Betalingsverkeer met
België hersteld
De nationale inzameling
DAGBLAD VOOR JEN HELDER EN HOLLANDS NOORDERKWARTIER
Mr. Linthorst Homan
Krachtiger volksleiding en
harde saamhoorigheid
dringend noodig
Tegen het persoonlijk
leiderschap
ALLES HEEFT
THANS WAARDE
99
33
VERDUBBELT HET VOLUME
BOTERRANTSOEN-
N.V. FABRIEK „DE BIJENKORF"
Zendtijdregeling blijft tot
15 September
KONINGSMAAT 7». DEN HEIDE». TiLffOON 50 (2 LIJNEN)
WOENSDAG
7 AUGUSTUS 194C
68e JAARG. No. 8996
Een zakje, voldoende om een kwart pond boter
het volume van een half pond te geven, kost 5 ct.
Berlijn finantieel centrum
van Europa
Ernstige val van de dao
heldersche courant
Uitgave der Ultg.-MJ). Hollands Noorderkwartier N.V. te Den Helder
Open en eerlijk
aan de nieuwe
taak
BEZETTENDE OVERHEID VER
STA ONZE STROEFHEID OP DE
JUISTE WIJZE OOK VÓÓR 10
MEI WAS ER AL HET VERLAN
GEN NAAR EENSGEZINDHEID.
In de geheel gevulde en met de Nederland
sche kleuren getooide zaal van het gebouw
voor kunsten en wetenschappen te Den Haag
heeft de Nederlandsche Unie gisteravond
haar eerste groote openbare vergadering ge
houden.
Voordat de eerste spreker, Mr. J. Linthorst
Homan, het woord nam, zong Louis van Tul
der „o schtt'rende kleuren van Nederlands
.vlag".
Het is thans bijna drie maanden geleden,
dat ook ons land in den oorlog is betrokken
geraakt en dat wij na korten doch dapperen
strijd hebben gecapituleerd, zoo begon de
heer Linthorst Homan.
Laat ons ook heden onzen eerbied en onze
dankbaarheid uitspreken voor het offer van
hen, die hierbij voor ons gevallen zijn en
onze deelneming jegens hen, die op, andere
wijze getroffen zijn. Laat ons ook onzen eer
bied getuigen jegens hen, die in den strijd on
ze tegenstanders waren, doch die ook hun
nerzijds hun hoogste offer voor hun vader
land brachten. De aanwezigen hoorden de
ze woelen staande aan.
Een volk is nooit in stilstand. Steeds zijn
er in een volk groote stroomingen, groote
gedachten gaande, steeds is de maatschappij
in onwikkeling en ontplooiing. Zoo was het
ook bij ons, toen de orolog ons land tot
zich nam. Laat ons dus nagaan, wat zich
vóór den oorlog bij ons afteekende, opdat wij
het uitgangspunt weten voor ons werk.
Welnu, het is onmiskenbaar, onloochen
baar, dat in de laatste jaren zich bij ons, ge
lijk alom in Europa, de duidelijke wil toon
de naar meer en sterker saamhoorigheid in
ons volk, naar staking van de partijtwisten,
naar werkelijken en wezenlijken gezamenlij-
ken opbouw. O zeker, in de politiek was daar
van nog bitter weinig merkbaar, het was
blijkbaar tot de eigenlijke politici nog niet
voldoende doorgedrongen, anders zou menig
onverkwikkelijk tooneel der laatste jaren
ons gespaard zijn gebleven, maar het leef
de in het volk zelf. Overal, alom in het land
overzee en hier, was het diepe krachtige ver
langen aanwezig daar een eensgezind Neder
land, juist in deze zware tijden.
Dat die zou uitloopen op een of andere
groote binnenlandsche verandering was voor
ieder zeker, die bij deze stroomingen be
trokken was.
Dat groote veranderingen moesten komen,
doch ook zouden komen, dat stond voor ons
allen vast.
Ik zeg: „ons allen". Zoowel Einthoven als
de Quav als ik als vele onzer medewerkers,
hebben reeds enkele jaren aan de verster
king onzer volkssaamhoorigheid gearbeid,
boe moeilijk het soms ook was en hoeveel
miskenning ons dan ook van verschillende
zijden daarvoor ten deel viel. Waarlijk, wij
hebben alle drie daarbij wel zooveel bin-
nenskamerschen en bedekten of openlijken
tegenstand ondervonden, dat wij heusch niet
schrikken van de emmers vol hoon en mis
kenning en laster, welke in deze dagen van
verscheidene kanten over ons worden uitge
stort.
