Abonneert U op dit blad Vandaag Lichtpunten Donderdag 11 Juli 1940 Tweede Blad ytadlnieuiuj Post voor Indië en het buitenland Zingende emigranten voor 50 jaar Tijdschriften lieAJk en Ztnduiq, Een advertentie in de Heldersche Courant 29 Mannen en 1 meisje ineen postwagen Het jubileum van H* F* Tillema De regen kwam De heer Leewens vat den dirigeer stok op. De heer Leewens, de grijze Heldersche cantor, en leider van „Helders Mannen koor", behoort, zooals men weet, tot de ernstig gedupeerden in Den Helder. Zijn woonhuis aan de Prins Hendriklaan met den geheelen inboedel en 't archief brandde tot aan den grond toe af. Evenals een vrij groot aantal Mannenkoor leden trok ook de heer Leewens naar Schagen en is het eigenlijk bij een zoo voortvarend dirigent te verwonderen, dat hij al spoedig weer aan den slag ging met nieuwe plannen en dat alreeds een begin gemaakt is met de vorming van een koor? Dinsdagavond verzamelden de heer Leewens en een aantal Mannenkoorleden zich in het Noordhollandsch Koffiehuis en het was hier, dat de dirigeerstaf weder omhoog ging en met het repeteeren een aanvang gemaakt werd. Eenige vrienden van Mannenkoor uit Schagen bleken zich eveneens aangesloten te hebben, zoodat er sprake was van een aardig ensemble. 2 Personen deden gisteren aangifte, dat hun rijwiel verdwenen was. GEPROFITEERD VAN* DE GELEGENHEID Een bewoner van de Achterstraat deed aangifte, dat de vorige week, bjj zijn afwezig heid, 3 kistjes sigaren uit zijn woning ver dwenen zijn. ZE WAREN DOL VAN DEN HONGER. In de Smidstraat vielen gisteren 2 door den honger dol geworden honden een aantal kip pen aan, waarvan zij er verscheidene dood den. De eigenaars der kippen gaven een en ander bij de politie aan. Waarheen w 1 en waarheen niet verzonden kan worden. Aangezien wij veronderstellen, dat zeer velen nog steeds niet ten volle op de hoogte zijn van de wijze, waarop en waarheen men post uit Nederland kan verzenden laten wij hieronder nog eens de reeds eerder gegeven bijzonderheden samengevat volgen. Geen verzending, langs welken weg ook, is mogelijk naar België, Luxemburg, Frankrijk, Groot-Britannië en Ierland, Nederlandsch West-Indië, alsmede de gebieden die als Bel gisch, Fransch of Engelsch kunnen worden aangemerkt (koloniën, protectoraten, domi nions enz.). Verzending over land en zee. Verzonden kunnen worden uitsluiten niet- aangeteekend le. naar Duitschland: brieven, briefkaarten, drukwerken, nieuwsbladen voor zoover recht streeks verzonden door uitgever of drukker, akten, monsters en gemengde zendingen. 2. Naar de overige landen in Europa, Nederl. Oost-Indië en de overige landen buiten Europa: brieven en briefkaarten, met uitzon dering van geillustreerde briefkaarten en an sichtkaarten, welke niet zijn toegelaten. Eerst waren het een paar heel dikke, en heel vette druppen die op den weg het stof deden opspetteren, en veel misbaar maakten in de sloten. Het kroos sputterde op en de koeien keken er min of meer verbaasd naar. De menschen deden de ramen dicht en de kinderen stonden voor de ruiten te kijken. De meezen, de zwaluwen en musschen zetten zich tusschen de blaren van de ruischende iepen en sidderende populieren en waren vol verwachting. Iedereen keek toe en wachtte af. De eerste honderd druppels werden er dui zend, de eerste duizend een millioen en voor dat er vijf minuten verstreken waren stroom de de regen neer. wij elkaar. Nu geen zonneschijn in het hart, maar diepe droefenis, want zijn zoon, de kleine boy van Celebes, sliep nu als jonge man den eeuwigen slaap als offer aan het dierbaar vaderland. Weer ging de bel en de vertegenwoordiger van Multifilm, de firma, die met zooveel zorg mijn filmopnamen op Borneo