Geen modder op eigen land NIPPER EN PELLE Bedrijfsautohouders hebben het zwaar Het lokkende Een deugdelijk fietsslot Radioprogramma FEUILLETON Naar het Engelsch van: OTTWELL DAVIS Enge'sche vliegtuigen boven Amsterdam een fier nederland in DE NIEUWE grOOTE economische GEMEENSCHAP De wereld van vandaag eischt inschake ling van het individu in den Staat en van den Staat in 'n grootere georganiseerde eco nomische eenheid. De oude methode, waar in het volkswelzijn werd gediend, in een kleine staatkundige eenheid, is niet meer bruikbaar. De stroom der tijden heeft, zoo „iet vele landsgrenzen, dan toch in elk ge val vele economische grenzen weggespoeld en het ideaal van een Vereenigd Europa, zij het dan misschien niet op de wijze gevormd zoo als velen zich dat dachten, teekent zich steeds duidelijker af. Hoe tenslotte deze oorlog moge eindigen, het oude komt niet meer terug en de zeker heid, dat ons volk zal worden opgenomen in geweldig groote organisch opgebouwde sta- ten-eenheden, moet ons doen begrijpen, dat .wij, Nederlanders, daarin niet kunnen blij ven staan als een staatkundig verdeelde na tie, doch dat-het welzijn van ons volk en ons vaderland eischt, dat wij een krachtige een heid vormen, opdat wij de cultuur onzer va deren kunnen dienstbaar maken aan de nieuwe Europeesche gemeenschap. Dat in ons land een wedloop is begonnen om macht en invloed in de komende nieuwe Nederlandsche staat, is menschelijk en be grijpelijk. Minder te begrijpen is het, dat in de concurrentiestrijd tusschen hen die lei den willen, het oude verguisd wordt en het wordt voorgesteld alsof het in Nederland een janboel was en ons volk dreigde onder te gaan aan corruptie en uitbuiting. Men ontziet zich daarbij niet om'voortdu rend met modder te gooien naar het eigen Nederlandsche volk, dat immers zelf aan den ouden staatsvorm medewerkte, doch dat ondanks de tekortkomingen welke deze staatsvorm ongetwijfefld aankleefden, toch groote, zelfs zeer groote dingen tot stand bracht. Haalt men het oude met moedwil neer om zelf thans in het nieuwe zoo hoog mogelijk te kunnen stijgen in de oogen van hen, die deze truc niet doorzien? Wij vinden in de A.-R. „Rotterdammer" een artikel, dat grondig met dit soort pro paganda afrekent. Wij ontleenen daaraan het volgende: Zonderling optreden is dat van der gelijke lieden, die in woord en ge schrift zoo den indruk wekken alsof het in Nederland een bende was, zonder orde of regelmaat, zonder discipline, zonder moraal. Alsof elk politicus een zelfzuchtig wezen was, die alleen zichzelf of zijn kliek zocht, alsof elke vakorganisatiebestuurder een „bons" van de ergste soort was, die de arbeiders geknecht en gekne veld hield om zichzelf vol te zuigen met hun bloed en alsof de men- schen die zich aan allerlei vereeni- ginsarbeid gaven, domme en stomp zinnige wezens waren, die slechts dienden tot stemvee van de groote partijen, die de lakens uitdeelden tot heil en nut van de volks(mis)- leiders en niet tot heil des volks. Het is merkwaardig om te zien hoe- velen uit het lood geslagen zijn, en nu plotseling geen goede vrucht aan den Nederlandschen stam meer kun nen ontdekken, maar alleen worm steek en afval kunnen bespeuren. Misschien zijn er onder, die denken met zulk een houding een wit voet- HOOFDSTUK I. De geheimzinnige hand. Als een schaduw scheen iets te zweven door de donkere hall en zich in het denker op te lossen. Was het iets werkelijks, iets tastbaars, of was het slechts spel van ver beelding? Zoo omstreeks half vijf, als het licht nog niet ontstoken is, is alles zoo vol geheimzinnigheid, vooral in een oud huis als Maldon Grange, de woning van Samuel Flower, den rijken reeder, Zoo dacht Beatrice Galloway er ook over, en