Koning Radboud
De vischduivel
in Artis
lij de cursisten van
het Sportcentrum
DeCompetitie-indeeling
van de N Ï.B.
Rondom
Levertraaodistributie
Past op uw
Petroleumbonnen
Distributie-
maatregelen
Boter en vetten
Bloem- en meel-
distributie
Brooddistributie
Zaterdag 10 Augustus 1940
Derde blad
UIT DE HISTORIE VAN
WEST-PR IESLAN D
Water en duisternis
eischen weer slachtoffers
Uati&al
De aansluiting der Baltische
landen bij de Sovjet-Unie
DE TIJD DER MIRAKELEN EN
LEGENDEN IS VOORBIJ
HET OFFER AAN DE GODEN
Het gouden paleis.
In een tijd als die, waarin wij tegenwoor
dig leven, lijkt het ontstaan van sagen en
legenden al heel onwaarschijnlijk. Alles
wat gebeurt en wat bij den eersten aanblik
onverklaarbaar lijkt, wordt door geleerden
van allerlei slag nauwkeurig onderzocht en
deze weten ons ten slotte te verklaren, dat
in het gebeurde niets onnatuurlijks steekt en
dat het de meest gewone zaak van de we
reld is. Wanneer het geval dan nog behoor
lijk met vermelding van alle bijzonderhe
den is te bock gesteld, dan staat het voor
eens en altijd vast. Er is geen verwikken
meer aan en geen fantastisch brein vermag
het nog te verfraaien of op te smukken.
Men stelle daartegenover eens een tijd,
waarin niet alles werd ontleed door het
koude verstand, waarin niet alles werd op
geschreven. Het op zichzelf onbegrijpelijk
gebeuren leefde voort van mond tot mond.
Ieder verteller kon het weergeven op zijn
wijze en wat dat betcckcnt vermogen wij
in onze dagen toevallig heel goed te be
seffen. Van het oorspronkelijke verhaal
blijft vaak bitter weinig over en de eerste
.verteller zal, wanneer hij de geschiedenis,
welke van hemzelf is uitgegaan, terughoort
nadat ze 25 maal van tong tot tong is ge
gaan ze vermoedelijk zelf niet terug herken
nen.
De „ontstaanperjode" onzer sagen en le
genden ligt lang en breed achter ons. Ze
dateeren uit den tijd, toen weinig of niets
werd opgeteekent, toen de minstreels rond
gingen en de adelijke dames en heeren ver
maakten met hun lied, awarin voor alles
de groote daden der helden werden ver
heerlijkt en opgesmukt, al naarmate de
geest des minstreels dit vermocht te doen.
De groote koning, welke Friesland heeft
gekend en West-Friesland maakte daar
van eenmaal een deel uit was Radboud
en zoo weven de schoonste legenden zich
samen rondom hem, de vrijheidsheld en te
vens de groote bestrijder van het opkomend
Christendom. Men zou zich mogen afvragen
of eenige figuur zich beter leende om te
worden tot een legende. Zijn kracht staat
buiten beding. Daarnaast was hij in de
pogen van zijn medestanders de personifi
catie van het goede, in die zijner tegen-
Standers de manifestatie van het kwade.
Wat wil men nog meer om een mythe te
!doen ontstaan?
In de oude Friesche kronieken, geschre
ven in een tijd, waarin het Christendom
volledig had gezegevierd, leest men door
de regels heen de verwondering der schrij
vers over het feit, dat Radboud zich, niet
tegenstaande de mirakelen, waarvoor hij
werd geplaatst, toch niet tot de nieuwe leer
kon bekeeren.
Zoo gebeurde het eens, dat een jongeling,
Onno gcheeten, aan de goden zou worden
ton offer gebracht. De predike Wolfram,
die zich in die dagen in West-Friesland be-
Vond, begaf zich naar Medemblik om den
koning terug te houden van den offerdaad,
!die in zijn oogen weinig anders was dan
pen moord.