had behandeld, kwam gelukwenschen. Onder de schriftelijke wenschen trof ik er ook een aan van den zadel maker te Haarlem, den heer Brouwer, die een belangrijk onderdeel van mijn rimboe-uitrus ting had gemaakt. Sinia, mijn vriend, die met zooveel liefde en kunstzin de illustraties voor de Indische Hoekjes teekent, kwam geluk wenschen. Daar komt mijn beste vriend, Dr. W. de Vogel, de komer binnen. Dat was de man die u nu al wel kent uit de verschillende artikels. Ik behoef niet te zeggen hoe aangenaam ver rast mijn vrouw en ik waren. Bloemstukken worden binnengebracht. Eén ervan draagt de letters: S.A. C. en J. M. C. Herinneringen aan het oprichten der Sema- rangsche Auto-Club en aan mijn sobat Kuiper (we richtten de club samen op) flitsten door het hoofd. Telegrammen worden binnenge bracht en onder het openen komt een meneer op mij af: dat was mijn oude amice Kuiper zelf, dien ik in £een 25 jaar had gezien. Heer lijk! Weer gaat de bel, ik doe zelf open en zie een kleine meneer voor mij staan: „Ik heb een cadeau (geen cadeautje) voor u met een brief", zegt hij. Ik doe het kleine pakje open, dat een etui bleek te bevatten; ik opende het, zie een groote zilveren medaille met het beeld van een Javaan met zijn pat jol (hak. soort spade), een gebaarde Europeaan naast hem, de stralen der opkomende zon er achter. „Het lichtte overal", luidde het randschrift. De beteekenis was mij niet duidelijk. Ik keer de medaille om en lees dat het Koloniaal Insti tuut ze mij heeft verleend wegens uitnemende verdiensten voor de hygiëne in Nederlandsch- Indië. In den begeleidenden brief stond als toelichting, dat ze mij verleend is op advies van Nederlandsche geleerden van wereldver maardheid! Ik was diep ontroerd. Waarom? Dertig jaren lang had ik getracht de bevol king van Nederlandsch-Indië meer levens geluk te brengen in den vorm van meer ge zondheid. De jaren van mijn raadslidmaat schap der gemeente Semarang had ik resul taten gezien. Maar de laatste 25 jaar zag ik er o zoo weinig van. Ik ben oud-zakenman en een zakenman wenscht resultaten te zien, nietwaar? Bovendien werd mijn arbeid op sociaal-hygiënisch gebied door personen, die krachtens hun opleiding beter hadden moeten weten, belachelijk gemaakt, gekleineerd. Waarom? Omdat ik apotheker was en geen arts! De heeren kenden klaarblijkelijk niet de woorden van den grooten dokter R. Ross: „Laymen rule the world, not the doctors". Zij beseften ook niet dat elk burger, die hart heeft voor zijn medemenschen, een sociaal hygiënist kan zijn en dat nu de hygiënisten met wereldnaam dat wel beseften en hieraan uiting gaven, heeft den 5en Juli tot een der schoonste dagen van de laatste dertig jaar mijns levens gemaakt. Weer telegrammen en gelugwenschen. Van de directies en redacties der bladen die ik bedien. Bestuursleden van „Oost en West" der af- deeling Haarlem komen binnen; mijn over buurman, Prof. Dr. Holleman, de oud-direc teur der K.P.M.-Mijn in Oost-Borneo met echt- genoote, het was een echt Indisch gezellige koempoelam (samenkomst), 's Avonds kwam nog de oud-directeur der K.P.M., de heer Wesselink ,met echtgenoote. Ik kreeg brieven, kaartjes en briefkaarten, o.a. een van den tachtigjarigen dorpssmid uit Echten; van be stuursleden der vereenigingen voor wie ik mijn films had vertoond. De dag sloot laat op den avond met het telegram van den oud-voorzitter van het In ternationaal Woningcongres in 1939 te, Den Haag gehouden, Mr. D. Fock, den oud-Gou verneur Generaal van Nederlandsch-Indië. Dat was het waardige slot van een heel mooien dag, die volmaakt mooi had kunnen zijn... als Indië, ons onvolprezen Indië, waar aan tienduizenden Nederlanders jarenlang hun beste krachten