein te Amsterdam opsporing. Men vreest dat een ongeluk is gebeurd. TARZAN WIELRIJDERS OPGELETI Ter aanvulling van de nieuwe verduiste- rmgsverordbning van den rijkscommissaris, opgenomen in het verordeningenblad voor het bezette Nederlandsche gebied op 6 Juli 1910, maakt de bevelheber van dc „ord- nungspoüzei beim hoheren SS- und Poli zei führer" officieel het volgende bekend: De voornaamste nieuwe bepaling van de verduisteringsverordening is, dat fietsers terstond na het invallen der duisternis niet meer zonder licht mogen rijden. Para graaf 10 van de verordening bepaalt daar over, dat ook de fietsers met verduisterde lichten moeten rijden en dat de lantaarns van de fietsers zoo bedekt moeten zijn, dat een 3 tot 5 centimeter lange en 1 c.M. hoo- ge rechthoekige opening 't licht uit de be nedenhelft \an de lantaarn doorlaat. Door deze bepaling is een zoodanige ver lichting van den rijweg beoogd, dat den wielrijder veilig rijden mogelijk is en te genliggers het rijwiel als zoodanig kunnen herkennen. De afmetingen van de toegela ten lichtspleet komt overeen met de in Duitschland geldende bepalingen. Daar hier in Nederland veel meer van fietsen gebruik wordt gemaakt, wordt verwacht, dat in ieder geval slechts de kleinste spleet lengte, namelijk die van drie centimeter, zal worden toegepast. Over de handhaving van de verduiste ring zullen binnenkort verdere bekendma kingen volgen. Er wordt verwacht, dat de bepalingen van dc nieuwe verduisterings verordening door de bevolking zeer nauw gezet zullen worden nagekomen, want ten slotte dient de verduistering slechts de be scherming van de bevolking en van haar eigendom. Geleerden hebben vastgesteld, dat onder de aarde meer levende wezens moeten voor komen dan er boven. Het aantal is overigens afhankelijk van de bodemgesteldheid. Op een acre goed bouwland heeft men de volgende organismen geteld: 3.609.000 regenwormen, 1.781.000 duizendpooten, 7.727.000 insecten, 1.017.000 insectenleven. Dat zijn de groote dieren. De kleintjes (protzozoa) worden niet per acre, maar per gram geteld: 477.000. Ten slotte vindt men in diezelfde gram 27.700.000 bacteriën. Men kan vragen, welk nut deze berekening heeft. Het antwoord moet luiden, dat voor de bewerking van de bodem met nieuwe midde len een dergelijk onderzoek zeer belangrijk is. De mensch kan namellijk door vermeer dering of vermindering van het aantal orga nismen een bodem bruikbaarder maken. Hoe moet hij dat aanleggen? Als voorbeeld diene het (ongewilde) expe riment op het eiland Hawaï. Daar voerde een tuinier een fraaie plant de iantana camara ih. Een andere inwoner, die even eens tot de schoonheid van het eiland wilde bydragen, importeerde de Chineesche tor telduiven. Het bleek, dat deze de bes van de iantana graag eten, maar tevens droegen ze daardoor bij tot de snelle verbreiding van het zaad. Weldra werd de mooie plant een plaag. Nog erger werd de toestand, toen iemand de Indische Mvnah-vogel n. Hawaï bracht, want ook deze voedt zich alleen met de bes. Toch bleek de verschijning van de Mynah een meevallertje te zijn. Voordien werden de suikerplantages namelijk vernield door een rupsensoort, en deze soort nu, viel bijzonder in de smaak van de Mynah. Men bracht nu zekere insecten op het ei land om de voortwoekering van de iantana het hoofd te bieden en dit lukte niet onaardig, maar daardoor ver minderde het aantal Mynah-vogels weer zoo danig, dat de rupsen weer de overhand be gonnen te nemen. Uit dit relaas valt de les te trekken, dat men wel zeer goed op de hoogte moet zijn, wanneer men Moeder Natuur een handje wil helpen. „Als één ding anders wordt, wordt alles anders", is een spreuk waarvan de be- teekenis nog vaag onderschat wordt. Deskundigen, die op dit gebied proeven nemen, geven dan ook vaak toe, dat dergelij ke pogingen probeersels zijn, waarbij men op een goede uitslag kan hopen, maar waarbij men niets vooruit kan zeggen en dikwijls