en de
Belangrijke nieuwe
bepalingen over de
verduistering
vuren van Tohr
Dief en oplichter
gearresteerd
Groote Clown?
Radioprogramma
door Edgar Rice Burrougfis
FEUILLETON
WAAROM TREUR JE,
Dc verdwenen persfotograaf
DE NATUUR ZORGT
VOOR ZICHZELF
Was tijdens de oorlogsdagen tijdelijk
uit opvoedingsgesticht ontslagen.
Toen de oorlog uitbrak, op 10 Mei, werd
een gedeelte van Amersfoort geëvacueerd en
de jongens van het rijksopvoedingsgesticht
daar ter plaatse, werden voorloopig naar
hun woonplaats teruggezonden. Zij genoten,
behoudens nu en dan melden, hun volle be
wegingsvrijheid.
Een van deze gestichtsjongens, de 20-jarige
banketibakker M. M. Z., die in deze inrich
ting was terecht gekomen door het plegen
van een diefstal, door middel van openslui
ting in 1937, zou hier tot zijn meerderja
righeid moeten verblijven. Ook hij ging naar
zijn huis in Amsterdam, waar hij de oorlogs
dagen doorbracht. Hierna gaf hij echter geen
gevolg aan den oproep om naar Amersfoort
terug te keeren, doch hij begaf zich naar
Rotterdam om hier opruimingswerkzaamhe
den te verrichten en behulpzaam te zijn bij
het vervoeren van gewonden. Hiervoor ont
ving hij evenwel geen vergoeding in geld,
doch wel vrije kost en inwoning. Tot nu toe
was alles nog normaal verloopen. De jongen
was zelfs nog in gestichtskleeding, maar dit
werd waarschijnlijk door de groote verwar
ring, welke toen in Rotterdam heerschte,
door niemand opgemerkt.
Hij nam hier alleen een speldje weg van
het Roode Kruis en de E.H.B.O.
Het liefdadige werk ging Z. echter al spoe
dig vervelen en hij besloot naar Utrecht te
gaan, waar zijn misdadige aanleg weer voor
den dag kwam. Daar hij wel begreep, dat
zijn niet-alledaagsche kleeding vroeg of laat
de opmerkzaamheid moest trekken, probeer
de hij op geraffineerde wijze aan andere
kleeding te komen. Hij gaf zich uit als con
troleur van de distributie en vroeg op ver
schillende plaatsen inzage van de distributie
kaarten. Hij bekeek ze dan en gaf ze terug
met de opmerking, dat het in orde was, maar
niet nadat hij de stamkaart in zijn zak had
laten glijden..
Hierna trok hij naar Amsterdam,
waar hij contact zocht met families,
waarvan hem ter oore was gekomen,
dat zij zoons hadden, die den oorlog
hadden meegemaakt. Hij hing hier
het verhaal op dat hij roode kruis-
verpleger was geweest en in aanra
king was gekomen met hun zoon,
die momenteel verpleegd werd er
gens in een hospitaal. De zoon zou
eerstdaags weer thuis komen en
daarom kwam hij nu eenig zakgeld,
een costuum en ondergoed halen, het
geen hij hem dan ter hand zou stel
len. De betrokken families, die zeer
verheugd waren iets van hun jon
gen te hooren, stelden het een en
ander ter hand, waarna hij ver
trok en op deze manier van kleeding
kon verwisselen. Bovendien deed Z.
zich zoo keurig beleefd voor, dat hij
hier en daar te eten werd gevraagd
en zoodoende in zijn kost voorzag.
Toen de terugkomst van de resp. zoons
echter uitbleef en men niets meer van Z.
hoorde, kreeg men argwaan en waarschuw
de de politie. Hierin verscheen het signale
ment van den jongeman in de couranten. Het
werd hem toen te warm in de hoofdstad en
hij besloot zijn domicilie naar Den Haag te
.verleggen.
