WAAGRECHT Boonen voor den winter VERLOOR ÉÉNS ZIJN Marktberichten callantsoog pe Alkmaarsche kaasmarkt Kaasstad zonder kaas „Zuursnijboonen westfriesche raddraaiers op pad het brood. en kaasvolk was niet mis Derde b'ad Verschillende bewaarmethoden Zaterdag 24 Augustus 1940 ALKMAAR Als een Fries of Groninger spreekt van êeo Hollander, bedoelt hij niet den N e d er- 1 a n d e r, maar den Noord- of Zuid-Hollan der en schept daarmee onbewust een scher pe tegenstelling tusschen hemzelf en den bewoner der provinciën aan gene zijde van Jiet IJsselmeer Als in de tijden der Gravenhuizen (weet u nog van de lagere school: Willem, zoon van Willem toen de Hollanders herhaaldelijk in strijd waren met de andere gewesten van ons goede land. „Onbewust" schreven we, want die Fries of Groninger wil ons niet kwet sen. doch de trots van zijn geslacht zit hem In 't bloed. De spreektaal verraadt hem, verraadt dat diep verankerde zelfbewust zijn. Zóó is 't ook met de Westfriezen. Zij zijn een eigen volk, zij leggen soms plotseling, bij wijze van fol kloristische verrassing, eigenschap pen aan den dag, die hen teekenen als bewoners van het oude, strijdba re Westfriesland. In hun gesloten heid en gehechtheid aan tradities kunnen ze soms met een den vreem deling pijnlijk-aandoende halsstar righeid opkomen voor het eigene, afwijzen het vreemde... Moeilijk, de afstammelingen der oude boerenge slachten te ontbolsteren, diep zit de pit Het is allemaal te verklaren: de West- ïries heeft een aparte historie, waarin om de zooveel jaren een oorlog voorkomt, te gen de Kennemers.de Hollanders, de Utrech tenaren. een Ijistorie. waarin zijn rechten herhaaldelijk bedreigd werden, zijn bezit tingen geteisterd. Maar hij houdt vast, hij is zelfs een slimmerd, op zijn tijd Dat leert ons een brokje geschiedenis, Bet ons in gedachten kwam. toen wij in pombere vette letters dat verbijsterende be richt moesten afdrukken: „In verband met het vervoerverbod van kaas, voorloopig geen kaasmarkten." Het is niet de éérste keer, dat de Kaasstad in haar markt getrof fen wordt. Er Is, Ianq geleden, een periode ge weest, dat Alkmaar zich voor straf het waagrecht (het recht tot wegen der kaas, resp. de opbrengst daar van) ontnomen zag. Ongeveer vier en een halve eeuw geleden namen de koppige Westfriezen deel aan den Kaas- en Broodoorlog, met als resultaat: wèl brood, maar geen kaas. Het waagrecht raakten zij in 1492 kwijt, als een boete voor de ge pleegde rebellie. Van het Kaas- en Broodvolk hebben wij tfllemaal wel eens gehoord. We gelooven evenwel niet onze lezers te onderschatten lïiet de veronderstelling, dat slechts de „frik" en de bolleboos uit de 4de klas la gere school, die de vaderlandsche geschie denis zóó uit zijn mouw schudt, nog pre- feies weten te vertellen waar het om Trouwens, het is heelemaal geen schande, teen onjuiste of in 't gehéél geen voorstel ling van zaken te hebben over genoemd tenderwerp. Want zelfs de geleerden beza ten een tijdlang een zóó eenzijdige mee ding over den Kaas- en Broodoorlog, dat teen befaamde professor in de geschiedenis, zijn- collega's op een dag daarover de les las. Zij het ook, dat de hoogleeraar dit deed in zorgvuldig opgestelde zinnen, waarmede Be andere professoren onmogelijk beleedigd konden zijn. Het was op een veragdering der Konin klijke Academie van Wetenschappen, reeds eenige tientallen jaren geleden, dat pro fessor P. J. Blok er allereerst op wees, dat Be meeste Negerlanders zich den opstand Van het Kaas- en Broodvolk vagelijk in- Benken als een boerenkrijg, waarbij he gruwelijk lot van den Haarlemmer schout Pan Ruyen op den voorgrond treedt. „Wie heeft niet hooren verhalen van den mand