Abonneert U op dit blad
Vandaag
Lichtpunten
Donderdag 11 Juli 1940
Tweede Blad
ytadlnieuiuj Post voor Indië en het
buitenland
Zingende emigranten
voor 50 jaar
Tijdschriften
lieAJk en Ztnduiq,
Een advertentie
in de Heldersche Courant
29 Mannen en 1 meisje
ineen postwagen
Het jubileum
van H* F* Tillema
De regen kwam
De heer Leewens vat den dirigeer
stok op.
De heer Leewens, de grijze Heldersche
cantor, en leider van „Helders Mannen
koor", behoort, zooals men weet, tot de
ernstig gedupeerden in Den Helder. Zijn
woonhuis aan de Prins Hendriklaan met
den geheelen inboedel en 't archief
brandde tot aan den grond toe af.
Evenals een vrij groot aantal Mannenkoor
leden trok ook de heer Leewens naar Schagen
en is het eigenlijk bij een zoo voortvarend
dirigent te verwonderen, dat hij al spoedig
weer aan den slag ging met nieuwe plannen
en dat alreeds een begin gemaakt is met de
vorming van een koor?
Dinsdagavond verzamelden de heer Leewens
en een aantal Mannenkoorleden zich in het
Noordhollandsch Koffiehuis en het was hier,
dat de dirigeerstaf weder omhoog ging en met
het repeteeren een aanvang gemaakt werd.
Eenige vrienden van Mannenkoor uit Schagen
bleken zich eveneens aangesloten te hebben,
zoodat er sprake was van een aardig ensemble.
2 Personen deden gisteren aangifte, dat hun
rijwiel verdwenen was.
GEPROFITEERD VAN* DE GELEGENHEID
Een bewoner van de Achterstraat deed
aangifte, dat de vorige week, bjj zijn afwezig
heid, 3 kistjes sigaren uit zijn woning ver
dwenen zijn.
ZE WAREN DOL VAN DEN HONGER.
In de Smidstraat vielen gisteren 2 door den
honger dol geworden honden een aantal kip
pen aan, waarvan zij er verscheidene dood
den. De eigenaars der kippen gaven een en
ander bij de politie aan.
Waarheen w 1 en waarheen niet
verzonden kan worden.
Aangezien wij veronderstellen, dat zeer
velen nog steeds niet ten volle op de hoogte
zijn van de wijze, waarop en waarheen men
post uit Nederland kan verzenden laten wij
hieronder nog eens de reeds eerder gegeven
bijzonderheden samengevat volgen.
Geen verzending, langs welken weg ook,
is mogelijk naar België, Luxemburg, Frankrijk,
Groot-Britannië en Ierland, Nederlandsch
West-Indië, alsmede de gebieden die als Bel
gisch, Fransch of Engelsch kunnen worden
aangemerkt (koloniën, protectoraten, domi
nions enz.).
Verzending over land en zee.
Verzonden kunnen worden uitsluiten niet-
aangeteekend
le. naar Duitschland: brieven, briefkaarten,
drukwerken, nieuwsbladen voor zoover recht
streeks verzonden door uitgever of drukker,
akten, monsters en gemengde zendingen.
2. Naar de overige landen in Europa,
Nederl. Oost-Indië en de overige landen buiten
Europa: brieven en briefkaarten, met uitzon
dering van geillustreerde briefkaarten en an
sichtkaarten, welke niet zijn toegelaten.
Eerst waren het een paar heel dikke, en
heel vette druppen die op den weg het stof
deden opspetteren, en veel misbaar maakten
in de sloten. Het kroos sputterde op en de
koeien keken er min of meer verbaasd naar.
De menschen deden de ramen dicht en de
kinderen stonden voor de ruiten te kijken.
De meezen, de zwaluwen en musschen zetten
zich tusschen de blaren van de ruischende
iepen en sidderende populieren en waren vol
verwachting.
Iedereen keek toe en wachtte af.
De eerste honderd druppels werden er dui
zend, de eerste duizend een millioen en voor
dat er vijf minuten verstreken waren stroom
de de regen neer.
wij elkaar. Nu geen zonneschijn in het hart,
maar diepe droefenis, want zijn zoon, de
kleine boy van Celebes, sliep nu als jonge
man den eeuwigen slaap als offer aan het
dierbaar vaderland.