Evenwel, Radboud weigerde. Het was het
3aarlijksche offer, dat altijd werd gebracht
en dat ook dit maal de goden niet zou wor-
jden onthouden.
Toen Wolfram bleef aanhouden, zei Rad
boud eindelijk: Goed! Wanneer Uw God
hem kan redden, dan zal hij gespaard blij-
Ven.
Hiermee moest Wolfram tevreden zijn,
maar het bleek voldoende. Want toen On-
iio, der gewoonte getrouw, werd opgehan
gen, knapte het dikke koord als was het
een dun draadje. Radboud was geheel
overbluft en liet den jongen man vrij, die
al spoedig een der meest getrouwe volge
lingen van Wolfram werd.
Uit de kronieken verneemt men, hoe Rad
boud, als gevolg van dit mirakel, ernstig
'overwoog toch tot het Christendom toe te
treden. Wolfram, uit vrees opnieuw door
!den koning belachelijk te zullen worden
'gemaakt, weigerde dit, na eerst overleg te
hebben gepleegd met den bisschop Willi-
brord. En de historieschrijvers berichten,
hoe Radboud spoedig daarna stierf na
eerst verschillende satanische visies te heb
ben gehad.
Een daarvan vermoedelijk wordt ons be-
'schreven in het werk „Sagen en Legenden
rondom de Zuiderzee".
We lezen daar, hoe Willibrord aan Wol
fram zou hebben geschreven: .,Ik heb ge
zien, dat hij Radboud gebonden was
met een vurige keten en heb vernomen,
'dat hij veroordeeld is".
Wanneer Wolfram dit aan Radboud laat
Weten, lacht de laatste hartelijk en zegt des
nachts een verschijning te hebben gehad, die
heel andere dingen liet zien.
Wolfram vermoedt, dat Radboud niet an
ders dan de duivel kan hebben gezien, doch
de koning verhaalt van een groote sterke en
gel in gouden gewaad met een diamanten
kroon op het hoofd. Die engel had hem ge
vraagd of zijn oogen met blindheid geslagen
waren, dat hij voornemens was zijn oude
godsdienst te verlaten en over te loopen
naar het Christendom. „Doe het niet zoo
had de engel gesproken, „blijf Uw oude Uo-
„den trouw! Anders wacht U groot onheil-
„Overigens: Wat kan de God der Chrisle-
>,nen voor u doen? Wie is hij? Vraag aan
„Wolfram waar de woningen der eeuwige
„reinheid zijn, waarover hij u heeft gespro-
„ken. Hij zal ze u niet kunnen toonen. Maar
„ik zal U het schitterend gouden paleis la-
„ten zien, waarin je eens zult wonen".
De engel had Radboud voorts verzocht een
zijner mannen te zenden met een Christen,
waarop hij deze beiden zelf zou geleiden
naar het schoone paleis, waarin Radboud
zou wonen, wanneer zijn adem zou hebben
opgehouden te gaan en wanneer zijn oogen
de dingen dezer wereld niet meer zouden
zien.
Wolfram herhaalde, dat deze engel een
afgezant des duivels moest zijn geweest,
waarop Radboud zeide, dat indien zijn God
hem het gouden paleis niet zou kunnen laten
zien, hij Christen wilde vvörden.
Radboud gelastte een van zijn heidensche
Friezen zich op weg te begeven met een dia
ken van Wolfram om het paleis te gaan zien
Wolfram zijnerzijds durfde niet te weige
ren en zoo geschiedde aldus.
Beide mannen ontmoette inderdaad de
engel, die hen daarna op hun tocht tot gids
diende. Ze gingen langs een breede marme
ren weg, die geen der beide afgezanten ooit
hadden gezien. Aan liet einde daarvan zagen
ze inderdaad het paleis, dat zich schitterend
en fonkelend verhief, zóó schoon als nimmer
een menschcnoog had aanschouwd.