Hij veranderde hier van „werkkring" en
stal links en rechts rijwielen. In verschillen
de pensions hield hij hier verblijf, o.a. op het
Oranjeplein, in de Wagenstraat en op het
Spui, waar hij steeds valsche namen opgaf.
Na eenige weken had hij tien rijwielen ver
gaard de meeste waren gestolen in de
DOOR A. H KOBER
28
Nauwelijks vier weken later kan Joe
met zijn komiek rijnummer debuteeren. Op
de breede plank, die 'n stevigen, kalm dra-
venden schimmel bij wijze van zadel op den
rug was gebonden, stond hij als vroolijke
matroos, dronk uit zijn jeneverflesch en
speelde met veel behendigheid den dronke
man, die elk oogenblik struikelde, uitgleed
en buitelde, maar niettemin op rijn paard
bleef, tot hij eindelijk met een komische salto
verdween.
Bij het tweede nummer, „mijnheer Brown
in de rijschool", reed Joe op een ongezadeld
paard. Alf was de leeraar, die hem de toe
ren voordeed, waarop Golden als mijnheer
Brown met een valsche buik ze trachtte na
te doen, doch hierbij natuurlijk voortdurend
pech had, zoodat hij meer onder dan op het
paard reed.
In de namiddagvoorstelling hadden de kin
deren veel pret bij dit nummer. Maar in de
avondvoorstelling kwam het ofwel aan het
begin, ofwel aan het eind van de voorstelling
en werd dus niet voor vol genomen.
Edith regeerde intusschen in de woon
wagen, die zij hadden betrokken. Zij zei niet
meer dan het allernoodigste tegen haar man;
haar mooi gezicht kreeg vermoeide, soms
harde trekken en haar blauwe oogen keken
verdrietig. Joe bemerkte dat wel, doch
schreef het aan haar toestand toe, en ver
wachtte dat zij weer de oude zou worden
wanneer hun kind eenmaal geboren was. Op
een avond ging ze, op zijn verzoek, naar zijn
nummer kijken. Hij zag haar op de eerste rij
in het parket zitten en het stille lachje, dat
op haar bleek gezicht kwam, deed hem goed.
Maar eigerj| ardigerwgze bleef zij, heelemaal
tegen haar gewoonte, in het circus zitten, ook
ha Joe's nummerHij had zich alweer om
gekleed en keek eens door het gordijn: daar
Zat Edith nog steeds.
In de manege was het laatste nummer voor
binnenstad en nu besloot liij deze van de
hand te doen, hetgeen vlot geschiedde.
Nu gebeurde het. dat rechercheurs van den
Haagschen centralen opsporingsdienst, bij
het geregeld controleeren van registers van
opkoopers, steeds denzelfdcn naam tegen
kwamen. Hierdoor opmerkzaam geworden,
besloten zij te trachten met dezen man eens
nader kennis te maken. De opkooper kon een
vaag signalement opgeven en nu werd eens
gesnuffeld in het fotoarchief van de politie.
Eenige portretten werden getoond aan ver
schillende opkoopers en enkelen herkenden
hierin Z.
Hierna togen twee rechercheurs met dit
portret in hun zak op pad en op den avond
van den tweeden Juli hadden zij succes. Zij
surveilleerden in de Wagenstraat en zagen
toen op den hoek van de Amsterdamsche
Veerkade een man loopen met een rijwiel
aan de hand en een meisje naast zich. De
politiemannen volgden het tweetal en op de
Bierkade sprak een van de rechercheurs
den man aan. Hij vroeg hem zijn naam en
beleefd en prompt kwam het antwoord:
.Aan Nieuwenhoven". Op de vraag of hij
zich kon legimiteeren, haalde de man een
visitekaartje voor den dag, waarop inder
daad de naam: P. J. H. van Nieuwenhoven
voorkwam. De andere rechercheur had on-
dertussrhen de foto te voorschijn gehaald en
de gelijkenis bleek zoo opvallend te zijn, dat
hij onmiddellijk werd gearresteerd en over
gebracht naar het politiebureau aan de Prin
sestraat. Hier werd Z. een verhoor afgeno
men en al spoedig viel hij door de mand.