Weer ging de bel en de vertegenwoordiger
van Multifilm, de firma, die met zooveel zorg
mijn filmopnamen op Borneo had behandeld,
kwam gelukwenschen. Onder de schriftelijke
wenschen trof ik er ook een aan van den zadel
maker te Haarlem, den heer Brouwer, die een
belangrijk onderdeel van mijn rimboe-uitrus
ting had gemaakt. Sinia, mijn vriend, die met
zooveel liefde en kunstzin de illustraties voor
de Indische Hoekjes teekent, kwam geluk
wenschen.
Daar komt mijn beste vriend, Dr. W. de
Vogel, de komer binnen. Dat was de man die
u nu al wel kent uit de verschillende artikels.
Ik behoef niet te zeggen hoe aangenaam ver
rast mijn vrouw en ik waren.
Bloemstukken worden binnengebracht. Eén
ervan draagt de letters: S.A. C. en J. M. C.
Herinneringen aan het oprichten der Sema-
rangsche Auto-Club en aan mijn sobat Kuiper
(we richtten de club samen op) flitsten door
het hoofd. Telegrammen worden binnenge
bracht en onder het openen komt een meneer
op mij af: dat was mijn oude amice Kuiper
zelf, dien ik in £een 25 jaar had gezien. Heer
lijk!
Weer gaat de bel, ik doe zelf open en zie
een kleine meneer voor mij staan: „Ik heb
een cadeau (geen cadeautje) voor u met een
brief", zegt hij. Ik doe het kleine pakje open,
dat een etui bleek te bevatten; ik opende het,
zie een groote zilveren medaille met het beeld
van een Javaan met zijn pat jol (hak. soort
spade), een gebaarde Europeaan naast hem,
de stralen der opkomende zon er achter. „Het
lichtte overal", luidde het randschrift. De
beteekenis was mij niet duidelijk. Ik keer de
medaille om en lees dat het Koloniaal Insti
tuut ze mij heeft verleend wegens uitnemende
verdiensten voor de hygiëne in Nederlandsch-
Indië. In den begeleidenden brief stond als
toelichting, dat ze mij verleend is op advies
van Nederlandsche geleerden van wereldver
maardheid! Ik was diep ontroerd. Waarom?
Dertig jaren lang had ik getracht de bevol
king van Nederlandsch-Indië meer levens
geluk te brengen in den vorm van meer ge
zondheid. De jaren van mijn raadslidmaat
schap der gemeente Semarang had ik resul
taten gezien. Maar de laatste 25 jaar zag ik
er o zoo weinig van. Ik ben oud-zakenman en
een zakenman wenscht resultaten te zien,
nietwaar? Bovendien werd mijn arbeid op
sociaal-hygiënisch gebied door personen, die
krachtens hun opleiding beter hadden moeten
weten, belachelijk gemaakt, gekleineerd.
Waarom? Omdat ik apotheker was en geen
arts! De heeren kenden klaarblijkelijk niet de
woorden van den grooten dokter R. Ross:
„Laymen rule the world, not the doctors". Zij
beseften ook niet dat elk burger, die hart
heeft voor zijn medemenschen, een sociaal
hygiënist kan zijn en dat nu de hygiënisten
met wereldnaam dat wel beseften en hieraan
uiting gaven, heeft den 5en Juli tot een der
schoonste dagen van de laatste dertig jaar
mijns levens gemaakt.
Weer telegrammen en gelugwenschen. Van
de directies en redacties der bladen die ik
bedien.
Bestuursleden van „Oost en West" der af-
deeling Haarlem komen binnen; mijn over
buurman, Prof. Dr. Holleman, de oud-direc
teur der K.P.M.-Mijn in Oost-Borneo met echt-
genoote, het was een echt Indisch gezellige
koempoelam (samenkomst), 's Avonds kwam
nog de oud-directeur der K.P.M., de heer
Wesselink ,met echtgenoote. Ik kreeg brieven,
kaartjes en briefkaarten, o.a. een van den
tachtigjarigen dorpssmid uit Echten; van be
stuursleden der vereenigingen voor wie ik
mijn films had vertoond.
De dag sloot laat op den avond met het
telegram van den oud-voorzitter van het In
ternationaal Woningcongres in 1939 te, Den
Haag gehouden, Mr. D. Fock, den oud-Gou
verneur Generaal van Nederlandsch-Indië.