met de stukgesneden „boutkens" van den schout, die aan zijn „vrouken" werd gezonden met de erger dan kannibaalsche uitnoo- diging in rijm om aan den inhoud te „kluyven"? vroeg de professor. De spreker betoogt dan, dat hier van _een fcuiver sociale revolutie, waarbij het ot dige volk een gansche maatschappeij omwenteling wenscht. geen sprake is, d het er den Westfriezen slechts om ging. Van huns inziens onmatige belastingen te komen' j i Het voorspel tot den Kaas- en Broodooriog Pormën de z.g. Hoeksche en Kabeljauwscne twisten, die de burgers in 't eind der teeuw tegen elkaar in het harnas joegen bo Vendien geraakte het land. dat dooi - *ailiaan van Oostenrijk geregeerd werd,in oorlog met Frankrijk. Binnen- en omien- landsche dorpen werden platgebrand en uit- gemoord. Onze schepen hadden te kampen Joet Fransche en Engelsche zeeroover J. Hooge belastingen, om Maximiliaans troe pen in den kamp met Frankrijk te kunne onderhouden, drukten de bevolking. Daarbij kwamen hongersnood, mis oogst, veesterfte en overstroomin gen. Erger kon het land, vooral Westfriesland, niet geteisterd wor den. Afgebrande dorpen, verlaten hofsteden, verwaarloosde dijken, Nan vee ontbloote w*eiden, troepen werkeloos volk, ruw scheepsvolk, vooral van haringbuizen en karvee- len, door honger en ellende uitgeput, Het is een milieu, dat voor opstand geschapen schijnt te zijn. De onbuigzame, vrijheidlievende en aan vrijheid gewende Westfries schroomde niet, luide de regeering van zijn gewest van dit alles te beschuldigen. Men moest de regee- nng dwingen tot vrede met Frankrijk en met de Hoekschen. Dan zou de handel her steld worden en de welvaart weerkeeren. De scherpe heffing van het z.g. „ruiter- ?cld", een maandelijksche „defensiebelas ting' voor arm en rijk, deed de maat over- loopen. Vooral keerde zich de verbittering van het volk tegen den schatijken Alkmaar der schout Claes Corlf, die niet slechts het ruitergeld op gestrenge wijze moest innen, doch die vele belangrijke Wcstfriesche landinkomsten in pacht had, o.a. het weeg- recht van de Alkmaarsche kaasmarkt. Ook had men een grondigen haat aan den Haar lemmer schout van Ruyven. In deze streek waren toentertijd vele pachten in handen van vreemde geldschieters. Corff was zoo bang voor het gepeupel en de boeren, dat hij naar Den Haag verhuisde. Toen de stadhouder van Holland, graaf Jan van Eg- mond, in 1191 met een gewapende bende de onwillige belastingbetalers tot de orde riep, brak het oproer uit. Het huis van den gehaton Claes Corff te Alkmaar werd ge plunderd en zijn dienaren mishandeld Eind Februari 1192 kwam het tot gewapend ver zet. Alkmaar vormde den haard der on lusten. Het opgekomen volk. zoo zegt het prof. Blok, een paar duizend boe ren en burgers sterk, organiseerde zich opnieuw en wapende zich met allerlei ruwe wapenen: spietsen, houweelen, bijlen, dorschvlegels, enz. Voor banieren nam men borstdoe ken en andere ruwe lappen en schilderde daarop een heilige, aan wiens voeten kaas en brood. Sommi gen droegen zelfs stukken kaas en brood op de borst „seghende, dat sy voortselve vochten." M Zoo trokken de woeste benden van het „Casenbroot" dwars door het evenzeer in gisting gekomen Kennemerland op Haar lem aan, zonder vaste plannen, maar aan gemoedigd door de blijkbare militaire on macht des stadhouders cn door hunne el lende geprikkeld tot lust in plunderen en rooven. 