hebben gegeven en nog geven, thans niet zoo oneindig ver van ons verwij derd was. H. F. TILLEMA. Het was hard noodig geweest: het groen werd groener en de bloemen in het polder landschap dronken gulzig het neerkomende water op. Het klaterde, sputterde en klokte in de slooten; de koeien lekten hun bekken af en loeiden zacht voor zich heen. Zoo vloeide het water in den polder. De huizen, die aardig-roodgedakte polder huizen, dreven temidden van den regen. Ach ter de ruiten stonden de kinderen. Veel Hel dersche kinderen, die nu niet buiten spelen konden. Zij moesten thuisblijven en dat von den ze lang niet leuk. Er kwam een trein aan; de meeste passa giers hadden geen overjas meegenomen dien morgen, en werden zoo binnen een minuut druipende vogelverschrikkers. Alle kinderen achter de ruiten lachten hen uit. De trein stond er als een half-verdronken Jumbo: als een in het water gevallen ter riër. Stroomen water golfden van zijn zwarte ronde rug naar beneden. Het werd eenzaam in de dorpen van den polder; niemand dorst naar buiten. Wie bin nen was bleef binnen. Ook al was het daar soms warm en benauwd. Men doodde den avond met allerlei spelletjes: en waar de stadsche spelen meestal niet meegenomen waren, daar keerde men terug tot die abele spelen als dammen, kienen en ganzeborden. Want iedere poldenaar heeft ergens in een kast nog wel zoo'n oud spel liggen en door gaans speelde hij met z'n gasten mee. Het bleef regenen; heel den avond. Het regende in Heerhugowaard, in Julianadorp en in Schagen. Overal in de noordkop plensde het water naar beneden. Hier en daar konden de riolen het water niet heelemaal verzwel gen en vormden zich groote plassen. Het werd al vroeg donker dien avond. Vroeger dan gewoonlijk ging de zon zich ver schuilen achter de bonte lappendeken. En toen begon het droog te worden. Eerst werden de stralen droppels, toen de druppels nog kleine spetten en eindelijk boor de zich het eerste blauw uit den hemel. Droog. Zoo lag daar de polder in het water te baden. De slooten waren hoog opgeklommen tegen de bermen, het kroos was verregend en opgestuwd, de boomen stonden te lekken Vonditen wl kei Vliedend Rtaadji DAT BAD VANDAAG KUNNEN GEBEUREN De kermisvreugd, pas geëindigd, heeft ziek doen volgen door een treurige gebeurtenis aan het strand alhier. J.l. Dinsdagmiddag waren een paar knapen, zonder eenig toezicht, badende ter plaatse on geveer waar eenmaal het stoomschip ,JIönig Wilhelm" strandde. Beide jongens, kon men zegge, waren niet ongeoefend, maar juist door dit denkbeeld, waarvan zg zelve het meest be wust schenen, beproefden zij een roekeloos waagstuk: wie zou ran hen het verst zwem men f Dit was voor hen een prikkel, waarvan de uitkomst bgna voor beiden noodlottig zou worden. De kamp begon, en spoedig waren zg zoo ver ran de kust en buiten den bankdat zg in de felle stroom geraakten en daarna ho- pelooze pogingen deden om terug te keeren. Op dat punt ran het strand zijn de bezoekers gewoonlijk zeldzaam. De vader van een der knapen, A. Elout, die lichtwachter is op het Se torentje, zag het gevaar, tcaarin de jongens zich bevonden. Voor den beangstigden man was het 't werk van een oogenblik, om nabij de plaats te komen waar zg worstelden. Hij kwam nog tijdig om gelukkig één te redden: deze kon hij nog in bewusteloozen staat aan wal brengen, maar de andere, zijn zoon, zag hg in de diepte wegzinken; eenige oogenblikken later gaf de zee slechts het lijk aan de be droefde ouders weer. Nu de zomer schijnt ingetreden en de lust tot baden daardoor is opgewekt, moge dit droevig geval een ernstige les zijn ouders, om wakend te zijn als hun zonen een tochtje langs het strand maken om te zwemmen" of op „bloote pootjes" te gaan. „Het Kind", veertiendaags blad voor ouders en opvoeders, nummer van 15 Juni 1940. Uitgave C. A. Spin Zn. N.V., Amsteradm. A. C. B. B. schrijft een aardig gedicht „Flirt", waarna A. Hallema het slot levert van zijn artikel „Anderhalve eeuw doofstom menonderwijs te Groningen". In de medische rubriek stelt de kinderarts A. M. E. Beer- nink Trip de vraag: „Moeten wij onze kinde ren tegen typhus laten inenten?" Tenslotte moge nog vermeld worden de bijdrage „Jeugd in de Herberg" van de hand van „Herberg- vade". Een actueel en interessant nummer. „Houtvuren" In verband met het feit, dat door het gemis aan petroleum duizenden kampeerders dezen zomer op houtvuren zullen moeten koken, heeft de A.N.W.B. thans een boekje uitgegeven on der bovenstaande titel. De bekende publicist op kampeergebied, Ton Koot, vertelt hierin op prettige wijze hoe men ook onder de meest ongunstige omstandigheden een kookvuur moet aanmaken en onderhouden. Zijn betoog wordt nog verduidelijkt door vele illustraties. Indien alle kookvuren voortaan op de in dit boekje omschreven wijze worden aangelegd zal er geen sprake zijn van rookerig eten, dat bo vendien half gaar js. Nog belangrijker dan dit ontegenzeggelijk toch groote voordeel is echter, dat de kans op bosch- of heidebranden in dat geval zeker niet grooter zal zijn dan ten tijde van den primus en andere petroleum-gastoe- stellen. Om deze reden alleen al wenschen wfl dit boekje in handen van alle kampeerders. Dat ook de A.N.W.B. het belang hiervan inzag en het boekje voor 20 ct. beschikbaar stelde ook voor niet-leden van den Bond stemt tot vol doening. overal langs de wegen en langs de roode dakpannen van de polderhuisjes gleden nog glimmende schitteringen van het stroomende water. Een paar vogels kwamen rillend onder die pannen vandaan en bibberden zich droog. Een hond kwam uit een hok en likte in het water, net als de koeien bij de sloot. Droog. Het was kostelijk, nu buiten te zijn. Groen, diep-groen had zich het groene gras gekleurd. Het loof der boomen hing te geuren in den avond als ware het de fijn ste specerij. En van het land af kwamen de zware odeuren van jong leven en frisch-be- regend groen. Een paar late zonnesprankels bleven ge vangen in het glas-in-lood van een dorps kerk en maakten dit tot laaiend goud en blinkend zilver. En dat goud en zilver weer kaatsten op hun beurt weer in de grachten en slooten, zoodat daar nog laat was een rijkdom van kleur en licht Regenavond De boeren uit den polder waren tevreden. Die stonden met hun pijpje in hun mond, en met de platte pet op de ongekamde haren, te kijken in hun deuren. Naar de velden die daar in rijke belofte lagen te dampen en te geuren. Zij wisten de waarde van dien regen. Zij wisten dat het goud geregend had. De menschen uit Den Helder, die verloren hadden met dammen, kienen mieze-mouzen en slecht tegen hun verlies konden, waren boos naar bed getogen. Er was ook altijd wat in zoo'n polder... Wjj stedelingen... wkt weten wij van den regen Wit weten wij van het hemelwater, dat God's handen zelf over de akkers en de weiden en landen doet vloeien...? Wat weten wij van den regen, zonder wien de boer niet kan leven en zonder wien het land streft? Nee, wij weten dat niet en zullen dat nooit weten ook. En hier ligt de scheidslijn tusschen land man en stadsmensch. Een scheidslijn, die niet overschreden wordt. De zon is pas weer weggezonken. En licht nog even scheidend na. Als ik. bedenkend heel veel vragen. Langs 't kleine, smalle laantje ga. 