Dat was het waardige slot van een heel
mooien dag, die volmaakt mooi had kunnen
zijn... als Indië, ons onvolprezen Indië, waar
aan tienduizenden Nederlanders jarenlang hun
beste krachten hebben gegeven en nog geven,
thans niet zoo oneindig ver van ons verwij
derd was. H. F. TILLEMA.
Het was hard noodig geweest: het groen
werd groener en de bloemen in het polder
landschap dronken gulzig het neerkomende
water op. Het klaterde, sputterde en klokte
in de slooten; de koeien lekten hun bekken
af en loeiden zacht voor zich heen.
Zoo vloeide het water in den polder.
De huizen, die aardig-roodgedakte polder
huizen, dreven temidden van den regen. Ach
ter de ruiten stonden de kinderen. Veel Hel
dersche kinderen, die nu niet buiten spelen
konden. Zij moesten thuisblijven en dat von
den ze lang niet leuk.
Er kwam een trein aan; de meeste passa
giers hadden geen overjas meegenomen dien
morgen, en werden zoo binnen een minuut
druipende vogelverschrikkers. Alle kinderen
achter de ruiten lachten hen uit.
De trein stond er als een half-verdronken
Jumbo: als een in het water gevallen ter
riër. Stroomen water golfden van zijn zwarte
ronde rug naar beneden.
Het werd eenzaam in de dorpen van den
polder; niemand dorst naar buiten. Wie bin
nen was bleef binnen. Ook al was het daar
soms warm en benauwd. Men doodde den
avond met allerlei spelletjes: en waar de
stadsche spelen meestal niet meegenomen
waren, daar keerde men terug tot die abele
spelen als dammen, kienen en ganzeborden.
Want iedere poldenaar heeft ergens in een
kast nog wel zoo'n oud spel liggen en door
gaans speelde hij met z'n gasten mee.
Het bleef regenen; heel den avond. Het
regende in Heerhugowaard, in Julianadorp
en in Schagen. Overal in de noordkop plensde
het water naar beneden. Hier en daar konden
de riolen het water niet heelemaal verzwel
gen en vormden zich groote plassen.
Het werd al vroeg donker dien avond.
Vroeger dan gewoonlijk ging de zon zich ver
schuilen achter de bonte lappendeken.
En toen begon het droog te worden.
Eerst werden de stralen droppels, toen de
druppels nog kleine spetten en eindelijk boor
de zich het eerste blauw uit den hemel.
Droog.
Zoo lag daar de polder in het water te
baden. De slooten waren hoog opgeklommen
tegen de bermen, het kroos was verregend
en opgestuwd, de boomen stonden te lekken
Vonditen wl kei Vliedend Rtaadji
DAT BAD VANDAAG KUNNEN
GEBEUREN
De kermisvreugd, pas geëindigd, heeft ziek
doen volgen door een treurige gebeurtenis aan
het strand alhier.
J.l. Dinsdagmiddag waren een paar knapen,
zonder eenig toezicht, badende ter plaatse on
geveer waar eenmaal het stoomschip ,JIönig
Wilhelm" strandde. Beide jongens, kon men
zegge, waren niet ongeoefend, maar juist door
dit denkbeeld, waarvan zg zelve het meest be
wust schenen, beproefden zij een roekeloos
waagstuk: wie zou ran hen het verst zwem
men f
Dit was voor hen een prikkel, waarvan de
uitkomst bgna voor beiden noodlottig zou
worden. De kamp begon, en spoedig waren zg
zoo ver ran de kust en buiten den bankdat
zg in de felle stroom geraakten en daarna ho-
pelooze pogingen deden om terug te keeren.
Op dat punt ran het strand zijn de bezoekers
gewoonlijk zeldzaam. De vader van een der
knapen, A. Elout, die lichtwachter is op het
Se torentje, zag het gevaar, tcaarin de jongens
zich bevonden. Voor den beangstigden man
was het 't werk van een oogenblik, om nabij
de plaats te komen waar zg worstelden. Hij
kwam nog tijdig om gelukkig één te redden:
deze kon hij nog in bewusteloozen staat aan
wal brengen, maar de andere, zijn zoon, zag
hg in de diepte wegzinken; eenige oogenblikken
later gaf de zee slechts het lijk aan de be
droefde ouders weer.
Nu de zomer schijnt ingetreden en de lust
tot baden daardoor is opgewekt, moge dit
droevig geval een ernstige les zijn ouders, om
wakend te zijn als hun zonen een tochtje langs
het strand maken om te zwemmen" of op
„bloote pootjes" te gaan.