Geheel verbaasd stonden de beide mannen
toen ten slotte de engel sprak: Ziehier het
paleis'
De diaken echter bezon zich, hij sloeg een
kruis en zei: „Zoo deze dingen van God zijn,
„dat ze blijven! Maar zoo ze van den duivel
„zijn, dat zo heengaan".
En ziet! Nauwelijks had hij deze woorden
gesproken of de engel veranderde in een af
zichtelijke duivel, die verdween in een damp
van zwavel. Het heerlijke paleis veranderde
in een dampende mesthoop en de beide man
nen bemerkten, dat ze tot aan de borst ston
den in een groot moeras, waarvan het groen
achtige, schuimbedekte water stond te stin
ken tusschen het riet en de biezen.
Drie dagen en drie nachten hadden ze
werk om er uit te komen en, toen ze einde
lijk weer vaste grond onder (le voeten had
den, bleken ze nog ettelijke dagreizen van
Medemblik af te zijn.
Toen ze terugkwamen, vv'as Radboud .ge
storven, besluit het verhaal.
Wil het daarmee zeggen, dat het voor don
koning te laat was geworden zich nog te be
keeren?
Nederland's grootste zoetwater-
visch. Met sprietige baarddra-
den en kleine loeroogen
In het Aquarium van „Artis" zijn ne
gen meervallen of vischduivels, in
de omgeving van Aalsmeer gevan
gen, behouden aangekomen. Zoo is
daar nu Europa's grootste zoetwater-
visch, die in zijn speciale woonge
bied, den Donau, soms een lengte
van 4 M. kan bereiken, waardiglijk
vertegenwoordigd. Uit de maag zul-
ker vraatzuchtigen reuzenmeervallen
heeft men in hun geheel ingeslikte
honden en zelfs eens het lichaam
van een Turksche vrouw te voor
schijn gehaald.
De al vrij vroote exemplaren in „Artis"
zijn nog maar kinderen, vergeleken met zul
ke Donau-reuzen. Hoogst merkwaardig is het
feit, dat de meerval (Silurus Lanis L.)., die
alleen de Europeesche rivieren ten oosten
ORDE ZONDER HAARKLOVERIJ.
TUCHT ZONDER PESTERIJ.
„Het is een feit, dat voor lichame
lijke opvoeding weinig belangstel
ling in ons land bestaat. Het is een
feit, dat men zich ergert aan de
slechte houding van de bloem van
onze natie. Dat deze lijdt aan ge
brek aan uithoudingsvermogen en
hardheid in dagen van spanning. Het
is een feit, dat slechts een gering per
centage van ons volk kan zwem
men",
Met deze woorden ving Donderdagochtend
de kapitein van den generalen staf J. D. S.
Paters, chef van de afdeeling geestelijke en
lichamenlijke opvoeding van den opbouw-
dienst, zijn voordracht aan, welke hij in de
recreatiezaal van het sport paviljoen van het
centrale sportopleidingsinstituut hield voor
de verzamelde corpscommandanten. In dit
sportcentrum wordt namelijk een honderd
tal reserve- en beroepsofficieren en onder
officieren onder deskundige leiding opge
kweekt tot sportleider om later, n.1. aan het
einde van dezen maand over de verschillende
corpsen uit te zwermen en hun in dit cen
trum opgedane levenslust en discipline over
te dragen op de mannen van den opbouw-
dienst in het geheele land.
van den Rijn. uitgezonderd het stroomgebied
van Weser en Beneden-Elbe, bewoont, in ons
land voorkomt, de eenige uitzondering voor
geheel West-Europa. Gronovius (1754) ver
meldde eertijds het veelvuldig voorkomen
van meervallen in de groote Haarlemmer
meer en daarmede in gemeenschap staande-
wateren. Sedert de drooglegging in 1S36 wor
den meervallen in de Ringvaart, in de
Aalsmeerder plassen, in het Kagcrmeer en in
den Amstelveenschen Pel aangetroffen. Even
wel werd in 1S25 ook eens een groot exem
plaar in het L'ddelermeer gevangen en wordt
er door visschers in de omgeving ook nu nog
wel verhaald van vreemde groote visschen,
die in het diepste gedeelte (8 M.) van het
meer soms te zien komen.