'k Bepeins 't raadsel van 't leven. Hetgeen dat komt en weer vergaat, 't Klein geluk, zoo ras verslagen, 't Groote leed. dat wonden slaat Ik peins, maar weet geen woord te vinden. Mijn hart kan niet de spraak verstaan Die 't al mij spreekt in 't bloeiend leven Die zwijgt in t stervend ondergaan Zoo zonk de zon. zoo is gekomen Het winnend donker om mij heen Zoo was ik met mijn bange vragen In twijfel en in vrees alleen. Maar wat heeft toen mijn oog bewogen. Te zien naar boven waar heen ver.... En boven 't aardsche duister straalde De milde glimlach van een ster? Een ster die zacht den nacht verguldde Toen 't gouden zonlicht nederzonk. Een ster die klein en nederig diende Een ster die licht, die liefde schonk Ik heb toen even in dat laantje In diep beschouwen stil gestaan Ik zag die kleine ster daar boven Vanaf die donkere aarde aan En 't„was als of ik toen heel even Een zachte boodschap heb gehoord „Zet mensch, waar. wie gij ook moogt wezen. „Uw pelgrimstocht blijmoedig voort!" „Al is het op de aarde donker, Al dreigt en kwelt het altijd weer. „Toch valt er steeds een hemelstraaltje „O, mensch, ook op Uw kruisweg neer!" H. H. DE NOODCOLLECTIE IN DE NEDER LANDSCHE HERVORMDE KERK. Naar de secretaris van de algemeene syno dale commissie der Nederlandsche Hervormde kerk, ds. K. H. E. Gravemeijer in het week blad van de Nederlandsche Hervormde kerk mededeelt, heeft hel totaal der binnengekomen gelden van de noodcollectie voor de getroffen gemeenten reeds het bedrag van bijna honderd duizend gulden bereikt. KERKELIJKE RONDBLIK NU. Onder dit opschrift stond in ,jHet Vaderland" een artikel van ds. J. J. M. Na een kort histo risch overzicht, geeft schrijver een beschouwing over het standpunt, dat de kerkelijke bladen van verschillende richtingen innemen tegenover de droeve gebeurtenissen en onheilen in ons land tijdens de oorlogsdagen voorgevallen. Het slot van dit artikel nemen wij hier over. ,jZoo klinken de woorden van bemoediging en troost, schoonste en innigste werk van de kerk. Wij hebben geweend met de weenenden, die hun mannen, zonen en verloofden niet zien terugkeeren uit den strijd. Wij zijn ook blij ge weest met de blijden en dat waren de meesten die hun jongens ongedeerd terug ontvingen. Wij hebben ook een zucht geslaakt en een bede óp- gezonden voor al die andere gevallenen, in an dere uniformen gekleed en met een andere spraak. Zij hebben ook moeders en vrouwen en kinderen, die om hen schreien. Het leed verbroedert en brengt de menschen tot elkaar. Hoe het verder gaan zal met ons werk, wij bedoelen hier in het bijzonder het vrijzinnig Christelijk jeugdwerk en dat op sociaal gebied, is nog een open vraag. Onze centrale commis sie moest haar vergadering uitstellen wegens ongunstigen treinenloop. Maar onze tehuizen van ,JIaar Buiten", voor onze Zondagsschool kinderen, de vacantieverblgven voor vermoeide vrouwen, onze jeugd- en studentenconferenties, ons zendingswerk voor Batoe in Indië en Schweitzer in Lambarene, ons' internationaal verbindingswerk Nederland was daarvoor het door Amerika gekozen middelpunt het oecumenisch streven f Wat zal er van deze dingen komen* Laat ons al deze dingen rustig onder de oogen zien en ons bezinnen wat wij er van kun nen maken, redden, vervolgen, in stand houden. Als het web van de spin is verscheurd, begint zij getroost van voren af aan. Waar wij helpen, heelen, troostenverlichten kunnen, daar ligt onze taak. Wat deze tijd van overstelpende gebeurtenis sen, van gruwelijke verwoestingen en vernieti ging ons leert: deze wereld gaat voorbij. En: wjj hebben hier geen blijvende stad, maar zoe ken de toekomende. Juist als ,JIabylon en Lon den" verdwenen zijn (A. Roland Holst) zal een nieuwe geestelijke wereld op andere grondsla gen worden opgebouwd. ,J)'aard wordt straks één", schreef Verwey voor het front van Ber- lage's beurs. Wij