weldra lachte ze om haar eigen angst. Ongetwijfeld was het niets anders dan verbeelding, en toch had ze den indruk gehad dat er een levend wezen rakelings langs haar heen was gegleden en verdwenen achter de varens en palmen in de serre. Wat dwaas van mij, mompelde ze, er kan toch niemand hier zijn. Op dit moment kwam een bediende binnen en stak het electrische licht aan. De span ning werd verbroken en Betarice Galloway s vrees verdween volkomen. Het heldere licht scheen vroolijk op de prachtige dingen, di Mr. Flower op Maldon Grange had bijeen gegaard. Niets was nagelaten om van het groote huis een tot in de puntjes verzorgd en volmaakt milieu te maken. Niet omdat kunst of schoonheid een levensbehoefte voor Samuel Flower waren, doch uisluitend om niet zijn rijkdom te kunnen geuren. Niets in het groote huis was gekocht uit eigen aandrift of naar eigen smaak. Met zijn chèqueboek in de hand was hij naar een bekenden sierkunstenaar gegaan en had dezen voor de inrichting van zijn woning carte-blanche gegeven. En de kunstenaar had zich met zooveel ilefde en kunstzin van je te halen. Zij begrijpen niet in hun kortzichtigheid, dat de burgerlijke en de militaire bezettingsautoriteiten natuurlijk menschenkennis genoeg bezitten om dit direct „door" te heb ben, en dat ze aanstonds begrijpen, dat iemand, die zijn eigen land zoo zeer verguist en verachtelijk maakt, evenmin oog kan hebben voor de ide alen van een ander land. ,e £ansch anders toch is de wer kelijkheid. De sociale maatregelen in ons land stonden aan de spits en mogen ten v ooi-beeld gesteld worden aan vele andere volkeren ter wereld. Op het gebied van de staatsdiensten was in ons land alles perfect in orde. Er was geen dienst, die stagneerde of niet goed functionneerde. De Spoor en de Post, zoowel als in het alge meen het geldwezen werden uitne mend geleid. Maar ook op het terrein van de land- en tuinbouw en de veeteelt, van de industrie en den handel stond Nederland vooraan in zeer veel opzichten. Dit is mede te danken aan de organisaties van on dernemers en arbeiders, van boeren en middenstanders. Juist de verschei denheid, die in dit opzicht werd aan getroffen, bracht mede een verhoogde activiteit, hetgeen aan het geheel ten goede kwam. De groote werken, door ons land ondernomen, leggen er ge tuigenis van af, hoeveel er gepres teerd werd. Houdt steeds in gedachtenis, gaat het blad voort' dat Nederland zijn volkswelvaart wist op te voeren tot het peil, dat bereikt werd en dat de bewondering afdwong over de grenzen. Houdt in gedachtenis, dat op het ter rein van wetenschap en cultuur wei nig volkeren ter werqjd zoover geko men zijn als het onze; dat met be trekking tot ontdekkingen en uit vindingen als op het terrein van de techniek onze natie ontzaglijk veel gepresteerd heeft. Houdt in gedachtenis, dat als kolo- niseerende mogendheid ons land ten voorbeeld gesteld kon worden aan alle andere naties, die koloniën bezit ten, omdat in onze overzeesche ge westen rust en orde, vrede en wel vaart heerschten.. Omdat alle menschenwerk met ge brek en zonde besmet is, kleefden er natuurlijk ook aan ons volk fouten. Doch dit is ook het geval in de ove rige landen. Een volmaakte men- schensamenleving is beneden niet te verwachten. Maar die fouten wa ren in geen enkel opzicht zoo in het oog loopend, dat gesproken moest worden van een „rotte plek", van een „kanker" of dei-gelijke krachttermen meer. Nederlanders,, blijft fier op wat uw eigen volk gepresteerd heeft en ver zet u tegen redeneeringen als hierbo ven opgesomd en gewraakt. Wij wil len fier op wat bereikt werd, zoeken naar nieuwe wegen in den nieuwen tijd, omdat we altijd een vooruitstre vend volk geweest zijn. Maar we pas sen ervoor