„Het Kind", veertiendaags blad voor
ouders en opvoeders, nummer van 15 Juni 1940.
Uitgave C. A. Spin Zn. N.V., Amsteradm.
A. C. B. B. schrijft een aardig gedicht
„Flirt", waarna A. Hallema het slot levert
van zijn artikel „Anderhalve eeuw doofstom
menonderwijs te Groningen". In de medische
rubriek stelt de kinderarts A. M. E. Beer-
nink Trip de vraag: „Moeten wij onze kinde
ren tegen typhus laten inenten?" Tenslotte
moge nog vermeld worden de bijdrage „Jeugd
in de Herberg" van de hand van „Herberg-
vade". Een actueel en interessant nummer.
„Houtvuren"
In verband met het feit, dat door het gemis
aan petroleum duizenden kampeerders dezen
zomer op houtvuren zullen moeten koken, heeft
de A.N.W.B. thans een boekje uitgegeven on
der bovenstaande titel.
De bekende publicist op kampeergebied, Ton
Koot, vertelt hierin op prettige wijze hoe men
ook onder de meest ongunstige omstandigheden
een kookvuur moet aanmaken en onderhouden.
Zijn betoog wordt nog verduidelijkt door vele
illustraties.
Indien alle kookvuren voortaan op de in dit
boekje omschreven wijze worden aangelegd zal
er geen sprake zijn van rookerig eten, dat bo
vendien half gaar js. Nog belangrijker dan dit
ontegenzeggelijk toch groote voordeel is echter,
dat de kans op bosch- of heidebranden in dat
geval zeker niet grooter zal zijn dan ten tijde
van den primus en andere petroleum-gastoe-
stellen.
Om deze reden alleen al wenschen wfl dit
boekje in handen van alle kampeerders. Dat
ook de A.N.W.B. het belang hiervan inzag en
het boekje voor 20 ct. beschikbaar stelde ook
voor niet-leden van den Bond stemt tot vol
doening.
overal langs de wegen en langs de roode
dakpannen van de polderhuisjes gleden nog
glimmende schitteringen van het stroomende
water.
Een paar vogels kwamen rillend onder die
pannen vandaan en bibberden zich droog.
Een hond kwam uit een hok en likte in
het water, net als de koeien bij de sloot.
Droog.
Het was kostelijk, nu buiten te zijn.
Groen, diep-groen had zich het groene
gras gekleurd. Het loof der boomen hing te
geuren in den avond als ware het de fijn
ste specerij. En van het land af kwamen de
zware odeuren van jong leven en frisch-be-
regend groen.
Een paar late zonnesprankels bleven ge
vangen in het glas-in-lood van een dorps
kerk en maakten dit tot laaiend goud en
blinkend zilver. En dat goud en zilver weer
kaatsten op hun beurt weer in de grachten
en slooten, zoodat daar nog laat was een
rijkdom van kleur en licht
Regenavond
De boeren uit den polder waren tevreden.
Die stonden met hun pijpje in hun mond, en
met de platte pet op de ongekamde haren,
te kijken in hun deuren.
Naar de velden die daar in rijke belofte
lagen te dampen en te geuren.
Zij wisten de waarde van dien regen. Zij
wisten dat het goud geregend had.
De menschen uit Den Helder, die verloren
hadden met dammen, kienen mieze-mouzen
en slecht tegen hun verlies konden, waren
boos naar bed getogen.
Er was ook altijd wat in zoo'n polder...
Wjj stedelingen... wkt weten wij van den
regen Wit weten wij van het hemelwater,
dat God's handen zelf over de akkers en de
weiden en landen doet vloeien...?
Wat weten wij van den regen, zonder wien
de boer niet kan leven en zonder wien het
land streft?
Nee, wij weten dat niet en zullen dat nooit
weten ook.
En hier ligt de scheidslijn tusschen land
man en stadsmensch.
Een scheidslijn, die niet overschreden
wordt.
De zon is pas weer weggezonken.
En licht nog even scheidend na.
Als ik. bedenkend heel veel vragen.
Langs 't kleine, smalle laantje ga.
'k Bepeins 't raadsel van 't leven.
Hetgeen dat komt en weer vergaat,
't Klein geluk, zoo ras verslagen,
't Groote leed. dat wonden slaat
Ik peins, maar weet geen woord te
vinden.