gaat het verkeerd. Soms komt een evenwicht tot stand, maar dat is dan meestal een van geheel andere aard dan men vermoedde, zoo dat men in dergelijke gevallen van meer ge luk dan wijsheid moet spreken. Moderne vorscliers willen het ingrijpen ter verstoring van een evenwicht, dat de mensch niet gelegen komt. dan ook beschouwd zien als een proef „omdat men nu eenmaal moet trachten iets te doen." Zoover liet de levende wezens onder de grond betreft, is het van belang na te gaan, welke daarvan de vruchtbaarheid van de bodem bevorderen en welke niet. Het is ge bleken, dat vele bodembacteriën de mensch van groot nut zijn, daar zij het kringproces der zuurstof bevorderen. Openhartigheid is een der eerste voor waarden voor oprechte liefde. De kunst, zichzelf te vormen, is nog moei lijker dan het opvoeden van kinderen. De herinnering aan iets schoons kan In schoonheid liet onderwerp van die herinne ring overtreffen. Een opgewonden mensch is als een schip zonder roer. WOENSDAG 10 JULI. Jaarsveld 414.4 m. VAR A-Uitzending. 8.00 Berichten A.N.P. 8.10 Orgelspel. 8.45 Gramofoonmuziek. 10.00 VPRO: Morgenwijding. 10.15 Declamatie. 10.30 Gramofoonmuziek. 11.30 Declamatie. 11.47 Hobo en piano (opn.). 12.00 Berichten. 12.05 VARA-orkest. 12.45 Berichten A.N.P. 1.00 Gramofoonmuziek. 1.15 VARA-orkest. 145. Als Tarzan een gewoon mensch was ge weest. zou hij de zaak hebben opgegeven. Het hele Tohriaanse leger, vele malen ster ker dan zijn eigen haveloze bende, was voor het paleis opgesteld. Er was slechts één kans op de vijftig op de overwinning. Zonder aar zelen besloot Tarzan deze kans waar te ne men. „We zullen door de zijstraten lopen en hen plotseling aanvallen," zei Tarzan. Maar op datzelfde ogenblik zag hjj een beweging op de stadsmuren achter het paleis. Een afde ling gewapende Tohriaanse soldaten ging naar de muren toe. „Misschien is het een truc om ons tot den aanval te brengen en ons daarna te overrompelen," zei Tarzan langzaam. „Of het zou kunnen zijn Zon der zijn zin af te maken, keerde de aapman zich naar Kailuk. „Volg hen. Tracht uit te vinden, wat er gaat gebeuren." Kailuk ver dween, doch keerde binnen enkele seconden opgewonden terug. „De Rathorianen-aanval!" riep hjj. Perry lachte verheugd. „Die goeie ouwe d'Arnot en Ukah! Het is hun dus ge lukt! Ze hebben de Rathoriaanse soldaten hierheen gebracht! We zijn gered!" Tarzan schudde rustig het hoofd. „Ze zullen voor ons van geen nut z(jn als we de poorten niet voor hen kunnen openen!" 2.00 Esmeralda en soliste. 2.45 Orgelspel. 3.30 Zang en piano. 3.45 Voor de kinderen. 5.30 De Ramblers. 6.00 Rosian-orkest en solist (opn.). 6.40 Letterkundig overzicht. 7.00 Berichten. 7.05 Felicitaties. 7.10 Koorzang. 7.30 „S'ylvia"-Amusementsorkest (opn.). 8.00 Berichten A.N.P. 8.15 Puzzle-uitzending. 8.30 Esmeralda en solist. 9.00 Radiotooneel. 9.30 VARA-orkest en solist. 10.15—10.30 Berichten A.N.P. Kootwjjk 1875 m. AVRO-Uitzending. 7.00 Berichten (Duits). 7.15 Berichten (Engels). 7.30 Gramofoonmuziek. 8.00 Berichten A.N.P., gramofoonmuziek. 8.40 Orgelspel. 8.55 Gramofoonmuziek. 9.30 Berichten (Vlaams). 9.45 Gramofoonmuziek. 10.00 Morgenwijding. 10.15 Gramofoonmuziek. 10.30 Ensemble Jonny Kroon. 11.15 Berichten (Engels). 11.30 Ensemble Jonny Kroon. 12.30 Berichten (Duits). 12.45 Berichten A.N.P. 1.00 AVRO-Aeolian-orkest en solist. 1.45 Gramofoonmuziek. 