om ons volk te zien uit maken voor een volk van achterlijke wezens. Als nieuwe vormen gevonden moeten worden, dan kunnen we dat. Als nieuwe verhoudingen tot stand gebracht dienen te worden, dan kun nen we dat ook. Noodig is alleen, dat niet overhaast wordt. De aard van de Nederlanders is nu eenmaal bedacht zamer, maar als daarmee rekening gehouden wordt, dan komt het in or de. En dan weer op zoo n wijze, dat ze de bewondering afdwingt van wie het resultaat aanschouwen. De „Rotterdammer" slaat hier den spijker precies op den kop. Ons volk kan met opge heven hoofd, fier en vol waardigheid, de ko mende economische volkerengemeenschap binnentreden. Het zal daar als een der hoog ste cultuurvolkeren zeker geen droevig fi guur slaan en zij die thans op de oude toe standen afgeven, dienen te bedenken, dat die gegroeid zijn uit den eeuwenouden strijd on zer voorvaderen, die Hollands vlag steeds hoog hielden Ons volk is verstandig genoeg om de fou ten van het oude en het goede van het nieu we te zien. Dat het echter met zekere be dachtzaamheid de nieuwe paden betreedt, spruit voort uit onze volksaard, die niet spoe dig achter al wat nieuw is aanloopt. Een voordeel van deze mentaliteit is ech ter, dat, als de keus eenmaal gemaakt is, er weinig volkeren zullen worden gevonden, die met grooter hardnekkigheid en trouw het ENORME MOELIJKHEDEN DOOR DE BENZINEBEPERKING. We hebben in den loop van den tijd mede- deeling gedaan van de moeilijkheden, die werden ondervonden bij de coördineering van het melkvervoer naar de fabrieken en van het beurtvaartverkeer. Voor zoover ons bekend, is men bij het melkvervoer nog steeds niet tot een volkomen bevredigende regeling kunnen komen, terwijl het beurt vaartverkeer thans redelijk goed geregeld is. Een andere branche wordt gevormd door de houders van bedrijfsauto's. Waarschijn lijk' vormen de leden van deze categorie op het oogenblik verreweg de grootste groep van benzineverbruikers en men behoeft zich er dan ook niet over te verwonderen, dat degenen, die hier met de regeling zijn be last, te kampen hebben met een ware over daad van moeilijkheden. Hoe omvangrijk hier het werk is, zal men kunnen beseffen, wanneer, men weet. dat aldus werd ons door een lid van de betreffende adviescommissie medegedeeld het aantal aanvragen over de maand Juli niet minder dan 19.000 had bedragen, waarvan er circa 14.000 waren toegewezen. Het bureau, dat hier regelend optreedt, zag zijn bureau in zeer korten tijd stijgen van 7 man tot 83, wat niet wegneemt, dat zoo iets is steeds het geval bij organisaties die als het ware uit den grond worden ge stampt men er van overtuigd is, dat. niettegenstaande alle moeite onjuistheden worden begaan. Zoo is het voorgekomen, dat door twee verschillende personen op één auto benzine is aangevraagd, terwijl men er ook van op de hoogte is, dat door enkelen handel wordt gedreven in bonnen. Het is hier wellicht de plaats er op te wij zen. dat degenen, die zich aan soortgelijke practijken schuldig maken, gevaar loopen in ernstige moeilijkheden te zullen worden gewikkeld. Daarnaast echter is men er te bevoegder plaatse van overtuigd, dat de organisatie spoedig zoodanig zal zijn. dat iets dergelijks niet meer zal kunnen voor komen. Overigens staat men voor een legio aan tal gevallen, die doen denken aan de mis standen, welke bij met melkvervoer naar de fabrieken werden gevonden. Bakkers, die klanten beleveren op 10 K M. afstand, melk- slijters, die tweemaal daags hun melk ha len van een bedrijf, dat evenver weg is ge legen. Er zijn tuinders, die men had willen buitensluiten, omdat hun bedrijf betrekke lijk dicht bij een veiling lag. Bij onderzoek 'bleek dan echter soms, dat de weg voor paard en