Geen modder op
eigen land
NIPPER EN PELLE
Bedrijfsautohouders
hebben het zwaar
Het lokkende
Een deugdelijk fietsslot
Radioprogramma
FEUILLETON
Naar het Engelsch van:
OTTWELL DAVIS
Enge'sche vliegtuigen
boven Amsterdam
een fier nederland in DE NIEUWE
grOOTE economische GEMEENSCHAP
De wereld van vandaag eischt inschake
ling van het individu in den Staat en van
den Staat in 'n grootere georganiseerde eco
nomische eenheid. De oude methode, waar
in het volkswelzijn werd gediend, in een
kleine staatkundige eenheid, is niet meer
bruikbaar. De stroom der tijden heeft, zoo
„iet vele landsgrenzen, dan toch in elk ge
val vele economische grenzen weggespoeld en
het ideaal van een Vereenigd Europa, zij het
dan misschien niet op de wijze gevormd zoo
als velen zich dat dachten, teekent zich
steeds duidelijker af.
Hoe tenslotte deze oorlog moge eindigen,
het oude komt niet meer terug en de zeker
heid, dat ons volk zal worden opgenomen in
geweldig groote organisch opgebouwde sta-
ten-eenheden, moet ons doen begrijpen, dat
.wij, Nederlanders, daarin niet kunnen blij
ven staan als een staatkundig verdeelde na
tie, doch dat-het welzijn van ons volk en ons
vaderland eischt, dat wij een krachtige een
heid vormen, opdat wij de cultuur onzer va
deren kunnen dienstbaar maken aan de
nieuwe Europeesche gemeenschap.
Dat in ons land een wedloop is begonnen
om macht en invloed in de komende nieuwe
Nederlandsche staat, is menschelijk en be
grijpelijk. Minder te begrijpen is het, dat in
de concurrentiestrijd tusschen hen die lei
den willen, het oude verguisd wordt en het
wordt voorgesteld alsof het in Nederland een
janboel was en ons volk dreigde onder te
gaan aan corruptie en uitbuiting.
Men ontziet zich daarbij niet om'voortdu
rend met modder te gooien naar het eigen
Nederlandsche volk, dat immers zelf aan
den ouden staatsvorm medewerkte, doch dat
ondanks de tekortkomingen welke deze
staatsvorm ongetwijfefld aankleefden, toch
groote, zelfs zeer groote dingen tot stand
bracht.
Haalt men het oude met moedwil neer om
zelf thans in het nieuwe zoo hoog mogelijk
te kunnen stijgen in de oogen van hen, die
deze truc niet doorzien?
Wij vinden in de A.-R. „Rotterdammer"
een artikel, dat grondig met dit soort pro
paganda afrekent.
Wij ontleenen daaraan het volgende:
Zonderling optreden is dat van der
gelijke lieden, die in woord en ge
schrift zoo den indruk wekken alsof
het in Nederland een bende was,
zonder orde of regelmaat, zonder
discipline, zonder moraal. Alsof elk
politicus een zelfzuchtig wezen was,
die alleen zichzelf of zijn kliek zocht,
alsof elke vakorganisatiebestuurder
een „bons" van de ergste soort was,
die de arbeiders geknecht en gekne
veld hield om zichzelf vol te zuigen
met hun bloed en alsof de men-
schen die zich aan allerlei vereeni-
ginsarbeid gaven, domme en stomp
zinnige wezens waren, die slechts
dienden tot stemvee van de groote
partijen, die de lakens uitdeelden
tot heil en nut van de volks(mis)-
leiders en niet tot heil des volks.
Het is merkwaardig om te zien hoe-
velen uit het lood geslagen zijn, en
nu plotseling geen goede vrucht aan
den Nederlandschen stam meer kun
nen ontdekken, maar alleen worm
steek en afval kunnen bespeuren.
Misschien zijn er onder, die denken
met zulk een houding een wit voet-
HOOFDSTUK I.
De geheimzinnige hand.
Als een schaduw scheen iets te zweven
door de donkere hall en zich in het denker
op te lossen. Was het iets werkelijks, iets
tastbaars, of was het slechts spel van ver
beelding? Zoo omstreeks half vijf, als het
licht nog niet ontstoken is, is alles zoo vol
geheimzinnigheid, vooral in een oud huis als
Maldon Grange, de woning van Samuel
Flower, den rijken reeder, Zoo dacht Beatrice
Galloway er ook over, en weldra lachte ze
om haar eigen angst. Ongetwijfeld was het
niets anders dan verbeelding, en toch had ze
den indruk gehad dat er een levend wezen
rakelings langs haar heen was gegleden en
verdwenen achter de varens en palmen in
de serre.