beleven de bloedige barens weeën waaruit een nieuwe toekomst geboren wordt. De kerk predikt, dat alles rust in 's Heeren hand. Boven wereldbestuurders en vorsten troont Hg, voor wien de volkeren als sprink hanen zijn. Niets geschiedt er buiten Zijn wil. Werelden en regeeringen kwamen en gingen. Hij is het onbewegelijk koninkrijk.' Dat geeft den mensch vastheid in het onzekere, licht in een donkeren tijd! komt onder duizenden oogen Ook Uw advertentie Heden (Donderdag) avond worden de repetities voortgezet en men rekent er stellig op, dat alle Heldersche zangers in Schagen zich naar het Noord-Hol- landsch Koffiehuis zullen begeven, ten einde aldaar te zingen. Tenslotte nog dit: het plan bestaat zoo spoedig mogelijk een uitvoering te geven, en wel ten bate van de getroffenen in Den Helder. Behalve van het „Mannenkoor" is ook van andere zijde medewerking toe gezegd, om een afwisselend programma samen te stellen. Nooit hebben wij geweten dat men bij de Spoorwegen met zóóveel variatie reizen kon. Nooit hebben wij geweten dat men, na het koopen van een gewoon derde-klas kaartje, op zoovele verschillende manieren de reis kon ondernemen. In de afgeloopen maand reisden wij in ge wone derdeklas-wagons zittende; hetzelfde deden wij staande, en hangende. Wij reisden in tweedeklas-wagons als de derde vol waren en in eerste klas wagons in het geval de tweede tot barstens-toe opge propt zaten. Wij reisden, het verhaal wordt eentonig, reeds in goederenwagens. En nog dragen wij de ontvellingen met ons van het ingedrukt staan tusschen kinderwagens, fietsen en mo- tor-onderdeelen. Maar... wie zou er in deze tijden op zulke kleinigheden letten Gisteravond evenwel stonden wij voor het feit dat alle derde, tweede en eerste klas compartimenten vol waren. In de goederen wagens was geen plaats meer, zoodat al leen nog overschoten de locomotief en de postwagen. Het werd de postwagen. Ineens zaten we er met z'n dertigen in; in een lange kar, licht-grijs geschilderd, voor zien van hanglampen, en met langs de wan den eindelooze rijen aangebouwde kastjes en zakken. De Amsterdamsche PTT-ambtenaar keek aanvankelijk lichtelijk ontsteld, toen hij daar 29 mannen en een jongedame zag binnen vallen, maar aangezien ook deze man ten slotte al zooveel heeft meegemaakt, dat hij zich over niets meer verwondert, nam hij 't van den lakonieken kant op en het eenige wat hij deed was zijn ongesorteerde post in veiligheid brengen. Zoo reisden we naar Anna Paulowna, naar Oudesluis, naar Schagen en Alkmaar. Wjj, dat wil zeggen, de eenige juffrouw, waar iedereen naar keek, de directeur van de Nutsspaarbank, die van de Rotterdamsche Bank, een bekend bottelier, een koppel pro curatiehouders, een sectie rijks-ambtenaren, een dozijn middenstanders, een sortiment post- bestellers en Uw dienstwillige dienaar. Zoo schommelden we voort, van dorp tot dorp In den postwagen. Wij zaten en lagen over de banken, waar op in normale omstandigheden de poststuk ken worden uitgespreid en we lieten ons voorlichten over de techniek van zoo'n post wagen. Het was er warm en heet, maar geen ster veling die er een aanmerking op maakte. We deinden in dien wagen, als bevoeren we een logger op de „Pannekoek" en als de trein stopte vielen we gezamenlijk tegen el kander aan (met uitzondering van oen PTT- man, die postwagen-beenen bezat). Zoo kwamen wij aan, ieder op zijn eigen dorp, de 29 mannen en de jongedame. Het was ons goed bevallen en voortaan zullen we bij voorkeur PTT-wagens enteren als we Den Helder verlaten. Of... is thans tóch de lokomotief aan de beurt (of de bunker...???). De toekomst zal het leeren! Geslaagd te Enschede voor 't eind examen Hoogere Textielschool