Mijn hart kan niet de spraak verstaan
Die 't al mij spreekt in 't bloeiend leven
Die zwijgt in t stervend ondergaan
Zoo zonk de zon. zoo is gekomen
Het winnend donker om mij heen
Zoo was ik met mijn bange vragen
In twijfel en in vrees alleen.
Maar wat heeft toen mijn oog bewogen.
Te zien naar boven waar heen ver....
En boven 't aardsche duister straalde
De milde glimlach van een ster?
Een ster die zacht den nacht verguldde
Toen 't gouden zonlicht nederzonk.
Een ster die klein en nederig diende
Een ster die licht, die liefde schonk
Ik heb toen even in dat laantje
In diep beschouwen stil gestaan
Ik zag die kleine ster daar boven
Vanaf die donkere aarde aan
En 't„was als of ik toen heel even
Een zachte boodschap heb gehoord
„Zet mensch, waar. wie gij ook moogt
wezen.
„Uw pelgrimstocht blijmoedig voort!"
„Al is het op de aarde donker,
Al dreigt en kwelt het altijd weer.
„Toch valt er steeds een hemelstraaltje
„O, mensch, ook op Uw kruisweg neer!"
H. H.
DE NOODCOLLECTIE IN DE NEDER
LANDSCHE HERVORMDE KERK.
Naar de secretaris van de algemeene syno
dale commissie der Nederlandsche Hervormde
kerk, ds. K. H. E. Gravemeijer in het week
blad van de Nederlandsche Hervormde kerk
mededeelt, heeft hel totaal der binnengekomen
gelden van de noodcollectie voor de getroffen
gemeenten reeds het bedrag van bijna honderd
duizend gulden bereikt.
KERKELIJKE RONDBLIK NU.
Onder dit opschrift stond in ,jHet Vaderland"
een artikel van ds. J. J. M. Na een kort histo
risch overzicht, geeft schrijver een beschouwing
over het standpunt, dat de kerkelijke bladen
van verschillende richtingen innemen tegenover
de droeve gebeurtenissen en onheilen in ons
land tijdens de oorlogsdagen voorgevallen. Het
slot van dit artikel nemen wij hier over.
,jZoo klinken de woorden van bemoediging
en troost, schoonste en innigste werk van de
kerk. Wij hebben geweend met de weenenden,
die hun mannen, zonen en verloofden niet zien
terugkeeren uit den strijd. Wij zijn ook blij ge
weest met de blijden en dat waren de meesten
die hun jongens ongedeerd terug ontvingen. Wij
hebben ook een zucht geslaakt en een bede óp-
gezonden voor al die andere gevallenen, in an
dere uniformen gekleed en met een andere
spraak. Zij hebben ook moeders en vrouwen en
kinderen, die om hen schreien.
Het leed verbroedert en brengt de menschen
tot elkaar.
Hoe het verder gaan zal met ons werk, wij
bedoelen hier in het bijzonder het vrijzinnig
Christelijk jeugdwerk en dat op sociaal gebied,
is nog een open vraag. Onze centrale commis
sie moest haar vergadering uitstellen wegens
ongunstigen treinenloop. Maar onze tehuizen
van ,JIaar Buiten", voor onze Zondagsschool
kinderen, de vacantieverblgven voor vermoeide
vrouwen, onze jeugd- en studentenconferenties,
ons zendingswerk voor Batoe in Indië en
Schweitzer in Lambarene, ons' internationaal
verbindingswerk Nederland was daarvoor
het door Amerika gekozen middelpunt het
oecumenisch streven f Wat zal er van deze
dingen komen*
Laat ons al deze dingen rustig onder de
oogen zien en ons bezinnen wat wij er van kun
nen maken, redden, vervolgen, in stand houden.
Als het web van de spin is verscheurd, begint
zij getroost van voren af aan. Waar wij helpen,
heelen, troostenverlichten kunnen, daar ligt
onze taak.
Wat deze tijd van overstelpende gebeurtenis
sen, van gruwelijke verwoestingen en vernieti
ging ons leert: deze wereld gaat voorbij. En:
wjj hebben hier geen blijvende stad, maar zoe
ken de toekomende. Juist als ,JIabylon en Lon
den" verdwenen zijn (A. Roland Holst) zal een
nieuwe geestelijke wereld op andere grondsla
gen worden opgebouwd. ,J)'aard wordt straks
één", schreef Verwey voor het front van Ber-
lage's beurs. Wij beleven de bloedige barens
weeën waaruit een nieuwe toekomst geboren
wordt.