De jongeman zal zich nu eerst in Den Haag
te verantwoorden hebben voor de rijwieldief
stallen en dan wacht hem nog wat in Am
sterdam en Utrecht. Pas daarna zal hij naar
het rijksopvoedingsgesticht te Amersfoort
kunnen terugkeeren, waar hij ook nog wel
wat te hooren zal krijgen over het niet op
tijd terugkeeren.
Sedert 27 Juni 1910 wordt di heer H. M.
E. Saeers, persfotograaf, verbonden aan de
N.V. Fotopersbureau „Polygoon" vermist
S. was des morgens uit Amsterdam naar
Den Helder vertrokken, waar hij foto's
zou maken. Nadien heeft men niets meer
van hem vernomen.
Namens de echtgenoote verzoekt de
waarnemend commissaris van het bureau
Leidscheplein te Amsterdam opsporing.
Men vreest dat een ongeluk is gebeurd.
TARZAN
WIELRIJDERS OPGELETI
Ter aanvulling van de nieuwe verduiste-
rmgsverordbning van den rijkscommissaris,
opgenomen in het verordeningenblad voor
het bezette Nederlandsche gebied op 6 Juli
1910, maakt de bevelheber van dc „ord-
nungspoüzei beim hoheren SS- und Poli
zei führer" officieel het volgende bekend:
De voornaamste nieuwe bepaling van de
verduisteringsverordening is, dat fietsers
terstond na het invallen der duisternis
niet meer zonder licht mogen rijden. Para
graaf 10 van de verordening bepaalt daar
over, dat ook de fietsers met verduisterde
lichten moeten rijden en dat de lantaarns
van de fietsers zoo bedekt moeten zijn, dat
een 3 tot 5 centimeter lange en 1 c.M. hoo-
ge rechthoekige opening 't licht uit de be
nedenhelft \an de lantaarn doorlaat.
Door deze bepaling is een zoodanige ver
lichting van den rijweg beoogd, dat den
wielrijder veilig rijden mogelijk is en te
genliggers het rijwiel als zoodanig kunnen
herkennen. De afmetingen van de toegela
ten lichtspleet komt overeen met de in
Duitschland geldende bepalingen. Daar
hier in Nederland veel meer van fietsen
gebruik wordt gemaakt, wordt verwacht,
dat in ieder geval slechts de kleinste spleet
lengte, namelijk die van drie centimeter,
zal worden toegepast.
Over de handhaving van de verduiste
ring zullen binnenkort verdere bekendma
kingen volgen. Er wordt verwacht, dat de
bepalingen van dc nieuwe verduisterings
verordening door de bevolking zeer nauw
gezet zullen worden nagekomen, want ten
slotte dient de verduistering slechts de be
scherming van de bevolking en van haar
eigendom.
Geleerden hebben vastgesteld, dat onder
de aarde meer levende wezens moeten voor
komen dan er boven. Het aantal is overigens
afhankelijk van de bodemgesteldheid. Op een
acre goed bouwland heeft men de volgende
organismen geteld: 3.609.000 regenwormen,
1.781.000 duizendpooten, 7.727.000 insecten,
1.017.000 insectenleven. Dat zijn de groote
dieren. De kleintjes (protzozoa) worden niet
per acre, maar per gram geteld: 477.000. Ten
slotte vindt men in diezelfde gram 27.700.000
bacteriën.
Men kan vragen, welk nut deze berekening
heeft. Het antwoord moet luiden, dat voor de
bewerking van de bodem met nieuwe midde
len een dergelijk onderzoek zeer belangrijk
is. De mensch kan namellijk door vermeer
dering of vermindering van het aantal orga
nismen een bodem bruikbaarder maken. Hoe
moet hij dat aanleggen?