Wat dwaas van mij, mompelde ze, er
kan toch niemand hier zijn.
Op dit moment kwam een bediende binnen
en stak het electrische licht aan. De span
ning werd verbroken en Betarice Galloway s
vrees verdween volkomen. Het heldere
licht scheen vroolijk op de prachtige dingen,
di Mr. Flower op Maldon Grange had bijeen
gegaard. Niets was nagelaten om van het
groote huis een tot in de puntjes verzorgd
en volmaakt milieu te maken. Niet omdat
kunst of schoonheid een levensbehoefte voor
Samuel Flower waren, doch uisluitend om
niet zijn rijkdom te kunnen geuren.
Niets in het groote huis was gekocht uit
eigen aandrift of naar eigen smaak. Met
zijn chèqueboek in de hand was hij naar
een bekenden sierkunstenaar gegaan en
had dezen voor de inrichting van zijn woning
carte-blanche gegeven. En de kunstenaar
had zich met zooveel ilefde en kunstzin van
je te halen. Zij begrijpen niet in hun
kortzichtigheid, dat de burgerlijke
en de militaire bezettingsautoriteiten
natuurlijk menschenkennis genoeg
bezitten om dit direct „door" te heb
ben, en dat ze aanstonds begrijpen,
dat iemand, die zijn eigen land zoo
zeer verguist en verachtelijk maakt,
evenmin oog kan hebben voor de ide
alen van een ander land.
,e £ansch anders toch is de wer
kelijkheid.
De sociale maatregelen in ons land
stonden aan de spits en mogen ten
v ooi-beeld gesteld worden aan vele
andere volkeren ter wereld. Op het
gebied van de staatsdiensten was in
ons land alles perfect in orde. Er
was geen dienst, die stagneerde of
niet goed functionneerde. De Spoor
en de Post, zoowel als in het alge
meen het geldwezen werden uitne
mend geleid. Maar ook op het terrein
van de land- en tuinbouw en de
veeteelt, van de industrie en den
handel stond Nederland vooraan in
zeer veel opzichten. Dit is mede te
danken aan de organisaties van on
dernemers en arbeiders, van boeren
en middenstanders. Juist de verschei
denheid, die in dit opzicht werd aan
getroffen, bracht mede een verhoogde
activiteit, hetgeen aan het geheel ten
goede kwam. De groote werken, door
ons land ondernomen, leggen er ge
tuigenis van af, hoeveel er gepres
teerd werd.
Houdt steeds in gedachtenis, gaat
het blad voort' dat Nederland
zijn volkswelvaart wist op te voeren
tot het peil, dat bereikt werd en dat
de bewondering afdwong over de
grenzen.
Houdt in gedachtenis, dat op het ter
rein van wetenschap en cultuur wei
nig volkeren ter werqjd zoover geko
men zijn als het onze; dat met be
trekking tot ontdekkingen en uit
vindingen als op het terrein van de
techniek onze natie ontzaglijk veel
gepresteerd heeft.
Houdt in gedachtenis, dat als kolo-
niseerende mogendheid ons land ten
voorbeeld gesteld kon worden aan
alle andere naties, die koloniën bezit
ten, omdat in onze overzeesche ge
westen rust en orde, vrede en wel
vaart heerschten..
Omdat alle menschenwerk met ge
brek en zonde besmet is, kleefden er
natuurlijk ook aan ons volk fouten.
Doch dit is ook het geval in de ove
rige landen. Een volmaakte men-
schensamenleving is beneden niet
te verwachten. Maar die fouten wa
ren in geen enkel opzicht zoo in het
oog loopend, dat gesproken moest
worden van een „rotte plek", van een
„kanker" of dei-gelijke krachttermen
meer.
Nederlanders,, blijft fier op wat uw
eigen volk gepresteerd heeft en ver
zet u tegen redeneeringen als hierbo
ven opgesomd en gewraakt. Wij wil
len fier op wat bereikt werd, zoeken
naar nieuwe wegen in den nieuwen
tijd, omdat we altijd een vooruitstre
vend volk geweest zijn. Maar we pas
sen ervoor om ons volk te zien uit
maken voor een volk van achterlijke
wezens. Als nieuwe vormen gevonden
moeten worden, dan kunnen we dat.