Onze bestrijders kunnen naar een
oud recept ons werk kleineeren, zij
kunnen het naar een evenzeer oud
recept onjuist uitleggen of onjuist
aan anderen voorstellen, Ik zeg hun:
gij zult ons in dezen voor ons volk
zoo hoogst ernstige uren niet zien af
dalen naar het niveau van uw cri-
Hek. WIJ zien onze plichten en wij
geven ons daaraan volkomen. Zij
ztyn ons te dierbaar om ze te besmet
ten door een persoonlijke strijdwij
ze, welke wij juist ln de vroegere
partijpolitiek zoo van ganscher harte
veroordeelden.
De vraag was dus voor den oorlog vooral
deze: zal de binnenlandsche verbetering in
ons volk nog zoo tijdig tot stand komen, dat
wij als volk niet achterblijven bij de ei-
schen van dezen tijd?
En toen kwam de oorlog over ons.
En nu is de vraag een andere geworden.
De vraag is nu deze: zal ons volk vrijwil
lig en zelfstandig zijne degelijke, harde
saamhoorigheid zoo snel tot gelding kunnen
brengen, dat het én binnenlands zijne ge
meenschapsplichten verstaat èn internatio
naal zich kan doen gelden bij den ophouw
van het komende Europa? En wel wezenlijk
sterk: niet in een noodverband bijeen ge
houden.
Ja, duizendmaal ja, het Nederlandsche volk
door een eigen historie gelouterd, in den
laatsten tijd wat verslapt, maar in zijn kern
sterk en zuiver, het volk van werkers en
zwoegers, zal ook ditmaal zijn eigen karwei
verrichten, wanneer het de kalmte en aar
zeling heeft afgelegd, door welke het in me
nig opzicht in deze maanden is weerhouden.
Gevoelt eenmaal ieder, op het land en in de
steden, langs de grenzen én langs de kusten,
dat wij hier voor een reusachtige taak staan,
dan zal ons volk een kracht toonen, welke
als van ouds goed werk zal doen.
Niemand mag, wanneer het om de toe
komst van zijn land gaat, de armen krui
sen en afzijdig toezien. Wij hebben toch
waarlijk wel ondervonden dat ieder volk
zijn eigen zaak moet redden, zijn eigen
werk moet doen.
Laat ons nu niet achterblijven, laat ons
met fermen tred naar de toekomst gaan
van een sterk Nederland, hier en overzee.
Ik kan. hoe ingespannen ik het ook pro
beer, mij niet verplaatsen in den gedach-
tengang van hen. die nu afzijdig willen
zijn en die niet dadelijk willen meedoen
aan het werk reeds nu. Zien zij dan niet,
wat binnenlands en buitenlands ons te
doen staat?
Zien zij dan niet dat krachtige mede
werking van ieder de eenige weg is om
ook alle deugden van ons volk tot hajr
recht te doen komen? Zien zij niet, hoe
wantrouwende afzijdigheid in tijden als
deze on-nationaal is?
Reeds het losmaken van al die afzijdigen,
het opwekken van hunne krachtige mede
werking door de gemeenschappelijke zaak,
reeds dat zou ons volledig mogen opeischen.
Reeds dit, het op gang brengen van sluime
rende Nederlandsche energie, reeds dit is
goed werk, goed vaderlandsch werk. Wij zei
den het reeds duidelijk in het openbaar,
doch ik wil het hier herhalen: deze medewer
king van allen zal individueel moeten zijn,
het kan desnoods eerst collectief worden be
vorderd, maar het zal op zeer korten ter
mijn jde beslissing voor ieder zelf moeten
zijn, of hij in zijn eigen leven de kentering
gekomen voelt, welke noodig is voor den
rechtstreekschen inzet van al zijn krachten
voor zijn land, het moge van hem opofferin
gen vragen, zooveel het wil. Men zal daarin
niet moeten aarzelen, oude gebruiken en ge
woonten te verbreken, oude werkmethoden
te verlaten.