Als voorbeeld diene het (ongewilde) expe
riment op het eiland Hawaï. Daar voerde
een tuinier een fraaie plant de iantana
camara ih. Een andere inwoner, die even
eens tot de schoonheid van het eiland wilde
bydragen, importeerde de Chineesche tor
telduiven. Het bleek, dat deze de bes van
de iantana graag eten, maar tevens droegen
ze daardoor bij tot de snelle verbreiding van
het zaad. Weldra werd de mooie plant een
plaag. Nog erger werd de toestand, toen
iemand de Indische Mvnah-vogel n. Hawaï
bracht, want ook deze voedt zich alleen met
de bes. Toch bleek de verschijning van de
Mynah een meevallertje te zijn. Voordien
werden de suikerplantages namelijk vernield
door een rupsensoort, en deze soort nu, viel
bijzonder in de smaak van de Mynah.
Men bracht nu zekere insecten op het ei
land om de voortwoekering van
de iantana het hoofd te bieden en dit
lukte niet onaardig, maar daardoor ver
minderde het aantal Mynah-vogels weer zoo
danig, dat de rupsen weer de overhand be
gonnen te nemen.
Uit dit relaas valt de les te trekken, dat
men wel zeer goed op de hoogte moet zijn,
wanneer men Moeder Natuur een handje wil
helpen. „Als één ding anders wordt, wordt
alles anders", is een spreuk waarvan de be-
teekenis nog vaag onderschat wordt.
Deskundigen, die op dit gebied proeven
nemen, geven dan ook vaak toe, dat dergelij
ke pogingen probeersels zijn, waarbij men op
een goede uitslag kan hopen, maar waarbij
men niets vooruit kan zeggen en dikwijls
gaat het verkeerd. Soms komt een evenwicht
tot stand, maar dat is dan meestal een van
geheel andere aard dan men vermoedde, zoo
dat men in dergelijke gevallen van meer ge
luk dan wijsheid moet spreken.
Moderne vorscliers willen het ingrijpen ter
verstoring van een evenwicht, dat de mensch
niet gelegen komt. dan ook beschouwd zien
als een proef „omdat men nu eenmaal moet
trachten iets te doen."
Zoover liet de levende wezens onder de
grond betreft, is het van belang na te gaan,
welke daarvan de vruchtbaarheid van de
bodem bevorderen en welke niet. Het is ge
bleken, dat vele bodembacteriën de mensch
van groot nut zijn, daar zij het kringproces
der zuurstof bevorderen.
Openhartigheid is een der eerste voor
waarden voor oprechte liefde.
De kunst, zichzelf te vormen, is nog moei
lijker dan het opvoeden van kinderen.
De herinnering aan iets schoons kan In
schoonheid liet onderwerp van die herinne
ring overtreffen.
Een opgewonden mensch is als een schip
zonder roer.
WOENSDAG 10 JULI.
Jaarsveld 414.4 m.
VAR A-Uitzending.
8.00 Berichten A.N.P.
8.10 Orgelspel.
8.45 Gramofoonmuziek.
10.00 VPRO: Morgenwijding.
10.15 Declamatie.
10.30 Gramofoonmuziek.
11.30 Declamatie.
11.47 Hobo en piano (opn.).
12.00 Berichten.
12.05 VARA-orkest.
12.45 Berichten A.N.P.
1.00 Gramofoonmuziek.
1.15 VARA-orkest.
145.
Als Tarzan een gewoon mensch was ge
weest. zou hij de zaak hebben opgegeven. Het
hele Tohriaanse leger, vele malen ster
ker dan zijn eigen haveloze bende, was voor
het paleis opgesteld. Er was slechts één kans
op de vijftig op de overwinning. Zonder aar
zelen besloot Tarzan deze kans waar te ne
men. „We zullen door de zijstraten lopen en
hen plotseling aanvallen," zei Tarzan. Maar
op datzelfde ogenblik zag hjj een beweging
op de stadsmuren achter het paleis. Een afde
ling gewapende Tohriaanse soldaten ging
naar de muren toe. „Misschien is het een
truc om ons tot den aanval te brengen en
ons daarna te overrompelen," zei Tarzan
langzaam. „Of het zou kunnen zijn Zon
der zijn zin af te maken, keerde de aapman
zich naar Kailuk. „Volg hen. Tracht uit te
vinden, wat er gaat gebeuren." Kailuk ver
dween, doch keerde binnen enkele seconden
opgewonden terug. „De Rathorianen-aanval!"