3 Mei kwamen zij voor Haarlem, werden hier in den avond door verraders de Rems poor! binnen gelaten en snelden naar het stadhuis, begeleid door eenige op plundering beluste Haarlemmers. De Haarlemsche re geering, die zich hier verschanst hac}, zag zich weldra genoodzaakt zich tegen lijfsbe houd over te geven, doch werd door de woeste bende overmand. Daarop volgde de gruwelijke moord op van Ruyven, wiens lijk in stukken gesneden werd... Toen be gon aldus Blok een toóneel van woes te plundering op het stadhuis en elders in de stad. In dolle woede sloeg men bij vele voorname burgers meubelen en kasten stuk -en scheurde de zegels van de papie ren. die men vond: vooral op de papieren en kisten van het standhuis had men het gemunt, zoekende naar geld. Den volgenden dag echter werd de orde door ge wapenden uit de burgerij hersteld en werden de plun deraars gestraf. Hiermede zou de opstand geëindigd zijn. ware het niet. dat de stadhouder reeds eer der den om zijn wreedheid beruchfen Her tog van Saksen, den Landvoogd der geza menlijke Bourgondische Nederlanden, om hulp had gevraagd. De Landvoogd arriveer de om den Westfriezen den genadeslag toe te brengen. In zijn vaandel stond „bier en brood". „De vijanden hebben dorst en als ge hun niet te drinken geeft, zouden zij bij hun kaas en brood van dorst sterven. Geef daarom in Godsnaam en geeft ze te drinken vanhun eigen bloed, ondat zij geen dorst meer hebben." Zoo beval de vreeselijke hertog zijn veldoverste... 25 Mei 1492 werden na onbeschrijfelijke wreedheden Kennemerland en Westfries land in genade aangenofnen. Een der voor waarden voor Alkmaar w'égens het deelne men der burgers aan den opstand luidde: ontzegging van het waagrecht. Na de be roemde Alkmaarsche virtorie in 1573 logen de vroede vaderen der Kaasstad naar den Prins om hem een tegendienst te verzoe ken: n.1. de Waag in eigendom te mogen hebben.'En zij slaagden! „Moed en kracht schonken aan regeering en burgerij het verloren waagrecht weer", zoo staat nóg in gouden letters op den Waaggevel te lezen: „S.P.Q.A. Restituit vitus ablatae jura bilancis." Moge Alkmaar opnieuw een victorie be leven en weer spoedig van baar waagrecht gebruik kunnen maken. Moge de stad de verloren Kaasmarkt weer worden ge schonken De Ruitertjes komen bij 't klokkeslaan. Maar zij zien niet de witte kaasdragers gaan, Zij spelen hun steekspel alleene Zij missen, die fleurige twee op den trans, De markt met haar vroolijken Vrijdags cadans En kazen? Zij vinden er geene De Ruitertjes steken in 't bonte ballet Van zonglans en kleuren den vlijmen floret, Zij steken zoo licht als te voren Z' ontwaren den vreemdeling niet en den boer. Ze hooren niet meer het vertrouwde rumoer Dat vroeger geruchtte om den toren De Ruitertjes sieren met lijn beweeg De Waag, ook al is die nu akelig leeg. Verlaten van 't goudgeel der kazen Zij wachten todat de trompetter met vuur Met door het heel Noordholland vol hoop verbeid uur ,,'t Herstel van de Kaasmarkt" zal blazen! (Nadruk verboden). „Maarten de Schipper en zijn vrouw 50 jaar getrouwd." Heden, den 24sten Augustus zullen de ech telieden Mooij-Vader hun 50-jarig huwelijks feest vieren. Natuurlijk zijn we eens een avondje met beiden gaan praten, 'n Gouden Bruidspaar komt nu eenmaal niet alle dagen voor en vooral niet in ons kleine dorp. Daarbij komt nog dat de bruidegom 'n zeer populair per soon is bij de dorpelingen en niet te verge ten bij de badgasten. Allen kennen oud- schipper Mooij, zooals hij dagelijks naar het strand gaat om over de zee, die hem zooveel avontuur gebracht heeft, te turen. Beslist eiken dag gaat hij heen bij mooi en slecht weer, bij stil en storm weer. Hoe kan het anders. 