Als nieuwe verhoudingen tot stand
gebracht dienen te worden, dan kun
nen we dat ook. Noodig is alleen, dat
niet overhaast wordt. De aard van de
Nederlanders is nu eenmaal bedacht
zamer, maar als daarmee rekening
gehouden wordt, dan komt het in or
de. En dan weer op zoo n wijze, dat
ze de bewondering afdwingt van wie
het resultaat aanschouwen.
De „Rotterdammer" slaat hier den spijker
precies op den kop. Ons volk kan met opge
heven hoofd, fier en vol waardigheid, de ko
mende economische volkerengemeenschap
binnentreden. Het zal daar als een der hoog
ste cultuurvolkeren zeker geen droevig fi
guur slaan en zij die thans op de oude toe
standen afgeven, dienen te bedenken, dat die
gegroeid zijn uit den eeuwenouden strijd on
zer voorvaderen, die Hollands vlag steeds
hoog hielden
Ons volk is verstandig genoeg om de fou
ten van het oude en het goede van het nieu
we te zien. Dat het echter met zekere be
dachtzaamheid de nieuwe paden betreedt,
spruit voort uit onze volksaard, die niet spoe
dig achter al wat nieuw is aanloopt.
Een voordeel van deze mentaliteit is ech
ter, dat, als de keus eenmaal gemaakt is, er
weinig volkeren zullen worden gevonden,
die met grooter hardnekkigheid en trouw het
ENORME MOELIJKHEDEN DOOR
DE BENZINEBEPERKING.
We hebben in den loop van den tijd mede-
deeling gedaan van de moeilijkheden, die
werden ondervonden bij de coördineering
van het melkvervoer naar de fabrieken en
van het beurtvaartverkeer. Voor zoover ons
bekend, is men bij het melkvervoer nog
steeds niet tot een volkomen bevredigende
regeling kunnen komen, terwijl het beurt
vaartverkeer thans redelijk goed geregeld
is.
Een andere branche wordt gevormd door
de houders van bedrijfsauto's. Waarschijn
lijk' vormen de leden van deze categorie op
het oogenblik verreweg de grootste groep
van benzineverbruikers en men behoeft zich
er dan ook niet over te verwonderen, dat
degenen, die hier met de regeling zijn be
last, te kampen hebben met een ware over
daad van moeilijkheden.
Hoe omvangrijk hier het werk is, zal
men kunnen beseffen, wanneer, men weet.
dat aldus werd ons door een lid van de
betreffende adviescommissie medegedeeld
het aantal aanvragen over de maand
Juli niet minder dan 19.000 had bedragen,
waarvan er circa 14.000 waren toegewezen.
Het bureau, dat hier regelend optreedt, zag
zijn bureau in zeer korten tijd stijgen van
7 man tot 83, wat niet wegneemt, dat
zoo iets is steeds het geval bij organisaties
die als het ware uit den grond worden ge
stampt men er van overtuigd is, dat.
niettegenstaande alle moeite onjuistheden
worden begaan. Zoo is het voorgekomen,
dat door twee verschillende personen op één
auto benzine is aangevraagd, terwijl men er
ook van op de hoogte is, dat door enkelen
handel wordt gedreven in bonnen.
Het is hier wellicht de plaats er op te wij
zen. dat degenen, die zich aan soortgelijke
practijken schuldig maken, gevaar loopen
in ernstige moeilijkheden te zullen worden
gewikkeld. Daarnaast echter is men er te
bevoegder plaatse van overtuigd, dat de
organisatie spoedig zoodanig zal zijn. dat
iets dergelijks niet meer zal kunnen voor
komen.
Overigens staat men voor een legio aan
tal gevallen, die doen denken aan de mis
standen, welke bij met melkvervoer naar de
fabrieken werden gevonden. Bakkers, die
klanten beleveren op 10 K M. afstand, melk-
slijters, die tweemaal daags hun melk ha
len van een bedrijf, dat evenver weg is ge
legen. Er zijn tuinders, die men had willen
buitensluiten, omdat hun bedrijf betrekke
lijk dicht bij een veiling lag. Bij onderzoek
'bleek dan echter soms, dat de weg voor
paard en wagen niet te berijden was, ter
wijl ook de groote onkosten, verbonden aan
de aanschaffing van paardentractie een rol
spelen.
Zoo staat men voor een enorme massa
moeilijkheden, wat overigens, bij het ge
noemde aantal aanvragen geen verwonde
ring zal baren. In verband met een en an
der heeft de adviescommissie, niettegen
staande ze onophoudelijk vergadert, zich nog
slechts kunnen bezighouden met gevallen,
waarhij de betrokkene in beroep ging.