Hoe de meerval in ons land „verzeild" is
geraakt, of hij eertijd misschien door visch-
liefhebbers in de „waterwolf" en in het L'd
delermeer zal zijn „uitgezet", dan wel of de
soort vroeger een grooter verspreidingsgebied
zal hebben gehad, waarna dan in de Haar
lemmermeer, als unica in geheel West-
Europa nog exemplaren zijn achterge
bleven, is nog altijd niet uitgemaakt. Overi
gens is de meerval ook nog uit het meer van
Constanz en uit dc Boven-Rijn beneden Bazel
bekend geworden.
Onder de negen exemplaren in het ,,\rtis"-
aquarium zijn er van ruim V2 M. en meer
lengte. Hun monsterlijke omhoog-gerichte
muilen met de sprietige baarddraden en klei
ne loeroogen maken een gcdrochtelijken in
druk. Als typische grondvisschen liggen ze
veel op den bodem, maar vaak ziet men
ze ook gezamelijk opstijgen en „staan" in
den parelenden stroom van het binnenko
mende water.
De zee heeft zich Donderdag van haar
gevaarlijksten kant laten kijken. Het 6-jarige
jongetje W. de J. van de Stationstraat te
Pijnacker, was gisteren met een buurvrouw
naar Schevcningen gegaan. Omstreeks twee
uur kwam deze buurvrouw bij de politie
aangifte doen, dat het knaapje vermist
werd. Het was in een badpakje gekleed.
Daar het kind tot heden niet gevonden is,
neemt men aan, dat het is verdronken.
Nog een jongetje heeft Donderdag tenge
volge van het water het leven gelaten, n.1. de
7-jarige J. Z. uit dc Jan van Goyenstraat.
tc Den Haag.
Hij was met twee buurjongetjes gaan wan
delen en daarbij in de buurt van de Laak
haven gekomen. Toen het reeds donker was,
kwamen dc beide andere kinderen terug en
vertelden, dat Z. in het water was „gewaaid".
Gisterochtend in de vroegte is de politie
gaan dreggen, doch zij heeft het lijkje nog
niet gevonden.
Tengevolge van de diepe duisternis zijn
den vorigen nacht voorts tal van personen
in de Haagsche grachten terechtgekomen.
Op een na zijn allen gered, hetzij door bur
gers, he'zij door de politie.
Gistermorgen om zeven uur is aan de
Veendaalkade te Den Haag, door de politie
agenten met behulp van een dreg het lijk
opgehaald van den 66-jarigen S. van der K.
van den Leyweg aldaar.. Men neemt aan,
dat hij, door de duisternis misleid, te water
is geraakt.
Ergerlijk geval van oplichting.
In Naarden heeft zich een ergerlijk geval
van oplichting voorgedaan, \vaarbij ver
scheidene personen zijn gedupeerd. Bij ver
schillende woningen aan den Huizerstraat-
weg belde een man aan, die zeide, van den
distributiedienst te zijn en verzocht om de
petroleumbonnen, deze moesten worden in
geleverd, zeide hij, daar zij vervallen waren.
Vele bewoners vlogen er in en gaven de
bonnen af. Eén persoon was handiger en
stelde de politie van het geval in kennis.
Toen deze echter arriveerde, was de man
■met dc bonnen verdwenen. Hoewel de man
in de buurt onbekend bleek, was hij toch
goed op do hoogte, want de meeste wonin
gen aan den Iluizerstraatweg zijn niet op
het gasnet aangesloten.
Na nog een welkomstwoord door den com
mandant van den opbouwdienst majoor J.
N. Breunesse werden de aanwezigen rond
geleid over de terreinen, waar de cursisten
verschillende takken van lichamelijke opvoe
ding, n.1. gymnastiek, athletiek, spel en jiu
jitsu, beoefenden onder leiding van bekwame
leeraren, waaronder ook de Nederlandsche
kampioen kogelslingeren H. Houtzager zich
bevindt.