8 jaar roeien in de reddingboot van de N.Z.H.R.M. en daarna 30 jaren schipper van deze boot. Het kan niet anders of de belangstelling voor de zee, de scheepvaart en het reddingwezen vormen een belangrijk deel van den levensavond. MAARTEN, DE SCHIPPER, EN ZIJN VROUW. Dra na onzen komst zijn we druk in ge sprek over de reddingen, die schipper Mooij heeft meegemaakt en dat zijn er heel wat. In Dec. 1S91, de „Expres", waarvan 6 man werden gered; 5 Dec. 1896 de „Louis Marie" waarbij 10 opvarenden in nood verkeerden. B1j deze redding sloeg eerst de reddingboot lek en moest daarna met een andere vlet de redding volbracht worden. Volhouden was en is nog het parool van de zeeridders. In 1900 de „Oldenburg" met 8 man, vervolgens in 1903 een driemastschip „Constance" met 19 man. Ten slotte nog een aantal kleinere schepen. Verschillende malen heeft schip per Mooij met de zijnen liet leven ingezet om dat van anderen te redden. Woorden en gif ten zijn niet mooi en groot genoeg om de dank die hen daarvoor toekomt uit te druk ken. Thans is Mooij nog lid van de plaatse lijke commissie van bestuur van de N.Z.H.R. *t De zorg voor de voedselvoorziening van het gezin gedurende den komenden winer zal menige huisvrouw ongetwijfeld een meer dan gewone belangstelling doen be- toonen voor den inmaak van boonen. Drie conserveeringsmethoden staan hier bij te onzer beschikking: het in zout inma ken, het drogen en het steriliseeren. Daarvan is de eerste, het inmaken, de meest primitieve, maar tegelijk wat veilig heid vap bewaren betreft een alleszins af doende methode. De conserveerende werking van het zout berust op de eigenschap, dat het water onttrekt aan de stol len, waarmede het in aanraking komt. De kleine organismen, die wij bacteriën noemen en die het bederf zouden kunnen veroorzaken, wor den aldus door het zout vernietigd. Ook deze medaille heelt evenwel haar keerzijde, daar de water ont trekkende werking niet bij de bac teriën ophoudt, doch zich ook tot de groente uitstrekt, waardoor be langrijke voedingsbestanddeelen (vi tamines en mineralen) uit de boo nen verdwijnen. Voegen wij hierbij dan nog de omstan digheid, dat voor het ontzcuten der boonen het afkoken onontbeerlijk is. waardoor op nieuw een aanslag wordt gedaan op even- genoemde voedingsbestanddeelen. dan is het wel duidelijk, dat uit een oogpunt van voedingswaarde de inmaak in het zout met bijster hoog mag worden aangeslagen. Eigenlijk zouden wij dezen vorm van in maak gerust in de ban mogen doen, maar een zoo radicaal besluit zou toch misschien iets te ver gaan, al ware het alleen maar met het °°p op de P°Pularited' dr*e be: naaide stamp- Of stoofpotten, bereid met boonen ui het zout, in het Nederlandsche gezin nog altijd genieten. Meer dan een maal in de twee weken behoort zulk een gerecht echter niet op de gezinstafel te worden gebracht, waarbij het alleszins aan beveling verdient de voedingsarmoede van het gezouten product zooveel mogelijk aan te vullen met een flinke portie aardappe len en/of witte boonen- Wij rekenen op tien kilogram gesneden boonen drie kilogram zout. Deze hoeveel heid lijkt misschien wat groot maar dit heeft zijn goede reden. De boonen, die met zoo'n ruime hoeveelheid zout worden inge maakt, behoeven namelijk niet telkens te worden nagekeken, schoongemaakt en van nieuw zout voorzien. Zoodra zij onder de pekel staan, heeft men er geen omkijken meer naar. Een zeer practisch gevolg daar van is, dat men er geen groote inmaakpot voor behoeft te gebruiken. Het kleine Kelti sche potjes, lege strooppotten, afgedankte Weckflesschen en wat dies meer zij, dan men zich voor dit doel uitsekend redden. Zeer practisch is het om telkens in elke pot of llesch ongeveer de portie voor een gezins maaltijd te doen. Bij het in zout inmaken ga men als volgt te werk. Men begint met in een groote teil of gave emmers wat zout te leggen, daarop gaat dan een flinke laag boonen en zoo gaat men door tot de geheele hoeveelheid is ver