Maar er wordt hard gewerkt. En zoo
hoopt men ook hier aanstonds een drage
lijke regeling in het leven te kunnen roe
pen. Een regeling, waarbij de billijkheid
in zoo hoog mogelijke mate wordt betracht.
Opnieuw zijn in den vroegen nacht En-
gelsche vliegtuigen boven de hoofdstad ver
schenen. In het nachtelijk duister hebben
zij drie bommen uitgeworpen, welke p,chter
noch materieele schade, noch persoonlijk
letsel hebben veroorzaakt. De bommen zijn
allen neergekomen op een weiland in den
Blauwpolder van den Broekermeerpolder,
benoorden Amsterdam.
gevonden ideaal zullen najagen.
Modder gooien op dat wat was is daarom
in het geheel niet noodig.
Ons volk zal de nieuwe paden wel weten
te vinden, maar dan zonder zijn gevoel van
eigenwaarde te hebben verloren.
I. ..Zeg Moeder, Nipper
en ik willen met onze
woonark een tocht om
de wereld maken. Daar
hebt U toch geen be
zwaar tegen, hè?"
„Neen. verdwijn maar.
Ik hoop, dat je een
paar luipaardenvellen
en een slangenhuid mee
naar huis brengt. Ver
geet niet je tandenbor
stel en een schoon
hemd mee te nemen!"
II. „Zo, dan lichten we het
anker! Alle hens aan
dek! Alle zeilen bijzet
ten! Hup-tweeHup-
twee! Nu duurt het drie
weken voor we elkaar,
wederzien!"
Den vorigen nacht werd in de Reguliers
dwarsstraat te Amsterdam de aandacht van
een surveilleerend agent van politie getrok
ken door een man, die in de diepe duister
nis zijn weg zocht met aan de hand een vrij
nieuw heerenrijwiel. Op zichzelf is dit niet
zoo uitzonderlijk, doch het feit, dat het rij
wiel nog op slot was. en dat zoodoende de
man zijn volle aandacht noodig had bij het
transport van dit verkeersmiddel, verwekte
de achtei docht van den ordebewaarder. De
ongeveer 37-jarige man werd aangehouden
en bij nader onderzoek bleek, dat hij zich het
rijwiel wederrechtelijk op liet Thorbecke-
plein had toegeëigend. De rechtmatige eige
naar heeft zijn rijwiel in ontvangst kunnen
nemen en zal met dankbaarheid zijn fiets
slot gedenken, dat het den dief te moeilijl^
maakte.
ZATERDAG 3 AUGUSTUS 1940.
Jaarsveld, 414,4 m.
AVRO-uitzending.
8.00 Berichten ANP, gramofoonmuziek.
10.0 Morgenwijding.
10.15 Gramofoonmuziek.
10.30 „Mijn wonderplant", causerie.
10.35 Secco en zijn ensemble. (11.0011.20
Voor de vrouw).
12.00 Omroeporkest (opn.).
12.45 Berichten ANP, gramofoonmuziek.
1.00 AVRO-Musette-Ensemble.
1.30 De Capo-orkest.
2.00 Zang en piano.
2.30 De Vagebonden, solisten en declamatie.
4.00 Disco-causerie.
4.45 Mannenkoor „Mobilisatiekruis" en orgel
spel.
5.15 Berichten ANP.
5.30 Gramofoonmuziek.
6 20 Omroeporkest en soliste (Opn.).
7 00 Vragen van den dag (ANP).
7.15 Berichten.
7.20 Gramofoonmuziek.
zijn taak gekweten, dat Maldon Grange een
bezienswaardigheid was geworden, die in de
plaatselijke gidsen met lof vermeld werd.
Maar dat nam niet weg, dat er menschen
waren, die achter den rug van Samuel Flo
wer vertelden, dat er niets was dat hem
feitelijk interesseerde dan een schip, ten
minste als het een onzeewaardig schip was,
alleen nog maar geschikt om naar den kel
der te gaan. Daarbij moest de schuit dan
nog overdreven hoog verzekerd zijn! De
Flowersteijn stond slecht aangeschreven, zoo
wel in de City als bg de zeelieden. Men ont
zag Flower niet alleen omdat hg machtig
en rijk was, maar ook om zijn wraakzucht,
die gevaarlijk was voor degenen, die hun
meening niet voor zich hielden. Overigens
was Flower een man, die gedurende vijf da
gen van de week ingespannen en grimmig
achter zijn lessenaar zat en alleen Zaterdag
en Zondag op Maldon Grange doorbracht,
waar zijn nicht Beatrice Galloway zijn huis
houding bestuurde
Beatrice hield veel van het huis. Ze had
het zien groeien van een verweerd verval
len kavalje tot een betooverenden droom van
kunstzinnige schoonheid, maar boven alles
hield zij van de groote serre. Eigenlijk was
deze naan een te bescheiden aanduiding
voor den schitterenden wintertuin, die bg
de hall aangebouwd was, een wonder in mar
mer en gebrand glas-in-lood.