riep hjj. Perry lachte verheugd. „Die goeie
ouwe d'Arnot en Ukah! Het is hun dus ge
lukt! Ze hebben de Rathoriaanse soldaten
hierheen gebracht! We zijn gered!" Tarzan
schudde rustig het hoofd. „Ze zullen voor
ons van geen nut z(jn als we de poorten niet
voor hen kunnen openen!"
2.00 Esmeralda en soliste.
2.45 Orgelspel.
3.30 Zang en piano.
3.45 Voor de kinderen.
5.30 De Ramblers.
6.00 Rosian-orkest en solist (opn.).
6.40 Letterkundig overzicht.
7.00 Berichten.
7.05 Felicitaties.
7.10 Koorzang.
7.30 „S'ylvia"-Amusementsorkest (opn.).
8.00 Berichten A.N.P.
8.15 Puzzle-uitzending.
8.30 Esmeralda en solist.
9.00 Radiotooneel.
9.30 VARA-orkest en solist.
10.15—10.30 Berichten A.N.P.
Kootwjjk 1875 m.
AVRO-Uitzending.
7.00 Berichten (Duits).
7.15 Berichten (Engels).
7.30 Gramofoonmuziek.
8.00 Berichten A.N.P., gramofoonmuziek.
8.40 Orgelspel.
8.55 Gramofoonmuziek.
9.30 Berichten (Vlaams).
9.45 Gramofoonmuziek.
10.00 Morgenwijding.
10.15 Gramofoonmuziek.
10.30 Ensemble Jonny Kroon.
11.15 Berichten (Engels).
11.30 Ensemble Jonny Kroon.
12.30 Berichten (Duits).
12.45 Berichten A.N.P.
1.00 AVRO-Aeolian-orkest en solist.
1.45 Gramofoonmuziek.
2.00 Berichten (Duits),
de pauze aan den gang, de drie Eeagles. De
breedste van de beide mannen had een lange
stang op zijn linkerschouder gezet en balan
ceerde hierop zijn twee collega's, een dame en
een heer. Een prachtige prestatie!
Edith scheen zich voor deze equilibristen
bijzonder te interesseeren, want zij wendde
geen oog af van de artisten, die daar in den
rooden ring hun gevaarlijk werk zoo sierlijk
verrichttenNu was de toer afgeloopen,
het drietal boog dankend voor het applaus en
Joe zag, dat Edith geestdriftig in de handen
klapteHij zag ook, dat de oudste der
Eagles haar een paar maal lachend toeknikte.
Hoe kwam hij daar nu bij
Nu Edith de Eagle-troep blijkbaar zoozeer
bewonderde, begon ook Joe zich voor hun num
mer te interesseeren. Dat zij eersteklas even-
wichtsartisten waren, had ieder, die maar iets
van het vak verstond, reeds bij de eerste toer
kunnen vaststellen.
Nu liet de onderman, die ruggelings op een
kussen ging liggen, een lange ladder op zijn
voetzolen zetten. De dame klom op die lad
der en hij strekte toen zij bijna boven was, zijn
beenen omhoog. Daarna liet hij de ladder lang
zaam naar rechts hellen terwijl de dame op
een klein plankje aan de linkerzijde van de
hoogste sport bevestigd op het hoofd ging
staan. Dan trok de onderman voorzichtig zijn
linkervoet terug zoodat de ladder slechts op
zijn rechtervoetzooi balanceerde.