wagen niet te berijden was, ter wijl ook de groote onkosten, verbonden aan de aanschaffing van paardentractie een rol spelen. Zoo staat men voor een enorme massa moeilijkheden, wat overigens, bij het ge noemde aantal aanvragen geen verwonde ring zal baren. In verband met een en an der heeft de adviescommissie, niettegen staande ze onophoudelijk vergadert, zich nog slechts kunnen bezighouden met gevallen, waarhij de betrokkene in beroep ging. Maar er wordt hard gewerkt. En zoo hoopt men ook hier aanstonds een drage lijke regeling in het leven te kunnen roe pen. Een regeling, waarbij de billijkheid in zoo hoog mogelijke mate wordt betracht. Opnieuw zijn in den vroegen nacht En- gelsche vliegtuigen boven de hoofdstad ver schenen. In het nachtelijk duister hebben zij drie bommen uitgeworpen, welke p,chter noch materieele schade, noch persoonlijk letsel hebben veroorzaakt. De bommen zijn allen neergekomen op een weiland in den Blauwpolder van den Broekermeerpolder, benoorden Amsterdam. gevonden ideaal zullen najagen. Modder gooien op dat wat was is daarom in het geheel niet noodig. Ons volk zal de nieuwe paden wel weten te vinden, maar dan zonder zijn gevoel van eigenwaarde te hebben verloren. I. ..Zeg Moeder, Nipper en ik willen met onze woonark een tocht om de wereld maken. Daar hebt U toch geen be zwaar tegen, hè?" „Neen. verdwijn maar. Ik hoop, dat je een paar luipaardenvellen en een slangenhuid mee naar huis brengt. Ver geet niet je tandenbor stel en een schoon hemd mee te nemen!" II. „Zo, dan lichten we het anker! Alle hens aan dek! Alle zeilen bijzet ten! Hup-tweeHup- twee! Nu duurt het drie weken voor we elkaar, wederzien!" Den vorigen nacht werd in de Reguliers dwarsstraat te Amsterdam de aandacht van een surveilleerend agent van politie getrok ken door een man, die in de diepe duister nis zijn weg zocht met aan de hand een vrij nieuw heerenrijwiel. Op zichzelf is dit niet zoo uitzonderlijk, doch het feit, dat het rij wiel nog op slot was. en dat zoodoende de man zijn volle aandacht noodig had bij het transport van dit verkeersmiddel, verwekte de achtei docht van den ordebewaarder. De ongeveer 37-jarige man werd aangehouden en bij nader onderzoek bleek, dat hij zich het rijwiel wederrechtelijk op liet Thorbecke- plein had toegeëigend. De rechtmatige eige naar heeft zijn rijwiel in ontvangst kunnen nemen en zal met dankbaarheid zijn fiets slot gedenken, dat het den dief te moeilijl^ maakte. ZATERDAG 3 AUGUSTUS 1940. Jaarsveld, 414,4 m. AVRO-uitzending. 8.00 Berichten ANP, gramofoonmuziek. 10.0 Morgenwijding. 10.15 Gramofoonmuziek. 10.30 „Mijn wonderplant", causerie. 10.35 Secco en zijn ensemble. (11.0011.20 Voor de vrouw). 12.00 Omroeporkest (opn.). 12.45 Berichten ANP, gramofoonmuziek. 1.00 AVRO-Musette-Ensemble. 1.30 De Capo-orkest. 2.00 Zang en piano. 2.30 De Vagebonden, solisten en declamatie. 4.00 Disco-causerie. 4.45 Mannenkoor „Mobilisatiekruis" en orgel spel. 5.15 Berichten ANP. 5.30 Gramofoonmuziek. 6 20 Omroeporkest en soliste (Opn.). 7 00 Vragen van den dag (ANP). 7.15 Berichten. 7.20 Gramofoonmuziek. zijn taak gekweten, dat Maldon Grange een bezienswaardigheid was geworden, die in de plaatselijke gidsen met lof vermeld werd. Maar dat nam niet weg, dat er menschen waren, die achter den rug van Samuel Flo wer vertelden, dat er niets was dat hem feitelijk interesseerde dan een schip, ten minste als het een onzeewaardig schip was, alleen nog maar geschikt om naar den kel der te gaan. Daarbij moest de schuit dan nog overdreven hoog verzekerd zijn! De Flowersteijn stond slecht aangeschreven, zoo wel in de City als bg de zeelieden. Men ont zag Flower niet alleen omdat hg machtig en rijk was, maar ook om zijn wraakzucht, die