Het is onbegrijpelijk, dat velen nog
meenen, dat zij hun geestelijke vrij
heden verliezen of hun geloof scha
den, wanneer zij rechtstreeks zon
der tusschenschakel voor hun land
zich geven, ook in het gewone leven
van iederen daf. Ons volk zal ook
zijn geestelijke vrijheden telkens moe
ten kunnen verdienen, heroveren,
niet louter teren op wat vroeger de
vaderen tot stand brachten. Histo
rie is een plicht, geen recht.
Maar onze moeilijkheden liggen niet al
leen bij hen, die afwachten en zich voor-
loopig onthouden. Onze moeilijkheden liggen
ook bij de veelheid van oplossingen van
hen, die wel degelijk willen doorzetten. Ik
passeer nu de kleine groepen, welke in ons
volk geen weerklank vinden en ik passeer
ook de besprekingen van verschillende per
sonen, die zich nu geroepen gevoelen, een
regeering te gaan samenstellen. Ik wil éch
ter wel ingaan op de twee grootere stroomin
gen, welke ieder op hare wijze, doch onder
ling zeer verschillend, een leider aan ons
volk komen bieden;
Ook wij erkennen, dat krachtiger
volksleiding dan tevoren bij ons drin
gend noodig is, ook wfl trekken daar
uit de staatkundige consequenties,
doch wij meenen dat de oplossing
niet kan liggen in het leiderschap
van dezen of genen, die niet, ais in
Italië en Dnitschland, door eigen
kracht en voorbeel en met groote ga
ven zijn volk en land omhoog brengt,
doch die zonder blijk van bijzonder
Inzicht in onze volksziel zich in de
ze of gene organisatie, of in opeen
volgende organisaties, aanbindt.
Wanneer bovendien hij den strijd tegen
hen, die het anders zien dan hij, voert op
zoo weinig verheven wijze als hier nu ge
schiedt. dan kan ons vertrouwen in de
toekomst van zoo een leiderschap niet
groot zijn. Toch hoop ik, dat in ons volk
voor allen, die willen werken voor ons
aller vaderland, de weg zal worden gevon
den. Daarbij zal dan de smaad als wapen
•moeten worden neergelegd en de strijd om
het persoonlijke leiderschap moeten worden
gestaakt.
U weet, dat er landszaken zijn, welke
wij tijdens de bezetting zullen moeten la
ten rusten. U zult ook beseffen, dat wij
niet in een vergadering als deze alle be
langrijke vraagstukken kunnen behande
len, welke thans wel besproken zouden
kunnen worden.
Het is reeds voor iederen Nederlander
duidelijk, dat nu de hoofdvraag, gelijk !k
reeds zeide, deze is: hoe bouwen wij aan
een sterk Nederland, een verbonden Neder
land overzee en hier.
Ieder onzer ziet dit vraagstuk geconcen
treerd rond een nog onzeker tijdstip: den
vrede in Europa, onzen vede met Duitsch
land. Niet zoo geconcentreerd, dat wij al
leen maar tot zoolang willen doorwerken
om daarna weer in de oude fouten te ver
vallen, doch wel zoo, dat dat tijdstip voor
onze toekomst beslissend zal zijn.
Wij willen Nederland opbouwen, gelijk
de Rijkscommissaris voor de bezette gebie
den het onlangs in zijne belangwekkende
rede formuleerde, tot gelijkgerechtigd part
ner in Europa. En wij zien in, dat daaraan
reeds nu moet worden begonnen, gelijk hier
en daar dan ook geschiedt.
Wij willen in oorlogstijd, naar de eeuwen
oude regelen van volksfierheid, welke juist
ook in Duitschland zoo hoog worden ge
houden, ons onthouden van alles wat
zweemt naar oogendienerij en opportunis
me jegens den bezetterT Daardoor ontstaat,
wij gevoelen het allen, een stroefheid, wel
ke geheel verklaarbaar is, doch welke van
buiten wel eens wordt misverstaan, een
stroefheid welke helaas ook door een deel
van onze eigen pers niet goed wordt be
grepen. Ik schaam mij niet hier te zeggen:
wij zijn inderdaad in deze dingen een
stroef volk, wij zijn niet gemakkelijk en
niet volgzaam en wij willen dat ook niet
zijn. Wanneer de bezetter echter den in
druk zou krijgen en het is wel buiten
gewoon droevig, dat sommige Nederlanders
hem blijkbaar dien indruk pogen te doen
krijgen dat deze stroefheid, welke ook
sommige uitingen van mij en de Neder
landsche Unie kenmerkten, een oneerlijk
heid is, een soort eten van twee wallen,
een soort uitstel tot na den vrede om dan
weer geheel in de oude verhoudingen te
rug te vallen, dan hoop ik. dat de bezet
tingsautoriteiten dat met ons zullen willen
uitspreken opdat wij oog in oog dit zullen
kunnen onderzoeken. Ik heb alle vertrou
wen, dat de rijkscommissaris, die zoo sprak
als hij kortgeleden sprak, niet de man is
voor een lichtvaardig oordeel over ons.