Dadelijk daarna werd deze toer herhaald,
slechts met dit verschil, dat de dame nu recht
op het plankje stond en salueerde, wat veel
gevaarlijker was dan de hoofdstand van zoo
even, waarbij de artiste de beide handen aan
de ladder kon vasthouden. Dat de Eagles met
zulke toeren begonnen, toeren, die door andere
equilibristen hoogstens op het eind van hun
nummer werden uitgevoerd, bewees, dat zij
inderdaad heel wat presteerden. Nog nooit
had Joe zulke levensgevaarlijke voorhoofd- en
schouderbalances gezien. Stangen van zes, van
acht, ja van negen meter lengte hief Eagle,
nadat zijn partner er boven op gesprongen
was in zijn gordel, op zijn schouder, zijn kin,
zijn voorhoofd; dan kruiste hjj de armen en
wandelde met zijn last door de geheele manege
terwijl de partner daarboven turnde, zwenkte,
draaide en salueerde.
De slottoer was zoo opwindend, dat de toe
schouwers den adem inhielden alsof zij door
een enkel onbeheerscht geluid een catastrofe
konden veroorzaken. Eagle droeg op zijn lin
kerschouder de langste van al zijn stangen,
een wit beschilderde bamboestam van meer
dan negen meter; aan het uiteinde daarvan
hingen twee voetringen, waarin de dame en
de heer gingen hangen om zich dan met hun
voeten tegen de stang geheel horizontaal uit
te strekken en met vrije handen elk op een
trompet „Rule Britannia" te blazen. Op dit
oogenblik begon de onderman te loopen en
wipte zoodanig met de schouder, dat de
enorme stang met de beide menschen in den
top, langzaam begon te draaien.
Henry Eagle, die dit meesterstuk uitvoerde,
was een Australiër tusschen de veertig en
vijfenveertig, zeer groot en breed, met een
edel, typisch Engelsch gezicht, grijze oogen
en blond haar. Van zijn geheele gestalte gin
gen veiligheid rust en zekerheid uit. Men zag
hem nooit trainen; pas kort voor zijn optreden
kwam luj uit zijn hotel naar het circus toe en
verdween weer dadelijk na zijn nummer. Hij
groette iedereen belefd maar werd nooit vrien
delijk, en wanneer hij iets te zeggen had, bleef
hij steeds zakelijk en correct. Men had dezen
ernstigen, zelfbewusten chef van de Eagle-
troep voor een hoogeren beambte of een
Engelsch officier kunnen houden.
Zijn twee medewerkers, die kleiner en lich
ter waren dan hij, hadden eenzelfde voorname
houding. Het was de stijl van de troep. Ook
bij hun werk vermeden zij elk luid woord,
iedere heftige beweging en deelden elkaar het
noodige mede door korte klopteekens tegen
de ladder of de stang. Men wist niet, of de
Eagles tot één familie behoorden; in het con
tract stond: de gebroeders Eagle, en Henry
de onderman teekende als Chef. Zij waren al
jarenlang een groot nummer en Lord Craddock
kon van geluk spreken, dat ze juist, door het
uitstel van een Amerikaansche tournee, vrij
waren geweest toen hij een nieuwe attractie
noodig had.
Joe Golden, die natuurlijk niet tevreden kon
zijn met zijn werk als mr. Brown en dronken
matroos kwam op de gedachte of hij niet ook
een dergelijk nummer kon instudeeren. Hoe
langer luj de Eagles gadesloeg, des te meer
plezier kreeg hij in zulk werk. Als partners
kon'hij evenals Henry Eagle een man en een
vrouw nemen, Edith en Alf.
Hij legde zijn plan aan den Zweed voor. Ook
Alf zag er wel iets in al deed hij maar met
moeite afstand van het kunstrijden. In stilte
namen zij de maat van de ladders en stangen
der Eagles en toen bestelde Joe in Londen de
noodige toestellen. Met zijn vrouw sprak hij
voorloopig nog maar niet over zijn plannen...
In Peterhead aan de Oostkust van Schot
land bracht Edith Golden op een avond, plotse
ling en vlug haar kind ter wereld. Toen Joe
zonder iets te vermoeden na zijn werk uit de
manege kwam, lag de nieuwe wereldburger
naast de moeder in bed. Het was een meisje.