2.00 Berichten (Duits), de pauze aan den gang, de drie Eeagles. De breedste van de beide mannen had een lange stang op zijn linkerschouder gezet en balan ceerde hierop zijn twee collega's, een dame en een heer. Een prachtige prestatie! Edith scheen zich voor deze equilibristen bijzonder te interesseeren, want zij wendde geen oog af van de artisten, die daar in den rooden ring hun gevaarlijk werk zoo sierlijk verrichttenNu was de toer afgeloopen, het drietal boog dankend voor het applaus en Joe zag, dat Edith geestdriftig in de handen klapteHij zag ook, dat de oudste der Eagles haar een paar maal lachend toeknikte. Hoe kwam hij daar nu bij Nu Edith de Eagle-troep blijkbaar zoozeer bewonderde, begon ook Joe zich voor hun num mer te interesseeren. Dat zij eersteklas even- wichtsartisten waren, had ieder, die maar iets van het vak verstond, reeds bij de eerste toer kunnen vaststellen. Nu liet de onderman, die ruggelings op een kussen ging liggen, een lange ladder op zijn voetzolen zetten. De dame klom op die lad der en hij strekte toen zij bijna boven was, zijn beenen omhoog. Daarna liet hij de ladder lang zaam naar rechts hellen terwijl de dame op een klein plankje aan de linkerzijde van de hoogste sport bevestigd op het hoofd ging staan. Dan trok de onderman voorzichtig zijn linkervoet terug zoodat de ladder slechts op zijn rechtervoetzooi balanceerde. Dadelijk daarna werd deze toer herhaald, slechts met dit verschil, dat de dame nu recht op het plankje stond en salueerde, wat veel gevaarlijker was dan de hoofdstand van zoo even, waarbij de artiste de beide handen aan de ladder kon vasthouden. Dat de Eagles met zulke toeren begonnen, toeren, die door andere equilibristen hoogstens op het eind van hun nummer werden uitgevoerd, bewees, dat zij inderdaad heel wat presteerden. Nog nooit had Joe zulke levensgevaarlijke voorhoofd- en schouderbalances gezien. Stangen van zes, van acht, ja van negen meter lengte hief Eagle, nadat zijn partner er boven op gesprongen was in zijn gordel, op zijn schouder, zijn kin, zijn voorhoofd; dan kruiste hjj de armen en wandelde met zijn last door de geheele manege terwijl de partner daarboven turnde, zwenkte, draaide en salueerde. De slottoer was zoo opwindend, dat de toe schouwers den adem inhielden alsof zij door een enkel onbeheerscht geluid een catastrofe konden veroorzaken. Eagle droeg op zijn lin kerschouder de langste van al zijn stangen, een wit beschilderde bamboestam van meer dan negen meter; aan het uiteinde daarvan hingen twee voetringen, waarin de dame en de heer gingen hangen om zich dan met hun voeten tegen de stang geheel horizontaal uit te strekken en met vrije handen elk op een trompet „Rule Britannia" te blazen. Op dit oogenblik begon de onderman te loopen en wipte zoodanig met de schouder, dat de enorme stang met de beide menschen in den top, langzaam begon te draaien. Henry Eagle, die dit meesterstuk uitvoerde, was een Australiër tusschen de veertig en vijfenveertig, zeer groot en breed, met een edel, typisch Engelsch gezicht, grijze oogen en blond haar. Van zijn geheele gestalte gin gen veiligheid rust en zekerheid uit. Men zag hem nooit trainen; pas kort voor zijn optreden kwam luj uit zijn hotel naar het circus toe en verdween weer dadelijk na zijn nummer. Hij groette iedereen belefd maar werd nooit vrien delijk, en wanneer hij iets te zeggen had, bleef hij steeds zakelijk en correct. Men had dezen ernstigen, zelfbewusten chef van de Eagle- troep voor een hoogeren beambte of een Engelsch officier kunnen houden. Zijn twee medewerkers, die kleiner en lich ter waren dan hij, hadden eenzelfde voorname houding. Het was de stijl van de troep. Ook bij hun werk vermeden zij elk luid woord, iedere heftige beweging en deelden elkaar het noodige mede door korte klopteekens tegen de ladder of de stang. Men wist niet, of de Eagles tot één familie behoorden; in het con tract stond: de gebroeders Eagle, en Henry de onderman teekende als Chef. Zij waren al jarenlang een groot nummer en Lord Craddock kon van geluk spreken, dat ze juist, door het uitstel van een Amerikaansche tournee, vrij waren geweest toen hij een nieuwe attractie noodig had. Joe Golden, die natuurlijk niet tevreden kon zijn met zijn werk als mr. Brown en dronken matroos kwam op de gedachte of hij niet ook een dergelijk nummer kon instudeeren. Hoe langer luj de Eagles gadesloeg, des te meer plezier kreeg hij in zulk werk. Als partners kon'hij evenals Henry Eagle een man en een