onze stad genoot, de heer G. Koning. Uit het politie-rapport FIETSEN VERDWENEN. De brieven en briefkaarten naar Ned. Oost-Indië zijn onderworpen aan het ge wone internationale tarief, d.w.z.: brieven t.ejn. 20 gr. 12% cent, daar boven T% cent per 20 gr.; briefkaarten T% cent. Verzending per luchtpost. Voor de verzending van niet-aangeteekeride brieven en briefkaarten (geen geillustreerde briefkaarten en ansichtkaarten) kan gebruik worden gemaakt van den Clipperdienst Lissa bon—New-York en den Italiaanschen lucht- dienst RomeRio de Janeiro. Met den Clipperdienst kan verzending plaats vinden naar de Vereenigde Staten van Amerika, Mexico, de Azoren, Hawai en den Philippijn- schen Statenbond. De verzending vindt plaats 2 X Per week (op Woensdag en Zaterdag) via Duitschland, terwijl de Clipperdienst 3 X per week van Lissabon vertrekt. Omtrent de aan sluiting op een bepaalde vlucht zijn geen ge gevens voorhanden. Dezer dagen vierde de heer Tillema zijn jubileum, waarover wij reeds eerder" in ons blad schreven. Zooals men weet, is de jubilaris de kundige samensteller van de veel- en graag gelezen „Indische Hoekjes". De heer Tillema schrijft ons het volgende: Ik wandelde als gewoonlijk tegen acht uur 's ochtends met Hans, onzen trouwen waak hond, den Parkweg op en neer om den post bode op te vangen, die mij geregeld het eerste werk voor den ochtend brengt: kranten met de Indische Hoekjes. Op den hoek der straat zag ik hem al op de fiets aankomen. Hij stap te af, wenschte mij geluk met mijn zeventig sten verjaardag, waarbij hij mij tevens een ongewoon dik pak poststukken overhandigde, dat naast kranten gelukwenschen bleek te bevatten. Dat was het begin van mijn ver jaardag, dien ik acht jaar geleden in het diep ste binnenland van Borneo herdacht. Om een uur of negen riep mijn vrouw me uit de studeerkamer met de woorden: „Nu moet je eens zien, waar moet ik dit geweldige bloemstuk plaatsen, zóó, dat het goed tot zijn recht komt". Breede linten in de vaderland- sche kleuren droegen den naam: „Kon. Ver. Oost en West". Die verrassing hadden wrj niet verwacht. Immers, wij wenschten van dien dag alleen een familiedag te maken. Des te hooger stelden wjj dus prijs op deze verrassing. De bel klinkt. Ik doe open en zie voor mij don diep ontroerden vader met wien ik jaren geleden een heerlijke reis door Midden-Celebese had gemaakt, weken vol zonneschijn. Wij drukten elkaar de hand, als vaders begrepen Uit 't Buitenveld Het is een haast onzegbaar schoone zo mer, en waar zou hij schooner zijn dan juist in den polder? Hoe jammer is het daarom dat zoo wei nigen in staat zijn hem te genieten. Hem te beleven zooals een mensch deze weinige zo mermaanden moet beleven, wil hij genoeg levenskracht en optimisme in zich absor- beeren voor den komenden winter. Niet velen zien de onmetelijke mildheid van de natuur, die zij ons schonk in deze dagen; slechts wei nigen, heel weinigen, kunnen zich afstem men op een sfeer van waarachtige zomer- genieting. Na "de vele dagen van louter zon en louter blauwe luchten kwam van de week toch de regen. Hij was er ineens. Ineens sloeg de hemel toe, en waar zich eerst een oneindig blauw veld spande van horizon tot horizon, daar aanschouwde het oog des polderings nu plot seling een verzameling oude grijze dwijlen, bonte schorten en afgedragen sluiers. Een lucht, zóó grijs en zóó grauw, dat het om te huilen was. Wolken, dik en log, traag en vormloos, dreven voort. Over de vette, groe nende polders, die in eeuwige vruchtbaarheid ternederliggen trok deze grijze lappendeken en iedereen wist, dat het zou gaan regenen. Het ging ook regenen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1940 | | pagina 5