Hij was gevuld met de uitgezochtste tro
pische gewassen en de orchideeën alleen ver
tegenwoordigde een kapitaal. Aan het
einde was de serre door een overdekt ter
ras verbonden met den rozentuin. De tuin lag
zoo beschut, dat er zelfs in het najaar,
enkele bloemen stonden. De orchideeën
hadden Beatrice's bijzondere 'iefde, en voor
het grootste deel verzorgde zjj ze zelf.
Ze was haar schrik al weer geheel ver
geten en geheel vervuld van de bloemen
rondom haar. Ze stond tusschen de rijke
schoonheid van roode en gouden, witte en
purperen bloemtrossen, die in weelderigen
overdaad van de takken afhingen.
Om op haar gemak van dien aanblik te
genieten, zette ze zich in een stoel neer. De
atmosfeer was warm en drukkend en er
was iets bedwelmends in de geur der bloe
men, ondanks haarzelf viel ze in haar ge-
makkelijken stoel in slaap. En toch was er
nog meer dan genoeg te doen! Mr. Flower
zou een groot diner geven en er was een
receptie bij verschillende notabelen in de
omgeving in het vooruitzicht.
Opeens ontwaakte zij met een schrik en
een onrustig gevoel, alsof er iets geheimzin-
nig-dreigends in de atmosfeer was, waaraan
ze niet kon ontkomen. Het was een gewaar
wording zooals zjj die nog nooit had onder
vonden.
Angstig keek ze rond en opeens werd haar
aandacht getrokken door iets dat haar den
schrik om het hart deed slaan.
De deur die naar het terras leidde was. zoo
als ze wist, gesloten. Het bovenste gedeelte
van die deur was glas-in-lood uitgevoerd in
een mozaïek patroon. En nu was een van die
kleine paneeltjes ingedrukt en daardoor werd
een hand zichtbaar, die bezig was naar de
deurklink te tasten. De hand en de arm waren
bloot en Beatrice zag dat ze mager, vuil en
schraal waren. Aan de lange vingers met vuile
nagels hing een lus, waarmee de indringer de
klink trachtte te bereiken.
Terwijl ze als gefascineerd keek naar die
eigenaardig gekromde klauwhand, flitste het
door haar hoofd dat dit in geen geval de hand
van een blanke kon zjjn. Toen riep ze half
werktuigelijk om hulp en de hand werd met
een ruk weggetrokken. - De strik viel op den
grond en bleef daar liggen.
Beatrice's hulpgeroep klonk door het huis
en een oogenblik later hoorde men haastige
schreden. Het was Samuel Flower zelf, die de
serre kwam binnenstormen en vroeg wat er
aan de hand was. Toen Beatrice zijn stoere
gestalte en grimmig uiterlijk zag, verdween
haar angst.
Wat is er? vroeg hij.
Een hand, bracht Beatrice er hijgend uit.
De hand van een man kwam door dat gat
in de glazen deur en probeerde een lus over
de klink te werpen. Het licht scheen precies
op de deur en ik zag die hand heel duidelijk.
Het zal de een of andere landlooper ge
weest zijn, bromde Flower.
Dat geloof ik niet. Ik ben er zeker van.
dat het geen hand van een Engelschman was.
Ik zou zeggen dat het de hand van een Hindoe
of Chineesch moet geweest zijn, ze was zoo
bruin en gerimpeld als de poot van een aap.
Flower vloekte binnensmonds en het ont
ging Beatrice niet dat er iets als vrees in de
oogen van haar oom gekomen was.
Wat heeft u? vroeg ze, zei ik iets
wat u hinderde?
Maar Flower luisterde al niet meer. Hij
was de serre doorgeloopen en rukte de deur
open. Beatrice hoorde zijn voetstappen op
het terras. Dan meende ze stemmen te hoo-
ren als in een woordenwisseling, daarna het
geluid van brekend glas en den val van een
zwaar lichaam. Ze had al haar moed noodig
om er heen te gaan, maar ze ging. Ze rende
door de gang, maar zag tot haar opluchting
Flower terugkomen.