De kerk predikt, dat alles rust in 's Heeren
hand. Boven wereldbestuurders en vorsten
troont Hg, voor wien de volkeren als sprink
hanen zijn. Niets geschiedt er buiten Zijn wil.
Werelden en regeeringen kwamen en gingen.
Hij is het onbewegelijk koninkrijk.' Dat geeft
den mensch vastheid in het onzekere, licht in
een donkeren tijd!
komt onder duizenden oogen
Ook Uw advertentie
Heden (Donderdag) avond worden de
repetities voortgezet en men rekent er
stellig op, dat alle Heldersche zangers
in Schagen zich naar het Noord-Hol-
landsch Koffiehuis zullen begeven, ten
einde aldaar te zingen.
Tenslotte nog dit: het plan bestaat zoo
spoedig mogelijk een uitvoering te geven,
en wel ten bate van de getroffenen in Den
Helder. Behalve van het „Mannenkoor"
is ook van andere zijde medewerking toe
gezegd, om een afwisselend programma
samen te stellen.
Nooit hebben wij geweten dat men bij de
Spoorwegen met zóóveel variatie reizen kon.
Nooit hebben wij geweten dat men, na het
koopen van een gewoon derde-klas kaartje,
op zoovele verschillende manieren de reis
kon ondernemen.
In de afgeloopen maand reisden wij in ge
wone derdeklas-wagons zittende; hetzelfde
deden wij staande, en hangende.
Wij reisden in tweedeklas-wagons als de
derde vol waren en in eerste klas wagons in
het geval de tweede tot barstens-toe opge
propt zaten.
Wij reisden, het verhaal wordt eentonig,
reeds in goederenwagens. En nog dragen wij
de ontvellingen met ons van het ingedrukt
staan tusschen kinderwagens, fietsen en mo-
tor-onderdeelen. Maar... wie zou er in deze
tijden op zulke kleinigheden letten
Gisteravond evenwel stonden wij voor het
feit dat alle derde, tweede en eerste klas
compartimenten vol waren. In de goederen
wagens was geen plaats meer, zoodat al
leen nog overschoten de locomotief en de
postwagen.
Het werd de postwagen.
Ineens zaten we er met z'n dertigen in;
in een lange kar, licht-grijs geschilderd, voor
zien van hanglampen, en met langs de wan
den eindelooze rijen aangebouwde kastjes en
zakken.
De Amsterdamsche PTT-ambtenaar keek
aanvankelijk lichtelijk ontsteld, toen hij daar
29 mannen en een jongedame zag binnen
vallen, maar aangezien ook deze man ten
slotte al zooveel heeft meegemaakt, dat hij
zich over niets meer verwondert, nam hij 't
van den lakonieken kant op en het eenige
wat hij deed was zijn ongesorteerde post in
veiligheid brengen.
Zoo reisden we naar Anna Paulowna, naar
Oudesluis, naar Schagen en Alkmaar.
Wjj, dat wil zeggen, de eenige juffrouw,
waar iedereen naar keek, de directeur van de
Nutsspaarbank, die van de Rotterdamsche
Bank, een bekend bottelier, een koppel pro
curatiehouders, een sectie rijks-ambtenaren,
een dozijn middenstanders, een sortiment post-
bestellers en Uw dienstwillige dienaar.
Zoo schommelden we voort, van dorp tot
dorp
In den postwagen.
Wij zaten en lagen over de banken, waar
op in normale omstandigheden de poststuk
ken worden uitgespreid en we lieten ons
voorlichten over de techniek van zoo'n post
wagen.
Het was er warm en heet, maar geen ster
veling die er een aanmerking op maakte.
We deinden in dien wagen, als bevoeren
we een logger op de „Pannekoek" en als de
trein stopte vielen we gezamenlijk tegen el
kander aan (met uitzondering van oen PTT-
man, die postwagen-beenen bezat).
Zoo kwamen wij aan, ieder op zijn eigen
dorp, de 29 mannen en de jongedame.
Het was ons goed bevallen en voortaan
zullen we bij voorkeur PTT-wagens enteren
als we Den Helder verlaten.
Of... is thans tóch de lokomotief aan de
beurt (of de bunker...???).
De toekomst zal het leeren!