werkt. Daarop wordt de groente stevig aan- gestempt, waarna de boonen blijven staan tot zich een flinke laag pekel heeft gevormd, hetgeen in een paar uur tijds geschiedt. Dan kan het vullen der flesschen en potten begin nen, waarbij er voor zorg wordt gedragen, dat de inmaak steeds goed onder de pekel komt te liggen. Elke flesch en pot wordt af gesloten met een in warm water soepel ge maakt stuk perkamentpapier. Na een paar dagen controleert men of de boonen overal nog onder de pekel staan. Mocht die hier en daar niet het geval zijn,- dan wordt wat schoon water bijgegoten, zoodat het water oppervlak ongeveer een drietal centimeters boven de groente komt te liggen. Behalve snijboonen kunnen op dezelfde wij ze ook slaboor)en en andijvie worden be waard. De afgehaalde, gebroken boonen wor den gewoonlijk een paar minuten in kokend water opgeweld, daarna uitgespreid tot ze volkomen afgekoeld zijn De andijvie wordt gesnipperd en evenals de snijboonen rauw verwerkt En nu het drogen van boonen. Hiervoor ko men allereerst liefst dunne princesseboonen i aanmerking, die men even in kokend wa ter, opwelt, daarna afkoelt en te drogen legt Dit kan geschieden door het uitspreiden van de boonen op een hor op een tochtige plaats Het is echter zaak, dat dit drogen vlot ver loopt, daar er anders nogal eens boonen gaan schimmelen. Is er gelegenheid de boo nen bij den bakker te doen drogen, dan ver dient dit ongetwijfeld aanbeveling. Ook kan men de prinsesseboonen drogen door deze aan draden te rijgen. De strengen worden dan zoo mogelijk in de zon op een luchtige nlaats gehangen. Capucijners, erwten, witte boonen. bruine boonen en kievietsboonen kan men te velde geel laten worden, waarna de planten uit den grond worden getrokken en met peulen en al te drogen worden gehangen. Dan blijft nog over het steriliseeren van boonen. niaar dit is een zoo bekend on derwerp. dat dienaangaande wel geen na dere aanwijzingen behoeven te worden ver strekt. „Zuursnijboonen". Tenslolte zij de aandacht gevestigd op een kostelijke mogelijkheid om sniiboonen in te maken: de bereiding als zuurkool. De ge dachte klinkt misschien wat vreemd, doch verdient uitvoering, daar men op deze wijze een smakelijk en voortreffelijk product ver krijgt. Onze oosterburen passen deze me thode met groot succes reeds geruimen tijd toe. Trouwens een zure smaak bij een stamp pot van snijboonen wordt in sommige streken van ons land ook gewenscht. immers men nlepgt daar dit gerecht met azijn af te ma ken. Aten eaat bij deze inmaak als volgt te werk. De boonen worden in fijne snippers gesneden en per kilo biervan worden twee afgestreken eetlepels (20 g.) zout genomen. Tijdens het doorkneden en aanstampen van de bonen met het zout wordt nu en dan een scheutje karnemelk toegevoegd. Op de inmaak wordt een schoon doek ie gelegd met met pen daarop passend plankie en een zwaren steen, zoodat de boonen blijvend on der het vocht komen te staan. De pot of het vat wordt op een frissche. maar vorstvrije plaats weggezet en gedurende de eerste we ken telkens nagezien. De kim wordt dan verwijderd en doekje, plankje, steen en rand van pot of vat worden met heet water schoongemaakt. De melkzure gisting, die ten gevolge van deze bewerkingen in de snijboo nen optreedt, is een uitstekend conservee- ringsproces. waarbij het gehalte van de groente aan vitaminen en mineralen be waard blijft én zooals reeds gezegd epn zepr smakelijk product wordt verkregen, dat niet behoeft te worden afgekookt ALLEEN EEN GROEPJE VREEM DELINGEN, DIE NAAR DE RUI TERTJES STONDEN TE KIJKEN. We kannen kort zijn omtrent de kaasmarkt heden: er was qeen markt. De tijd tot het doorvoeren van een meer