vrouw nemen, Edith en Alf. Hij legde zijn plan aan den Zweed voor. Ook Alf zag er wel iets in al deed hij maar met moeite afstand van het kunstrijden. In stilte namen zij de maat van de ladders en stangen der Eagles en toen bestelde Joe in Londen de noodige toestellen. Met zijn vrouw sprak hij voorloopig nog maar niet over zijn plannen... In Peterhead aan de Oostkust van Schot land bracht Edith Golden op een avond, plotse ling en vlug haar kind ter wereld. Toen Joe zonder iets te vermoeden na zijn werk uit de manege kwam, lag de nieuwe wereldburger naast de moeder in bed. Het was een meisje. Joe was buiten zichzelf van vreugde. Hij nam het kleine wezen in zijn armen en danste ermee door den wagen, vergeleek het gezichtje met dat van de moeder en vond dat het sprekend op haar leek. Hij maakte zich blij over iedere beweging, over ieder geluidje en was trotsch wanneer zijn kameraden in den wagen kwamen en hij hen zijn dochtertje kon 2.15 Concert (opn.). 3.15 Berichten (Engels). 3.30 AVRO-Amusementsorkest. 4.40 Pianosoli. 5.00 Berichten (Duits). 5.15 Omroeporkest. 6.15 Berichten (Engels). 6.30 Onderw. Scheepv.Causerie „De vaar wegen in West-Europa" en taalles. 7.00 Gromofoonmuziek. 7.40 „Nederlands provincieschoon", causerie met reportage. 8.00 Berichten (Duits). 8.15 Berichten A.N.P., eventueel Gramofoon muziek. 8.30 Berichten (Engels). 8.45 Berichten (Vlaams). 9.00 Gramofoonmuziek met toelichting. 9.15 Berichten (Engels). 9.30 Vervolg van 9.00. 9.45 Berichten (Vlaams). 10.00 Berichten (Duits). 10.1510.25 Berichten A.N.P. 11.1511.30 Berichten (Engels). laten zien. Het werd Zephora gedoopt, naar Joe's moeder, de beroemde Amerikaansche luchtacrobate en Joe hield het natuurlijk voor iets wat vanzelf sprak, dat ook zijn Zephora eens een groote artiste zou worden. Edith herstelde spoedig. Maar toen Joe haar toevertrouwde, dat hij een evenwichtsnummer instudeerde en haar vroeg wanneer zij dacht, dat ze weer mee kon gaan werken, schudde zij het hoofd: „Ik voel me nog lang niet heelemaal in orde; bovendien heb ik vooreerst nog veel te veel werk met Zephora". Joe zag dat wel in en oefende dus voor loopig alleen met Alf. Hij was er eigenlijk bljj om, dat Edith in de laatste weken zoozeer veranderd was, niet meer prikkelbaar en slecht gehumeurd zooals voor haar bevalling, maar vriendelijk, mededeelzaam en vol belangstel ling in hetgeen er om haar heen gebeurde. Hoe voorzichtig Joe en Alf ook waren en hoe streng zij hun training ook geheim hiel den, er lekte toch iets van uit, want het had niet verborgen kunnen blijven, dat er requi- sieten, ladders en stangen voor hen waren aangekomen en spoedig deed het praatje, dat Joe Golden de Eagles wilde copieeren, de ronde in de tentenstad. De een of ander sprak hem er ook wel over aan op een toon van zacht verwijt, want het copieeren van een nummer gold natuurlijk als oneerlijk, maar Joe liet niets los en haalde hoogstens de schouders op. Een paar maal had hij ook den indruk, dat iemand aan zijn toestellen geweest moest zijn tenminste zij lagen in een andere volgorde dan hij ze had weggeborgen. Maar in ieder ge- v?', c'e eenige, die geen flauw vermoeden zijn plannen scheen te hebben was Henry Eagle. Joe en Alf oefenden nu reeds vier maanden lang. Joe had het in dien tijd zoo ver gebracht, dat hij zijn partner met een absolute zekerheid op alle stangen kon balanceeren, ook op de langste; en dat zoowel op zijn kin, op het voor hoofd, op de schouder of in den gordel. Hij had veel plezier in dit werk, omdat hij voelde dat het hem lukte. En wanneer hij Edith en het kind zag, wanneer hij aan zijn nieuwe geluk dacht, vermeerderden zijn kracht, zijn vreugde en zijn hoop. Want was het niet het mooiste wat er bestond om voor vrouw en kind te werken, steeds perfecter te worden, zich op te varken tot een groot en g jed nummer? Wordt vervolgd

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1940 | | pagina 7