Zoo, mijne hoorders, zal onze weg zijn:
open en eerlijk aan de nieuwe taak, forsch
en ingrijpend waar het moet, handhavend
het beste in ons volk, nimmer terugvallend
in de oude fouten, rechtop van ziel en
rechtop van vaderlandsliefde, zeer vele
moeilijkheden maar een goede Nederland
sche taak tegemoet.
Inzameling van oude materialen
en afvalstoffen. Een enquête
onder den handel.
De secretaris-generaal, wnd. hoofd
van het Departement van Handel,
Nijverheid en Scheepvaart deelt
mede, dat binnenkort regelingen
zullen worden getroffen ter ver
krijging van een meer intensieve
inzameling van oude materialen en
afvalstoffen.
Teneinde daarbij een doelmatig gebruik
te kunnen maken van den bestaanden han
del, zal een enquête naar dezen handel
worden gehouden. Deze enquête omvat al
len, die zich thans reeds geregeld bezig
houden met den handel in oude materialen
en afvallen (oud ijzer en staal en andere
metalen, lompen, oud papier, enz.); zij zal
in het bijzonder moeten vaststellen het aan
tal personen, dat dezen handel thans zelf
standig beoefent, de wijze, waarop zij dit
doen en de mate, waarin zij naast dezen
handel nog ander werk verrichten.
Alle bovengenoemde personen, voorzoo
ver zij niet reeds een uitvoerige vragenlijst
ter invulling toegezonden kregen, moeten
zich ten spoedigste na 9 Augustus en wel
uiterlijk 15 Augustus melden bij het ge
meentehuis van hun gemeente van inwo
ning.
De groote gemeenten zullen, veorzoover
BOTENA
VAN UW
Afd. Vervangingsmiddelen Koog aan de Zaan
Algemeen Europeesclie clearingkas
Het Duitsche cleaxingsysteem in
geschakeld.
Op hetzelfde moment, dat de moge
lijkheid geschapen wordt voor Ne
derlandsche en Belgische debiteuren
en crediteuren om hun vorderingen,
respectievelijk schulden over een
clearing te verrekenen, komt het be
richt, dat in Berlijr is opgericht een
algemeene Europeesche clearingkas.
Zoo voor de Nederlanders en de Belgen de
mogelijkheid om thans via een clearing hun
betalingen te verrekenen reeds van groot be
lang is, van veel grooter belang is. dat in Ber
lijn thans, door de oprichting van de alge
meene clearingkas. daadwerkelijk van de
nieuwe Europeesche economie blijk gegeven
is. Over de Berlijnsche clearingkas zullen n.1.
zooals de Tel. mededeelt, de betalingen loo-
pen tusschen Zwitserland en den Balkan,
terwijl ook de betalingen tusschen Nederland
en den Balkan via deze clearingkas verre
kend zullen worden.
Hieruit blijkt, dat de idealen, zooals het
Derde Rijk deze ten aanzien van het beta
lingsverkeer zich gesteld heeft, zich steeds
meer vorwezenliiken. Men is er zich van be
wust, dat Berlijn als het ware het financi-
eele centrum van Europa wordt, een functie
die Londen zoo veel jaren bekleedde. In ver
schillende publicaties laatseliik van mi
nister Funk kwam de economische poli
tiek. zooals Berlijn die voor Europa zag.
duidelijk naar voren. Eén economisch on
deelbaar Eurona, met één centrum: Berlijn,
waarhij de Rijksmark dus de Europeesche
valuta zöu worden.
Het betalingsverkeer tusschen Nederland
en België bepaalt zich niet tot een afwikke
ling tusschen heide comparanten, doch wordt
ingeschakeld in respectievelijk de Neder-
landsrh-Duitsche en de Duitsch-Belgische
clearing.