dnnrzame reqelinq bleek te kort. Er waren noq qeen vervoerbewifzen afgegeven en zoo heerschte er volkomen stilte op de plaats, waar anders op Vrijdag druk vertier pleegt te zijn, waar in voriqe jaren omstreeks dezen tijd een nit- qebreide politiemacht het verkeer placht te regelen, wijl de vreemde lingen zich er verdrongen en er bij na qeen doorkomen aan was. Er waren heden geen boerensta- peltjes en er werd, gelijk veertien dagen terug, qeen kaas omgeladen, die naar de reqeeringspakhuizen ging zonder over de Waaq te loopen, maar toch de markt aandeed. Om elf nar stond een groepje vreemdelingen naar de ruitertjes te kijken. Dat was alles. Gelukkig mogen we de hoop koes teren, dat de volqende week de markt zal herleven. Dat is de gedach te, die de stilte van heden ten slotte draaglijk maakte. M. en zooals gezegd is de belangstelling na het actief deelnemen nog onverflauwd. De waardeering was groot. In de huiskamer waar Opa en Opoe Mooij bijeen zitten hangen verschillende dingen aan de wand, waaruit blijkt, dat men waar deering heeft gehad voor het werk, door de zen oud-redder gedaan, 'n Decoratie met op dracht van den Belgischen Koning, verschil lende foto's en platen van reddingen. Midden onder ons gesprek komt het kleindochtertje van de Ileldersche vluchtelingen, die bij de oudjes een onderdak gevonden hebben, „Opa" en „Opoe" goeden dag zeggen. Dit zegt genoeg voor de huiselijke sfeer in huize „Mooij". Het Gouden Bruidspaar heeft altijd in Cal lantsoog geleefd en Opa Mooij zegt met trots nooit ziek geweest te zijn, zelfs nog nooit hoofdpijn gehad, al was hij vroeger toch wel eens „hoven de roodc streep geweest." Met Opoe Mooij is dat anders. „Gelukkig is het de laatste tijd weer vrij goed," zegt ze ons. We twijfelen er niet aan of het zal het Bruidspaar heden niet aan belangstelling ontbreken. Wij van onzen kant voegen gaarne onze gelukwcnschen bij de vele anderen en hopen dat beiden nog lang voor elkaar gespaard zullen mogen blijven. WIER1NGEN OPGEHEVEN. Bij beschikking van den secretarisgene raal van het departement van sociale zaken is ingetrokken de erkenning van de bedrijfs- verceniging voor ziekengeldverzekcring voor het groot-baggerbedrijf en aanverwante be drijven te Wieringen. Deze intrekking geschiedde omdat bo vengenoemde vereenieing sedert geruimen tijd niet meer voldeed aan den in de Ziek tewet voor erkenning gestelden eisch, dat door de werkgevers, wier arbeiders voor ri sico der bedrijfsvereeniging zullen zijn ver zekerd, ten minste een loonbedrag over een jaar berekend van twee en een half ntillioen gulden wordt uitbetaald. BROEK OP LANGENDIJK, 24 Aug. Schotsche muizen 340; eigenheimers 290 440; bl. dito 280380; drielingen 1903; 400 kg. uien 450 2355 kg. spercieboonen 93011; snijboonen 820; roode kool 3320 NOORDSCHARWOUDE, 24 Aug. 1940 Schotsche muizen 340—390; Bintje 310 350; Be vel. 320330: eigenheimers 370420; bl. dito 310—370; Bonken 320—330; blauwe 4420; kleine 150180: uien 4ISO: drielin gen 4; grove 510520; gele nep 4540; peen 250. kroten 130—180; roode kool 3—330; wit te kool 210—290; gele kool 520—580 WARMENHUIZEN. 23 Aug. Schotsche muizen 4.504.60. eigenheimers 3.304.40, bintjes 3.203.60, uien 4.roode kool 3.gele kool 4.805, witte kool. 2.30 2.40. slaboonen f 9.3013, goedgekeurde eerstelingen A 35/55 5.10—5.50. idem B 28/55 5.20. Aanvoer: 65.400 Kg. aardappelen. 350 Kg. uien. 9300 Kg. roode kool. 600 Kg. gele kool. 27.500 Kg. witte kool. 2 4 40 Kg. sla boonen, 50200 Kg. goedgekeurde eerstelingen DEN HELDER. Evangelisatie Palmstraat. Voorrn. 10 uur dienst. Voorg. de heer S. Lodder, uit Alkmaar.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1940 | | pagina 9