Na den rondgang, hield Kapitein Pafers
een voordracht over „de organisatie van de
lichamelijke opvoeding bij den opbouw
dienst."
Spr. zeide, dat hij niet zou beginnen met
de verzuchting, dat de lichamelijke opvoe
ding het stiefkind van het Nederlandsche
volk is. Wij zijn in een impasse geraakt en
de vraag is nu, hoe er uit te komen. Een feit
is echter, dat voor lichamelijke opvoeding
bij ons weinig belangstelling bestaat, hetgeen
zich uit in onsportiviteit.
De leiding van den opbouwdienst heeft
daarin niet willen berusten.
Er waren niet genoeg sportleiders. De
eerste noodzaak was dus: het kweeken van
sportleiders. Op 15 Juli, den dag. waarop de
opbouwdienst in werking trad. is hiermede
een aanvang gemaakt. Honderd officieren,
onderofficieren en werkers verklaarden zich
bereid om opgeleid te worden tot spotrlei-
ders.
Voorts betoogde spr. dat in de gelederen
van den opbouwdienst moeten heersrhen or
de. tucht en arbeidzaamheid en wel in de
eerste plaats in de lichamelijke opvoeding.
Hier moeten heerscben orde. orde in sport
tenue en orde op den weg. Op de kleinste
kleinigheden moet worden gele, anders wint
men het op den duur niet. Het moet echter
zijn orde zonder haarkloverij, tucht zonder
pesterij. Zin voor orde moet in den geheelen
opbouwdienst worden ontwikkeld eerst
dan kan aan arbeidzaamheid worden ge
dacht.
Spr. zeide overtuigd te zijn. dat de cursis
ten het milieu van thans met zekeren wee-
DE C. G. T. NAAR DE CORPORATIEVE
GEDACHTE
Leon Jouhaux treedt af.
De Fransche bond van vakvereenigingen.-
de C. G. T., heeft besloten zijn standpunt
ten aanzien van den klassenstrijd op te
geven en meer in de richting van de cor
poratieve gedachten te werken. De secre
taris-generaal. Leon Jouhaux, heeft mede
gedeeld, dat hij aftreedt.
Aangezien de plaatsvervangende secreta
ris-generaal der C.G.T. Belin. benoemd is
tot Minister -van Arbeid in de regeering-
Pétain. heeft men een comité van vier per
sonen ingesteld, dat tot taak heeft de ideo
logische wijziging der vakvereenigingsorga-
nisatie tot stand te brengen.
VERDRONKEN
Een agent van politie te Utrecht hoorde
gisteravond laat op de brug aan den Tol
steegsingel bij den Krommen Rijn hulpge
roep. De agent vermoedde, dat er iemand
in het water lag en sprong er in. Na lang
durig tasten en zoeken slaagde hij er in
derdaad in een man op het droge te bren
gen. Men heeft anderhalf uur kunstmatige
ademhaling toegepast, hetgeen echter zon
der resultaat bleef.
Het slachtoffer is de 40-jarige D„ die ten
gevolge van de duisternis met zijn fiets te
water is gereden.
-
Naar het A.N.P. van den heer K.
J. J. Lotsy, die in opdracht van den
N.V.B. de nieuwe competitie-indee
ling ontwerpt, verneemt, is het nooit
de bedoeling geweest van den N.V.
B. dat de afdeelingen der gefu-
siëerde bonden zullen blijven be
staan. De nieuwe N.V.B. is één groo
te bond met zijn verschillende on-
derafdeelingen.