gevaarlijk was voor degenen, die hun meening niet voor zich hielden. Overigens was Flower een man, die gedurende vijf da gen van de week ingespannen en grimmig achter zijn lessenaar zat en alleen Zaterdag en Zondag op Maldon Grange doorbracht, waar zijn nicht Beatrice Galloway zijn huis houding bestuurde Beatrice hield veel van het huis. Ze had het zien groeien van een verweerd verval len kavalje tot een betooverenden droom van kunstzinnige schoonheid, maar boven alles hield zij van de groote serre. Eigenlijk was deze naan een te bescheiden aanduiding voor den schitterenden wintertuin, die bg de hall aangebouwd was, een wonder in mar mer en gebrand glas-in-lood. Hij was gevuld met de uitgezochtste tro pische gewassen en de orchideeën alleen ver tegenwoordigde een kapitaal. Aan het einde was de serre door een overdekt ter ras verbonden met den rozentuin. De tuin lag zoo beschut, dat er zelfs in het najaar, enkele bloemen stonden. De orchideeën hadden Beatrice's bijzondere 'iefde, en voor het grootste deel verzorgde zjj ze zelf. Ze was haar schrik al weer geheel ver geten en geheel vervuld van de bloemen rondom haar. Ze stond tusschen de rijke schoonheid van roode en gouden, witte en purperen bloemtrossen, die in weelderigen overdaad van de takken afhingen. Om op haar gemak van dien aanblik te genieten, zette ze zich in een stoel neer. De atmosfeer was warm en drukkend en er was iets bedwelmends in de geur der bloe men, ondanks haarzelf viel ze in haar ge- makkelijken stoel in slaap. En toch was er nog meer dan genoeg te doen! Mr. Flower zou een groot diner geven en er was een receptie bij verschillende notabelen in de omgeving in het vooruitzicht. Opeens ontwaakte zij met een schrik en een onrustig gevoel, alsof er iets geheimzin- nig-dreigends in de atmosfeer was, waaraan ze niet kon ontkomen. Het was een gewaar wording zooals zjj die nog nooit had onder vonden. Angstig keek ze rond en opeens werd haar aandacht getrokken door iets dat haar den schrik om het hart deed slaan. De deur die naar het terras leidde was. zoo als ze wist, gesloten. Het bovenste gedeelte van die deur was glas-in-lood uitgevoerd in een mozaïek patroon. En nu was een van die kleine paneeltjes ingedrukt en daardoor werd een hand zichtbaar, die bezig was naar de deurklink te tasten. De hand en de arm waren bloot en Beatrice zag dat ze mager, vuil en schraal waren. Aan de lange vingers met vuile nagels hing een lus, waarmee de indringer de klink trachtte te bereiken. Terwijl ze als gefascineerd keek naar die eigenaardig gekromde klauwhand, flitste het door haar hoofd dat dit in geen geval de hand van een blanke kon zjjn. Toen riep ze half werktuigelijk om hulp en de hand werd met een ruk weggetrokken. - De strik viel op den grond en bleef daar liggen. Beatrice's hulpgeroep klonk door het huis en een oogenblik later hoorde men haastige schreden. Het was Samuel Flower zelf, die de serre kwam binnenstormen en vroeg wat er aan de hand was. Toen Beatrice zijn stoere gestalte en grimmig uiterlijk zag, verdween haar angst. Wat is er? vroeg hij. Een hand, bracht Beatrice er hijgend uit. De hand van een man kwam door dat gat in de glazen deur en probeerde een lus over de klink te werpen. Het licht scheen precies op de deur en ik zag die hand heel duidelijk. Het zal de een of andere landlooper ge weest zijn, bromde Flower. Dat geloof ik niet. Ik ben er zeker van. dat het geen hand van een Engelschman was. Ik zou zeggen dat het de hand van een Hindoe of Chineesch moet geweest zijn, ze was zoo bruin en gerimpeld als de poot van een aap. Flower vloekte binnensmonds en het ont ging Beatrice niet dat er iets als vrees in de oogen van haar oom gekomen was. Wat heeft