Geslaagd te Enschede voor 't eind
examen Hoogere Textielschool onze stad
genoot, de heer G. Koning.
Uit het politie-rapport
FIETSEN VERDWENEN.
De brieven en briefkaarten naar Ned.
Oost-Indië zijn onderworpen aan het ge
wone internationale tarief, d.w.z.:
brieven t.ejn. 20 gr. 12% cent, daar
boven T% cent per 20 gr.; briefkaarten
T% cent.
Verzending per luchtpost.
Voor de verzending van niet-aangeteekeride
brieven en briefkaarten (geen geillustreerde
briefkaarten en ansichtkaarten) kan gebruik
worden gemaakt van den Clipperdienst Lissa
bon—New-York en den Italiaanschen lucht-
dienst RomeRio de Janeiro.
Met den Clipperdienst kan verzending plaats
vinden naar de Vereenigde Staten van Amerika,
Mexico, de Azoren, Hawai en den Philippijn-
schen Statenbond. De verzending vindt plaats
2 X Per week (op Woensdag en Zaterdag) via
Duitschland, terwijl de Clipperdienst 3 X per
week van Lissabon vertrekt. Omtrent de aan
sluiting op een bepaalde vlucht zijn geen ge
gevens voorhanden.
Dezer dagen vierde de heer Tillema zijn
jubileum, waarover wij reeds eerder" in ons
blad schreven. Zooals men weet, is de jubilaris
de kundige samensteller van de veel- en graag
gelezen „Indische Hoekjes".
De heer Tillema schrijft ons het volgende:
Ik wandelde als gewoonlijk tegen acht uur
's ochtends met Hans, onzen trouwen waak
hond, den Parkweg op en neer om den post
bode op te vangen, die mij geregeld het eerste
werk voor den ochtend brengt: kranten met
de Indische Hoekjes. Op den hoek der straat
zag ik hem al op de fiets aankomen. Hij stap
te af, wenschte mij geluk met mijn zeventig
sten verjaardag, waarbij hij mij tevens een
ongewoon dik pak poststukken overhandigde,
dat naast kranten gelukwenschen bleek te
bevatten. Dat was het begin van mijn ver
jaardag, dien ik acht jaar geleden in het diep
ste binnenland van Borneo herdacht.
Om een uur of negen riep mijn vrouw me
uit de studeerkamer met de woorden: „Nu
moet je eens zien, waar moet ik dit geweldige
bloemstuk plaatsen, zóó, dat het goed tot zijn
recht komt". Breede linten in de vaderland-
sche kleuren droegen den naam: „Kon. Ver.
Oost en West". Die verrassing hadden wrj niet
verwacht. Immers, wij wenschten van dien dag
alleen een familiedag te maken. Des te hooger
stelden wjj dus prijs op deze verrassing.
De bel klinkt. Ik doe open en zie voor mij
don diep ontroerden vader met wien ik jaren
geleden een heerlijke reis door Midden-Celebese
had gemaakt, weken vol zonneschijn. Wij
drukten elkaar de hand, als vaders begrepen
Uit 't Buitenveld
Het is een haast onzegbaar schoone zo
mer, en waar zou hij schooner zijn dan juist
in den polder?
Hoe jammer is het daarom dat zoo wei
nigen in staat zijn hem te genieten. Hem te
beleven zooals een mensch deze weinige zo
mermaanden moet beleven, wil hij genoeg
levenskracht en optimisme in zich absor-
beeren voor den komenden winter. Niet velen
zien de onmetelijke mildheid van de natuur,
die zij ons schonk in deze dagen; slechts wei
nigen, heel weinigen, kunnen zich afstem
men op een sfeer van waarachtige zomer-
genieting.
Na "de vele dagen van louter zon en louter
blauwe luchten kwam van de week toch de
regen.
Hij was er ineens. Ineens sloeg de hemel
toe, en waar zich eerst een oneindig blauw
veld spande van horizon tot horizon, daar
aanschouwde het oog des polderings nu plot
seling een verzameling oude grijze dwijlen,
bonte schorten en afgedragen sluiers. Een
lucht, zóó grijs en zóó grauw, dat het om
te huilen was. Wolken, dik en log, traag en
vormloos, dreven voort. Over de vette, groe
nende polders, die in eeuwige vruchtbaarheid
ternederliggen trok deze grijze lappendeken
en iedereen wist, dat het zou gaan regenen.
Het ging ook regenen.