Immers: Nederlandsche debiteuren wor
den verplicht om de door hen aan Belgische
crediteuren te betalen bedragen te storten ten
name van het Nederlandsche clearinginsti-
tuut „Duitschland" of op de rekening
„Duitschland" van liet Nederlandsch Clea-
ringinstituut hij de Nederlandsche Bank te
Amsterdam, onder gelijktijdige inzending
aan het Clearinginstituut van het in de
Duitsche clearing gebruikelijke stortingsfor
mulier, „A", waarop in rood vermeld moet
worden „België".
Daarentegen moeten Nederlandsche credi
teuren hun vorderingen indienen door mid
del van het in de Duitsche clearing gebruike
lijke formulier „B", in te zenden aan de af-
deeling vorderingen van het Nederlandsche
Clearinginstituut.
Ook het vereffeningscertificaat kan zoo
een nadere mededeeling van het Crisis Uit
voer Bureau luidt aangevraagd worden op
de voor Duitschland gebruikelijke wijze.
Wat de cijfers over 1930 aangaat, was Bel
gië (inclusief Luxemburg) na Duitschland
onze belangrijkste leverancier en na respec
tievelijk Groot-Brittannië, Duitschland en In-
dië onze beste klhnt. Zij bewijzen dus vol
doende van hoe groot belang het is, dat
thans het betalingsverkeer wordt herscld.
DAARNA NIEUWE REGELING
Wij vernemen, dat de bestaande zendtijd
regeling gehandhaafd blijft tot 15 Septem
ber.
Jaarsveld blijft dus zorgen voor de pro
grama's der vier omroepvereenigingen, ter
wijl Kootwijk zorgt voor de uitzendingen
der nieuwsberichten, omlijst door de vier
omroepvereenigingen bij toerbeurt.
Na 15 September komt er een nieuwe re
geling, welke thans nog niet vaststaat, daar
zij nog verschillende instanties moet pas-
seeren.
zij dit zelf noodig oordeelen, over de wijze
van aanmelding nog heden of uiterlijk
morgen 8 Augustus een nadere regeling be
kend maken.
Handelaren, wonende in gemeenten met
minder dan ongeveer 2000 inwoners kun
nen, wanneer het gemeentebestuur niet
blijkt te beschikken over de benoodigde
enquêteformulieren, zich melden in een na
burige gemeente met meer dan 2000 inwo
ners.
Hoewel vele handelaren, o.a. door de uit
reiking van opkoopersvergunningen reeds
bij de gemeentebesturen bekend zijn, blijft
het ook voor hen noodzakelijk en bovenal
in hun eigen belang, dat zij zich ook nu
weer. doch nu uitsluitend in hun gemeent<
van inwoning, aanmelden bij het gemeen
tebestuur.
In totaal 2Vg millioen gulden
verwacht.
Gisteren zijn de bestuurders van ver
schillende stichtingen op het gebied van
de hulpverleening te 's-Gravenliage bijeen
gekomen bij het Nationaal fonds voor bij
zondere nooden.
De penningmeester van de natio
nale inzameling heelt in deze bij
eenkomst medegedeeld, dat reeds
anderhalf millioen gulden is inge
komen en dat volgens berichten uit
de andere plaatsen, w.o. eenige groo
te gemeenten, nog ongeveer een mil
lioen gulden mag worden verwacht
zoodat de totale opbrengst op 2Vi
millioen gulden kan worden ge
schat.
Hiervan is inmiddels zes ton besteed.
Nader overleg wordt gepleegd om zoo
spoedig mogelijk de rest, ten bedrage van
een kleine twee millioen gulden voor de
verdere hulpverleening ter voorziening in
den voorloopigen nood op haar bestemming
te doen komen.
Vijfjarig meisje het slachtoffer
Om half vijf gistermiddag is op het kruis
punt RijkswijkschewegWaldorpstraat in
Den Haag een ernstig verkeersongeluk ge-
beurd. De 38-jarige J. G„ reed per rij
wiel met zijn vijfjarig dochtertje op de duo,
toen hij op genoemd kruispunt onverwacht
moest remmen voor een auto. Het rijwiel
«lipte, tengevolge waarvan het kind van de
duo viel ten teggen de straatsteenen sloeg.
Het meisje kreeg een schedelbasisfractuur
en was vrijwel op slag dood.