Joe was buiten zichzelf van vreugde. Hij
nam het kleine wezen in zijn armen en danste
ermee door den wagen, vergeleek het gezichtje
met dat van de moeder en vond dat het
sprekend op haar leek. Hij maakte zich blij
over iedere beweging, over ieder geluidje en
was trotsch wanneer zijn kameraden in den
wagen kwamen en hij hen zijn dochtertje kon
2.15 Concert (opn.).
3.15 Berichten (Engels).
3.30 AVRO-Amusementsorkest.
4.40 Pianosoli.
5.00 Berichten (Duits).
5.15 Omroeporkest.
6.15 Berichten (Engels).
6.30 Onderw. Scheepv.Causerie „De vaar
wegen in West-Europa" en taalles.
7.00 Gromofoonmuziek.
7.40 „Nederlands provincieschoon", causerie
met reportage.
8.00 Berichten (Duits).
8.15 Berichten A.N.P., eventueel Gramofoon
muziek.
8.30 Berichten (Engels).
8.45 Berichten (Vlaams).
9.00 Gramofoonmuziek met toelichting.
9.15 Berichten (Engels).
9.30 Vervolg van 9.00.
9.45 Berichten (Vlaams).
10.00 Berichten (Duits).
10.1510.25 Berichten A.N.P.
11.1511.30 Berichten (Engels).
laten zien. Het werd Zephora gedoopt, naar
Joe's moeder, de beroemde Amerikaansche
luchtacrobate en Joe hield het natuurlijk voor
iets wat vanzelf sprak, dat ook zijn Zephora
eens een groote artiste zou worden.
Edith herstelde spoedig. Maar toen Joe haar
toevertrouwde, dat hij een evenwichtsnummer
instudeerde en haar vroeg wanneer zij dacht,
dat ze weer mee kon gaan werken, schudde
zij het hoofd:
„Ik voel me nog lang niet heelemaal in
orde; bovendien heb ik vooreerst nog veel te
veel werk met Zephora".
Joe zag dat wel in en oefende dus voor
loopig alleen met Alf. Hij was er eigenlijk bljj
om, dat Edith in de laatste weken zoozeer
veranderd was, niet meer prikkelbaar en slecht
gehumeurd zooals voor haar bevalling, maar
vriendelijk, mededeelzaam en vol belangstel
ling in hetgeen er om haar heen gebeurde.
Hoe voorzichtig Joe en Alf ook waren en
hoe streng zij hun training ook geheim hiel
den, er lekte toch iets van uit, want het had
niet verborgen kunnen blijven, dat er requi-
sieten, ladders en stangen voor hen waren
aangekomen en spoedig deed het praatje, dat
Joe Golden de Eagles wilde copieeren, de ronde
in de tentenstad. De een of ander sprak hem
er ook wel over aan op een toon van zacht
verwijt, want het copieeren van een nummer
gold natuurlijk als oneerlijk, maar Joe liet
niets los en haalde hoogstens de schouders
op. Een paar maal had hij ook den indruk, dat
iemand aan zijn toestellen geweest moest zijn
tenminste zij lagen in een andere volgorde
dan hij ze had weggeborgen. Maar in ieder ge-
v?', c'e eenige, die geen flauw vermoeden
zijn plannen scheen te hebben was Henry
Eagle.
Joe en Alf oefenden nu reeds vier maanden
lang. Joe had het in dien tijd zoo ver gebracht,
dat hij zijn partner met een absolute zekerheid
op alle stangen kon balanceeren, ook op de
langste; en dat zoowel op zijn kin, op het voor
hoofd, op de schouder of in den gordel.
Hij had veel plezier in dit werk, omdat hij
voelde dat het hem lukte. En wanneer hij
Edith en het kind zag, wanneer hij aan zijn
nieuwe geluk dacht, vermeerderden zijn
kracht, zijn vreugde en zijn hoop. Want was
het niet het mooiste wat er bestond om voor
vrouw en kind te werken, steeds perfecter te
worden, zich op te varken tot een groot en
g jed nummer?
Wordt vervolgd