Ten aanzien van de competitie-indeeling,
welke thans wordt samengesteld, kan mo
menteel worden medegedeeld, dat de oude
noordelijke K.N.V.B.-afdeeling geen uitbrei
ding zal ondergaan door toevoeging van
nieuwe elftallen. Geheel anders is dat na
tuurlijk gesteld in de andere afdeelingen,
zooals in het Oosten, het Zuiden en het Wes
ten. In den loop van deze week en de vol
gende week zullen verschillende besprekin
gen worden gehouden met de gewestelijke
vertegenwordigers waarna de heer Lotsy
zijn voorstel betreffende de nieuwe indee
ling aan het Hoofdbestuur van den N.V.B.
ter goedkeuring zal voorleggen op Zaterdag
17 Augustus a.s.
Ten aanzien van de nieuwe indeeling
zelf merkte de heer Lotsy, in strijd met
hetgeen reeds eerder werd gepubliceerd, op,
dat hij persoonlijk zeer veel voelt voor de
instelling van een hoofdklasse, hetgeen
evenwel nog niet wil zeggen, dat deze in
de nieuwe competitie-indeeling reeds zal
worden opgenomen. Dit is immers een aan
gelegenheid van het hoofdbestuur. Het
hoofdbestuur heeft ten aanzien hiervan nog
geen enkel besluit genomen, evenmin voor
wat betreft de instelling van een gewone
of eer» noodcompetitie. Het lijkt mij al
dus besloot de heer I.otsy zijn mededeelin-
gen bovendien voorbarig om nu reeds
over deze inderdaad zeer belangrijke kwes
tie voor den nieuwen N.V.B. met nadere
mededeelingen te komen.
moed zullen verlaten. Dit klinkt eigenaardig
want zij hebben het onnoemelijk zwaar ge
had. Zij kwamen uit een gedemoraliseerd le
ger en zijn thans weer gewend aan harde
tucht. Zij weten, dat het zoo moet en zij vin
den het prettig. Zij hunkeren er echter naar
hun taak aan te vangen.
Wat het sportmaterieel betreft, zeide spr.
dat dit ondanks de moeilijkheden zal worddh
uitgebreid. De Nederlandsche mdustrie, die
toch zulke goede dingen aflevert, heeft nooit
een kans gehad, thans zal zij een kans krij
gen.
Tenslotte zei spreker, dat men niet mag
vervallen in de fout van vroeger. Uit den
troep mag niet de klacht opkomen, dat de
genen, die de sport leiden, menschen zijn
achter dc bureautafel. Den commandanten
verzekerde spr.. dat deze aan de uitgezon
den menschen taaie en toegewijde helpers
zullen hebben.
Namens de aanwezigen dankte majoor
Breunesse den spreker. Hij voegde aan diens
woorden toe, dat de lichamelijke opvoeding
een prachtig middel is. om bij de mannen
gemeenschapszin aan te kweeken.
In den middag had in de overdekte bad
en zweminrichting „de Regentes" een zang
en zwemdemonstratie plaats. Klassegewijze
op een der perrons opgesteld zongen de cur
sisten onder leiding van res. kapitein P.
Tiggers eenige liederen, waaronder het „op-
bouwlied". Den aanwezigen werden vervol
gens verkorte zwemlessen getoond, waarna
demonstraties schoon- en komisch springen
en reddingszwemmen werden gegeven. De
middag werd besloten met een waterpolo-
wedstrijd tusschen een ploeg van de cursis
ten en een ploeg van gedemobiliseerde Haag
sche zwemmers. Deze wedstrijd werd met
32 door de cursisten gewonnen.
Ongetwijfeld hebben de corpscommandan
ten een goed beeld gekregen van de wijze,
waarop de toekomstige spotrleiders worden
opgeleid en van de orde en tucht, die deze
later bij hun troep moeten brengen. 1
EEN DISTIBUTIEPERIODE VAN
ACHT WEKEN.
Zooals men weet geven gedurende de pe
riode van 29 Juli j.L tot en met 23 Augustus
a.s. de met 01 en 02 gemerkte bonnen van
de z.g. „vetkaart" recht op het koopen van
een half pond margarine of boter, of, voor
zoover de voorraad strekt een half pond ge
smolten vet. De met 03 en 04 gemerkte bon
nen geven voorts uitsluitend recht op het
koopen van boter.