Had u hem te pakken? riep ze gejaagd.
Ik zag niets. Het kwam er hortend uit,
alsof hij door een physieke schok getroffen
was. Ik ben er zeker van dat er niets
7.30 Reportage.
8.00 Berichten ANP.
8.15 AVRO-Amusementsorkest, solisten,
AVRO-Girls en de Song Singers (9.109.30
Gramofoonmuziek
10.00 VPRO: Avondwijding.
10.15—10.30 Berichten ANP, sluiting.
Kootwijk, 1875 m.
KRO-uitzending.
7.00 Berichten Duitsch.
7.15 Berichten Engelsch.
7.30 Wij beginnen den dag.
8.00 Berichten ANP.
8.15 Gramofoonmuziek. (11.1511.30 Berich
ten Engelsch; 12.3012.45 Berichten Duitsch
en 12.451.00 Berichten ANP).
2.00 Berichten Duitsch.
2.15 Gramofoonmuziek.
3.15 Berichten Engelsch.
3.30 Tweede acte van de opera „Turandot"
(gr.pl.).
4.15 Gramofoonmuziek (5.00515 Berichten
Duitsch en 5.155.30 Berichten ANP).
6.15 Berichten Engelsch.
6.30 Concert (Opn.)
7.00 Vragen van den dag (ANP).
7.15 Gramofoonmuziek.
7.20 De Meesterzangers en harpsoli (opn.).
8.00 Berichten Duitsch.
8.10 Berichten ANP.
8.30 Berichten Engelsch.
8.45 Gramofoonmuziek (9.159.30 Berichten
Engelsch).
9.40 Wij sluiten den dag.
9.45 Gramofoonmuziek.
10.00 Berichten (Duitsch).
10.1510.30 Berichten ANP.
10.30—10.45; 11.15—1.30; 0.15—0.30 en 1.15—
1.30 Berichten Engelsch.
was. Ik gleed uit en viel in een van de broei-
ramen; ik heb mijn hand leelijk bezeerd. Kijk!
Flower hield zijn rechterhand op, die he
vig bloedde.
Beatrice zag dat het een groote wond was.
Oom, zei ze, daar moet direct voor
gezorgd worden, dit ziet er gevaarlijk uit.
Ik zal dadehjk iemand naar Oldborough
sturen.
Misschien zal dat wel het beste zijn,
mompelde Flower dan is het klaar voor
de gasten komen. Zeg maar dat de eerste
de beste dokter die gelegenheid heeft, om da-
delijk mee te gaan, komen moet.
Zonder te antwoorden, ging Beatrice heen
en liet Flower alleen. Daarop liep deze naar
de buitendeur, sloot" die af en ging toen op
denzelfden stoel zitten, waar Beatrice eenige
oogenblikken geleden ingeslapen was. Toen
kwam in zijn oogen weer die vreemde uit
drukking, die Beatrice straks had opgemerkt.
Zijn volle lippen trilden en zijn gezicht ver
trok in angst.
Hm, mompelde hg, er kunnen hier net
zoo goed vreemde als Engelsche landloopers
rondzwerven.
HOOFDSTUK H.
Een eindje koord.
Wilfrid Mercer's bescheiden woning lag in
High Street in Oldborough. Een naamplaat
op de deur vermeldde zijn beroep als arts,
maar hij had nog weinig meer gedaan dan
zijn naam als zoodanig aan zijn medeburgers
mee te. deelen. Het is moeilijk om in een oud
stadje als Oldborough snel vooruit te komen.
Hij had daar een kleine praktijk overgenomen
en toen dit geschied was en hij zijn 'huis had
ingericht, zou het hem moeite gekost hebben
om nog vijftig pond bg elkaar te tooveren.
Zooals bijna steeds het geval is, was de waar
de van de praktijk overdreven. De man, van
wien hij haar had overgenomen was niet bij
zonder in trek geweest en verschillende van
diens vroegere patiënten kozen een anderen
dokter. Meneer had er dan ook veel spijt van
dat hg zijn positie als scheepsdokter had op
gegeven. Als het niet geweest was ter wille
van zijn al ouder wordende moeder, die nu
^"huishouding bestuurde, dan zou hij waar
schijnlijk de zee niet vaarwel hebben gezegd
(Wordt vervolgd.)