u? vroeg ze, zei ik iets wat u hinderde? Maar Flower luisterde al niet meer. Hij was de serre doorgeloopen en rukte de deur open. Beatrice hoorde zijn voetstappen op het terras. Dan meende ze stemmen te hoo- ren als in een woordenwisseling, daarna het geluid van brekend glas en den val van een zwaar lichaam. Ze had al haar moed noodig om er heen te gaan, maar ze ging. Ze rende door de gang, maar zag tot haar opluchting Flower terugkomen. Had u hem te pakken? riep ze gejaagd. Ik zag niets. Het kwam er hortend uit, alsof hij door een physieke schok getroffen was. Ik ben er zeker van dat er niets 7.30 Reportage. 8.00 Berichten ANP. 8.15 AVRO-Amusementsorkest, solisten, AVRO-Girls en de Song Singers (9.109.30 Gramofoonmuziek 10.00 VPRO: Avondwijding. 10.15—10.30 Berichten ANP, sluiting. Kootwijk, 1875 m. KRO-uitzending. 7.00 Berichten Duitsch. 7.15 Berichten Engelsch. 7.30 Wij beginnen den dag. 8.00 Berichten ANP. 8.15 Gramofoonmuziek. (11.1511.30 Berich ten Engelsch; 12.3012.45 Berichten Duitsch en 12.451.00 Berichten ANP). 2.00 Berichten Duitsch. 2.15 Gramofoonmuziek. 3.15 Berichten Engelsch. 3.30 Tweede acte van de opera „Turandot" (gr.pl.). 4.15 Gramofoonmuziek (5.00515 Berichten Duitsch en 5.155.30 Berichten ANP). 6.15 Berichten Engelsch. 6.30 Concert (Opn.) 7.00 Vragen van den dag (ANP). 7.15 Gramofoonmuziek. 7.20 De Meesterzangers en harpsoli (opn.). 8.00 Berichten Duitsch. 8.10 Berichten ANP. 8.30 Berichten Engelsch. 8.45 Gramofoonmuziek (9.159.30 Berichten Engelsch). 9.40 Wij sluiten den dag. 9.45 Gramofoonmuziek. 10.00 Berichten (Duitsch). 10.1510.30 Berichten ANP. 10.30—10.45; 11.15—1.30; 0.15—0.30 en 1.15— 1.30 Berichten Engelsch. was. Ik gleed uit en viel in een van de broei- ramen; ik heb mijn hand leelijk bezeerd. Kijk! Flower hield zijn rechterhand op, die he vig bloedde. Beatrice zag dat het een groote wond was. Oom, zei ze, daar moet direct voor gezorgd worden, dit ziet er gevaarlijk uit. Ik zal dadehjk iemand naar Oldborough sturen. Misschien zal dat wel het beste zijn, mompelde Flower dan is het klaar voor de gasten komen. Zeg maar dat de eerste de beste dokter die gelegenheid heeft, om da- delijk mee te gaan, komen moet. Zonder te antwoorden, ging Beatrice heen en liet Flower alleen. Daarop liep deze naar de buitendeur, sloot" die af en ging toen op denzelfden stoel zitten, waar Beatrice eenige oogenblikken geleden ingeslapen was. Toen kwam in zijn oogen weer die vreemde uit drukking, die Beatrice straks had opgemerkt. Zijn volle lippen trilden en zijn gezicht ver trok in angst. Hm, mompelde hg, er kunnen hier net zoo goed vreemde als Engelsche landloopers rondzwerven. HOOFDSTUK H. Een eindje koord. Wilfrid Mercer's bescheiden woning lag in High Street in Oldborough. Een naamplaat op de deur vermeldde zijn beroep als arts, maar hij had nog weinig meer gedaan dan zijn naam als zoodanig aan zijn medeburgers mee te. deelen. Het is moeilijk om in een oud stadje als Oldborough snel vooruit te komen. Hij had daar een kleine praktijk overgenomen en toen dit geschied was en hij zijn 'huis had ingericht, zou het hem moeite gekost hebben om nog vijftig pond bg elkaar te tooveren. Zooals bijna steeds het geval is, was de waar de van de praktijk overdreven. De man, van wien hij haar had overgenomen was niet bij zonder in trek geweest en verschillende van diens vroegere patiënten kozen een anderen dokter. Meneer had er dan ook veel spijt van dat hg zijn positie als scheepsdokter had op gegeven. Als het niet geweest was ter wille van zijn al ouder wordende moeder, die nu ^"huishouding bestuurde, dan zou hij waar schijnlijk de zee niet vaarwel hebben gezegd (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1940 | | pagina 7