Ten einde er de verbruikers van marga
rine en vet tijdig van op de hoogte te stellen
op-welke rantsoenen zij gedurende de vol
gende distributieperiode kunnen rekenen,
wordt er de aandacht od gevestigd, dat deze
periode acht weken zal duren. Voor deze pe
riode. die derhalve loopt vanaf 24 Augustus
a.s. tot en met 18 October a.s., zullen acht
bonnen van de vetkaart geldig worden ver
klaard. Vier daarvan zullen elk recht geven
op een half pond boter, drie elk op een half
pond margarine en één op een half pond
gesmolten vet.
In verband met het bovenstaande en met
het doel om bederf van de in de winkels aan
wezige voorraden te voorkomen, zijn bepaal
de maatregelen genomen betreffende de wij
ze, waarop de winkeliers met behulp van de
gedurende de eerste distributiepcriode inge
leverde en nog in te leveren bonnen hun
voorraden kunnen aanvullen. Een uiteenzet
ting van deze maatregelen wordt in de dag
bladen gegeven onder de officieele publi
caties. Het is voor de détaillisten van zeer
groot belang, dat zij van deze uiteenzetting
nauwkeurig kennis nemen.
Gedurende het tijdvak van 10 Au
gustus tot en met 6 September a.s.,
geeft de met „40" genummerde bon
van het algemeen distributieboekfe
recht op het koopen van 2Va ons
tarwebloem óf tarwemeel óf rogge
bloem óf roggemeel óf zelfrijzend bak
meel óf boekweitmeel.
Gedurende het tijdvak van 12 Au-
tus tot en met 18 Augustus a.s., ge
ven de met „1" genummerde dubbele
bonnen van het nieuwe broodbon-
boekje tezamen recht op het koopen
van 2500 gram roggebrood of 2000
gram ander brood. Elk der enkele
bonnen geeft derhalve recht op het
koopen van 125 gram roggebrood
of 100 gram ander brood.
De bonnen, welke 18 Augustus nog
niet gebruikt zijn, blijven voorts nog
tot en met 22 Augustus a.s. gelddig.
Met nadruk wordt er op gewezen, dat
thans het nieuw uitgereikte brood-
bonboekje in gebruik wordt geno
men. Zooals reeds eerder bekend
werd gemaakt, konden de met „1" tot
een met „20" genummerde bonnen
van het eerste broodbonboekje ver
nietigd worden, aangezien deze niet
meer ter verkrijging van brood zul
len worden aangewezen.
Levertraan mag vanaf heden aan
verbruikers alleen worden afgele
verd op recept van een arts of tegen
overgave van een door een in. Ne
derland gevestigden arts afgegeven
bon.
Apothekers mogen dus voortaan
levertraan alleen afgegeven op re
cept van een arts of tegen ontvangst
van een bon.
In verband met het opnemen der Estland-
sche Sowjetrepubliek in de Sowjetunie zijn
bij besluit van de Estlandsche regeering per
acht Augustus alle Estlandsche gezantschap
pen. consultaten en honoraire consultaten
in het buitenland opgeheven. De loopende
zaken en de vermogens worden overgedra
gen aan de gevolmachtigde vertegenwoordi
gingen van de Sowjetunie.
De Estlandsche gezanten in Stockholm,
Helsinki, en Berlijn zijn op grond van de wet
op den beschermingstoestand uit hun func
ties ontheven. De gezanten in Parijs en Ro
me zijn teruggeroepen. Een als decreet uit
gevaardigde wet bepaalt, dat de handel in
effecten volkomen stopgezet wordt. Alle
transacties zijn verboden. De effecten moe
ten worden ingeleverd bij de Eestibank.
ONTPLOFFING IN ITALIAANSCHE
SLAGHOEDJESFABRIEK
In een fabriek te Lecco aan het Como-
meer, waarin slaghoedjes vervaardigd wor
den, is een ontploffing ontstaan, waarbij
drie personen gedood en zes licht gewond
werden.